Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Verordening adviescommissie en welstand en Erfgoed Venlo 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening adviescommissie en welstand en Erfgoed Venlo 2023
CiteertitelVerordening adviescommissie welstand en erfgoed Venlo 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpwelstand en efgoed

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 109 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

25-01-2023

gmb-2023-521954

1885222

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening adviescommissie en welstand en Erfgoed Venlo 2023

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 13 december 2022, registratienummer 1885222;

gelet op artikel 108 en 109 van de Gemeentewet en afdeling 17.9 van de Omgevingswet;

besluiten:

  • 1.

    De Verordening Adviescommissie Welstand en Erfgoed Venlo 2023 vast te stellen.

  • 2.

    Een gemeentelijke adviescommissie voor omgevingskwaliteit, genaamd Adviescommissie Welstand en Erfgoed (AWE) in te stellen.

  • 3.

    Als leden van deze commissie te benoemen voor de duur van drie jaar met ingang van de inwerkingtreding van de Omgevingswet:

    • De heer M. van Gelderen als voorzitter van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed en als lid met als expertise architectuur;

    • De heer A. Kolen als voorzitter van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed en als lid met als expertise architectuur

    • Mevrouw A. Gut als lid van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed met als expertise erfgoed

    • Mevrouw K. de Wild als lid van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed met als expertise restauratie-architectuur/bouwhistorie

    • Mevrouw J. Hoenselaars als lid van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed met als expertise cultuurhistorie.

Verordening Adviescommissie Welstand en Erfgoed Venlo 2023

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening of in het Reglement van orde wordt verstaan onder:

  • Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Venlo.

  • Commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd Adviescommissie Welstand en Erfgoed (afgekort AWE).

  • Goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de Omgevingswet.

  • Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit: dat wat daaronder wordt verstaan in deze verordening: zijnde bouwen-niet technische deel, reclame, gemeentelijk monument.

  • Omgevingsvergunning voor een rijksmonument: dat wat daaronder wordt verstaan in de Omgevingswet, uitgezonderd archeologische rijksmonumenten.

Paragraaf 2. Adviestaak en samenstelling

 

Artikel 2. De advisering door de commissie

  • 1.

    De commissie adviseert het college van burgemeester en wethouders op verzoek over de welstandsaspecten van:

    • a.

      aanvragen om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning, die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument.

    • b.

      aanvragen om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning, in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen.

    • c.

      aanvragen om een omgevingsvergunning of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor een rijksmonument.

    • d.

      het uiterlijk van bestaande en nieuwe bouwwerken.

    • e.

      een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit.

  • 2.

    De commissie adviseert het college van burgemeester en wethouders op verzoek over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument op basis van artikel 3.1 eerste lid van de Erfgoedwet of over het toewijzen van de functie-aanduiding gemeentelijke monument aan een locatie, zoals bedoeld in artikel 4.2 eerste lid van de Omgevingswet.

  • 3.

    De commissie adviseert op verzoek van burgemeester en wethouders, of uit eigen beweging, over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit.

  • 4.

    De commissie voert op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning.

  • 5.

    De commissie adviseert op verzoek van burgemeester en wethouders over het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen.

  • 6.

    De commissie adviseert op verzoek van burgemeester en wethouders over de omgevingsplanactiviteit handelsreclame.

  • 7.

    De commissie adviseert de raad en burgemeester en wethouders bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.

  • 8.

    De commissie baseert haar advies op de in de door de gemeenteraad vastgestelde Welstandsnota Gemeente Venlo genoemde welstandscriteria, inclusief de reclamenota’s en beeldkwaliteitsplannen, en voor zover van toepassing de omgevingsvisie en het omgevingsplan.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat bij een plenaire vergadering uit maximaal vijf leden (waaronder de voorzitter); ook wel 'erfgoedcommissie' genoemd. Een van deze leden is tijdens deze plenaire vergadering ook aangewezen als voorzitter. De leden zijn deskundig op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit, bouwhistorie dan wel cultuurhistorie.

  • 2.

    De raad kan naast het aantal leden genoemd in lid 1, maximaal twee plaatsvervangers benoemen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 3.

    De commissie telt enkele leden deskundig op het gebied van monumentenzorg.

  • 4.

    De commissie bestaat bij een beperkte vergadering uit minimaal twee leden; ook wel 'welstandscommissie' genoemd.

  • 5.

    Uit de leden wordt een plaatsvervanger aangewezen die de voorzitter bij afwezigheid kan vervangen.

  • 6.

    De voorzitter en leden van de commissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

  • 7.

    Een van deze leden is tijdens deze beperkte vergadering ook aangewezen als voorzitter.

  • 8.

    De leden en plaatsvervangers zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

  • 9.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris.

Artikel 4. Benoeming en zittingsduur

  • 1.

    De leden en de plaatsvervangers kunnen voor een termijn van ten hoogste drie jaar worden benoemd.

  • 2.

    Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste drie jaar plaatsvinden. Dit is niet van toepassing op de plaatsvervangers.

  • 3.

    Afgetreden leden zijn drie jaar na hun aftreden weer benoembaar.

  • 4.

    De leden worden op eigen aanvraag ontslagen. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Paragraaf 3. Advisering en standpuntbepaling

Artikel 5. Termijn van advisering

  • 1.

    De commissie brengt het advies uit over de onderwerpen genoemd in artikel 2, eerste lid tot en met zes lid, binnen vier weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 2.

    De commissie brengt het advies uit over de onderwerpen genoemd in artikel 2, eerste lid tot en met zes lid, als deze vergunning betrekking heeft op een deel van een project, binnen drie weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de commissie een langere termijn geven dan genoemd in de bovengenoemde leden, voor het uitbrengen van het welstandsadvies, als de termijn van afdoening van de aanvraag is verlengd met toepassing van artikel 16.64, tweede lid of artikel 16.66, vierde lid van de Omgevingswet.

Artikel 6. Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders, al dan niet op verzoek van de aanvrager, een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 5.1 van de Wet open overheid (Woo) ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling, als de adviezen.

  • 3.

    Als de aanvrager hierom bij het indienen van de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het plan.

  • 4.

    In het geval dat het plan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de aanvraag een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 5.

    Alleen de aanvrager en/of zijn gemachtigde heeft spreekrecht.

  • 6.

    Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

  • 7.

    De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

Artikel 7. Afdoening onder verantwoordelijkheid

  • 1.

    De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9 van de Omgevingswet de advisering over een aanvraag om advies, in afwijking van artikel 3, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meerdere daartoe aangewezen leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld.

  • 2.

    In elk geval van twijfel wordt het plan alsnog voorgelegd aan de commissie.

Artikel 8. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

  • 1.

    De commissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.

  • 2.

    Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het advies door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals genoemd in artikel 2, eerste lid.

  • 3.

    In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift van die beschikking aan de commissie.

Artikel 9. Adviseurs

  • 1.

    De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    De commissie kan zich doen bijstaan door burgemeester en wethouders aangewezen andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

Paragraaf 4. Jaarverslag

Artikel 10. Jaarlijkse verantwoording

  • 1.

    De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:

    • op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de Welstandsnota Gemeente Venlo.

    • de werkwijze van de commissie.

    • op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.

    • de aard van de beoordeelde plannen.

    • de bijzondere projecten.

  • 2.

    De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de Welstandsnota Gemeente Venlo in het bijzonder.

Paragraaf 5. Werkwijze

Artikel 11. Reglement van orde

  • 1.

    De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde. In het Reglement van orde komt ten minste aan de orde:

    • de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2 en de nadere taakomschrijving van de commissie, voorzitter en secretaris.

    • de inrichting van het vooroverleg zoals genoemd in artikel 2, vierde lid.

    • de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd.

    • het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht tussen de toelichtende fase waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend en de beraadslagingen.

    • de verslaglegging.

    • de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt.

    • de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 7.

    • de nadere benoeming- en ontslagprocedures.

    • uitkomsten van welstandsadviezen.

    • planselectie.

    • honorarium.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde (als bijlage van deze verordening) in het gemeenteblad.

Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12. Overgangsrecht

Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de Adviescommissie Welstand en Erfgoed wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

Artikel 13 Intrekken oude regeling

De Bouwverordening Venlo wordt ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Adviescommissie Welstand en Erfgoed Venlo 2023.”

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 januari 2023.

De griffier, De voorzitter

Geert van Soest, Antoin Scholten

Bijlage 1 Reglement van orde van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed (AWE)

 

Artikel 1 Taakomschrijving Artikel 1.1 Commissie

De Adviescommissie Welstand en Erfgoed is een geïntegreerde welstands- en erfgoedcommissie die op grond van de Omgevingswet is belast met:

  • het uitbrengen van welstandsadvies over aanvragen voor een omgevingsvergunning over de verschijningsvorm van bestaande bouwwerken, rekening houden met de bepalingen in artikel 6 van dit reglement.

  • het verzorgen van de verslaglegging aan de gemeenteraad van de door de commissie verrichte werkzaamheden (het jaarverslag). Daarbij dient in ieder geval aangegeven te worden op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria van de Welstandsnota Gemeente Venlo. Ook dient er aangegeven te worden op welke wijze is omgegaan met de openbaarheid van de beraadslaging en wat de aard van de beoordeelde plannen is geweest.

  • het adviseren over aspecten van archeologie, stedenbouw, beeldkwaliteitsplannen, architectuur, monumentenzorg, reclame-uitingen, en ook over alle andere objecten en aangelegenheden welke burgemeester en wethouders van belang achten voor het realiseren van een verantwoord stadsbeeld.

  • in gevallen waarin zij dat nuttig of noodzakelijk acht, is de commissie bevoegd om het college van burgemeester en wethouders schriftelijk te adviseren over zaken waarover haar advies niet is gevraagd.

  • het uitbrengen van advies over principeverzoeken/vooroverleggen.

  • het voeren van overleg met vakdisciplines en met burgemeester en wethouders over het erfgoedbeleid, het welstandsbeleid en de welstandscriteria, de omgevingsvisie en het omgevingsplan.

Artikel 1.2 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de commissie of diens plaatsvervanger is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en de kwaliteit van de advisering, met inachtneming van de kaders van het gemeentelijke welstands- en erfgoedbeleid.

  • 2.

    Als bij een plan vooroverleg heeft plaatsgevonden, kan de voorzitter een korte samenvatting geven of laten geven van hetgeen besproken is.

  • 3.

    De voorzitter ontvangt de bezoekers, leidt de discussie, biedt alle commissieleden de gelegenheid om hun mening voldoende naar voren te brengen en geeft een korte en heldere samenvatting van het advies van de commissie. De voorzitter bewaakt verder de voortgang van de agenda.

  • 4.

    In de communicatie naar buiten is de voorzitter woordvoerder namens de commissie.

  • 5.

    Op verzoek van de voorzitter kunnen behandelende ambtenaren worden verzocht in een vooroverleg informatie te verstrekken over de inhoud, de status, de ambtelijke advisering en de voortgang van het plan.

Artikel 1.3 Deskundige leden

  • 1.

    De leden zijn deskundig op het gebied van architectuur, stedenbouw, bouwhistorie dan wel (regionale) cultuurhistorie, monumentenzorg en archeologie.

  • 2.

    Zij geven vanuit hun kennis, ervaring en inzicht een onafhankelijke visie op de adviesverzoeken.

  • 3.

    Als een commissielid op de een of andere wijze een zakelijke of persoonlijke binding heeft met een (bouw)plan, onthoudt het lid zich van beoordeling en advisering.

Artikel 1.4 Secretaris

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen de secretaris en de plaatsvervangend secretaris van de commissie aan.

  • 2.

    De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn ambtenaren in dienst van de gemeente Venlo die deskundig zijn op het gebied van architectuur, bouwkunde en/of stedenbouw.

  • 3.

    De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 4.

    De secretaris:

    • volgt de ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit.

    • voert het secretariaat van de commissie zoals het documenteren en notuleren.

    • stelt de agenda vast.

    • coördineert en verzorgt de ambtelijke advisering aan de commissie, bewaakt de voortgang en een consistente welstandsadvisering.

    • verzorgt het jaarverslag van de commissie en de openbare verantwoording welstandsuitvoering van burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Door de secretaris wordt een register (rooster van aftreden) bijgehouden waarin de samenstelling van de commissie wordt aangetekend, met vermelding van naam, datum benoeming en maximale zittingsduur van de voorzitter en de leden. De secretaris signaleert tijdig wanneer vervanging aan de orde is.

  • 6.

    Het secretariaat van de commissie is ondergebracht bij het team Bouwen en Milieu.

Artikel 2 Nadere benoeming- en ontslagprocedures

  • 1.

    De gemeenteraad benoemt en ontslaat op voorstel van burgemeester en wethouders de voorzitter en de leden van de commissie.

  • 2.

    De gemeenteraad kan op voorstel van burgemeester en wethouders de voorzitter en een of meerdere leden van de commissie tussentijds ontslaan als zwaarwegende redenen hiertoe aanleiding geven.

  • 3.

    Daarover dient eerst overleg plaats te vinden tussen de zittende commissie en burgemeester en wethouders.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn zoals genoemd in artikel 4 van de verordening, met de mogelijkheid van verlenging zoals genoemd in artikel 4 van de verordening.

  • 5.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij maken dit schriftelijk kenbaar aan de gemeenteraad.

  • 6.

    Met betrekking tot het benoemen, het herbenoemen en het ontslag van leden speelt de continuïteit van de gewenste vakdisciplines in de commissie een belangrijke rol. In het rooster van aftreden wordt daar rekening mee gehouden.

Artikel 3 Nadere regels over Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    Medewerkers van de gemeente Venlo kunnen te allen tijde de vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Voor het houden van de vergaderingen stellen burgemeester en wethouders een adequate ruimte ter beschikking. Daarbij wordt rekening gehouden met voorzieningen voor presentaties middels tekeningen, maquettes en/of projectiemiddelen en met de omstandigheid dat de vergaderingen in beginsel openbaar zijn.

Artikel 4 Externe deskundigheid

  • 1.

    Specifieke deskundigheid, waarvan blijkt dat deze voor een goede integrale oordeelsvorming van de commissie ontbreekt, kan op ad hoc basis worden ingehuurd.

  • 2.

    De betrokken deskundige is geen lid van de commissie maar wordt voorafgaand aan de beraadslaging in de gelegenheid gesteld zijn visie op het plan te geven. Hij neemt geen deel aan de beraadslaging en heeft geen stem in de eindbeoordeling.

  • 3.

    De aanwezigheid van een externe deskundige wordt vermeld in het advies van de commissie.

Artikel 5 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De erfgoedcommissie vergadert in de regel éénmaal in de 28 dagen.

  • 2.

    De welstandscommissie vergadert in de regel tweewekelijks.

  • 3.

    De voorzitter kan tussentijds een vergadering beleggen dan wel met ten hoogste 14 dagen uitstellen.

Artikel 6 Planselectie

  • 1.

    De commissie geeft een advies over welstand en erfgoed bij aanvragen om een omgevingsvergunning en overige initiatieven als het gaat om:

    • a.

      Grote, complexe en/of belangrijke plannen en majeure ontwikkelingen die een grote impact hebben op de stad, gelegen in een regulier- of bijzonder welstandsgebied, of in een gebied waar een beeldkwaliteitsplan van toepassing is.

    • b.

      Bouw-, sloop- en/of monumentenactiviteiten aan, op, of bij een gemeentelijk- of rijksmonument.

    • c.

      Principeverzoeken dan wel formele aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten en/of reclameactiviteiten met betrekking tot LED-reclames/-schermen.

    • d.

      Overige omgevingsvergunningsplichtige handelsreclame voor zover deze aanvragen zich daarvoor lenen gelet op de locatie, aard en omvang; ook gelegen in welstandsvrij gebied.

    • e.

      Adviezen vanwege een second opinion in bezwaarfase tegen een ambtelijke welstandsbeoordeling.

    • f.

      Adviezen in het kader van activiteiten om te bezien of die activiteit "in ernstige mate in strijd is met de redelijke eisen van welstand" (zogenoemd exces).

  • 2.

    De overige aanvragen worden ter beoordeling voorgelegd aan de Ambtelijke Adviesgroep Welstand (hierna: AAW). De leden van deze groep zijn werkzaam bij of voor de gemeente Venlo en zijn deskundig op het gebied van bouwkunde, erfgoed en stedenbouw. De AAW beoordeelt kleinere plannen of plannen met een beperkte impact. De locatie, aard en omvang van het plan bepalen of het plan zich leent voor een ambtelijke beoordeling.

  • 3.

    De beoordelingen van de AAW kunnen achteraf en steekproefsgewijs door de commissie worden getoetst aan het geldende beleidskader dat voor welstand is vastgesteld (Welstandsnota gemeente Venlo).

  • 4.

    De commissie verwerkt de resultaten van de steekproefsgewijze toetsing in haar jaarverslag en doet daaromtrent nadere aanbevelingen.

Artikel 7 Vooroverleg

  • 1.

    De gemeente biedt de mogelijkheid om, voorafgaand aan het indienen van een aanvraag om vergunning, vooroverleg te plegen met de commissie dan wel met een door haar aangewezen lid, als dit plan past binnen de initiatieven genoemd in artikel 6.1.

  • 2.

    Dit vooroverleg vindt niet plaats voordat duidelijkheid bestaat over de ambtelijke aanvaardbaarheid van het plan.

  • 3.

    De commissie draagt zorg voor consistente beoordelingen in de verschillende planfasen en voor de verslaglegging daarover.

  • 4.

    De commissie geeft aan in welke fase het plan is beoordeeld en door wie en op welke wijze de aanvraag om omgevingsvergunning uiteindelijk zal worden beoordeeld (door de commissie dan wel door een aangewezen lid).

  • 5.

    De commissie kan de ontwerper/architect c.q. de opdrachtgever uitnodigen ten behoeve van een conceptaanvraag/principeverzoek.

  • 6.

    Als er tijdens het proces geen noemenswaardige vooruitgang wordt geconstateerd, kan de commissie het welstandsadvies in het vooroverleg beëindigen.

Artikel 8 Het advies

Een welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben:

  • a.

    Positief: De commissie is van oordeel dat het plan niet in strijd is met de van toepassing zijnde eisen van welstand.

  • b.

    Positief in hoofdlijnen: De commissie is van oordeel dat de hoofdopzet van het plan voldoet aan de van toepassing zijnde eisen van welstand. De verdere uitwerking van het plan wordt afgewacht.

  • c.

    Positief onder voorwaarden: De commissie adviseert het plan aan te passen omdat het volgens de van toepassing zijnde criteria op een aantal punten (nog) niet voldoet aan de van toepassing zijnde eisen van welstand. Een akkoord onder voorwaarde wordt gegeven als de commissie van mening is dat de aanvrager kan volstaan met enkele aanpassingen en deze daarin heeft toegestemd of dat dit redelijkerwijs is te verwachten. Afhankelijk van de aard en omvang van het plan, controleert de AAW of het aangepaste plan in overeenstemming is met de voorwaarde die is/zijn verwoord in het advies ‘positief onder voorwaarden’. In andere gevallen beoordeelt de AWE of het aangepaste plan in overeenstemming is met de voorwaarde die is/zijn verwoord in het advies ‘positief onder voorwaarden’.

  • d.

    Negatief, strijdig: De commissie brengt een negatief advies uit omdat het plan niet voldoet aan de van toepassing zijnde eisen van welstand. Een negatief advies wordt gegeven als de commissie van mening is dat een bouwplan ingrijpend moet worden aangepast. Adviseert de commissie negatief, dan geeft ze een nauwkeurige schriftelijke motivering. Deze bevat een korte omschrijving van het ingediende plan, een verwijzing naar de van toepassing zijnde welstandscriteria en een samenvatting van de beoordeling van het plan op die punten

  • e.

    Aanhouden: De commissie houdt het advies aan als meer informatie of een toelichting van de opdrachtgever/ontwerper voor een afgeronde beoordeling noodzakelijk is.

Artikel 9 Verslaglegging

Binnen twee werkdagen na de vergaderingen, werkt de secretaris de adviezen en verslagen schriftelijk uit, onder begeleiding van de voorzitter. Alle verslagen worden uiterlijk in de eerstvolgende vergadering door de voorzitter(s) vastgesteld.

Artikel 10 Honorarium

Burgemeester en wethouders stellen voor de voorzitter en de leden van de commissie en ook voor de ingehuurde externe deskundige, een honorarium voor de verrichte werkzaamheden en een vergoeding voor de reis- en verblijfskosten vast.