Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Beheersverordening Geitenhouderijen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening Geitenhouderijen 2023
CiteertitelRegels van de beheersverordening Geitenhouderijen 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-12-2023nieuwe regeling

29-11-2023

gmb-2023-520389

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening Geitenhouderijen 2023

 

Toelichting  

Hoofdstuk 1 Inleiding

  • 1.1

    Aanleiding en doel

Op 17 mei 2023 heeft de gemeenteraad van de gemeente Groningen het voorbereidingsbesluit 'Geitenhouderijen 2023' vastgesteld. Een voorbereidingsbesluit is een verklaring van de gemeenteraad dat een bestemmingsplan voor het betreffende gebeid wordt voorbereid. Met een voorbereidingsbesluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd, waarmee een aanhoudingsplicht geldt voor bouw- en aanlegactiviteiten. Een voorbereidingsbesluit kan worden genomen op grond van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening en heeft een opschortende werking voor alle bouw- en gebruiksactiviteiten zoals beschreven in het voorbereidingsbesluit.

 

Met het voorbereidingsbesluit heeft de gemeenteraad ook verklaard dat er binnen een jaar een nieuw bestemmingsplan voor het betreffende gebied wordt voorbereid. Voor een deel van het grondgebied van de gemeente Groningen gelden echter geen bestemmingsplannen maar beheersverordeningen. Voor die gebieden kan sneller een aangepaste verordening worden vastgesteld. Met de voorliggende facetbeheersverordening wordt daar inhoud aan gegeven.

 

  • 1.2

    Begrenzing plangebied

In onderstaande afbeelding is de ligging van het besluitgebied in de gemeente weergegeven alsook in Bijlage 1.

 

 

  • 1.3

    Inhoud facetbeheersverordening

Met de voorliggende facetbeheersverordening wordt het eerder genoemde voorbereidingsbesluit uitgewerkt. Een facetregeling regelt slechts één of enkele (beleids)onderdelen in een plan. In dit geval betekent dat dat ten aanzien van het thema geitenhouderijen de nu geldende beheersverordeningen in de gemeente Groningen gedeeltelijk worden herzien. Paragraaf 1.5 (geldende beheersverordeningen) geeft aan om welke beheersverordeningen het gaat.

 

Deze beheersverordening regelt dat nieuwe geitenhouderijen en uitbreiding van bestaande geitenhouderijen niet meer, zonder zwaarwegende afwegingen ten aanzien van de gezondheidsrisico's van in omliggende functies aanwezige personen, worden toegestaan. Onder geitenhouderijen wordt de activiteit houden van meer dan 20 geiten begrepen. Het maakt dus in beginsel niet uit of de geitenhouderij in het kader van een bedrijf of hobby wordt gehouden, los van het feit dat het houden van dit aantal geiten volgens milieurechtelijke begrippen niet als hobbymatige activiteit wordt gezien. Zie verder ook Hoofdstuk 2 (Wijzigingen). Voor de zaken die deze facetbeheersverordening niet regelt, geldt dat de regels uit de onderliggende beheersverordeningen ongewijzigd blijven.

 

Deze voorliggende beheersverordening geldt voor vigerende beheersverordeningen. Voor de vigerende bestemmingsplannen wordt een zelfde besluit genomen. Deze twee facetregelingen zijn inhoudelijk gezien vrijwel exact gelijk aan elkaar. Het verschil tussen de facetregelingen (meer precies: één beheersverordening en één bestemmingsplan) betreft het plangebied. In zijn geheel genomen gaat het om:

 

  • 1.

    Facetregeling: Bestemmingsplan Geitenhouderijen 2023;

  • 2.

    Facetregeling: Beheersverordening Geitenhouderijen 2023.

Het facetbestemmingsplan en de facetbeheersverordening herzien de plannen die op ruimtelijkeplannen.nl staan.

 

  • 1.4

    Motivering

Onderzoek

 

Onderzoek rondom geitenhouderijen heeft uitgewezen dat mensen die in de buurt wonen van deze bedrijven, een grotere kans hebben op een longontsteking. Dat blijkt uit studies gedaan in:

  • Veehouderij en gezondheid omwonenden III: longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen; actualisering van gegevens uit huisartsenpraktijken 2014 – 2016 (publicatiedatum 08/10/2018);

  • Veehouderij en gezondheid omwonenden III: longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen in Gelderland, Overijssel en Utrecht (publicatiedatum 24/04/2020);

  • Veehouderij en gezondheid omwonenden III: longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen; actualisering van gegevens uit huisartsenpraktijken 2017 – 2019 (publicatiedatum 23/11/2021).

Het RIVM, Universiteit Utrecht, Wageningen UR en Nivel voeren samen deze onderzoeken uit. Het onderzoek naar het verband tussen veehouderijen en gezondheid van 8 oktober 2018 en het vervolg daarop van 23 november 2021 is alleen in Noord-Brabant en Noord-Limburg uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn niet direct toepasbaar in onze gemeente. Wij hebben namelijk te maken met lagere bedrijfs- en dieraantallen, lagere dichtheid van de (intensieve) veehouderijsector en een lagere bevolkingsdichtheid.

 

Het was dus nog onbekend of longontsteking ook vaker voorkomt rond geitenhouderijen in andere Nederlandse provincies. Daarom is besloten het onderzoek uit te breiden naar een gebied dat delen van de provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel omvat. Ook in deze regio's zien de onderzoekers het extra risico op longontsteking in een straal van 2 kilometer rondom geitenhouderijen, in meerdere jaren achter elkaar en ook met verschillende manieren van onderzoek.

 

Uit het onderzoek in delen van de provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel concluderen de onderzoekers dat de associatie tussen wonen in de nabijheid van een geitenhouderij en longontsteking ook geldt voor andere Nederlandse provincies met geitenhouderijen. Dit onderzoek is aanleiding geweest om het eerste voorbereidingsbesluit in 2021 vast te stellen. Het is nog steeds onduidelijk wat de oorzaak is van het verhoogde risico. Verder onderzoek is daarom noodzakelijk. De resultaten van het onderzoek naar de oorzaken van longontstekingen in de buurt van geitenhouderijen zouden eind 2022 worden gepubliceerd maar dat is uitgesteld naar 2024.

 

Advies GGD voorzorgsbeginsel

 

Totdat er meer duidelijkheid is over de oorzaak van de longontsteking en een integrale aanpak, adviseert de GGD het voorzorgsbeginsel toe te passen en terughoudend te zijn met uitbreiding of nieuwvestiging van geitenhouderijen in de buurt van gevoelige bestemmingen (zoals woningen, kinderdagverblijven en scholen). Naar aanleiding van het herbevestigende onderzoek met publicatiedatum 23/11/2021, waarin wordt verwezen naar de eerder ontwikkelde richtlijn 'Veehouderij en gezondheid', heeft de GGD aangegeven aan dit voorzorgsbeginsel te blijven vasthouden.

 

Bestemmingsplan/beheersverordening

 

Eventuele risico's voor de gezondheid voor omwonenden van veehouderijen moeten in het kader van een goede ruimtelijke ordening en onder de Omgevingswet in het kader van een goede fysieke leefomgeving worden meegewogen bij het vaststellen van ruimtelijke plannen. Het uitgangspunt is daarbij het waarborgen van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en een gezonde leefomgeving. De huidige bestemmingsplannen en beheersverordeningen bevatten nog maar zeer beperkte regelingen gericht op gezondheidsrisico's rondom geitenhouderijen.

 

Op grond van de geldende bestemmingsplannen/beheersverordeningen wordt bij recht de mogelijkheid geboden voor nieuwvestiging van een geitenhouderij. Dit betekent dat binnen een bestemming 'Agrarisch -Bedrijf' zich zondermeer een geitenhouderij mag vestigen of uitbreiden. Dit is ook de reden dat de regels voor geitenhouderijen op basis van een facetbestemmingsplan/facetbeheersverordening worden gewijzigd. Voor elk ander perceel is voor de vestiging van een geitenhouderij een weigeringsgrond op basis van het bestemmingsplan/beheersverordening aanwezig.

 

Deze beheersverordening zorgt er voor dat er niet zonder gedegen nadere afwegingen van het gemeentebestuur ten aanzien van dit specifieke gezondheidsrisico's nieuwe geitenhouderijen kunnen worden gevestigd of bestaande kunnen worden uitgebreid.

 

Daarmee wordt een ongecontroleerde groei van geitenhouderijen met gezondheidsrisico's voorkomen. Gezondheidsrisico's rondom geitenhouderijen kunnen immers niet worden uitgesloten.

 

Gering aantal geiten binnen gemeente

 

Hierbij moet worden opgemerkt dat er op dit moment 1 geitenhouderij aanwezig is binnen de gemeente Groningen met in totaal 69 melkgeiten. Het totaal aantal geitenhouderijen in de provincie Groningen staat op 23 bedrijven en 8.854 geiten terwijl er landelijk 665 bedrijven actief zijn met gezamenlijk 488.652 geiten (deze cijfers zijn gebaseerd op CBS 2022). We zien dat het totaal aantal geitenhouderijen in Nederland, ondanks de lopende onderzoeken, is gestegen van 569 bedrijven in 2020 tot 665 bedrijven in 2022. Ook in de provincie Groningen is het aantal geitenhouderijen gestegen van 16 bedrijven in 2020 tot 23 bedrijven in 2022. De cijfers weerspiegelen de populariteit rondom het beginnen van geitenhouderijen en benadrukken hiermee tevens de relevantie voor het nemen van facetbeheersverordening.

 

Kinderboederijen

 

In de gemeente zijn 6 kinderboerderijen gevestigd waarvan Stadspark de grootste is met 63 geiten. Dit hebben wij opgevraagd naar aanleiding van een vermoeden dat hier meer geiten zijn gevestigd dan bij nieuwvestiging volgens het facet bestemmingsplan mogelijk is. De andere kinderboerderijen zijn in beheer van een stichting en deze kinderboerderijen hebben allemaal minder dan 20 geiten. Alhoewel de onderzoeken van het Rijk zijn uitgevoerd met data uit het 'Bestand Veehouderij Bedrijven', zijn gezondheidsrisico's voor omwonenden van dit type geitenhouderij niet uit te sluiten. De geitenhouderijen worden gedefinieerd naar het aantal geiten. Daarmee worden ook de kinderboerderijen meegenomen in het besluit en kunnen deze zich niet nieuw vestigen en/of uitbreiden binnen de gemeente. Het vervolgonderzoek van het Rijk zal uitwijzen of er naast correlatie ook een causatief verband is tussen het houden van geiten en de gezondheidsrisico's voor omwonenden. Wanneer dit causatieve verband wordt bewezen kunnen vervolgstappen worden genomen in het beperken van de gezondheidsrisico's voor omwonenden van deze locaties. Dit zal een vermindering van het aantal geiten betekenen om gezondheidsrisico's zo veel mogelijk uit te kunnen sluiten.

 

Rol provincie Groningen

 

In de meeste provincies heeft de provincie de taak op zich genomen om een voorbereidingsbesluit te nemen. De provincie Groningen heeft besloten om deze bevoegdheid bij de gemeenten neer te leggen omdat gemeenten in het wettelijke stelsel het eerst aangewezen bestuursniveau zijn om de gebruiksmogelijkheden van gronden, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, te verankeren in bestemmingsplannen/beheersverordeningen. De provincie Groningen houdt de ontwikkelingen in de sector provincie breed wel in de gaten. De provincie is op verzoek in maart 2022 geïnformeerd over de stand van zaken in de gemeente Groningen.

 

Beleid andere gemeenten provincie Groningen

 

Een aantal andere gemeenten in de provincie hebben inmiddels ook maatregelen genomen. De gemeenten Westerkwartier, Westerwolde en Het Hogeland hebben derhalve gekozen voor het vastleggen/beperken in een bestemmingsplan en/of beheersverordening. Naast het voorkomen van de uitbreiding van huidig gevestigde geitenhouderijen, is het zogenoemde waterbedeffect, waarbij geitenhouderijen zich verschuiven naar plekken zonder geitenstop, een reden om deze beheersverordening te implementeren.

 

Beperking aantal geiten

 

In deze beheersverordening wordt een geitenhouderij gedefinieerd als een houderij met 20 of meer geiten. In de hierboven genoemde onderzoeken, waar ook op kennisplatformveehouderij.nl naar wordt verwezen, wordt een ondergrens van vijftig geiten aangehouden. Daarbij wordt ook vermeld dat dit niet betekent dat daar beneden gezondheidsrisico's kunnen worden uitgesloten. Omringende gemeentes hebben gekozen voor een grens van 30 geiten. In verband met de gezondheid van de inwoners van de gemeente is besloten om te kiezen voor een grens van 20 geiten. Dit aantal is gekozen vanwege het grote belang dat de gemeente Groningen hecht aan het borgen van de volksgezondheid. Daarnaast bestaan er binnen de gemeente een aantal kinderboerderijen waarbij het aantal geiten mogelijk gezondheidsrisico's meebrengen voor omwonenden binnen een straal van twee kilometer. Aangezien deze kinderboerderijen zich dichtbij de bewoonde omgeving bevinden is er aanleiding om gezondheidsrisico's verder te beperken en het aantal op 20 geiten te stellen. Er is tot op heden alleen een correlatie gevonden, indien uit het vervolgonderzoek ook het causale verband wordt aangetoond tussen het aantal geiten en de gezondheidsrisico's, dan kan besloten worden de grens aan te passen.

 

  • 1.5

    Geldende bestemmingsverordeningen

Deze facetbeheersverordening herziet andere beheersverordeningen op één specifiek onderwerp c.q. facet: geitenhouderijen. Deze facetbeheersverordening herziet alle beheersverordeningen die staan genoemd in de tabel die is opgenomen als Bijlage 1 bij de regels (Beheersverordeningen waarop de verordening van toepassing is).

Hoofdstuk 2 Wijzigingen

Naar aanleiding van het besluit van de gemeenteraad wordt in deze facetbeheersverordening het verbod zonder omgevingsvergunning voor het oprichten of uitbreiden van een geitenhouderij, alsmede de omschakeling van een bestaand agrarisch bedrijf tot geitenhouderij geregeld. Het is dus niet zonder vergunning toegestaan om:

 

  • 1.

    een nieuwe geitenhouderij te beginnen met meer dan 20 geiten;

  • 2.

    het geheel of gedeeltelijk wijzigen of uitbreiden van een bestaand (agrarisch) bedrijf door (onder andere) geiten te gaan houden;

  • 3.

    het uitbreiden van een bestaande geitenhouderij met één of meer geiten. Bij een eventuele uitbreiding kan het dan gaan om zowel het plegen van nieuwbouw als om bestaande bouwwerken geschikt te maken voor het houden van geiten.

Op deze uitgangspunten gelden echter de onderstaande uitzonderingen:

 

  • A.

    geitenhouderijen die wensen uit te breiden in het kader van dierenwelzijn, mits het aantal vergunde geiten niet worden uitgebreid;

  • B.

    houden van geiten tot 20 geiten.

Om het bovenstaande te realiseren worden de beheersverordeningen die worden genoemd in de tabel die is opgenomen als Bijlage 1 bij de regels (Beheersverordeningen waarop de verordening van toepassing is) herzien. Voor al het overige blijven de beheersverordeningen als genoemd in Bijlage 1 bij de regels onverminderd van kracht.

Hoofdstuk 3 Juridische toelichting

  • 3.1

    Algemeen

Deze paragraaf bespreekt de juridische vormgeving van de beheersverordening. Deze beheersverordening bestaat uit:

  • een plancontour van het plangebied, zowel analoog als digitaal, waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;

  • regels waarin wordt beschreven wat is toegestaan en wat niet.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het verplicht om een besluit in het algemeen, en dus ook een beheersverordening, te voorzien van een goede motivering. Deze motivering geeft aan welke gedachte aan de verordening ten grondslag ligt. Om die reden is bij deze beheersverordening ook voorliggende toelichting op de beheersverordening gevoegd.

 

De beheersverordening wordt langs elektronische weg vastgelegd en ook in die vorm vastgesteld, tegelijk met een analoge versie van het beheersverordening. Als de digitale en analoge versie tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale versie leidend. Hieronder worden de aanwezige planregels puntsgewijs besproken.

 

  • 3.2

    Verordeningsregels

In het navolgende wordt de algemeen gehanteerde opbouw van de regels toegelicht. Deze ziet er als volgt uit:

 

  • Inleidende regels;

  • Algemene regels;

  • Overgangs- en slotregels.

De tekst hieronder bespreekt deze hoofdstukken puntsgewijs.

 

  • 3.2.1.

    Inleidende regels

Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen). Deze artikelen geven aan wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan. Dit is alleen het geval wanneer begrippen niet op voorhand voor een eenduidige uitleg, in overeenstemming met normaal spraakgebruik, vatbaar zijn. In deze verordening zijn slecht een zeer beperkt aantal begrippen opgenomen omdat de huidige verordeningen van kracht blijven. Het belangrijkste begrip is het begrip 'geitenhouderij': "het houden van 20 geiten of meer". Op het houden van minder dan 20 geiten is deze op het voorkomen van gezondheidsrisico's bij mensen gerichte regeling dus niet van toepassing.

 

In Artikel 1 zijn alleen de relevante begrippen opgenomen, in dit geval het begrip geitenhouderij dat eerder is toegelicht. Artikel 2 is een zogenaamde Relatie- en reikwijdtebepaling.

 

Dat artikel bepaalt in het eerste lid dat alle beheersverordeningen, als genoemd in Bijlage 1 (Beheersverordeningen waarop de verordening van toepassing is), worden aangevuld en indien nodig worden gewijzigd als gevolg van deze voorliggende facetbeheersverordening. Dat betekent dat de regels van deze voorliggende facet voorrang krijgen indien sprake is van strijdigheid. Voor het overige blijven de regels van de in Bijlage 1 genoemde beheersverordeningen gelden. Op die manier blijven de in Bijlage 1 genoemde beheersverordeningen van kracht zoals ze dat nu reeds doen, de verordeningen worden op het onderwerp geitenhouderijen slechts aangevuld. Als een beheersverordening als genoemd in Bijlage 1 wel regels bevat omtrent geitenhouderijen, dan wordt die beheersverordening (alleen voor het onderwerp geitenhouderijen) herroepen en gelden de regels uit deze facetregeling.

 

In het tweede lid van de Relatie- en reikwijdtebepaling wordt de reikwijdte van de regeling aangegeven. Feitelijk wordt hier de doelstelling van de regeling weergegeven, namelijk gezondheidsrisico's bij mensen voorkomen. Daarbij is ook direct bepaald dat het niet de bedoeling is van deze beheersverordening om de regelingen in andere zin verder te veranderen. Het is dus niet zo dat op grond van dit plan kan worden geconcludeerd dat het houden van negenentwintig of minder geiten als een hobby kan worden gezien. Dat soort activiteiten blijven nog steeds bedrijfsmatige activiteiten die dus ook niet passen in bijvoorbeeld een woonbestemming of andere bestemmingen dan agrarische bestemmingen.

 

  • 3.2.2

    Algemene regels

Hoofdstuk 2 Algemene regels bestaat uit een tweetal artikelen:

 

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel;

 

Artikel 4 Algemene gebruiksregels.

 

De 'Algemene gebruiksregels' betreft de kern van deze facetbeheersverordening. Deze regeling (artikel 4.1) bevat het verbod voor het uitbreiden van het gebruik of bouwen van bouwwerken (met name stallen) ten behoeve van geitenhouderijen. Uitgezonderd worden die geitenhouderijen die de stalvloeroppervlakte willen vergroten in het kader van dierenwelzijn, mits het aantal vergunde geiten niet worden vergroot.

 

Om de regeling niet te zwaar te maken en te voldoen aan het evenredigheidsbeginsel, kent de algemeen gebruiksregel, naast bovengenoemde uitzondering, ook een afwijkingsmogelijkheid. Die afwijkingsmogelijkheid heeft betrekking op het alsnog kunnen uitbreiden als uit onderzoek onomstotelijk is gebleken dat er geen gezondheidsrisico's zijn voor mensen die in de omgeving verblijven.

 

  • 3.2.3

    Overgangs- en slotregels

In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht is aangesloten bij het Besluit ruimtelijke ordening. Bebouwing die niet voldoet aan de regels van is onder het overgangsrecht gebracht.

 

Tot slot bevat hoofdstuk 3 de slotregel waarin is aangegeven hoe de facetbeheersverordening kan worden aangehaald.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Een beheersverordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Uit de Wet ruimtelijke ordening volgt dat, in tegenstelling tot de vaststelling van een bestemmingsplan, bij een beheersverordening geen uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is. Daarnaast is op basis van de Algemene wet bestuursrecht de reguliere voorbereidingsprocedure eveneens niet van toepassing op de vaststelling van een beheersverordening. Het gemeentebestuur kan echter ervoor kiezen om voorafgaand aan de vaststelling van een beheersverordening de gemeentelijke inspraakverordening toe te passen. In het geval van deze beheersverordening is daar niet voor gekozen.

Regels  

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

  • 1.1

    beheersverordening:

    de beheersverordening Geitenhouderijen 2023, met identificatienummer NL.IMRO.0014.BV004Geitenhoud23- van de gemeente Groningen;

     

  • 1.2

    beheersverordeningsgebied:

    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

     

  • 1.3

    bestaand:

    • 1.

      het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;

    • 2.

      het onder 1° bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;

  • 1.4

    geitenhouderij:

    het houden van 20 geiten of meer.

Artikel 2 Relatie- en reikwijdtebepaling

  • 1.

    Deze beheersverordening omvat een aanpassing van de regels van de beheersverordeningen als genoemd in Bijlage 1 bij de regels (Beheersverordeningen waarop de verordening van toepassing is) in de gemeente Groningen. De regels van de in Bijlage 1 bij de regels genoemde beheersverordeningen blijven gelden, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van regels de regels van deze facetbeheersverordening voorgaan.

  • 2.

    Deze facetregeling ziet uitsluitend op de gezondheidsrisico's voor mensen en heeft niet tot doel de bestemmingen uit onderliggende beheersverordeningen te verruimen of verder in te perken.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

  • 4.1.

    Verbod

    In afwijking van het gestelde in de beheersverordeningen die zijn genoemd in Bijlage 1 bij deze regels is het gebruik van gronden en gebouwen voor geitenhouderijen, niet zijnde bestaande geitenhouderijen, en het bouwen ten behoeve hiervan niet toegestaan. Hieronder wordt in ieder geval begrepen:

    • 1.

      nieuwvestiging van geitenhouderijen, al dan niet als neventak bij een (agrarisch) bedrijf;

    • 2.

      het uitbreiden van een bestaande geitenhouderij, door het aantal met één of meer geiten dat wordt gehouden te vergroten.

  • 4.2

    Omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels

    • a.

      Het bevoegd gezag kan van het verbod in lid 4.1 afwijken met een omgevingsvergunning indien uit onderzoek in voldoende mate is gebleken dat gezondheidsrisico's voor de gezondheid van personen die verblijven in nabij gelegen functies, zijn uit te sluiten.

    • b.

      Het bevoegd gezag betrekt bij het al dan niet verlenen van de vergunning in ieder geval:

      • 1.

        de afstand van de geitenhouderij tot bestaande of geprojecteerde woonfuncties of andere gevoelige verblijffuncties;

      • 2.

        een advies van de GGD of andere onafhankelijke deskundige zo lang er geen algemene nieuwe inzichten zijn.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

  • 5.1

    Overgangsregels bouwwerken

    • a.

      Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van die verordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

      • 1.

        gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

      • 2.

        na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

    • b.

      Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.

    • c.

      Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende verordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van die verordening.

  • 5.2

    Overgangsregels gebruik

    • a.

      Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

    • b.

      Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met die verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

    • c.

      Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

    • d.

      Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die verordening.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van de beheersverordening Geitenhouderijen 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2023 .

burgemeester,

Koen Schuiling

griffier,

Josine Spier

Bijlagen bij de regels  

Bijlage 1 Beheersverordeningen waarop de verordening van toepassing is

 

naam

IMRO-identificatienummer

datum vaststelling

Beheersverordening Buitengebied Haren

NL.IMRO.0017.BVBG13BEHE-VA01

24-06-2013

Beheersverordening Haren - Noord

NL.IMRO.0017.BVHN13BEHE-VA01

24-06-2013

Komplan Haren

NL.IMRO.0017.BVHC13BEHE-VA-02

24-06-2013

Bedrijvenpark Nesciolaan

NL.IMRO.0017.BVHNP15BEHE-VA01

26-05-2015

Haren - Midden Herziening 2014

NL.IMRO.0017.BVHM14BEHE-VA01

26-05-2014

Felland

NL.IMRO.0017.BVHF13BEHE-VA02

24-06-2014

Beheersverordening Haren - Oosterhaar

NL.IMRO.0017.BVHO13BEHE-VA01

28-10-2013

Beheersverordening Glimmen

NL.IMRO.0017.BVG13BEHE-VA01

24-06-2013

Beheersverordening Noordlaren

NL.IMRO.0017.BVN15BEHE-VA02

14-12-2015

Beheersverordening Paterswoldsemeer

NL.IMRO.0017.BVP13BEHE-VA01

24-06-2013

Beheersverordening Zuidlaarderweg 75 te Noordlaren

NL.IMRO.0017.ZW518BEHE-VA01

24-09-2018

Waterbedrijf Haren

NL.IMRO.0017.BVBG17BEHE-VA01

27-03-2017