Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lansingerland

Nota Voorkomen van Misbruik & Oneigenlijk gebruik 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLansingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Voorkomen van Misbruik & Oneigenlijk gebruik 2023
CiteertitelNota M&O 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-12-2023nieuwe regeling

30-11-2023

gmb-2023-521332

T23.03378

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Voorkomen van Misbruik & Oneigenlijk gebruik 2023

 

1. Een Nota M&O

Vertrouwen speelt een grote rol in het gemeentebreed verlenen c.q. vaststellen van vergunningen, heffingen, belastingen en subsidies. Burgers en gemeentebestuur moeten er op kunnen vertrouwen dat overheidsbesluiten correct genomen en uitgevoerd worden en dat geen misbruik wordt gemaakt van gemeenschapsgelden. Misbruik of oneigenlijk gebruik van overheidsgeld leidt niet alleen tot financiële schade, maar levert ook een deuk op in het vertrouwen tussen overheid en burger.

 

Integriteit en misbruik en/of fraude kunnen nauw verweven zijn. Denk bijvoorbeeld aan samenspanning tussen een ambtenaar en aanbesteder of aanvrager (bijvoorbeeld familiebanden) en aan steekpenningen. Dit kan in financiële zin hetzelfde effect hebben als bijvoorbeeld een door derden bewust onjuist ingediende subsidieaanvraag. In dit kader sluit een geformaliseerd M&O-beleid niet alleen aan bij de actualiteit en breed maatschappelijke aandacht voor fraudebestrijding, maar ook op integriteitsbewaking.

 

De Verordening financieel beleid, beheer en organisatie Lansingerland 2023 bepaalt in artikel 12 (de financiële verordening) dat het college de regels vastlegt voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen. Met deze nota wordt hierin voorzien en wordt duidelijk wat het kader is ten aanzien van het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O). Misbruik en oneigenlijk gebruik is één van de criteria waar het college zich ten aanzien van rechtmatigheid over moet verantwoorden en waarvan de accountant de getrouwheid toetst. Tot op heden was er in Lansingerland geen specifieke kaderstellende nota M&O en werd volstaan met de diverse maatregelen die nu gebundeld zijn in hoofdstuk 3.

 

De nota betreft een uiteenzetting van het algemene, integrale beleid van de gemeente Lansingerland over de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik. De uitwerking van het M&O-beleid vindt plaats in de specifieke regelingen en bijbehorende verordeningen en processen. Overigens zijn de meeste regelingen gebonden aan wettelijke eisen en minimumnormen voor het nemen van maatregelen ter bestrijding van fraude en misbruik. Vanzelfsprekend moet ook onze gemeente aan die wettelijke eisen voldoen.

 

1.1 Definities

Door de commissie BADO1 zijn de begrippen misbruik en oneigenlijk gebruik als volgt gedefinieerd.

 

Misbruik

Onder misbruik wordt verstaan: het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen, dan met het doel om voor een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Misbruik van overheidsgelden kan gelijk worden gesteld met het plegen van fraude, om zich onrechtmatig overheidsgelden toe te eigenen. Bij fraude passen beheersmaatregelen zoals fraudepreventie, handhaving, fraudeopsporing en sancties.

 

Oneigenlijk gebruik

Onder oneigenlijk gebruik wordt verstaan: het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan (de ‘geest van de wet’). De beheersmaatregelen die daarbij passen zijn: handhaving, voorlichting, analyse toepassing en actualisering wet- en regelgeving. Ook dit kan tot een onrechtmatigheid leiden.

 

Misbruik is onrechtmatig, oneigenlijk gebruik niet

In diverse definities over misbruik wordt gesproken over laakbaar gedrag: bewust gebruik van iets waarvoor het niet bedoeld is. Misbruik kan gelijk worden gesteld met het plegen van fraude om zich onrechtmatig overheidsgeld toe te eigenen2. In de Gedragscode integriteit medewerkers (T23.00665) wordt fraude genoemd als een van de mogelijke misstanden. In de Regeling melden vermoeden misstand 2023 wordt de term fraude slechts gebruikt om te duiden wat bijvoorbeeld een misstand is (van maatschappelijk belang). Bij oneigenlijk gebruik wordt feitelijk gehandeld in overeenstemming met regelgeving. Daarmee zijn dergelijke handelingen niet onrechtmatig. Wel is sprake van het in strijd handelen met het doel en de strekking van de regelgeving. Als regelgeving oneigenlijk gebruik mogelijk maakt (‘de mazen van de wet’) is het noodzakelijk dat regelgeving worden aangepast en/of duidelijker wordt toegelicht.

Ten aanzien van fraude wordt jaarlijks een frauderisicoanalyse opgesteld en worden op basis daarvan, indien nodig, maatregelen getroffen.

 

 

De relatie tussen Integriteit, misbruik en oneigenlijk gebruik en daarnaast fraude is inzichtelijk gemaakt in bovenstaand figuur.

 

1.2 Doel

Doelstelling: De gemeentelijke organisatie gebruikt deze nota om vanuit één integraal kader het misbruik en oneigenlijk gebruik te ontmoedigen, te voorkomen, te bestrijden en te sanctioneren.

 

M&O-beleid maakt een organisatie weerbaar tegen misbruik en oneigenlijk gebruik. M&O-beleid komt terug in het opzetten van de eigen uitvoeringsorganisatie, maar ook in het redigeren van de eigen regelgeving, zoals verordeningen en werkinstructies. Deze nota M&O stelt kaders voor werkprocessen en brengt frauderisico’s en maatregelen om deze te beheersen in beeld.

 

1.3 Maatregelen op maat

Het risico van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen heeft doorgaans te maken met de tijdigheid, juistheid en de volledigheid van de door de aanvrager verstrekte gegevens. Op basis van deze gegevens worden bijvoorbeeld subsidies en uitkeringen verstrekt dan wel belastingen en heffingen opgelegd. Processen waarbij M&O-gevoeligheden spelen, moeten dus voldoende specifieke beheersmaatregelen bevatten om de tijdigheid, juistheid en volledigheid te toetsen van de door een burger of bedrijf verstrekte gegevens. Er wordt, net als de essentie in het controlplan 2023 is, gewerkt vanuit de Demming circle (plan, do, check, act). Waarbij de control(e) op M&O met name in de beheersing van de processen zit. In de Verbijzonderde interne controle (VIC) wordt vastgesteld of de maatregelen (het mitigeren van risico's) gewerkt hebben. Zo niet is het aan de VIC om de (on)rechtmatigheid te bepalen.

 

Deze specifieke preventieve en repressieve maatregelen dienen verankerd te worden in de administratieve organisatie en interne controle (hierna: AO/IC). Hoe deze maatregelen er voor onze gemeente uit zien, wordt in de volgende hoofdstukken uitgewerkt. De Verbijzonderde Interne Controle (VIC) stelt vast dat de beheersmaatregelen die risico's op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik mitigeren werken. Hierbij wordt vastgesteld of de beheershandelingen met voldoende maatregelen gepaard gaan om risico's betreffende misbruik en oneigenlijk gebruik te mitigeren.

 

Hard en soft controls

Bij misbruik passen beheersmaatregelen zoals fraudepreventie, handhaving, fraudeopsporing en sancties. Beheersmaatregelen die passen bij oneigenlijk gebruik zijn: handhaving, voorlichting, analyse toepassing en actualisering regelgeving. Naast deze repressieve en preventieve control instrumenten, heeft het M&O-beleid nadrukkelijk te maken met houding en gedrag – en dus met de integriteit van zowel bestuurders als ambtenaren. Naast hard controls zijn dus ook de soft controls van belang: op concernniveau en in de diverse afdelingen informatie geven over M&O en geregeld in dialoog gaan over (het voorkomen van) misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierin ligt een duidelijke relatie met integriteitsbeleid.

 

Repressieve en preventieve maatregelen beperken gezamenlijk het M&O-risico. Ondanks maatregelen blijft er altijd een bepaalde mate van onzekerheid over de rechtmatigheid.

 

M&O als onderdeel van procesbeschrijvingen en procesgericht denken

Het is van belang om het begrip M&O en fraude expliciet mee te nemen bij het opstellen van procesbeschrijvingen zodat hier ‘aan de voorkant’ al over wordt nagedacht en er van te voren beheersmaatregelen genomen worden. Deze ambitie past in het streven om procesmatig denken en werken verder te ontwikkelen (Routekaart naar een toekomstbestendige en wendbare organisatie, spoor 6 Processen in kaart).

 

Kaderstellend M&O-beleid

M&O-beleid is in veel gevallen al onderdeel van de processen, zo blijkt ook uit hoofdstuk 3. M&O-maatregelen die voortvloeien uit landelijke wetgeving en lokale verordeningen zijn verankerd in onze administratieve organisatie. Daarop aanvullend is het van belang om overkoepelende algemene kaders vast te leggen in een Nota M&O-beleid:

  • a.

    De werking van de AO/IC is mede afhankelijk van de integriteit van de medewerkers. In de Gedragscode integriteit medewerkers, T23.00665, staat wat van medewerkers wordt verwacht. Deze is terug te vinden in het Personeelshandboek onder 1. Algemeen.

    Het niet of niet kritisch uitvoeren van de interne beheersmaatregelen kan leiden tot misbruik en oneigenlijk gebruik. Het doel is dat de organisatie alert is op de integriteit van de medewerkers. Van belang is om de risico’s hieromtrent te analyseren en te bewaken c.q. beheersen.

  • b.

    Het is van belang dat de informatie die verstrekt wordt door derden betrouwbaar is. Niet altijd is dit te ondervangen met de bestaande controle-instrumenten in reguliere processen, omdat deze vaak niet verder strekken dan de eigen organisatie. Hiervoor dienen (aanvullende) maatregelen gehanteerd te worden.

  • c.

    Het vastleggen van algemeen M&O-beleid draagt bij aan de transparantie en consistentie van gemeentelijk beleid. Daarbij is het behulpzaam bij het maken van afwegingen in hoeverre extra beheersmaatregelen en controles benodigd en tegelijkertijd doeltreffend zijn. Maatregelen die veel geld en energie kosten, maar slechts beperkt financieel nut opleveren, kunnen daarmee worden voorkomen.

M&O en de accountantscontrole

Bij de getrouwheidscontrole van de jaarrekeningen gaat de accountant na of de gemeente over interne procedures beschikt die opzettelijk misbruik en oneigenlijk gebruik ondervangen en of getrouw die procedures wordt gehandeld. Het gaat er bij M&O-criterium in het bijzonder om vast te stellen dat in de organisatie effectieve maatregelen zijn getroffen om misbruik te voorkomen/op te sporen en dat de geldende regelgeving duidelijk, actueel en handhaafbaar is. Ook daarom is het dus zaak om per proces maatregelen op maat te treffen om misbruik en oneigenlijk gebruik zo veel mogelijk te voorkomen.

 

1.4 Uitgangspunten

In onze gemeente hanteren we de volgende algemene uitgangspunten voor het beleid ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen:

  • 1.

    Van derden ontvangen gegevens worden indien mogelijk gecontroleerd.

  • 2.

    Voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik is beter dan genezen. Beide hebben immers een negatieve uitwerking op het maatschappelijke en financiële draagvlak van regelingen en voorzieningen. Daarnaast is het niet altijd gemakkelijk overtredingen te signaleren dan wel na signalering de rechtmatige situatie volledig en juist te herstellen.

  • 3.

    Eventuele overtredingen worden na melding of signalering zo snel mogelijk (nader) onderzocht door de verantwoordelijk medewerker. Na constatering van een overtreding wordt de rechtmatige situatie zo snel mogelijk hersteld. Tevens wordt het financieel voordeel weggenomen en indien mogelijk een boete opgelegd.

  • 4.

    Elke teammanager/directeur is voor wat de activiteiten in zijn team/domein betreft primair zelf verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en het controleren daarvan (1e lijn, 3 lines model).

  • 5.

    De inzet van beheersmaatregelen en interne controles varieert naar gelang de aard en omvang van het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik binnen een proces. M&O-maatregelen worden ingezet op basis van een analyse van de risico’s en na afweging van de kosten en de baten. Bij een groot risico worden in het proces extra maatregelen en controles ingebouwd.

  • 6.

    Om te waarborgen dat het M&O-beleid aansluit op actuele wetgeving en ervaringen met maatregelen en controles, is de intentie deze nota periodiek te actualiseren.

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt via een cyclische benadering een concernbreed kader beschreven voor het M&O-beleid. Dat is te beschouwen als visie. In hoofdstuk 3 is per beleidsterrein aangegeven welke regelgeving van toepassing is, hoe communicatie/voorlichting plaatsvindt, hoe aangeleverde informatie/aangeleverde gegevens worden gecontroleerd en welk sanctiebeleid van toepassing is. Dat is het normenkader dat ook is vastgesteld als toetsingskader.

2. Cyclische benadering

Iedere M&O-gevoelige regelgeving doorloopt een beleidscyclus waarbij de volgende elementen aan de orde moeten komen:

  • 1.

    beleidsvoorbereiding;

  • 2.

    regelgeving;

  • 3.

    voorlichting/communicatie;

  • 4.

    controlebeleid;

  • 5.

    sanctiebeleid;

  • 6.

    evaluatie.

Hieronder worden deze zes categorieën maatregelen met de mogelijk te treffen specifieke beheersmaatregelen uiteengezet.

 

2.1 Beleidsvoorbereiding

Al bij de beleidsvoorbereiding dient aandacht besteed te worden aan de vraag of sprake is van een M&O-gevoelig beleidsterrein. Als hiervan sprake is, moeten de punten zoals genoemd onder 2 t/m 6 in acht worden genomen. (Dit onderdeel is feitelijk alleen van toepassing wanneer sprake is van nieuwe regelgeving).

 

2.2 Regelgeving

Regelgeving dient geen – of zo min mogelijk – ruimte te geven voor misbruik en oneigenlijk gebruik. Dit kan worden bereikt door:

  • heldere definities te gebruiken;

  • doel en doelgroep van de regeling nauwkeurig te omschrijven;

  • de afhankelijkheid van gegevens afkomstig van derden zo veel mogelijk te verminderen;

  • rechten, plichten en voorwaarden op te nemen;

  • te voorzien in een slagvaardig ‘reparatieproces’ wanneer uit effectiviteit-, doelmatigheid- en/of rechtmatigheidsonderzoek is gebleken dat niet tot de doelgroep behorende belanghebbenden gebruik hebben gemaakt van de regeling of dat middelen voor een ander doel zijn besteed dan dat was beoogd;

  • een controle- en sanctiebeleid bij geconstateerd misbruik en oneigenlijk gebruik in de regelgeving op te nemen;

  • in beschikkingen de rechten, plichten, voorwaarden en mogelijke sancties te vermelden.

2.3 Voorlichting/communicatie

Het geven van voorlichting over (en in) specifieke regelingen heeft een preventieve werking en is vooral van belang voor het voorkomen en ontmoedigen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Via voorlichting kunnen burgers, bedrijven – maar ook de eigen medewerkers – op de hoogte worden gebracht van het bestaan en de inhoud en toepassing door het bestuur van de regelgeving. Bij de voorlichting kan worden aangegeven dat misbruik en oneigenlijk gebruik en fraude gevolgen heeft of wordt bestraft. Onder voorlichting wordt ook verstaan het in beschikkingen opnemen van rechten, plichten, voorwaarden en mogelijke sancties. Het aankondigen/publiceren van nota’s en verordeningen op de website van de gemeente en het Gemeenteblad is een te treffen beheersmaatregel. Ook interne communicatie over het bestaan en de strekking van het M&O-beleid in het algemeen is van belang.

 

2.4 Controlebeleid

Controle is een belangrijk element van het M&O-beleid en moet onderdeel uitmaken van het primaire proces. Dit betekent dat in het betreffende werkproces moet zijn beschreven hoe de daadwerkelijke controle daarop plaatsvindt. Door middel van controle kan gesignaleerd worden of sprake is van misbruik en/ of oneigenlijk gebruik. We maken onderscheid tussen controle vooraf en controle achteraf:

  • onder controle vooraf (preventief) wordt verstaan de controle tot aan het moment van betaling of beschikkingsverlening. Bij controle vooraf wordt getracht te voorkomen dat ten onrechte bedragen worden uitgekeerd;

  • controle achteraf (repressief) is de controle nadat de betaling of beschikking heeft plaatsgevonden. Via controle achteraf kan misbruik en/of oneigenlijk gebruik worden geconstateerd, maar wordt het moeilijker de consequenties te beperken.

In de checklijsten die gebruikt worden binnen de Verbijzonderde Interne controle worden maatregelen getoetst ter voorkoming van risico’s, waaronder het risico van misbruik en oneigenlijk gebruik van voorzieningen.

 

De mate van controle kan variëren van integraal, steekproefsgewijs tot incidenteel, afhankelijk van de risico-afweging, de kosten-baten en de omvang en aard van de doelgroep. In de AO-procedures kunnen de volgende zaken vastgelegd te zijn:

  • inhoud, diepgang en frequentie van de controle;

  • specifieke aandacht voor mogelijk M&O-gebruik in de besluitvormingsprocedures;

  • integriteitsbevorderende maatregelen;

  • periodieke beoordeling van de interne beheersing;

  • periodieke risicoanalyse;

  • uitvoeren auditprogramma, specifiek gericht op M&O;

  • tussentijdse aansluitingen tussen systemen (verbandscontroles);

  • functiescheidingen;

  • budget- en mandaatregeling;

  • vier-ogenprincipe.

Via de checklijsten die gebruikt worden bij de Verbijzonderde Interne Controle (VIC) wordt hierop gecontroleerd.

 

2.5 Sanctiebeleid

Om te kunnen reageren op geconstateerd misbruik en/of oneigenlijk gebruik, is een adequaat sanctiebeleid vereist dat aansluit op de regelgeving. Als norm hierbij wordt gehanteerd, dat tenminste het behaalde voordeel wordt weggenomen. Dit betekent dat teveel betaalde bedragen worden teruggevorderd of ten onrechte gederfde ontvangsten worden nageheven inclusief eventuele wettelijke rente. Eventueel kan overwogen worden niet-financiële sancties op te leggen, bijvoorbeeld vervanging van bestuur, ontbinding van een overeenkomst of intrekking van een vergunning. De wet BIBOB biedt mogelijkheden aan bestuursorganen om vergunningen, subsidies en andere opdrachten te weigeren, in te trekken of niet te gunnen. Dit kan wanneer er een aannemelijke relatie is met (dreigend) strafbaar gedrag of wanneer de eisen van betrouwbaarheid van de belanghebbende in het gedrang komen. Indien sprake is van een misdrijf wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Van het strikt toepassen van het sanctiebeleid gaat overigens ook een preventieve werking uit.

 

Van belang is:

  • sanctiebepalingen op te nemen in de desbetreffende verordening c.q. regeling;

  • waarborgen dat sancties in gelijke gevallen op gelijke wijze worden toegepast;

  • in de communicatie aandacht besteden aan het sanctiebeleid.

2.6 Evaluatie

Periodiek (elke vier jaar) dient het M&O beleid voor de desbetreffende beleidsterrein geëvalueerd te worden. Gebreken kunnen ontdekt en hersteld worden wanneer tijdens de beleidsevaluatie expliciet aandacht wordt besteed aan misbruik en oneigenlijk gebruik. Behalve als onderdeel van een beleidsevaluatie kan ook in een separate audit (of VIC) of bijvoorbeeld in een onderzoek van de lokale rekenkamercommissie aandacht worden besteed aan M&O-aspecten.

 

Naar aanleiding van de gegevens die voortkomen uit de evaluatie kan inzicht worden verkregen in de effectiviteit van de genomen beheersmaatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen en in de toereikendheid van de controlemogelijkheden. Evaluatie kan leiden tot aanpassing van bijvoorbeeld regelgeving of het controlebeleid.

 

In de jaarrekening wordt als onderdeel van de Paragraaf Bedrijfsvoering gerapporteerd over (de inspanningen gericht op het voorkomen van) misbruik en oneigenlijk gebruik. Tevens wordt gerapporteerd in de paragraaf bedrijfsvoering als:

  • Er sprake is van oneigenlijk gebruik dat gepleegd is door mensen van buiten de organisatie;

  • Als het college onvoldoende invulling heeft gegeven aan het opstellen van M&)-beleid en/of het beleid onvoldoende adequaat heeft uitgevoerd.

2.7 Tot slot

Alle onderdelen van het proces zijn belangrijk, maar onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ is het goed om op deze plek het belang van preventie (voorlichting en communicatie) op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik nog eens te benoemen. Elk team is zich bewust dat er specifiek aandacht moet zijn voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Daar wordt aandacht gevestigd via onze reguliere communicatiemiddelen (met name @work), in het CMT en de In control gesprekken. Deze communicatie wordt zo veel mogelijk gekoppeld aan de aandacht voor het thema integriteit.

3. Uitwerking in normen- en toetsingskader

Het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik verschilt per beleidsterrein en regeling. Afhankelijk van het risico kan het M&O-beleid op de volgende manier vorm krijgen:

  • streng M&O-beleid: ten opzichte van de reguliere AO/IC zijn specifieke en aanvullende (controle)maatregelen noodzakelijk om het risico van misbruik en oneigenlijk gebruik te verminderen. Deze maatregelen strekken zich zowel uit tot de voorwaardenscheppende sfeer3 als het actieve toezicht daarop (intensiteit interne controle verhogen, handhaving);

  • gematigd M&O-beleid: waakzaamheid is geboden in de vorm van een (extra) kritische beoordeling van de onderbouwing van informatie die wordt gekregen in de reguliere AO/IC werkzaamheden. Maatregelen in de voorwaardenscheppende sfeer zijn aan te bevelen;

  • basis M&O-beleid: als de reguliere AO/IC (bijvoorbeeld functiescheiding en vier ogen principe) toereikend is, zijn voor deze beleidsterreinen geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.

Op basis van onder andere een risicoanalyse en een kosten-batenanalyse is een aantal aandachtsgebieden of processen aangemerkt als M&O-gevoelig. Het gaat om regelingen waarbij derden een aanmerkelijk (financieel) belang hebben en waarbij de gemeente in grote mate afhankelijk is van door diezelfde derden verstrekte gegevens. Het betreft 10 aandachtsgebieden die hierna besproken worden.

 

Streng M&O-beleid:

  • 1.

    uitkeringen (Participatiewet, IOAW en IOAZ)

  • 2.

    voorzieningen Wmo en Jeugdwet

  • 3.

    vergunningen en handhaving

  • 4.

    burgerzaken (identiteitsbewijzen, reisdocumenten, rijbewijzen, persoonsgegevens (BRP), Burgerlijke stand, verkiezingen, Naturalisatie)

  • 5.

    subsidies (vooral maatschappelijke voorzieningen, gematigd tot streng)

Gematigd M&O-beleid:

  • 6.

    belastingen en heffingen (incl. kwijtschelding)

  • 7.

    leerlingenvervoer

  • 8.

    integriteit in relaties

Basis M&O-beleid:

  • 9.

    personeelslasten

  • 10.

    inkoop en aanbesteding

In het onderstaande worden deze uitgewerkt.

 

3.1 Beleidsterreinen met een streng M&O-beleid

3.1.1 Uitkeringen

De meeste inkomensoverdrachten vormen feitelijk een open-einde-regeling. Indien de cliënt aan de voorwaarden voldoet, is de gemeente gehouden een uitkering te verschaffen. Gezien de sterke persoonlijke belangen van iemand die een uitkering aanvraagt, is het risico van onbetrouwbare gegevensverstrekking aanwezig. Daarbij komt dat de betrouwbaarheid van de gegevens van de cliënt bepalend is voor het verdere proces en het vaststellen van het recht op en de hoogte en duur van inkomenscompensatie. Bij inkomensoverdrachten is een streng M&O-beleid van toepassing.

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het verstrekken van uitkeringen c.q. voorzieningen op het gebied van inkomen en re-integratie.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Bij het indienen van een aanvraag worden betrokkenen op de hoogte gebracht van hun rechten en plichten. In de beschikking die zij vervolgens ontvangen zijn deze rechten en plichten ook opgenomen. Als inwoners zich niet houden aan verplichtingen en er wordt een sanctie opgelegd, dan wordt dit toegelicht in een beschikking die de inwoner ontvangt.

 

Op de website van de gemeente is voorlichting opgenomen over de mogelijkheden van de diverse regelingen. Gewijzigde regelgeving wordt gepubliceerd op de website Officiële Bekendmakingen. Dit is wettelijk verplicht. Wel kan er soms in de Heraut een onderwerp worden toegelicht.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

De wijze van toetsen is vastgelegd in de Participatiewet. Eveneens in de Verificatiehandleiding (als onderdeel van het Beleidsplan Sociale Zaken). Dit is een werkinstructie ten behoeve van bijstandsconsulenten waarin is vastgelegd welke informatie op welke wijze moet worden gecontroleerd. Dit ter uitvoering van de voorschriften inzake de inlichtingenplicht, het verzamelen van gegevens en het controleren van de juistheid en de volledigheid van deze gegevens.

 

Beschikkingen met betrekking tot toekenning, maatregelen, boetes en beëindiging worden door een medewerker juridische zaken getoetst. Overige beschikkingen worden collegiaal getoetst. Voordat de betaling plaatsvindt, wordt elke uitkering op de betaallijst gecontroleerd.

 

Daarnaast vindt elk kwartaal interne controles plaats op de uitvoering van de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en BBZ. Naast standaard (heronderzoeken) behoort de inzet van signaalonderzoeken, intensieve controles en themaonderzoeken tot de mogelijkheden. Zo vindt onder andere een controle plaats op de signaleringslijsten, waarbij de medewerker uitkeringsadministratie op basis van de signaleringslijst uit de BRP controleert of de mutatie in de BRP een actie behoeft.

Maatregelen/sanctiebeleid

Het maatregelenbeleid is vastgelegd in, c.q. wordt gewaarborgd door:

3.1.2 Voorzieningen Wmo en Jeugdwet

In het kader van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet verstrekt de gemeente, indien de cliënt aan bepaalde voorwaarden voldoet, individuele voorzieningen. Ook huisartsen en zorgspecialisten mogen voorzieningen verstrekken die de gemeente vervolgens betaalt. Zoals ook bij inkomensoverdrachten het geval is, betreft het een open-einde-regeling. De informatieverstrekking door de belanghebbende is van belang voor het vaststellen van recht, hoogte en duur van de voorziening. Tevens is de gemeente afhankelijk van informatie van zorgaanbieders over door hen geleverde zorg. Voor de uitvoering van de Wmo en de Jeugdwet is streng M&O-beleid van toepassing. Beide regelingen worden vanaf 2015 door de gemeente uitgevoerd. Het thema en het uitoefenen van toezicht en handhaving binnen deze regelingen is relatief nieuw. Zowel beleid als uitvoering van beide regelingen zijn nog steeds in ontwikkeling.

 

De uitbetaling van persoonsgebonden budgetten (PGB’s) voor zowel jeugdhulp als maatschappelijke ondersteuning verloopt via de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Deze taak is per 2015 per wet bij de SVB belegd ter vermindering van de fraudegevoeligheid van PGB’s. Vanaf het eerste uitvoeringsjaar heeft de SVB grote problemen gekend en zijn door de externe accountant van de SVB rechtsmatigheidsfouten geconstateerd die hebben geleid tot onzekerheden en fouten in de financiële verantwoording. Dit is ook door externe accountant van de SVB gerapporteerd in de controleverklaring die aan alle gemeenten in Nederland is verstrekt. De keuze voor streng M&O-beleid wordt hierdoor versterkt.

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het financieren van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, hulp bij het huishouden, begeleiding, dagbesteding, rolstoelvoorzieningen en jeugdhulp.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Bij het indienen van een aanvraag worden betrokkenen op de hoogte gebracht van hun rechten en plichten. In de beschikking die zij vervolgens ontvangen zijn deze rechten en plichten ook opgenomen.

 

In de beschikking wordt opgenomen dat wijzigingen moeten worden doorgegeven en dat het niet doorgeven/ verkeerd opgeven consequenties kan hebben. Bij grote wijzigingen informeren we de doelgroep rechtstreeks middels een mailing.

 

Zo nodig vindt publicatie plaats in het Gemeenteblad als wijzigingen in de regelgeving daartoe aanleiding geven. Op de website van de gemeente wordt voorlichting gegeven over de mogelijkheden van de regeling.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

Bij de aanvraag wordt de overgelegde informatie getoetst op juistheid en volledigheid. Zo nodig wordt schriftelijk aanvullende informatie opgevraagd. Belangrijke zorgaanbieders zijn door gemeente gecontracteerd in overeenstemming met de aanbestedingswet. Ontvangen offertes en facturen worden kritisch beoordeeld.

 

De voorgestelde besluiten worden op inhoud en juridische houdbaarheid getoetst door adviseur Kwaliteit (voor verzending als er geen sprake is van brevettering en steekproefsgewijs achteraf bij brevettering). Daarnaast vindt periodiek een interne controle op rechtmatigheid plaats door een extern controleur.

 

Daarnaast vinden BRP controles plaats op verhuizing en overlijden. Een administratief ondersteuner controleert op basis van de signaleringslijst uit de BRP of de mutatie in de BRP een actie behoeft. Belangrijke zorgaanbieders dienen jaarlijks een financiële productieverantwoording in vergezeld met een controleverklaring van een accountant. De interne controle stelt vast dat deze documenten voldoen aan het Landelijk accountantsprotocol.

 

Er zijn toezichthouders in dienst.

Maatregelen/Sanctiebeleid

In de verordening Sociaal Domein gemeente Lansingerland 2023 is opgenomen:

  • opschorting betaling uit het pgb (artikel 4.4.10);

  • handhaving rechtmatigheid (artikel 8.1.2);

  • gronden voor weigeren van een voorziening (artikel 9.3.2);

  • herziening of intrekken van een besluit tot het verlenen van een voorziening (artikel 9.5.1);

  • terugvordering van een herziene of ingetrokken voorziening (artikel 9.5.2).

In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (2.3.10 en 2.4.1) zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot intrekken en de mogelijke strafbepalingen4.

3.1.3 Vergunningen en handhaving

Het gaat hier om:

  • vergunningen/meldingen en ontheffingen op het gebied van milieu (ondergebracht bij de Omgevingsdienst DCMR);

  • Omgevingsvergunningen, meldingen of ontheffingen voor bouwen en slopen;

  • vergunningen op grond van de APV in het belang van de openbare orde en veiligheid of volksgezondheid (vergunning evenementen, exploitatievergunning horeca, exploitatievergunning speelgelegenheid, standplaatsvergunning, marktvergunning, evenementenvergunning en vergunning seksinrichting);

  • vergunningen brandveiligheid;

  • vergunningen evenementen

Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn M&O-gevoelig omdat ze betrekking hebben op wezenlijke overheidstaken en veelal grote publieke belangen dienen. De directe financiële

consequenties zijn (uitgezonderd de leges voor bouwvergunningen) in het algemeen niet zeer omvangrijk, maar het bestuurlijke en politieke afbreukrisico is in potentie groot. Indirect kunnen hieruit wel degelijk grote financiële gevolgen voortvloeien (denk aan een schadeclaim ten gevolge van een onterecht afgegeven vergunning). Bovendien zijn de belangen van de vergunningen-vrager groot, en is de vergunningaanvrager relatief sterk afhankelijk van de gemeente. Dit beargumenteert de keuze voor een streng M&O-beleid, in lijn met het advies van de commissie BBV.

 

a.Vergunningen/meldingen en ontheffingen milieu (Omgevingsdienst DCMR)

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om de volgende onderdelen:

  • omgevingsvergunning activiteit milieu Wabo;

  • meldingen Wet milieubeheer;

  • ontheffingen Besluit bodemkwaliteit;

  • Vanaf 1-1-2024: Omgevingswet en bijbehorende AmvB’s (het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving).

Meldingen kunnen gedaan worden via Activiteitenbesluit Internet Module (AIM). Als uit de AIM blijkt dat er een vergunning nodig is, dan kan er een omgevingsvergunning aangevraagd worden. Deze worden aangevraagd via het omgevingsloket en vanaf 2024 via het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet).

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

De vergunning aanvragers worden op meerdere momenten op de hoogte gehouden van het verloop van het vergunningenproces. Ze krijgen bijvoorbeeld een ontvangstbevestiging, een procedurebevestigingen, een eventueel verzoek om aanvullende gegevens en natuurlijk het uiteindelijke besluit. Mocht er tijdens het proces een kink in de kabel komen doordat een van de adviseurs negatief adviseert, dan wordt er ook altijd met de aanvrager in contact getreden. Dit kan dan telefonisch, per mail of brief.

 

We informeren aanvragers niet vooraf pro-actief over sanctiebeleid bij mogelijke overtredingen. De handhavingsstrategie vermeldt de DCMR op haar website. Zodra een overtreding wordt geconstateerd deelt DCMR dit mee en krijgt de overtreder een hersteltermijn (als er geen acuut gevaar is). Bij niet herstellen volgt aanschrijving/vooraankondiging last onder dwangsom.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

Beoordeling van deze informatie en toetsing aan de voorwaarden vindt plaats bij het beoordelen van de aanvraag/melding. Zodra de aanvrager gegevens indient, dan wordt deze door de behandelend plantoetser gecontroleerd op volledigheid en juistheid. Indieningsvereisten aan de hand van de regeling Omgevingsrecht.

Maatregelen/sanctiebeleid

De gemeente heeft de mogelijkheid om de omgevingsvergunning of ontheffing op grond van de Wet milieubeheer (repressief) geheel of gedeeltelijk in te trekken, indien:

  • a.

    de vergunning of ontheffing ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    niet overeenkomstig de vergunning of ontheffing is of wordt gehandeld;

  • c.

    de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nageleefd;

  • d.

    de voor de houder van de vergunning of ontheffing als zodanig geldende algemene regels niet zijn of worden nageleefd.

Zoals opgenomen in artikel 5.19 lid 1 Wabo.

 

Ook kunnen wij de omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk intrekken:

Dit staat in artikel 5.19 lid 4 Wabo.

 

In de Wabo en de Wet milieubeheer (vanaf 1-1-2024: Omgevingswet en bijbehorende AmvB’s) zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot handhaving en de mogelijke strafbepalingen.

 

b.Vergunningen bouwen/meldingen slopen

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het verlenen van omgevingsvergunning, activiteit bouwen en om meldingen sloopvoornemen

Regelgeving

De bepalingen ten aanzien van omgevingsvergunningen zijn vastgelegd:

De bepalingen ten aanzien sloopmeldingen zijn vastgelegd in het Bouwbesluit.

Communicatie/voorlichting

De vergunning aanvragers worden op meerdere momenten op de hoogte gehouden van het verloop van het vergunningenproces. Ze krijgen bijvoorbeeld een ontvangstbevestiging, een procedurebevestigingen, een eventueel verzoek om aanvullende gegevens en natuurlijk het uiteindelijke besluit. Mocht er tijdens het proces een kink in de kabel komen doordat een van de adviseurs negatief adviseert, dan wordt er ook altijd met de aanvrager in contact getreden. Dit kan dan telefonisch, per mail of brief.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

De overgelegde gegevens worden door de desbetreffende medewerker getoetst op juistheid en volledigheid. Dit wordt geregistreerd in het Zaaksysteem. Zo nodig wordt schriftelijk aanvullende informatie opgevraagd.

Maatregelen/sanctiebeleid

In de Wabo (en per 1-1-2024 in de Omgevingswet) zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot handhaving en de mogelijke strafbepalingen.

 

c.Vergunningen openbare orde

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het verlenen van vergunningen en ontheffingen op het gebied van de openbare orde.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

De vergunning aanvragers worden op meerdere momenten op de hoogte gehouden van het verloop van het vergunningenproces. Ze krijgen bijvoorbeeld een ontvangstbevestiging, een procedurebevestigingen, een eventueel verzoek om aanvullende gegevens en natuurlijk het uiteindelijke besluit. Mocht er tijdens het proces een kink in de kabel komen doordat een van de adviseurs negatief adviseert, dan wordt er ook altijd met de aanvrager in contact getreden. Dit kan dan telefonisch, per mail of brief.

Controle op aangeleverde

Informatie/gegevens

De overlegde informatie en gegevens worden getoetst aan de verordening. Zo nodig wordt schriftelijk aanvullende informatie gevraagd.

Maatregelen/sanctiebeleid

In artikelen 1.6 en 1.8 van de verordening (APV Lansingerland 2023) zijn strafbepalingen opgenomen en de wijze waarop naleving/handhaving van het bepaalde in de verordening plaatsvindt.

 

d.Vergunningen/meldingen brandveiligheid

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het adviseren over brandveiligheid bij aanvragen van gebruiksvergunningen.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

De vergunning aanvragers worden op meerdere momenten op de hoogte gehouden van het verloop van het vergunningenproces. Ze krijgen bijvoorbeeld een ontvangstbevestiging, een procedurebevestigingen, een eventueel verzoek om aanvullende gegevens en natuurlijk het uiteindelijke besluit. Mocht er tijdens het proces een kink in de kabel komen doordat een van de adviseurs negatief adviseert, dan wordt er ook altijd met de aanvrager in contact getreden. Dit kan dan telefonisch, per mail of brief.

 

We informeren aanvragers niet vooraf pro-actief over sanctiebeleid bij mogelijke overtredingen. Ons handhavingsbeleid staat op internet. Zodra een overtreding wordt geconstateerd delen we dit mee en krijgt de overtreder een hersteltermijn (als er geen acuut gevaar is). Bij niet herstellen volgt aanschrijving/vooraankondiging last onder dwangsom.

Controle op aangeleverde

Informatie/gegevens

De brandweer adviseert over brandveiligheidsaspecten bij het afgeven van omgevings-, gebruiks- en evenementenvergunningen. De brandweer toetst of bouwplannen voldoen aan de voorwaarden uit het Bouwbesluit of andere relevante regelgeving. De eventuele eisen die hieruit voortvloeien worden verwerkt in de vergunning. Bij oplevering van een bouwwerk wordt door de brandweer een inspectie uitgevoerd of aan alle brandveiligheidseisen wordt voldaan. Verder stelt de brandweer eisen aan nieuw te ontwikkelen woonwijken als het om de infrastructuur gaat met betrekking tot de bereikbaarheid van de hulpdiensten. Wekelijks vindt overleg plaats tussen de brandweer en de gemeente.

Naast de gebruiksvergunning is de brandweer ook betrokken bij het verlenen van vergunningen voor evenementen. De brandweer verleent dan niet alleen een vergunning voor tijdelijke objecten (tenten, inrichtingen), maar beoordeelt ook de algehele (brand)-veiligheidsaspecten van het evenement. En op de dag zelf bezoekt de brandweer het evenement en controleert het verloop.

Maatregelen/sanctiebeleid

Het is verboden of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

  • a.

    meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

  • b.

    aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,

  • c.

    aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

Als de regels uit de gebruiksvergunning niet worden nageleefd, volgt handhaving, zoals het opleggen van dwangsommen of het gedeeltelijk of volledig sluiten van een pand. Bij acuut levensbedreigende situaties kan het object zelfs onmiddellijk worden gesloten. Naast bestuursrechtelijke maatregelen zijn strafrechtelijke maatregelen mogelijk. In opdracht van de brandweer schrijft de politie dan een proces-verbaal.

 

e. Vergunningen in het kader van openbare orde en veiligheid en/of volksgezondheid op grond van de APV

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het verlenen van vergunningen voor activiteiten waarvoor op grond van de APV Lansingerland 2023 een vergunning vereist is ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat en/of de volksgezondheid dan wel zaken die de inrichting van de gemeente betreffen:

  • terrasvergunning (artikel 2:10 b APV)

  • evenementenvergunning (artikelen 2:24 en 2:25 APV)

  • exploitatievergunning horeca (artikel 2:28 APV)

  • vergunning voor bedrijfsmatige activiteiten in aangewezen gebouwen, gebieden of branches (artikel 2:35 APV)

  • exploitatievergunning speelautomaten (artikelen 2:39 en 2:40 APV)

  • vuurwerkverkoopvergunning (artikel 2:72 APV)

  • vergunning seksinrichting (artikel 3:3 APV)

  • vergunning voor collecteren/inzamelen goederen (artikel 5:13 APV

  • standplaatsvergunning (artikel 5:18 APV)

Regelgeving

  • Algemene Plaatselijke Verordening Lansingerland 2023

  • Beleidsregels toezicht en handhaving horeca gemeente Lansingerland (terrasvergunning en exploitatievergunning horeca en)

  • Evenementenvisie 2018 (evenementenvergunning)

  • Beleidsregel prostitutie gemeente Lansingerland 2023 (vergunning seksinrichting)

  • Standplaatsenbeleid gemeente Lansingerland 2022 (standplaatsvergunning)

  • Wet op de kansspelen (vergunning speelautomaten)

  • Wet Bibob

  • Beleidsregel Wet Bibob gemeente Lansingerland 2021

Communicatie/voorlichting

De aanvrager van een vergunning wordt op meerdere momenten op de hoogte gehouden van het verloop van het vergunningenproces. Hij krijgt een ontvangstbevestiging, een procedurebevestiging, een eventueel verzoek om aanvullende gegevens en natuurlijk het uiteindelijke besluit. Mocht er tijdens het proces een kink in de kabel komen zoals wanneer één van de adviseurs negatief adviseert, dan wordt er ook altijd met de aanvrager in contact getreden. Dit kan dan telefonisch, per mail of brief.

Ook voorafgaand aan de vergunningaanvraag kan er al contact worden opgenomen met de afdeling (onderdeel Vergunningen van het team Veiligheid & APV) om informatie in te winnen over de aanvraagprocedure en benodigde bescheiden.

Voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld in de Beleidsregel Wet Bibob wordt bij een vergunningaanvraag ook een Bibob-toets uitgevoerd.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

De overlegde gegevens worden getoetst aan de verordening. Zo nodig worden aanvullende gegevens gevraagd. Gedurende de behandeling van de aanvraag wordt advies gevraagd aan relevante partijen zoals politie, Veiligheidsregio, omgevingsdienst DCMR, maar ook binnen de gemeente bij Verkeer of Omgevingsrecht.

Maatregelen/sanctiebeleid

De APV kent algemene bepalingen over de gronden voor weigering, wijziging of intrekking in artikelen 1:6 en 1:8 APV. In het bijzonder is in artikel 1:6 in het eerste lid onder a opgenomen dat de vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd als “ter verkrijging daarvan onjuiste dan onvolledige gegevens zijn verstrekt”.

Voorts wordt in de desbetreffende artikelen per vergunning gesteld onder welke voorwaarden, “onverminderd het bepaalde in artikel 1:8”, een vergunning kan worden geweigerd, ingetrokken of gewijzigd. Een dergelijke weigering, intrekking of wijziging gebeurt altijd per gemotiveerd besluit waartegen bezwaar en beroep open staat.

 

f. Drankwetvergunning

 

Omschrijving

Voor het schenken, verstrekken en/of verkopen van alcoholhoudende drank is een drankwetvergunning vereist,

Regelgeving

  • Alcoholwet

Communicatie/voorlichting

Overeenkomstig exploitatievergunning horeca, zie hierboven.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

Overeenkomstig e

Maatregelen/sanctiebeleid

Overeenkomstig e.

 

g. Vaste marktstandplaatsvergunning

 

Omschrijving

Voor het verkrijgen van een vaste marktstandplaats op de weekmarkt in het centrum van Berkel en Rodenrijs is een vergunning vereist conform de Marktverordening.

Regelgeving

  • Marktverordening gemeente Lansingerland 2018

Communicatie/voorlichting

De gegadigde voor de verkrijging van een marktplaatsvergunning dient hiertoe bij de marktmeester een aanvraag in. Deze aanvraag wordt getoetst door de marktcommissie en voorzien van een objectieve weging ten behoeve van een passende selectie, daaronder rekening houdende met het totale aanbod op de weekmarkt. Aan de hand van het advies marktcommissie besluit het college over de toekenning van een marktstandplaatsvergunning.

De voorwaarden waaronder een besluit wordt genomen, als ook hoe het proces rondom besluitvorming verloopt en welke informatie hiervoor benodigd is, is beschreven in de Marktverordening.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

De overlegde gegevens worden getoetst aan de verordening. Zo nodig worden aanvullende gegevens gevraagd.

Maatregelen/sanctiebeleid

De Marktverordening kent bepalingen over de gronden voor weigering of intrekking in artikel 8 waarbij In het bijzonder onder a wordt gesteld dat de vergunning wordt ingetrokken als “ter verkrijging daarvan onjuiste dan onvolledige gegevens zijn verstrekt”.

 

3.1.4 Burgerzaken

Voor de verstrekking van reisdocumenten, identiteitsbewijzen en rijbewijzen maakt de gemeente gebruik van de gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Om misbruik en oneigenlijk gebruik van genoemde documenten te voorkomen is het van groot belang dat de gegevens in het BRP juist zijn. Mutaties in het BRP mogen daarom slechts worden doorgevoerd na grondige controle van de aangeleverde mutaties en de identiteit van de persoon die de mutaties aanlevert. We voeren een streng M&O-beleid. Het betreft een kleine financiële stroom waardoor het niet is meegenomen in de VIC.

 

a.Burgerzaken/Informatieverstrekking op grond van de Wet basisregistratie personen

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om aanvragen van derden om verstrekking van persoonsinformatie op grond van de Wet basisregistratie personen.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Op de gemeente website kunnen burgers alle soorten informatie over diverse producten/aangiften vinden. Daarnaast kunnen inwoners aan de balie en telefonisch ook inlichtingen opvragen.

Derden kunnen schriftelijk een verzoek doen om gegevensverstrekking. Door medewerkers van Service en Contact wordt beoordeeld of er wel/niet gegevens verstrekt mogen worden. De verzoeker wordt van de uitkomst op de hoogte gesteld. In de procedure is opgenomen dat de privacybeheerder BRP jaarlijks een controle op de verstrekkingen moet uitvoeren.

Controle op aangeleverde informatie/gegevens

Voor BRP en Waardedocumenten moeten wij jaarlijks een zelfevaluatie uitvoeren. Dit is opgelegd vanuit het RVIG (Rijksdienst voor identiteitsgegevens)

Voor de Waardedocumenten worden actiepunten door de beveiligingsfunctionaris rechtstreeks met de burgemeester besproken.

Een onderdeel van deze zelfevaluatie is dat er diverse controles moeten plaatsvinden op procedures en uitvoering:

  • Zijn de procedures actueel?

  • Zijn de werkzaamheden volgens de procedure uitgevoerd?

  • Zijn de afhandeltermijnen gehaald?

Van deze controles worden rapportages gemaakt en de bevindingen/mogelijke verbeteringen worden z.s.m. opgepakt.

De procedures, verordeningen en regelingen worden opgeslagen in Sceinta. De beveiligingsfunctionaris gaat over de controle van de Waardedocumenten. De verstrekkingen worden gecontroleerd door de privacybeheerder BRP. Uitkomsten worden besproken met de informatiebeheerder BRP en er wordt een actieplan opgesteld.

Maatregelen/sanctiebeleid

Bij het onjuist verstrekken van gegevens door de burger heeft de gemeente de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen (Wet basisregistratie personen: artikel 4.17). Wanneer misbruik en/of oneigenlijk gebruik wordt geconstateerd, kan aangifte worden gedaan.

 

b.Burgerzaken/Aangifte door burgers

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het doen van aangifte op de volgende gebieden:

  • geboorte;

  • voorgenomen huwelijk;

  • partnerschapsregistratie;

  • overlijden;

  • Gehandicapten Parkeer Kaart (GPK)

  • Rotterdampas

  • Verklaring omtrent gedrag (VOG)

  • Verkiezingen

  • Naturalisatie

  • overige aangiften op grond van de Wet basisregistratie personen, zoals verhuizing en vestiging.

Regelgeving

Communicatie/Voorlichting

Op de gemeente website kunnen burgers alle soorten informatie over diverse producten/aangiften vinden. Evenals over Beleid GPK, Convenant Rotterdampas en minimabeleid, Kieswet en Kiesbesluit, Gemeentewet

Wet op Nederlanderschap. Daarnaast kunnen inwoners aan de balie, telefonisch en digitaal inlichtingen en producten opvragen.

Controle op aangeleverde informatie/gegevens

Bij de aangifte van geboorte wordt de identiteit van de aangever vastgesteld aan de hand van een door de aangever over te leggen identiteitsbewijs in de zin van de Wet op de identificatieplicht. Bij digitale aangifte wordt gebruik gemaakt van DigiD. De termijn wordt tevens getoetst aan de bepalingen van de Algemene Termijnenwet.

 

Van de aangifte tot voorgenomen huwelijk wordt een akte opgemaakt. Toetsing vindt plaats aan de huwelijksbepalingen in het Burgerlijk wetboek.

 

Bij aangifte van overlijden en indien begraven, dan vindt toetsing plaats aan de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging.

 

Voor alle overige aangiften op grond van de Wet basisregistratie personen zijn regels opgenomen in die wet. Deze aangiften worden getoetst aan de desbetreffende bepalingen. Er is sprake van een vier ogen principe dus interne controle. Indien er sprake is van BRP mutaties dan vindt controle plaats via de zelfevaluatie en kwaliteitscontrole vanuit Rijksoverheid.

 

De Wet basisregistratie personen verplicht de gemeente om de inrichting, werking en beveiliging van de basisregistratie jaarlijks zelf te evalueren.

Maatregelen/sanctiebeleid

Wordt de aangifte van geboorte later gedaan dan wettelijk toegestaan, dan wordt dat feit in de akte van geboorte vermeld en wordt melding gedaan bij de Officier van Justitie die vervolgens de hoogte van de op te leggen boete bepaalt.

 

De burger die verzuimt of weigert te voldoen aan de verplichtingen van de Wet basisregistratie personen kan op grond van het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet worden veroordeeld tot een bestuurlijke boete van ten hoogste 325 euro.

 

Voorts zijn er in de Wet basisregistratie personen regels opgenomen voor ambtshalve in- en uitschrijving. Deze worden toegepast als de burger in gebreke is.

 

c.Burgerzaken/verstekken documenten

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het aanvragen en verstrekken van de volgende documenten:

  • reisdocumenten;

  • rijbewijzen.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Op de gemeente website kunnen burgers alle soorten informatie over diverse producten/aangiften vinden. Daarnaast kunnen inwoners aan de balie, telefonisch en digitaal ook inlichtingen opvragen. Het sanctiebeleid is opgenomen in wetgeving. De communicatie hierover ligt bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en Rijksoverheid. Documenten worden dan ingetrokken.

Controle op aangeleverde informatie/gegevens

Voor BRP en Waardedocumenten moeten wij jaarlijks een zelfevaluatie uitvoeren. Dit is opgelegd vanuit het RVIG (Rijksdienst voor identiteitsgegevens)

Voor de Waardedocumenten worden actiepunten door de beveiligingsfunctionaris rechtstreeks met de burgemeester besproken.

 

Een onderdeel van deze zelfevaluatie is dat er diverse controles moeten plaatsvinden op procedures en uitvoering:

  • Zijn de procedures actueel?

  • Zijn de werkzaamheden volgens de procedure uitgevoerd?

  • Zijn de afhandeltermijnen gehaald?

Van deze controles worden rapportages gemaakt en de bevindingen/mogelijke verbeteringen worden z.s.m. opgepakt.

De procedures, verordeningen en regelingen worden opgeslagen in Sceinta. Er vindt een onafhankelijke toets plaats door beveiligingsfunctionaris.

Maatregelen/sanctiebeleid

Blijkt een reisdocument vals, dan wordt daarvan aangifte gedaan bij de politie en moet een origineel proces-verbaal worden ingeleverd. Op grond van artikel 98 van de PUN dient van geconstateerde onregelmatigheden in het document ook aangifte te worden gedaan bij de politie. Vervolgens wordt het document opgestuurd naar het Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten die nader onderzoek verricht. Het aanbrengen van eigenmachtige wijzigingen in het document of andere geconstateerde onregelmatigheden maken het document ook ongeldig. In dergelijke gevallen wordt het document direct ingenomen. Dat geldt ook voor legitimatie met verlopen documenten. Deze documenten worden eveneens ingenomen en op de voorgeschreven wijze aan het verkeer onttrokken en vernietigd. Een soortgelijke regeling geldt ook voor de documenten die worden afgegeven op grond van de Wegenverkeerswetgeving (rijbewijzen). Daarmee wordt op precies dezelfde wijze omgegaan.

 

Verder is in de artikelen 60 tot en met 63 van de Paspoortwet een aantal handelingen (bijvoorbeeld vervalsing van documenten) uitdrukkelijk verboden en strafbaar gesteld en zijn aan de burgemeester als afgevende instantie bevoegdheden gegeven om misbruik te voorkomen, dan wel er tegen op te treden, bijvoorbeeld door het doen van aangifte, het inhouden van documenten, dan wel het weigeren tot verstrekking van een (nieuw) document.

 

Daarnaast is er een ‘regeling meervoudige vermissing van reisdocumenten’. De Minister van BZK heeft gemeenten bij circulaire verzocht mee te werken aan een regeling die vermissing van documenten moet terugdringen. Blijken de vermissingen de houder verwijtbaar dan wordt geen paspoort verstrekt maar wordt de Minister verzocht de gegevens van betrokkene op te nemen in het Register Paspoort-signaleringen dat bij het Ministerie gehouden wordt. Als men eenmaal geregistreerd is kan de aanvrager de Minister schriftelijk verzoeken toestemming te verlenen voor de afgifte van een paspoort (gemeente stapt er dan als het ware tussenuit). Overigens geldt deze regeling alleen voor paspoortaanvragen. ID-kaarten kunnen niet worden geweigerd of ingetrokken omdat deze oorspronkelijk worden afgegeven ter voldoening aan de legitimatieplicht.

3.1.5 Subsidies

In beginsel worden subsidies alleen verstrekt op basis van de geldende subsidieverordening(en) en subsidieregelingen. Bij het verstrekken van subsidies is de gemeente grotendeels afhankelijk van de betrouwbaarheid van de door instellingen verstrekte gegevens. Gezien het aanmerkelijke financiële belang dat veelal met subsidieverlening is gemoeid, wordt een gematigd tot streng M&O-beleid gevoerd. Dit is mede afhankelijk van de hoogte van de subsidie.

 

Omschrijving

Het gaat hierbij vooral om subsidiëring van maatschappelijke en culturele voorzieningen. Hiervoor heeft het college de Subsidieregeling Sociaal Domein en Cultuur vastgesteld. Daarnaast worden andere subsidies toegekend zoals subsidie voor wildopvang, een starterslening (uitvoering door Stimuleringsfonds Volkshuisvesting), een duurzaamheidslening en subsidie voor groenblauwe schoolpleinen.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Elke instelling/organisatie die subsidie aanvraagt kan de regelingen digitaal raadplegen. Als het gaat over de Subsidies Sociaal Domein en Cultuur dan worden de organisaties gewezen op de regelingen die daarvoor gelden: de Awb, de ASV Lansingerland 2018, de Subsidieregeling Sociaal Domein en Cultuur.

 

In het bijzonder verwijzen wij op onze website naar de Subsidieregeling SD&C omdat dit een nadere regeling is waarin aanvullende of afwijkende bepalingen in staan.

 

Zowel in de Subsidieregeling als in de beschikking tot verlening staat dat de subsidie doelmatig en rechtmatig besteed moet worden. Wij maken daarvoor ook specifieke afspraken met de organisaties. Wij laten de organisaties al met de beschikking weten dat als de subsidie niet doelmatig en rechtmatig besteed is, de subsidie lager vastgesteld en teruggevorderd kan worden. Dit staat ook in de subsidieregeling.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

Beoordeling van deze informatie en toetsing aan de voorwaarden vindt plaats bij het indienen van de aanvraag en/of vaststelling. Bij de verlening van subsidie wordt getoetst of de aanvraag voldoet aan de regels uit de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidieverordening Lansingerland 2018, de gemeentelijke doelen en, indien van toepassing, de nadere regels en/of beleidsregels

 

Bij subsidies van meer dan € 7.500 dient de subsidie ontvanger uiterlijk 1 juni na het jaar waarin de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een verantwoording (aanvraag tot vaststelling) in.De aanvraag bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan. Zie ook artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Lansingerland 2018 en paragraaf 2.5 van de Subsidieregeling Sociaal Domein en Cultuur.

 

Organisaties die een subsidies tot € 7.500 hebben ontvangen, dienen uiterlijk 1 juni een verslag (geen verantwoording) in.

 

Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidie ontvanger een aanvraag tot vaststelling in: 

  • een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan

  • een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel jaarverslag of jaarrekening)

Zie ook artikel 18 van de Algemene Subsidieverordening Lansingerland 2018 en paragraaf 2.5 van de Subsidieregeling Sociaal Domein en Cultuur.

 

In het proces zijn mitigerende beheersmaatregelen getroffen zoals, collegebesluiten, begroting, functiescheiding, subsidieverordening, verantwoording en controle.

Maatregelen/sanctiebeleid

In de Algemene subsidieverordening Lansingerland 2018 (artikel 11) kent de volgende maatregelen/sanctiemogelijkheden:

  • het weigeren van subsidie;

  • het lager vaststellen van een verleende subsidie;

  • het terugvorderen van niet-bestede subsidie;

  • het intrekken van subsidie;

  • het wijzigen van subsidie.

 

3.2 Beleidsterreinen met een gematigd M&O-beleid

3.2.1 Belastingen en heffingen

De belangrijkste belastingen die de gemeente heft zijn OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. De gemeente heft belastingen op basis van objectieve gegevens die bijvoorbeeld via bevolkingsregister, kadaster en taxateurs worden aangereikt. Daarnaast is de interne controle op belastinginkomsten goed te organiseren, waarbij het aanbrengen van voldoende functiescheidingen van belang is. Het nemen van aanvullende maatregelen op het gebied van M&O lijkt voor belastingeninkomsten niet nodig. Toch zijn er onderdelen van belastingen waarbij de gemeente afhankelijk is van informatie van niet geheel onafhankelijke derden. Een voorbeeld hiervan is de hondenbelasting. Er is sprake van een gematigd M&O-beleid, voor zowel belastingen en heffingen, als kwijtschelding van belastingen.

 

a.Invordering van belastingen en heffingen

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om:

  • onroerende zaakbelastingen;

  • hondenbelasting;

  • publiekrechtelijke leges;

  • afvalstoffenheffing en reinigingsrechten;

  • rioolheffing;

  • markt- en standplaatsgelden;

  • BIZ belasting (Bedrijveninvesteringszones)

  • Lijkbezorgingsrechten.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Voorlichting over belastingen en heffingen en de van toepassing zijnde voorwaarden worden bekend gemaakt door middel van:

  • aanslagbiljet gemeente Lansingerland via SVHW;

  • Op verzoek een WOZ-taxatieverslag;

  • digitale informatie op de internetsite van Lansingerland;

  • nieuwsberichten in ‘De Heraut’;

  • lokale lastenmeter;

  • publicatie van concept tarieven in de begroting van het belastingjaar

  • publicatie van definitieve tarieven en grondslagen vanuit raadsbesluiten op overheid.nl;

  • voorlichting door KCC en door SVHW.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

De benodigde informatie die leidt tot het opleggen van een aanslag wordt verkregen van en getoetst door:

  • SVHW (geautomatiseerd en wettelijk verplicht gebruik van basisregistraties);

  • waarderingsgrondslagen op grond van de Wet WOZ: toetsing op de volledigheid en juistheid van de belastingopbrengsten vindt plaats door middel van het vergelijken van kohieren met de grondslagen;

  • gegevens NHR/KVK en het waterleidingbedrijf (toetsing door SVHW);

  • aangifte burgers voor hondenbelasting: controle door extern bureau (‘hondencontroleur’);

  • burgers (toetsing door SVHW).

De SVHW dient een verantwoording in vergezeld van een controleverklaring over rechtmatigheid. Met de controleverklaring worden de rechtmatigheidscriteria gedekt.

Maatregelen/sanctiebeleid

In de betreffende verordeningen zijn geen maatregelen/sancties opgenomen. Wanneer daartoe aanleiding bestaat, vindt dwanginvordering plaats.

 

b.Kwijtschelding van belastingen

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Voorlichting hierover en over de voorwaarden voor het verlenen van kwijtschelding worden gepubliceerd op:

  • publicatie op overheid.nl;

  • aanslagbiljet Gemeente Lansingerland via SVHW;

  • verzoekformulier voor kwijtschelding SVHW;

  • toelichting bij het verzoekformulier;

  • digitale informatie op de internetsite van Lansingerland en SVHW;

  • voorlichting door KCC en door SVHW.

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

Bij het indienen van een aanvraag tot kwijtschelding dient de indiener relevante bewijsstukken te overleggen, die door SVHW worden getoetst op juistheid en volledigheid. Zo nodig wordt aanvullend schriftelijke informatie opgevraagd. Op basis hiervan wordt een besluit genomen.

Maatregelen/sanctiebeleid

Geen maatregelen/sanctiebeleid. Zo nodig wordt aangifte gedaan en/of een civiele procedure gestart. Wanneer daartoe aanleiding bestaat, vindt dwanginvordering plaats.

3.2.2 Leerlingenvervoer

Bij leerlingenvervoer bestaat het risico dat deze voorziening wordt toegekend aan niet-rechthebbenden of op grond van een verkeerde voorstelling van zaken. We kiezen voor een gematigd MO&-beleid, gegeven de financiële omvang in combinatie met de AO/IC-maatregelen.

 

Omschrijving

Het gaat hierbij om het verstrekken van bijdragen aan ouders en het organiseren van (groeps)vervoer, voor leerlingen die een school of onderwijsinstelling bezoeken.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

Op de website staat informatie over de mogelijkheden om leerlingenvervoer aan te vragen en aan welke voorwaarden ouders en leerling moeten voldoen.

Bij het indienen van een aanvraag worden geen voorwaarden gesteld, wel wordt er informatie uitgevraagd.

In de toekenningsbeschikking wordt verwezen naar artikel 6 verordening (zie maatregelen).

Controle op aangeleverde

informatie/gegevens

Beoordeling van de informatie en toetsing aan de voorwaarden vindt plaats bij de beoordeling van de aanvraag. Indien nodig wordt schriftelijk aanvullende informatie opgevraagd. Jaarlijks dient een nieuwe aanvraag te worden gedaan.

Maatregelen/sanctiebeleid

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Lansingerland 2014 bepaalt dat ouders wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende bekostiging van de vervoerskosten, onverwijld schriftelijk moeten mededelen aan het college. Via de beschikking worden de aanvragers hierover geïnformeerd. Wanneer niet aan deze verplichting wordt voldaan, vervalt de aanspraak op bekostiging direct. Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning.

 

Zie artikel 6 van de verordening.

3.2.3 Integriteit in relaties

De integriteit van medewerkers en bestuurders in de contacten met belanghebbenden is een punt van aandacht. Het integriteitsbeleid, de gedragscode Gemeenteraad Lansingerland 2010 en gedragscode integriteit medewerkers zijn behulpzaam bij het voorkomen van integriteitschendingen en bieden handvatten voor medewerkers in de omgang en samenwerking met relaties van de gemeente. In het onderstaande staat vooral hetgeen van toepassing is voor medewerkers in dienst van de gemeente. Als het gaat om inhuurmedewerkers (via YIS) dan wordt er een integriteitsverklaring externen ondertekend. Daarbij wordt de Gedragscode integriteit medewerkers en het Reglement gebruik digitale middelen verstrekt. Met ondertekening committeren zij zich ook aan die regelgeving. We kiezen voor een gematigd M&O-beleid voor wat betreft integriteit. In de preventieve sfeer zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk en ook al genomen en in de organisatie ingebed. Vanwege de impact van integriteitschendingen wordt niet overgegaan tot basisbeleid.

 

Omschrijving

Hierbij gaat het om het naleven door bestuur en organisatie van gedrags-en omgangscodes.

Regelgeving

Communicatie/voorlichting

  • In Topdesk heeft Team O&HRM een pagina waarop informatie staat.

  • Er wordt informatie gedeeld via intranet @Work;

  • Het thema integriteit wordt onder de aandacht gebracht in de Week van de integriteit

  • Het thema integriteit is onderdeel van de introductiebijeenkomsten voor nieuw personeel.

  • Organisatie-integriteit is één van de kerncompetenties waaraan medewerkers van de gemeente Lansingerland behoren te voldoen. In het goede gesprek tussen medewerker en leidinggevende komt deze competentie aan de orde.

  • Informatie over inkoop en aanbesteding staat ook op de gemeentelijke website.

Controle op aangeleverde informatie/gegevens

Voor zover mogelijk vindt controle plaats door de medewerkers van het taakveld Personeelszaken. Daarnaast maakt een aantal regelingen onderdeel uit van de rechtmatigheidscontroles.

Informatie/gegevens die worden aangeleverd in het kader van inkoop en aanbesteding, worden getoetst aan de Aanbestedingswetgeving. Bij vermoeden van misbruik dan wel oneigenlijk gebruik kan op grond van de wet Bibob de minister van Justitie en Veiligheid worden ingeschakeld. Ook bestaat de mogelijkheid de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) in te schakelen.

Maatregelen/sanctiebeleid

Wanneer misbruik of oneigenlijk gebruik in de zin van deze nota wordt geconstateerd, dan wordt de betreffende medewerker daarop aangesproken. In de ambtenarenwet c.q. CAR/PNUWO is een aantal sancties benoemd. Door de minister van Justitie en Veiligheid kunnen op grond van de wet Bibob sancties worden opgelegd. Ook de NMa kan sancties opleggen.

 

3.3 Beleidsterreinen basis M&O-beleid

3.3.1 Personeelslasten

De interne controle op personeelslasten is goed te organiseren. Belangrijke onderdelen daarbij zijn het verkrijgen van een kopie ID en het nemen van formele aanstellingsbesluiten, inclusief vaststelling van salaris door het college of gemandateerde. Mits de organisatie op orde is, zijn geen bijzondere risico’s aan de orde. Met betrekking tot personeelslasten wordt daarom een basis M&O-beleid noodzakelijk geacht. Basisbeleid volstaat.

 

De VIC stelt door middel van lijncontroles vast dat de beheersmaatregelen die de risico's op M&O mitigeren werken. M&O betreft hier met name declaraties.

 

Omschrijving

Hierbij gaat het om de salarisadministratie.

Regelgeving

  • Wet- en regelgeving op het gebied van loonbelasting, sociale verzekeringen en pensioenen

  • Burgerlijk Wetboek: het wettelijk kader voor overeenkomsten

  • Gemeentewet: het wettelijk kader voor gemeenten

  • CAO gemeenten: de collectieve arbeidsovereenkomst is een schriftelijke overeenkomt waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden staan geldend voor alle gemeenten in Nederland

  • Personeelshandboek gemeente Lansingerland: het personeelshandboek is een toelichting op de cao. Het personeelshandboek bestaat onder meer uit een opsomming van de belangrijkste primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden (salarissen, pensioenregelingen, individueel keuzebudget, reiskostenvergoeding woon-werkverkeer en dergelijke).

Communicatie/voorlichting

Wij houden ons aan/verwerken zaken van de bovenstaande opsomming en verzorgen bij indiensttreding een korte training over de werking van het e-hrm systeem en de juiste wijze aanbieden van (personeels- en salaris)mutaties en declaraties.

Controle op aangeleverde informatie/gegevens

(Personeels- en salaris)mutaties worden via het e-hrm systeem digitaal aangeleverd en verwerkt. Wij hanteren het vier-ogen principe.

Maatregelen/sanctiebeleid

Wanneer misbruik of oneigenlijk gebruik in de zin van deze nota wordt geconstateerd, dan wordt de betreffende medewerker daarop aangesproken. In de ambtenarenwet c.q. CAO is een aantal sancties benoemd.

3.3.2 Inkoop en aanbesteding

Bij inkoop en aanbesteding is meestal sprake van een aanzienlijk financieel belang. Dat neemt niet weg dat via de interne controle op transacties de juistheid en volledigheid daarvan voldoende wordt gewaarborgd. In het algemeen worden via budget- en functiescheidingen risico’s beperkt tot een aanvaardbaar niveau. Verder zijn in het beleid kaders, drempelwaarden en daaraan gekoppelde procedures vastgesteld. Elementen op het gebied van de AO/IC zijn hierin eveneens opgenomen. ‘Lijnverantwoordelijken’ (budgethouders, teammanagers, directeuren) zijn binnen afgesproken kaders qua budget en procedurekeuze, verantwoordelijk voor de eigen inkoop en aanbesteding. De inkoopadviseurs adviseren en ondersteunen bij de uitvoering van het inkoopproces. Op basis hiervan is streng M&O-beleid ten aanzien van inkopen en aanbestedingen niet nodig. Ook hier volstaat het basisbeleid.

 

De VIC stelt vast dat de beheersmaatregelen om risico’s ten aanzien van misbruik en oneigenlijk gebruik te mitigeren werken. In het proces zijn mitigerende beheersmaatregelen getroffen zoals, collegebesluiten, begroting, functiescheiding, inkoopbeleid, uitvoering spendanalyse.

 

Omschrijving

Hierbij gaat het om de inkoop en aanbesteding.

Regelgeving

  • Europese wet- en regelgeving: Wet- en regelgeving op het gebied van aanbesteden is afkomstig van de Europese Unie. De ‘Aanbestedingsrichtlijnen’ en ‘Concessierichtlijn’ vormen momenteel de belangrijkste basis. De interpretatie van deze Aanbestedingsrichtlijnen en Concessierichtlijn kan volgen uit Groenboeken, interpretatieve mededelingen etc. van de Europese Commissie.

  • Burgerlijk Wetboek: het wettelijke kader voor overeenkomsten

  • Gemeentewet: het wettelijk kader voor gemeenten

  • Gids Proportionaliteit: De (herziene) Gids Proportionaliteit 2016 is in zijn geheel het richtsnoer dat is aangewezen in het Aanbestedingsbesluit en geeft handvatten voor redelijke toepassing van het proportionaliteitsbeginsel, volgens het principe ‘comply or explain’.

  • Aanbestedingsreglement Werken: In het ARW 2016 zijn procedurevoorschriften opgenomen met betrekking tot de wijze waarop aanbestedingen voor werken moeten verlopen.

Communicatie/voorlichting

Wij houden ons aan/verwerken zaken van de bovenstaande opsomming in bijvoorbeeld onze inkoopvoorwaarden. Wij hanteren boven én onder de aanbestedingsdrempel het Universeel Europees Aanbestedingsdocument en vermelden in onze aanbestedingsdocumenten de mogelijkheid van een Bibob-toets. Ook is er in ons startdocument ruimte opgenomen voor de onderwerpen privacy en informatieveiligheid.

 

Met betrekking tot de interne communicatie richting collega’s, hiervoor hebben wij het Inkoop en aanbestedingsbeleid. Hierin staan de regels, procedures en manier van werken bij een inkoop en aanbesteding.

Controle op aangeleverde informatie/gegevens

Het startdocument dient altijd ingevuld te worden door de inkoper (behalve bij aankopen van eenmalige leveringen zonder garantie). Vanaf complex meervoudig onderhandse procedures controleert de inkoopadviseur dit startdocument. Het advies is zonder een volledig startdocument niet over te gaan tot een aanbesteding.

Maatregelen/sanctiebeleid

Specifieke zaken die in ons Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2019 zijn opgenomen en het onderwerp van Misbruik en Oneigenlijk gebruik raken vind je terug in:

 

Hoofdstuk 2 – Doelstellingen van de gemeente Lansingerland (specifiek doelstelling a en b):

  • a.

    Rechtmatig en doelmatig inkopen zodat de gemeenschapsgelden op controleerbare en verantwoorde wijze worden aangewend en besteed.

  • b.

    Een integere, betrouwbare, zakelijke en professionele inkoper en opdrachtgever zijn.

Hoofdstuk 3 Juridische uitgangspunten

  • a.

    Paragraaf 3.2 algemene beginselen bij inkoop:

    • Algemene beginselen van het aanbestedingsrecht

    • Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

  • b.

    Paragraaf 3.3 gebruik uniforme documenten om misbruik en oneigenlijk gebruik (ook) tegen te gaan: UEA

  • c.

    Paragraaf 3.6 Klachtenregeling

Hoofdstuk 4: Ethische en ideële uitgangspunten:

  • a.

    Paragraaf 4.1 Integriteit

Hoofdstuk 5 Economische uitgangspunten:

  • a.

    Paragraaf 5.2 Onafhankelijkheid en keuze ondernemersrelatie

  • b.

    Paragraaf 5.8 Eerlijke mededinging en commerciële belangen

 


1

Notitie Rechtmatigheidsverantwoording, 2020, p. 16.

2

Het begrip fraude is lastig te definiëren; het is niet één op één gelijk met misbruik. Fraude wordt veelal gebruikt als verzamelnaam voor een aantal handelingen, zoals valsheid in geschrifte, oplichting, bedrog, benadeling van de overheid als schuldeiser of rechthebbende, corruptie, diefstal en verduistering.

3

Bijvoorbeeld een aanvrager van een voorziening verplichten mee te werken aan het toetsen van aangeleverde gegevens.

4

In de Jeugdwet is in artikel 2.9 opgenomen dat het college bij verordening regels stelt t.a.v. het bestrijden van ten onrechte ontvangen voorzieningen en/of pgb’s.vanaf 1-1-