Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Subsidieregeling Professionele Kunsten ‘s-Hertogenbosch 2025 – 2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Professionele Kunsten ‘s-Hertogenbosch 2025 – 2028
CiteertitelSubsidieregeling Professionele Kunsten 's-Hertogenbosch 2025-2028
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-202331-12-2028Nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-523027

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Professionele Kunsten ‘s-Hertogenbosch 2025 – 2028

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

In zijn vergadering van 28 november 2023,

Gezien het voorstel met reg.nr. 15628695,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening ’s-Hertogenbosch,

Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders

  • het voor een aantrekkelijk woon-, werk- en vestigingsklimaat in de gemeente ’s-Hertogenbosch en ter versterking van het profiel Cultuurstad van het Zuiden belangrijk acht dat voldoende artistieke, aansprekende culturele activiteiten aangeboden worden;

  • organisaties wenst te ondersteunen die zich inzetten om een basisinfrastructuur voor dergelijke culturele activiteiten op te zetten. Deze organisaties worden daarmee in staat gesteld op een structurelere basis culturele activiteiten te ontwikkelen, produceren en presenteren. Daarbij verbinden zij zich aan de Bossche samenleving en actuele maatschappelijke opgaven;

  • ter rechtvaardiging van eventuele staatssteun gebruik wil maken van hoofdstuk 1 en artikel 53 inzake steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014. Daarbij worden bepaalde categorieën van steun van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar verklaard (PB EU L 187).

 

Besluit

  • de Subsidieregeling Professionele Kunsten ’s-Hertogenbosch 2025-2028 vast te stellen

  • Het college besluit het subsidieplafond van €17.900.000,- vast te stellen voor de subsidieregeling Professionele Kunsten 2025-2028 waarvan €16.050.000 voor categorie I en €1.850.000 voor categorieën II en III.

Subsidieregeling Professionele Kunsten ’s-Hertogenbosch 2025-2028

 

 

Artikel 1. Wat is het doel van deze subsidie?

Het bevorderen van een professioneel kunstenklimaat in de gemeente ’s-Hertogenbosch in de periode 2025 – 2028.

 

Artikel 2. Woordenlijst subsidieregeling

  • Algemene Bossche Cultuurvoorziening (ABC-voorziening): een culturele instelling aangemerkt als ABC voorziening door de gemeenteraad in het Raadsbesluit Cultuurbegroting 2025-2028;

  • ASV: Algemene subsidieverordening van gemeente ‘s-Hertogenbosch;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • Code Diversiteit & Inclusie: een gedragscode om culturele diversiteit structureel in de instelling te verankeren https://codedi.nl/;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ‘s-Hertogenbosch;

  • Commissie Bosch Cultuursysteem (BC): De adviescommissie die het college van burgemeester en wethouders adviseert over aanvragen ingediend op grond van deze subsidieregeling;

  • Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en de creatieve industrie https://www.fairpracticecode.nl;

  • Festival: reeks van onderling samenhangende activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijke noemer worden georganiseerd; Governance Code Cultuur: normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties https://bij.cultuur-ondernemen.nl/governance-code-cultuur/principe/introductie;

  • Kunst: Uitingsvormen van alle kunstdisciplines en combinaties ervan;

  • Kunstenaar/maker: professionele beoefenaar van kunst;

  • Liquiditeit: het kengetal dat aangeeft of de aanvrager in staat is kortlopende betaalverplichtingen te voldoen op basis van de quick ratio (vlottende activa minus voorraden gedeeld door kort vreemd vermogen);

  • Meerjarige (exploitatie)subsidie: subsidie die voor een bepaald aantal kalenderjaren wordt verstrekt voor een periode van maximaal vier jaar;

  • Producerende instelling: Een organisatie die in continuïteit aanbod op het gebied van professionele (podium)kunsten produceert;

  • Professionele kunsten: het professioneel vervaardigen, produceren, presenteren en/of exposeren van kunst of het presenteren en/of exposeren van professioneel gemaakte kunst;

  • Solvabiliteit: het kengetal dat de verhouding aangeeft tussen eigen vermogen en het totale vermogen;

  • Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb;

  • Tendersysteem: alle volledige subsidieaanvragen moeten binnen de periode zoals genoemd in artikel 10 ingediend zijn. De subsidieaanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de in deze regeling genoemde criteria en worden onderling gewogen.

 

Artikel 3. Wie kan deze subsidie aanvragen?

  • 1.

    Privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen op grond van deze regeling subsidie aanvragen.

  • 2.

    Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën:

    • Categorie I: Organisaties die aangemerkt zijn in het Raadsbesluit Cultuurbegroting 2025-2028 als een ABC-voorziening, zijnde Huis73; Theater aan de Parade (ZNTM); Design Museum Den Bosch; Willem Twee muziek en beeldende kunst; Verkadefabriek; Het Noordbrabants Museum; Theaterfestival Boulevard.  

    • Categorie II: Organisaties die structureel gesubsidieerd zijn door gemeente 's-Hertogenbosch vanaf 2017 tot heden, niet behorende tot categorie I.  

    • Categorie III: Culturele organisaties niet behorende tot categorie I en II. 

 

Artikel 4. Hoeveel subsidie kunt u aanvragen?

  • 1.

    Het minimum aanvraagbedrag is € 12.500 per jaar. 

  • 2.

    Organisaties, zoals bedoeld onder artikel 3 kunnen binnen deze regeling de volgende maximale subsidiebedragen aanvragen, exclusief indexatie voor de jaren 2025-2028:

    • a.

      Categorie I: per jaar maximaal 100% van de in 2024 toegekende gemeentelijke structurele meerjarige subsidie. Mogelijke aanvullende incidentele gemeentelijke subsidies worden hierbij niet meegerekend.   

    • b.

      Categorie II: per jaar kan maximaal 135% van de in 2024 toegekende gemeentelijke structurele meerjarige subsidie worden aangevraagd. Daarnaast onderscheidt het college de subcategorieën i, ii, iii met elk aanvullende maxima. Het maximaal aan te vragen bedrag wordt per subcategorie bepaald op het laagste maximumbedrag van, óf het voorgenoemde percentage van 135%, óf de in leden i, ii, of iii genoemde maximale bedragen. Mogelijke aanvullende incidentele gemeentelijke subsidies worden niet gezien als gemeentelijke structurele meerjarige subsidie:

      • i.

        maximaal 60% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €75.000, wanneer de organisatie alleen van de gemeente 's-Hertogenbosch subsidie ontvangt; 

      • ii.

        maximaal 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €125.000, wanneer de organisatie een producerende instelling is die in de periode 2025-2028 meerjarig subsidie ontvangt van de provincie en/of het Rijk; 

      • iii.

        maximaal 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €150.000, wanneer de organisatie een festivalorganisatie is die in de periode 2025-2028 meerjarige subsidie ontvangt van de provincie en/of het Rijk.   

    • c.

      Categorie III: per jaar maximaal 60% van de begroting tot een maximum van €75.000.   

  • 3.

    Indien er binnen deze regeling budget overblijft wordt het resterende budget beschikbaar gesteld voor de cultuurbegroting 2025-2028.

  • 4.

    Subsidies worden verstrekt onder voorbehoud van het beschikbaar stellen van middelen door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch. 

 

Artikel 5. Waarvoor kunt u subsidie aanvragen?

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in de periode 2025-2028:

  • die zijn gericht op het professioneel vervaardigen, ontwikkelen, produceren en/of presenteren van kunsten;

  • die zijn gericht op het presenteren en/of exposeren van professionele kunsten;

  • die gerelateerd zijn aan de in leden 1 en 2 genoemde activiteiten op het vlak van cultuureducatie, -participatie en talentontwikkeling;

  • van een ABC-voorzieningen m.b.t een bibliotheekfunctie, bemiddelaar en huis voor amateurkunst en cultuureducatie tezamen in gemeente ’s-Hertogenbosch;

  • met betrekking tot het verzorgen van museale presentaties, het verzamelen en beheren van museale collecties.

 

Artikel 6. Aan welke vereisten moet de subsidieaanvraag voldoen?

  • 1.

    Alleen complete aanvragen worden in behandeling genomen. Een aanvraag wordt als compleet beschouwd wanneer het de volgende onderdelen bevat:

    • a.

      Activiteitenplan 2025-2028 inclusief toelichting op de culturele codes, van maximaal 20 pagina’s, inclusief afbeeldingen, lettergrootte 10, regelafstand 1;

    • b.

      Een missie en visie op de rol van de instelling in de Bossche culturele infrastructuur in relatie tot de in de cultuurnota beschreven beleidslijnen. Categorie I moet daarbij tevens aangeven op welke wijze zij individueel en gezamenlijk verantwoordelijkheid neemt voor het bredere culturele veld in de gemeente en op welke wijze dat tot uiting komt in de begroting;

    • c.

      Sluitende en realistische begroting 2025-2028 inclusief toelichting, op basis van het format op de website van gemeente 's-Hertogenbosch www.s-hertogenbosch.nl/subsidies;

    • d.

      Een aanbiedingsbrief aan het college met daarin het aangevraagde subsidiebedrag en de naam van deze regeling, ondertekend door een daartoe bevoegd persoon;

    • e.

      Jaarverslag en jaarrekening van 2022. Als er sprake is van een negatief eigen vermogen dient de aanvrager tevens een plan van aanpak in te dienen waaruit blijkt dat er geen gevaar is voor de continuïteit van de bedrijfsvoering;

    • f.

      Oprichtingsakte/-statuten (indien de organisatie nog geen subsidierelatie heeft met de gemeente ’s-Hertogenbosch); 

    • g.

      Uittreksel Kamer van Koophandel (indien de organisatie nog geen subsidierelatie heeft met de gemeente ’s-Hertogenbosch); 

  • 2.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de subsidieaanvrager is gevestigd in ’s-Hertogenbosch of heeft ’s-Hertogenbosch aantoonbaar als standplaats;

    • b.

      De activiteiten betreffen minimaal één van de in artikel 5 genoemde punten;

    • c.

      De activiteiten worden in belangrijke mate uitgevoerd in de gemeente ’s-Hertogenbosch of vanuit ’s-Hertogenbosch ontwikkeld;

    • d.

      Uit de aanvraag blijkt een:

      • i.

        hoge artistiek-inhoudelijke kwaliteit, wat betreft zeggingskracht, oorspronkelijkheid, visie en vakmanschap;

      • ii.

        hoge zakelijke kwaliteit, blijkend uit de bedrijfsvoering en de inhoudelijke haalbaarheid van de activiteiten; bedrijfsmatige gezondheid: het tonen van een helder ondernemingsplan, plan van aanpak en een gezonde financieringsmix;

      • iii.

        maatschappelijke betekenis m.b.t. de mate waarin de activiteiten bijdragen aan diversiteit van het aanbod, een bijdrage leveren aan de beleidslijnen uit de nota ‘Cultuur Maakt Mensen’ in ’s-Hertogenbosch en bijdragen aan de culturele infrastructuur van de gemeente.

      • iv.

        visie op publiek, diversiteit en inclusie: het tonen van een duidelijke visie op doelgroepen met bijbehorend communicatieplan en/of een duidelijk uitgewerkte aanpak van de publiekswerking.

    • e.

      De subsidieaanvrager voldoet aan de volgende basisvereisten van de drie culturele codes:

      • i.

        Governance Code Cultuur: aanstelling van een onafhankelijk bestuur en/of onafhankelijke raad van toezicht, overzicht organisatiestructuur, vastlegging taken en verantwoordelijkheden van bestuur, directie en medewerkers en formulering beleid voor een veilige werkomgeving;

      • ii.

        Fair Practice Code: per 1 januari 2025 een beloningsbeleid toepassen binnen de organisatie dat in lijn is met landelijke richtlijnen inzake eerlijke beloning in de culturele sector;

      • iii.

        Code Culturele Diversiteit & Inclusie: formulering van tenminste drie realistische doelstellingen voor de eigen organisatie ten aanzien van deze code.

    • f.

      De activiteiten worden uitgevoerd in de periode 2025 tot en met 2028.

  • 3.

    Organisaties die bij ook bij de provincie en/of Rijk een meerjarige subsidie voor de periode 2025-2028 aanvragen, kunnen die aanvraag indienen bij deze regeling, aangevuld met een oplegger waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de specifieke lokale eisen of voorwaarden die zijn genoemd in de voorgaande leden van dit artikel, voor zover dat nog niet blijkt uit de aanvraag.

  • 4.

    Als het voor de beoordeling van belang is kan het college aanvullende stukken opvragen.

 

Artikel 7. Wanneer komt uw aanvraag niet in aanmerking voor subsidie?

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • 1.

    de aanvrager als privaatrechtelijk rechtspersoon is opgericht na het jaar 2022; of

  • 2.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken; of

  • 3.

    de aanvrager een school voor amateurkunsten is (zoals muziek, dans of theater etc.);

  • 4.

    subsidieverstrekking niet past binnen het gemeentelijke cultuurbeleid dan wel de activiteiten in dat kader onvoldoende prioriteit hebben.

 

Artikel 8. Welke kosten komen voor subsidie in aanmerking?

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden (waaronder andere afdelingen van de gemeente 's-Hertogenbosch) en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de activiteiten als bedoeld in artikel 5.

 

Artikel 9. Welke kosten komen niet voor subsidie in aanmerking?

In afwijking van artikel 8 komen de volgende kosten niet in aanmerking voor subsidie:

  • 1.

    Kosten die gemaakt zijn vóór het besluit op de aanvraag of, in geval van een meerjarige subsidie, buiten het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt verleend;

  • 2.

    Verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten.

 

Artikel 10. Wanneer kan de subsidieaanvraag worden ingediend?

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 maart 2024 om 23u59m via het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier op de website van de gemeente ‘s-Hertogenbosch (www.s-hertogenbosch.nl/subsidies).

  • 2.

    Aanvragen die na het in het vorige lid genoemde moment zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

 

Artikel 11. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond is € 17.900.000 per jaar waarvan € 16.050.000 voor categorie I en € 1.850.000 voor categorie II en III tezamen;

  • 2.

    Alle genoemde bedragen in bovengenoemd lid zijn exclusief indexatie voor de jaren 2025-2028.

 

Artikel 12. Subsidieduur

De subsidie wordt aangevraagd voor een periode van vier jaar. Het college kan besluiten een subsidie te verstrekken voor twee jaar, met de mogelijkheid tot het verlengen met nogmaals twee jaar.

 

Artikel 13. Advisering aan het college

  • 1.

    Alle complete en tijdig ingediende aanvragen worden beoordeeld door een financieel adviseur van de gemeente ‘s-Hertogenbosch. Deze toetst op de weigeringsgronden omschreven in artikel 14.1, 14.2 14.3.

  • 2.

    Het college legt vervolgens de ontvankelijke subsidieaanvragen voor aan de externe adviescommissie “Commissie Bosch Cultuursysteem (BC)”. Deze adviescommissie adviseert met inachtneming van de in deze regeling opgenomen criteria.

    • a.

      De commissie BC toetst aanvragen van categorie I op basis van de criteria uit deze regeling zonder expliciet te adviseren over het al dan niet toekennen van het subsidiebedrag. Voor deze categorie geldt dat de toekenning plaatsvindt op basis van het raadsbesluit Cultuurbegroting 2025-2028.

    • b.

      De commissie kan bij categorie II en III adviseren:

      • Aanvraag honoreren

      • Aanvraag honoreren voor zover het budget het toelaat

      • Aanvraag afwijzen vanwege te weinig budget

      • Aanvraag afwijzen

    • c.

      In uitzonderlijke gevallen kan de commissie BC adviseren om een subsidie te verstrekken voor twee jaar, met de mogelijkheid tot het verlengen met nogmaals twee jaar.

  • 3.

    Aanvragen die door de provincie Noord-Brabant zijn toegekend in het kader van de regeling Professionele Kunsten Provincie Noord-Brabant 2025-2028 krijgen automatisch een positieve beoordeling, mits de aanvraag binnen deze regeling ontvankelijk is en de lokale maatschappelijke betekenis zoals beschreven in artikel 6, lid 2.d.iii als voldoende is beoordeeld.

  • 4.

    Het beschikbare budget voor de categorieën II en III wordt bij overvraging verdeeld middels een tendersysteem. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen integraal en in relatie tot elkaar en komt tot een afgewogen verdeling van het beschikbare budget over de aanvragen waarover zij positief oordeelt. Dit doet zij op basis van de beoordelingscriteria genoemd in artikel 6.2, en de mate waarin de activiteiten bijdragen aan diversiteit van het aanbod in relatie tot:

    • a.

      verschillende kunstdisciplines;

    • b.

      culturele functies;

    • c.

      beleidslijnen uit de cultuurnota.

 

Artikel 14. Wanneer wordt subsidie geweigerd?

Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb, artikel 7 van deze regeling en artikel 9 van de ASV geregelde gevallen ook (deels) geweigerd worden indien:

  • 1.

    Niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

  • 2.

    Uit de financiële beoordeling blijkt dat de organisatie financieel ongezond is kijkend o.a. naar liquiditeit, solvabiliteit, exploitatieresultaat, ontwikkeling van deze ratio’s in de tijd en de uitleg door de subsidieaanvrager over de financiële gezondheid;

  • 3.

    Uit de financiële beoordeling blijkt dat het aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan hetgeen noodzakelijk is voor de uitvoering van de activiteiten;

  • 4.

    De aanvraag niet voldoet aan voorwaarden die zijn gesteld in artikel 6 om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • 5.

    De adviescommissie onvoldoende vertrouwen heeft in de criteria genoemd in artikel 6 leden 2d en 2e;

  • 6.

    Er naar het oordeel van de adviescommissie al voldoende aanvragen ondersteund zijn binnen een bepaalde kunstdiscipline, culturele functies of beleidslijnen uit de cultuurnota;

  • 7.

    Subsidieverlening zou leiden tot strijd met artikel 107 van het Verdrag van de Werking van de Europese Unie (verbod op staatssteun) en deze steun niet vrijgesteld is op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van de Europese Commissie of een andere verordening, richtlijn of besluit van de Europese Commissie;

  • 8.

    Een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de bijdrage is aangevraagd;

  • 9.

    Een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende is gewaarborgd;

  • 10.

    Het gevraagde bedrag de maxima gesteld in artikel 4 overschrijdt;

  • 11.

    Het door het college vastgestelde subsidieplafond bereikt is.

 

Artikel 15. Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • 1.

    de subsidieontvanger past de volgende codes toe:

    • a.

      Governance Code Cultuur;

    • b.

      Fair Practice Code;

    • c.

      Code Culturele Diversiteit & Inclusie.

  • 2.

    de activiteiten beschreven in het activiteitenplan worden uitgevoerd in de periode 2025 tot en met 2028;

  • 3.

    de subsidieontvanger zorgt voor communicatie over de activiteiten en vermeldt daarbij dat de activiteit mede ondersteund is door de gemeente ‘s-Hertogenbosch;

  • 4.

    het college kan in de voorlopige beschikking aanvullende verplichtingen opleggen.

 

Artikel 16. Verantwoording

  • 1.

    Subsidies worden jaarlijks vastgesteld. De subsidieontvanger overlegt, met ingang van 2026, jaarlijks vóór 1 juni een verzoek tot vaststelling bestaande uit een inhoudelijk jaarverslag en een jaarrekening over het voorgaande kalenderjaar die voldoet aan titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2.

    In voorkomende gevallen kan het college afwijken van de datum genoemd in voorgaand punt;

  • 3.

    Het jaarverslag moet de volgende punten worden bevatten: 

    • a.

      een verantwoording waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht; 

    • b.

      een beschrijving van de invulling van de culturele codes in het betreffende jaar een reflectie daarop en welke conclusies u daaraan verbindt voor het komende jaar;

    • c.

      een toelichting op de wijze waarop de visie op duurzaamheid is vertaald in de activiteiten en de organisatie;

    • d.

      een realisatie van de begroting waaruit blijkt hoe de werkelijke kosten en opbrengsten zich verhouden ten opzichte van de begrote kosten en opbrengsten volgens dezelfde opzet van de bij de aanvraag ingeleverde begroting; 

    • e.

      een ondertekening van een door de organisatie bevoegd persoon; 

  • 4.

    Vaststelling vindt plaats bij een subsidie

    • a.

      vanaf € 12.500,- t/m € 100.000 (op jaarbasis) op basis van een inhoudelijk jaarverslag en jaarrekening;

    • b.

      van € 100.001,- tot en met € 500.000 (op jaarbasis) op basis van een inhoudelijk jaarverslag en jaarrekening met een beoordelingsverklaring van een accountant;

    • c.

      Vanaf € 500.001,- (op jaarbasis) op basis van een inhoudelijk jaarverslag en jaarrekening met een controleverklaring van een accountant;

  • 5.

    de subsidieontvanger houdt een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan het college;

  • 6.

    de subsidieontvanger verleent medewerking aan een gesprek over de voortgang van de activiteiten;

  • 7.

    wanneer de bijdrage van de gemeente hoger uitvalt dan 30% respectievelijk 60% van de gerealiseerde kosten (zoals beschreven in artikel 4), kan deze door het college lager worden vastgesteld. 

 

Artikel 17. Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Alle subsidies worden bevoorschot.

  • 2.

    Afspraken over betalingstermijnen worden gemaakt in de beschikking.

 

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het college kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.

 

Artikel 19. Beslistermijn

Het college maakt na maximaal 26 weken na het uiterlijke indienmoment zoals genoemd in artikel 9 lid 1 bekend of de aanvraag wordt toegekend of afgewezen.

 

Artikel 20. Tot slot

  • 1.

    Deze subsidieregeling gaat in op 1 december 2023. 

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2028. 

  • 3.

    Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling Professionele Kunsten 's-Hertogenbosch 2025 -2028. 

  • 4.

    Bij deze subsidieregeling is de Algemene Subsidieverordening ’s-Hertogenbosch (ASV) van kracht. Artikelen in deze regeling die afwijken van de ASV gaan voor de ASV.

 

Het college voornoemd,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Toelichting Subsidieregeling Professionele Kunsten ‘s-Hertogenbosch 2025 – 2028

 

Artikel 3. Wie kan deze subsidie aanvragen?

Lid 2

De verschillende categorieën zijn gemaakt om historisch ontstane verschillen te verkleinen.

 

In categorie II vallen organisaties die sinds 2017 structureel ondersteund zijn door de gemeente 's-Hertogenbosch als onderdeel van de Bossche Culturele Basis, waaronder de Regeling Amateurkunsten, en/of jaarlijks budget dat is gereserveerd als begrotingspost op de gemeentebegroting voor een (specifieke activiteit van een) organisatie.

 

Incidentele subsidies zoals toekenningen uit de projectfondsen vallen niet onder de term ‘structureel gesubsidieerd’.

 

In categorie III vallen organisaties die:

  • nooit structurele subsidie hebben ontvangen van gemeente 's-Hertogenbosch, of;

  • wél structurele subsidie van gemeente 's-Hertogenbosch (hebben) ontvangen in periode 2021-2024 maar niet in periode 2017-2020 en andersom.

 

Artikel 4. Hoeveel subsidie kan je aanvragen?

Leden 2a & b

Toekenningen uit incidentele middelen worden niet gezien als structurele subsidie. Voorbeelden van aanvullende incidentele gemeentelijke subsidies zijn toekenningen uit de cultuurfondsen, het wijk- en dorpsbudget, de coronaschaderegelingen, regeling ‘transitie en vernieuwing’ of tegemoetkoming voor energiekosten.

 

Lid 2b: i, ii & iii

In dit lid staan meerdere maximumbedragen genoemd. Dit maximumbedrag hangt af van het subsidiebedrag dat de aanvrager in 2024 heeft ontvangen, het totaalbedrag aan subsidiabele kosten en het absolute maximumbedrag (in leden i, ii & iii).

 

Het laagste bedrag van volgende punten bepaalt het maximale aanvraagbedrag voor organisaties binnen categorie II:

  • 135% van de in 2024 toegekende gemeentelijke structurele meerjarige subsidie

  • Maximum van 60% (bij i) en 30% (bij ii en iii) van de subsidiabele kosten.

  • Het absolute maximumbedrag van €75.000 (bij i), €125.000 (bij ii) en €150.000 (bij iii).

 

Artikel 5. Waarvoor kunt u subsidie aanvragen?

Leden 1 & 2

Deze regeling is bedoeld voor professionele kunsten zoals omschreven in artikel 3. Soms kunnen activiteiten in de praktijk een combinatie zijn van professionele kunsten met cultuureducatie, amateurkunst, community art, etc. Wanneer de hoofdactiviteit onder de noemer ‘professionele kunsten’ valt kunnen de cultuureducatie, -participatie en talentontwikkeling meegenomen worden als subsidiabele activiteiten.

 

Lid 3.

ABC-voorzieningen die plannen indienen voor een bibliotheekfunctie, bemiddelaar en huis voor amateurkunst en cultuureducatie in gemeente ’s-Hertogenbosch hoeven geen hoofdactiviteit onder de noemen ‘professionele kunsten’ te hebben.

 

Artikel 6. Aan welke eisen moet de subsidieaanvraag voldoen?

Lid 1c.

Om administratieve druk voor organisaties te verminderen is het format van de gemeente geënt op die van de provincie en het Rijk. Deze wordt voor eind 2023 gepubliceerd op de website van gemeente ‘s-Hertogenbosch.

 

Lid 1e.

Indien het boekjaar van de aanvrager niet overeenkomt met een kalenderjaar, betreft dit lid het jaarverslag van jaar 2022-2023.

 

Artikel 12. Subsidieduur

Het uitgangspunt is dat het college aanvragen toekent voor een periode van vier jaar. In uitzonderlijke gevallen kan het college ervoor kiezen om toe te kennen voor een periode van twee jaar met een mogelijkheid tot verlengen met twee jaar. Dat kan het doen wanneer het onvoldoende overtuigd is van continuïteit van de activiteiten over de gehele periode 2025-2028 en het daarom een tussentijdse evaluatie nodig acht.

 

Artikel 13. Advisering aan het college

Het behandelproces van subsidieaanvragen gaat in het kort als volgt:

 

Als eerste worden alle tijdig ontvangen aanvragen gecontroleerd op compleetheid (zoals beschreven in artikel 6.1).

 

Lid 1.

Vervolgens toetst een financieel adviseur op de weigeringsgronden beschreven in artikel 14.1, 14.4, 14.5. Hierbij houdt de adviseur rekening met de verschillende soorten organisaties en de grootte ervan. Het doel is om voldoende zekerheid te hebben over de noodzaak, besteding van subsidie en financiële stabiliteit van de organisatie. Wanneer de financieel adviseur negatief adviseert worden aanvragen niet voorgelegd aan de adviescommissie.

 

Leden 2 a & b.

Aanvragen worden vervolgens voorgelegd aan de adviescommissie. Aanvragen van categorie I krijgen een inhoudelijk advies zonder uitspraak over al dan niet toekennen van de commissie. Bij categorieën II en III spreekt de adviescommissie zich hier wel over uit, volgens de mogelijkheden genoemd in artikel 13.2b.

 

Lid 2c.

Het uitgangspunt is dat de commissie adviseert om toe te kennen voor een periode van vier jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de commissie adviseren om toe te kennen voor een periode van twee jaar met een mogelijkheid tot verlengen met twee jaar. Dat kan zij doen wanneer zij onvoldoende overtuigd is van continuïteit van de activiteiten over de gehele periode 2025-2028 en daarom een tussentijdse evaluatie nodig acht.

 

Lid 3.

Toegekende aanvragen bij de regeling Professionele Kunsten Provincie Noord-Brabant 2025-2028 worden positief beoordeeld op voorwaarde dat de aanvullende oplegger (zoals beschreven in artikel 6) als voldoende is beoordeeld. Een positieve beoordeling leidt echter niet automatisch tot het advies 'aanvraag honoreren'. Dit wordt pas bepaald aan de hand van de integrale beoordeling zoals beschreven in lid 4 van dit artikel.

 

Lid 4.

Wanneer er na de beoordeling in het vorige punt het totaal aangevraagde bedrag van alle positieve adviezen het beschikbaar budget overschrijden, gaat de commissie alle positieve integraal beoordelen om tot een divers totaalaanbod te komen volgens de in dit lid genoemde criteria.

 

Artikel 14. Wanneer wordt subsidie geweigerd

Lid 4.

Deze weigeringsgrond is bedoeld om organisaties uit te sluiten waarover ernstige twijfels bestaan met betrekking tot de financiële gezondheid. De adviseur houdt rekening met de (financiële) context, grootte van, en het soort organisatie. Daarom worden geen streefgetallen genoemd voor de liquiditeit, solvabiliteit, exploitatieresultaat, etc.