Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING PARKEREN EN PARKEERBELASTINGEN ARNHEM 2024 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | parkeren, parkeerverordening, parkeervergunning |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2023 | nieuwe Regeling | 08-11-2023 | 3939597 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023, Bedrijfsvoering, nummer 3939597;
Gelet op de art. 147, 149, 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 216, 217, 219, 225, 234, 235 van de Gemeentewet, het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart;
Voor toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen een rechtspersoon die is aangesloten bij de Vereniging voor Gedeeld Autogebruik en die bedrijfsmatig motorvoertuigen ter beschikking stelt aan deelnemers, zijnde natuurlijke of rechtspersonen;
bedrijf: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht c.q. de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep, c.q. een niet-commerciële organisatie die hieraan door het collegis gelijkgesteld; alles met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één bedrijf en één beroep indien de vestigingadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;
centrale computer: computer van het bedrijf c.q. de bedrijven waarmee de gemeente Arnhem een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;
dagvergunning: een vergunning die kan worden verstrekt aan de aanvrager en waarmee een kalenderdag kan worden geparkeerd op een parkeerplaats die is aangewezen met het bord E9 uit het RVV 1990; Dit product is alleen verkrijgbaar aan het loket van het parkeerbedrijf of via het digitale parkeerloket van de gemeente Arnhem, tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief;
dagvergunning voetgangersgebied (in combinatie met een dag ontheffing rijden / laden lossen in het voetgangersgebied): een vergunning die kan worden verstrekt aan de aanvrager en waarmee een kalenderdag kan worden geparkeerd op alle gefiscaliseerde parkeerplaatsen in geheel Arnhem. De dagvergunning is alleen verkrijgbaar in combinatie met een dagontheffing rijden / laden lossen in het voetgangersgebied, zoals beschreven in de beleidsregels Rijden in het voetgangersgebied. Dit product is alleen verkrijgbaar aan het loket van het parkeerbedrijf of via het digitale parkeerloket van de gemeente Arnhem, tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief;
houder van een motorvoertuig: de persoon op wiens naam het kenteken van het motorvoertuig staat ingeschreven in het kentekenregister van de RDW (kentekenhouder) of de persoon die middels een huur- of leaseovereenkomst met een rechtspersoon kan aantonen dat hij de feitelijke gebruiker is van het motorvoertuig;
registreren van een kenteken: het opgeven van het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd bij de aanvraag van een digitale vergunning, het activeren van het kenteken op een lopende digitale vergunning of het anderszins opgeven van het kenteken via parkeerapparatuur of een digitale applicatie ten behoeve van parkeerrechten in de gemeente Arnhem;
zelfstandige woning: woning welke een eigen toegang heeft, voorzien is van een keuken, douche en toilet en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning, als bedoeld in art. 7:234 van het Burgerlijk Wetboek, danwel een woning waarvan met een notariële akte wordt aangetoond dat sprake is van een zelfstandige woning.
Afdeling II Parkeerbelastingen
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, is aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 7. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen en wijze van betalen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college.
Artikel 8. Vrijstelling van parkeerbelasting
Vrijgesteld van parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2 van deze verordening zijn:
Indien op verzoek van de vergunninghouder een parkeervergunning wordt ingetrokken, wordt de reeds betaalde parkeerbelasting, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel b, van deze verordening, gerestitueerd voor de volle kalendermaanden dat de vergunning nog geldig is op de dag dat deze wordt ingeleverd.
Afdeling III Parkeren met een vergunning
Artikel 13. Het verlenen van de vergunning
Het college kan op een schriftelijke aanvraag een parkeervergunning verlenen.
Artikel 14. Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot:
Artikel 15. Gegevens in het digitaal parkeerloket van de gemeente Arnhem worden in ieder geval de volgende gegevens geregistreerd
Tarieventabel behorend bij verordening 'Parkeren en Parkeerbelasting 2024' van 8 november 2023
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel a, bedraagt per uur:
Toelichting bij de tarieventabel.
Voor de tarieven worden twee verschillende soorten gebieden onderscheiden. Gebieden met het tarief dat even hoog is als in het centrum, en de overige gebieden waar een tarief van € 2,35 per uur toepassing is.
Met betrekking tot de vergunningen wordt voorzien in de volgende soorten:
• Bewonersvergunning: een vergunning die aan een bewoner van een zelfstandige woning kan worden verstrekt;
• Bedrijfsvergunning met onbeperkte geldigheidsduur: een vergunning die kan worden verstrekt aan een bedrijf en 24 uur per dag en 7 dagen per week geldig is;
• Bedrijfsvergunning maandag tot en met zondag, dagelijks van 07.00 tot 19.00 uur: een vergunning die kan worden verstrekt aan een bedrijf en geldig is van maandag tot en met zondag, dagelijks van 07.00 tot 19.00 uur;
• Marktparkeervergunning: een vergunning die kan worden verstrekt aan marktkooplieden om hun voertuigen te parkeren als zij op de markt staan (1, 2 of 3 dagen per week);
• Schippersparkeervergunning: een parkeervergunning die kan worden verstrekt aan een schipper van de beroepsvaart en geldig is voor de periode dat zijn schip een ligplaats heeft ingenomen in Arnhem;
• Bezoekersvergunning: een vergunning die kan worden verstrekt aan een bewoner ten behoeve van het parkeren van zijn bezoek;
• Dagvergunning: een vergunning die kan worden verstrekt aan de aanvrager en waarmee een kalenderdag kan worden geparkeerd op een parkeerplaats die is aangewezen met het bord E9 uit het RVV 1990. Dit product is alleen verkrijgbaar aan het loket van het parkeerbedrijf of via het digitale parkeerloket van de gemeente Arnhem, tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief;
• Dagvergunning voetgangersgebied (in combinatie met een dag ontheffing rijden / laden lossen in het voetgangersgebied): een vergunning die kan worden verstrekt aan de aanvrager en waarmee een kalenderdag kan worden geparkeerd op alle gefiscaliseerde parkeerplaatsen in geheel Arnhem. De dagvergunning is alleen verkrijgbaar in combinatie met een dagontheffing rijden / laden lossen in het voetgangersgebied, zoals beschreven in de beleidsregels Rijden in het voetgangersgebied. Dit product is alleen verkrijgbaar aan het loket van het parkeerbedrijf of via het digitale parkeerloket van de gemeente Arnhem, tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief.
Enkele kosten als bedoeld in artikel 10 komen op een andere manier tot stand:
Toelichting op de Verordening Parkeren en Parkeerbelastingen 2024.
De Verordening Parkeren en Parkeerbelastingen 2024 vervangt de Verordening Parkeren en Parkeerbelastingen 2023.
De toepassing van parkeerbelastingen vindt zijn grondslag in de Gemeentewet. Inhoud en bevoegdheden zijn in een aantal artikelen vastgelegd. Het betreft:
Art. 160. Hierin is geregeld dat het college verantwoordelijk is voor privaatrechtelijke handelingen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het vaststellen van het tarief in een parkeergarage van de gemeente, die is voorzien van een slagboom. Indien sprake is van vooraf betalen aan de parkeerautomaat, is er geen sprake van privaatrechtelijk handelen en dient de gemeenteraad de tarieven vast te stellen.
Art. 234 Het invorderen van de parkeerbelasting is geregeld in dit artikel. Hierin is tevens bepaald dat het college van burgemeester en wethouders bepaalt hoe parkeerapparatuur in werking moet worden gezet. Tevens is bepaald dat als een naheffingsaanslag niet terstond kan worden overhandigd, dat deze aan het voertuig moet worden bevestigd.
Naast de Gemeentewet is er andere regelgeving die van belang is voor het toepassen van parkeerbelasting. Het betreft:
De essentie van de Verordening Parkeren en Parkeerbelastingen 2024, is het kunnen toepassen van betaald parkeren in de vorm van parkeerbelastingen en het kunnen toepassen van parkeer-vergunningen en, mogelijk in de toekomst, parkeerontheffingen.
De gemeente heft op basis van deze verordening twee soorten belasting:
De gebieden waar beide regimes gelden, kunnen overlappen, maar dat hoeft niet. Zo kunnen er plaatsen worden aangewezen waar een parkeervergunning niet geldig is, maar ook plaatsen die juist uitsluitend bestemd zijn voor vergunninghouders. Er is sprake van 2 vormen van parkeerbelasting die naast elkaar functioneren. De parkeervergunning is dus geen vorm van vrijstelling.
Hoewel in theorie het parkeerregime per straat kan verschillen en vergunningen per straat kunnen worden verstrekt, blijkt dat in de praktijk niet werkbaar. Anderzijds zijn ook niet alle situaties gelijk en is enige mogelijkheid om te differentiëren in het regime wenselijk. Aaneensluitende straten, straatdelen en/of plaatsen waar hetzelfde parkeerregime geldt, zijn samengevoegd in een ‘gebied’. Ook plaatsen die niet kunnen worden aangemerkt als ‘straat’ kunnen worden aangewezen als een gebied. Hierbij kan gedacht worden aan parkeergarages of andere terreinen waar parkeren mogelijk is.
Voorbeelden van regimes zijn: ‘parkeren voor uitsluitend vergunninghouders’, of ‘parkeren voor vergunninghouders en bezoekers tegen een hoog tarief’. Meerdere gebieden kunnen desgewenst worden samengevoegd in een ‘Sector’. In dat geval is een parkeervergunning geldig in meerdere gebieden. De nummering van de gebieden is gekoppeld aan de nummering van de gebieden voor het parkeren via aanmelding op een centrale computer (GSM-parkeren en/of bezoekersregeling).
Artikel 217 van de Gemeentewet bepaalt wat moet worden opgenomen in een belastingverordening. De letterlijke tekst luidt: ‘Een belastingverordening vermeldt, in de daartoe leidende gevallen, de belastingplichtige, het voorwerp van de belasting, het belastbare feit, de heffingsmaatstaf, het tarief, het tijdstip van ingang van de heffing, het tijdstip van beëindiging van de heffing en hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is.’
Met de artikelen 2 tot en met 6 van deze verordening, wordt aan deze eis gevolg gegeven. Overigens ontbreekt het ‘tijdstip van beëindiging van de heffing’ in de verordening. Dat volgt uit twee zaken: de aard van de belastingplicht in combinatie met de tijdstippen dat betaald parkeren van kracht is. Men moet betalen als men wil parkeren op momenten dat het moet. Buiten die periode, of als men niet meer parkeert, is men dus ook niet belastingplichtig. Ook indien men een vergunning heeft, is dat het geval. De aanvrager staat het vrij om te kiezen voor een vergunning, waarmee hij kiest voor een soort ‘vastrecht’ of om te betalen aan de meter, waarmee hij de keuze maakt om alleen te betalen voor de geparkeerde tijd.
In artikel 6 is de mogelijkheid opgenomen om de parkeerbelasting te betalen door in te loggen op een centrale computer. Deze bepaling maakt het mogelijk om GSM-parkeren (en varianten daarop) toe te passen. Bij deze vormen van betalen, meldt men zich bij het begin van de parkeeractie bij zijn provider aan en aan het eind van de parkeeractie weer af. De provider int het geld bij de parkeerder en draagt dit periodiek af aan de gemeente. In tegenstelling tot het parkeren aan de meter, wordt de parkeerbelasting aan het einde van het parkeren gedaan. In de regel ontvangt de parkeerder hiervoor een factuur van zijn aanbieder, waarna betaling plaatsvindt, meestal via automatische incasso of verrekening met een creditcard. Deze inning geschiedt direct of periodiek (wekelijks, tweewekelijks, maandelijks). Het feitelijke moment van betalen is dus variabel. Om praktijk en regelgeving te laten aansluiten, is de betaaltermijn gesteld op uiterlijk een maand na het beëindigen van het parkeren en overeenkomstig de voorwaarden van de aanbieder. Het is aan de gemeente om in het contract met de aanbieder te regelen dat de parkeergelden minimaal 1 keer per maand bij de gebruikers worden geïnd. Bovenstaande laat overigens onverlet, dat de belasting is verschuldigd bij aanvang van het parkeren. Met moet immers parkeerbelasting betalen over de gehele periode dat men heeft geparkeerd.
Omdat er meerdere providers actief kunnen zijn kan ook sprake zijn van meerdere centrale computers.
Artikel 7 draagt de bevoegdheid om de plaatsen aan te wijzen waar parkeerbelasting verschuldigd is over aan het college. Hiermee kan het college snel inspelen op wijzigende omstandigheden, zoals het uitbreiden of reduceren van het gereguleerde gebied. Dit is zeker van belang als uitbreiding van het gefiscaliseerde gebied gefaseerd geschiedt. Zou deze bevoegdheid niet bij het college liggen, dan dient de gemeenteraad bij iedere uitbreiding een apart besluit te nemen. Vanuit het oogpunt van zowel efficiëntie als effectiviteit is dat niet wenselijk.
Binnen een gefiscaliseerde omgeving is het niet mogelijk vrijstellingen te verstrekken, tenzij de gemeente het parkeren door een bepaalde categorie parkeerders niet wil reguleren. In dat geval kan men de totale categorie vrijstelling geven. Voorts is het gelijkheidsbeginsel leidend. In artikel 8 zijn de groepen benoemd die zijn vrijgesteld van de parkeerbelasting.
Met artikel 9 houdt de gemeente de mogelijkheid open om de wielklem toe te passen. Dat deze mogelijkheid er is, betekent niet dat deze ook per definitie moet worden toegepast. Als de gemeente deze gaat toepassen geldt ook hier het gelijkheidbeginsel. Zo is het wel mogelijk om buitenlandse auto’s te klemmen en Nederlandse niet, maar niet als dat leidt tot extra kosten voor de eigenaar van de betreffende auto.
Artikel 11, Restitutie, legt de gangbare Arnhemse praktijk vast dat bij het laten intrekken van de vergunning op verzoek van de vergunninghouder deze het betaalde belastingbedrag naar evenredigheid van het aantal nog niet ‘genuttigde’ kalendermaanden terug krijgt. Dit betekent bijvoorbeeld dat iemand die zijn vergunning op 15 september inlevert, 5/12 van het betaalde vergunningtarief terug krijgt. Hij heeft de maanden oktober tot en met februari niet gebruikt. Dit geldt ook als hij de vergunning zou inleveren op 1 september of 30 september; in beide gevallen krijgt hij 5/12 terug. De berekening vindt plaats over de volle kalendermaanden. Vergunningen met een geldigheidsduur van korter dan 2 maanden komen zodoende nimmer in aanmerking voor restitutie. Als datum van inleveren geldt de datum dat het vergunningbewijs (het deel van de vergunning dat men achter de voorruit moet leggen) wordt ingeleverd. Hiermee wordt voorkomen dat deze onrechtmatig wordt gebruikt.
De bevoegdheid om te bepalen hoe de parkeerbelasting moet worden betaald is via artikel 13 van deze verordening overgedragen aan het college. In het uitwerkingsbesluit werken zij de uitvoering van betaald parkeren nader uit.
De vergunningen die het college kan verstrekken, zijn benoemd in de tarieventabel. Er kunnen geen andere vergunningen verstrekt worden dan die genoemd zijn in de tarieventabel.
Afdeling III van deze verordening gaat over de toepassing van art. 225 lid 1b van de Gemeentewet; “een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze”. Feitelijk is de strekking van de parkeerverordening simpel: ‘de gemeente geeft parkeervergunningen uit.’ De parkeerverordening stelt de kaders vast voor het verlenen van parkeervergunningen en de eisen die aan de parkeer-vergunningen zijn verbonden. In het uitwerkingsbesluit, dat zijn grondslag vindt in artikel 15 en 16 van deze verordening, legt het college van burgemeester en wethouders vast hoe de verschillende “parkeerproducten” (zoals bewonersvergunning, bezoekersvergunning, etc.) worden verstrekt en mogen worden gebruikt. De gemeenteraad is en blijft verantwoordelijk voor de tariefstelling van deze producten. Deze worden vastgesteld in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Daarmee is geborgd dat het college alleen ‘producten’ kan uitgeven, die door de raad zijn benoemd.
In het eerste lid van art. 225 van de Gemeentewet is bepaald dat er twee soorten parkeerbelastingen zijn. Het betalen aan ‘de meter'[1] en het parkeren met een parkeervergunning. Fiscale handhaving (het opleggen van een naheffingsaanslag) is alleen mogelijk als betalen ‘aan de meter’ mogelijk is. De noodzaak om onderscheid te maken tussen ‘belanghebbendenplaatsen’ en ‘parkeerapparatuurplaatsen’ ontbreekt daarmee. Ook plaatsen die uitsluitend bedoeld zijn voor vergunninghouders (belanghebbendenplaatsen) kunnen worden vastgelegd in een fiscaal regime. Dit biedt de mogelijkheid om vergunninggebieden te laten bestaan uit een combinatie van ‘belanghebbendenplaatsen’ en plaatsen waar ook ‘aan de meter’ kan worden betaald (parkeerapparatuurplaatsen).
Artikel 15 is een opsomming van de nader door het college te bepalen regels. Het college heeft door het mixen van en variëren met de genoemde elementen de mogelijkheid om:
Binnen de in de tarieventabel benoemde vergunningtypen, verschillende parkeerproducten te ontwikkelen. Hiermee is de gemeente in staat om, binnen de grenzen van de wet en regelgeving, doelgroepenbeleid te voeren. Denk bijvoorbeeld aan de specifieke vergunningen voor marktkooplieden of voor autodelen.
Snel en adequaat in te spelen op gewijzigde omstandigheden door de geldigheid van de vergunning in tijd of locatie te verruimen of te beperken. Op die wijze kan bijvoorbeeld de omvang van het gebied waar uitsluitend door vergunninghouders kan worden geparkeerd snel worden gewijzigd. Hetzelfde geldt voor het aanpassen van de tijden dat parkeerregulering gewenst is.
Door de parkeervergunning niet overdraagbaar te maken (artikel 17), wordt handel in vergunningen voorkomen. Uitzondering hierop vormt de overdracht van de vergunning aan een ander lid van het huishouden, voor zover die wordt gevoerd in de zelfstandige woning waarop de vergunning is uitgegeven. Deze uitzondering is bedoeld om de boedelverdeling bij echtscheiding of het gebruik van de auto door een nabestaande na overlijden niet nodeloos ingewikkeld te maken. Ook wordt de vergunninghouder verplicht om relevante wijzigingen door te geven, zodat te allen tijde kan worden bezien of de vergunninghouder nog aan de criteria voldoet.
Artikel 19 van deze verordening gaat in op wat er moet gebeuren bij diefstal, verlies of vermissing van vergunningen. Het verstrekken van een duplicaat van een parkeervergunning op kenteken is niet aan voorwaarden gebonden. Deze vergunning kan immers maar voor één auto worden gebruikt. Omdat parkeervergunningen op naam wel eenvoudig kunnen worden misbruikt, wordt per vergunningjaar maximaal 1 keer een duplicaat verstrekt. Door een vergunning “kwijt” te raken wordt het anders mogelijk om meerdere auto’s voor de prijs van één te laten parkeren. Door de in dit artikel genoemde beperkingen moet het op deze wijze frauderen met vergunningen worden beperkt.
Artikel 20 regelt de verbodsbepalingen. Door de hier gebruikte formulering is het behalve auto’s ook toegestaan dat allerhande brommobielen, quads en gehandicaptenvoertuigen van deze parkeerplaatsen gebruik maken. Voorwaarde is dat deze voertuigen zijn voorzien van een kenteken. Uiteraard geldt ook voor hen de betalingsverplichting. Het parkeren van motorfietsen blijft ook mogelijk op fiscale plaatsen, het parkeren van brommers, bromscooters etc. echter niet.
[1] ‘aan de meter’ is formeel: een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij de belastingverordening dan wel krachtens de belastingverordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze