Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Zeeland

Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Zeeland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingMandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2023
CiteertitelMandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2023
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet veiligheidsregio’s
  2. Wet gemeenschappelijke regelingen
  3. Algemene wet bestuursrecht
  4. Wet open overheid
  5. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-12-2023nieuwe regeling

30-11-2023

bgr-2023-1195

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2023

Het dagelijks bestuur successievelijk de voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland;

 

overwegende dat:

 

Veiligheidsregio Zeeland zorg draagt voor de uitvoering van de taken als genoemd in de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021;

 

dat het werken volgens het uitgangspunt van de ordeningsprincipes bijdraagt aan een effectieve en efficiënte taakuitvoering;

 

dat het waar mogelijk mandateren van bevoegdheden als methode wordt gehanteerd om bij te dragen aan het voeren van een effectief en efficiënt bestuur, met inachtneming van daarbij te stellen regels;

 

dat uit een evaluatie van de vigerende Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2015 is gebleken dat het gewenst is om die regeling te wijzigen;

 

gelet op de Wet veiligheidsregio’s, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet open overheid en de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2021;

 

b e s l u i t :

 

  • a.

    de Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2015 in te trekken;

  • b.

    de Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2023 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarbij behorende bijlagen wordt verstaan onder:

  • a.

    VRZ: Veiligheidsregio Zeeland;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen als bedoeld in artikel 10:1 Awb;

  • d.

    Ondermandaat: de door de mandaatgever aan de gemandateerde verleende bevoegdheid om het mandaat door te mandateren aan een derde;

  • e.

    Mandaatgever: het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zeeland;

  • f.

    Volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • g.

    Gemandateerde: de directeur;

  • h.

    Ondergemandateerde: de functionaris waaraan door de mandaatgever een bevoegdheid is toegekend;

  • i.

    Ondergeschikte: een ambtenaar in dienst van Veiligheidsregio Zeeland;

  • j.

    Ambtenaar: ambtenaar in de zin van de CAR (-UWO) Veiligheidsregio’s en de werknemer als bedoeld in de CAR (-UWO) Veiligheidsregio’s;

  • k.

    Opdracht: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer ondernemers en Veiligheidsregio Zeeland als aanbestedende dienst is gesloten en betrekking heeft op de uitvoering van werken, de levering van producten of de levering van diensten;

  • l.

    Werken: alle bouwkundige of civieltechnische werken, in hun geheel ertoe bestemd om als zodanig een economische of technische functie te vervullen;

  • m.

    Levering: elke schriftelijke overeenkomst met een leverancier voor aankoop, leasing, huur of het in huurkoop nemen (met of zonder koopoptie) van producten;

  • n.

    Diensten: iedere overeenkomst op het gebied van dienstverlening, die niet kan worden beschouwd als opdracht voor levering of werken.

In voorkomende gevallen en voor zover niet nader genoemd, zijn de begripsomschrijvingen bedoeld in de CAR (-UWO) Veiligheidsregio’s van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Bevoegdheid

  • 1.

    Mandaat (of volmacht) wordt verleend aan de directeur zoals vermeld op het bij dit besluit behorende mandaatregister;

  • 2.

    De uitoefening van het mandaat wordt beperkt door de grenzen van het geformuleerde beleid, richtlijnen en instructies;

  • 3.

    Het mandaat of de volmacht strekt uitsluitend tot het genoemde onderwerp;

  • 4.

    De directeur heeft de bevoegdheden om het aan hem verleende mandaat als bedoeld in lid 1 over te dragen aan een ondergeschikte (ondermandaat);

  • 5.

    De overgedragen bevoegdheden als bedoeld in lid 4 worden bijgehouden in een ondermandaatregister, dat jaarlijks door de directeur aan het dagelijks bestuur ter kennisname wordt aangeboden;

  • 6.

    De bevoegdheid van de gemandateerde wordt voorbehouden aan het dagelijks bestuur, als de bevoegdheid zou moeten worden uitgeoefend ten aanzien van hemzelf;

  • 7.

    De bevoegdheid van een ondergemandateerde wordt voorbehouden aan de gemandateerde, indien de bevoegdheid zou moeten worden uitgeoefend ten aanzien van hemzelf;

  • 8.

    Ten aanzien van de bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hierin in de begroting moet zijn voorzien. Uitvoering van mandaat vindt plaats binnen de vigerende financiële bepalingen en regelingen;

  • 9.

    Indien van de mandaatbevoegdheid een onjuist gebruik wordt gemaakt, dan kan de mandaatgever een mandaatbevoegdheid intrekken of wijzigen;

  • 10.

    De gemandateerde of ondergemandateerde kan worden vervangen op de wijze zoals is vermeld in de vigerende Organisatieverordening Veiligheidsregio Zeeland.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    Ondermandaat wordt uitsluitend verleend aan een ondergeschikte indien de aard van de bevoegdheid in verhouding staat tot de functionele positie van de ondergeschikte;

  • 2.

    De directeur kan de door hem toegekende ondermandaten, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, intrekken;

  • 3.

    De ondergemandateerde informeert te allen tijde degene van wie hij het ondermandaat heeft verkregen bij het gebruikmaken van zijn ondergemandateerde bevoegdheden, behoudens afwijkende onderlinge afspraken;

  • 4.

    De ondergemandateerde kan het aan hem verleende ondermandaat verder ondermandateren, voor zover dit in deze regeling nadrukkelijk is bepaald.

Artikel 4 Afwezigheid van directeur

  • 1.

    Bij afwezigheid van de directeur beschikken de managers over zijn bevoegdheden, mits dit naar het oordeel van de managers in het belang is te achten van VRZ, in de volgende volgorde:

    • a.

      de manager brandweerzorg;

    • b.

      de manager risico- en crisisbeheersing;

    • c.

      de manager bedrijfsvoering.

  • 2.

    De manager informeert te allen tijde de directeur over de wijze waarop van deze bevoegdheden gebruik is gemaakt.

Artikel 5 Intrekken ondermandaat door manager

  • 1.

    De (onder)mandaatgever kan het in Bijlage 1 omschreven ondermandaat van een ondergemandateerde in zijn eenheid intrekken, als dit naar zijn oordeel in het belang van VRZ is te achten;

  • 2.

    De (onder)gemandateerde informeert de (onder)mandaatgever onverwijld in de gevallen waarin hij tot intrekking, zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, heeft besloten.

Artikel 6 Volmacht en optreden in rechte

  • 1.

    Ambtenaren en niet-ondergeschikten kunnen worden gevolmachtigd om in naam van Veiligheidsregio Zeeland privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • 2.

    In bestuursrechtelijke geschillen kunnen ambtenaren worden aangewezen om het bestuursorgaan in rechte te vertegenwoordigen, waarbij de volgende voorwaarden en beperkingen gelden:

    • a.

      De ambtelijke inbreng bij de rechtbank, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep of de Centrale Raad van Beroep voor het Bedrijfsleven bestaat uit het toelichten van het standpunt van het bestuursorgaan;

    • b.

      In procedures waarin een verweerschrift is ingediend als bedoeld in artikel 8:42, lid 1 Awb bestaat de ambtelijke inbreng uit het toelichten van het verweerschrift;

    • c.

      De ambtenaar is bevoegd om mee te werken aan comparitie van partijen.

Artikel 7 Ondertekening

  • 1.

    Een in mandaat of volmacht ondertekend besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

  • 2.

    Tenzij in dit besluit of in de daarbij behorende bijlagen anders is bepaald, strekken de mandaten mede tot ondertekening van besluiten c.q. correspondentie.

  • 3.

    Een door de gemandateerde of ondergemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever.

  • 4.

    Bij ondertekening van het mandaat ondertekent de gemandateerde op de volgende wijze:

    • Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zeeland,

    • Namens deze,

    • De directeur,

    • [Naam]

    • [handtekening]

  • 5.

    Bij uitoefening van het ondermandaat ondertekent de ondergemandateerde op de volgende wijze:

    • Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zeeland,

    • Namens deze,

    • De directeur,

    • Voor deze,

    • [Functie ondergemandateerde]

    • [Naam ondergemandateerde]

    • [handtekening]

  • 6.

    Bij uitoefening van volmacht ondertekent de gevolmachtigde op de volgende wijze:

    • De voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland,

    • Namens deze,

    • [Functie gevolmachtigde]

    • [Naam gevolmachtigde]

    • [handtekening]

Artikel 8 Uitgesloten van mandatering en ondermandatering

  • 1.

    Geen mandaat wordt verleend van de bevoegdheid tot:

    • a.

      het beslissen op een bezwaar aan degene die het primaire besluit krachtens mandaat heeft genomen;

    • b.

      het geven van een oordeel over klachten;

    • c.

      het vaststellen van beleidsregels;

  • 2.

    Geen ondermandaat wordt verleend van de bevoegdheid tot het:

    • a.

      besluiten over en

    • b.

      verstrekken van informatie over bestuursgevoelige en organisatiegevoelige zaken;

  • 3.

    Geen mandaat wordt verleend aan personen die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever (niet-ondergeschikten).

Artikel 9 Bezwaar

Tegen een besluit genomen krachtens mandaat en ondermandaat kan schriftelijk bezwaar worden ingediend bij het bevoegde bestuursorgaan.

Artikel 10  

Daar waar in deze regeling “hem” of “zijn” is vermeld kan ook “haar” of anderszins worden gelezen.

Artikel 11 Slotbepaling

In alle gevallen waarin deze Regeling niet voorziet beslist het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zeeland.

Artikel 12 Evaluatie

Deze regeling wordt minimaal 1 maal per 4 jaar (per beleidscyclus) geëvalueerd of zoveel eerder wanneer daartoe aanleiding bestaat.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2023.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 11 december 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 30 november 2023.

De voorzitter,

H.J.A. van Merrienboer

De secretaris,

J. Gaemers

Bijlage 1: Mandaat- en ondermandaatregister behorende bij Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland 2023

De uitoefening van de in deze bijlage genoemde bevoegdheden vindt steeds plaats binnen de kaders van de vigerende wetten, gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland, begroting, regeling budgethouders, financiële verordening, rechtspositieregeling, het inkoopbeleid en alle overige relevante regelingen.

Artikel 3, lid 3 op pagina 3 is hierna steeds van toepassing, tenzij anders is bepaald.

Alle bevoegdheden die door de directeur via de managers zijn ondergemandateerd aan de teamleiders worden door de directeur rechtstreeks ondergemandateerd aan de teamleider directiestaf.

 

Mandaatbevoegdheid directeur

Ondermandaat aan

Ondermandaat aan

Specifieke bepalingen

1.

Algemeen

1.1

Het sluiten en ondertekenen van overeenkomsten m.b.t. het onderhoud van de bij VRZ in gebruik zijnde (on)roerende zaken.

manager bedrijfsvoering

manager brandweerzorg

teamleider facilitair

teamleider mtl

Indien van toepassing een en ander conform de afgesproken dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de gemeente.

1.2

Het sluiten en ondertekenen van overeenkomsten m.b.t. de levering van diensten c.q. faciliteiten t.b.v. VRZ (kantoorbenodigdheden c.a.).

managers

teamleiders

1.3

Het sluiten en ondertekenen van overeenkomsten m.b.t. levering van goederen.

managers

teamleiders

1.4

Het beoordelen van verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet open overheid.

directiesecretaris

1.5

Het verstrekken van informatie, niet zijnde een bestuurlijke aangelegenheid en niet zijnde operationele informatie tijdens een incident, ten aanzien van de onder het organisatieonderdeel ressorterende aangelegenheden.

managers

Daar waar onderwerpen crisisbeheersing betreffen is inschakelijking van de veiligheidsdirectie aan de orde.

1.6

Het verzorgen van aangiften van schade bij verzekeringsmaatschappij.

manager bedrijfsvoering

teamleider facilitair

Bestuur informeren bij een schadebedrag > € 50.000,--.

1.7

Het doorgeven van mutaties in verzekerde objecten aan verzekeringsmaatschappijen.

manager bedrijfsvoering

teamleider facilitair

2.

Uitvoering van taken overeenkomstig de vigerende gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland

2.1

Het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises.

manager risico- en crisisbeheersing

Inventarisatie wordt periodiek ter kennis gebracht aan het bestuur, door tussenkomst van de veiligheidsdirectie (bijvoorbeeld t.b.v. risicoprofiel, nieuwe risico’s en BRZO-rapportages).

2.2

Het adviseren van het bevoegd gezag over risico's van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald.

manager risico- en crisisbeheersing

teamleider risicobeheersing

2.3

Het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de brandweerzorg.

manager brandweerzorg

2.4

Het voorbereiden op de bestrijding van branden.

manager brandweerzorg

2.5

Het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing.

manager risico- en crisisbeheersing

teamleider risicobeheersing

Voor de teamleider risicobeheersing, voor zover dit is opgenomen in het jaarplan van het team risicobeheersing.

2.6

Het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel (dit betreft voertuigen).

manager bedrijfsvoering

manager brandweerzorg

teamleider facilitair

teamleider mtl

2.7

Het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing.

manager bedrijfsvoering manager risico- en crisisbeheersing

2.8

Het adviseren bij evenementenvergunningen.

manager risico- en crisisbeheersing

teamleider risicobeheersing

teamleider crisisbeheersing

Uitgebrachte adviezen worden periodiek ter kennis gebracht aan de veiligheidsdirectie, voor zover daarover niet door de taakgroep grote evenementen wordt geadviseerd.

2.9

Het openen van nieuwe brandweerposten en het sluiten van bestaande brandweerposten.

Gebruikmaking van dit mandaat dient te worden gemeld in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur.

2.10

Het aanwijzen van een inrichting als bedrijfsbrandweerplichtig.

manager risico- en crisisbeheersing

Zoals bedoeld in artikel 31, lid 1 Wet veiligheidsregio’s.

3.

Financiële bevoegdheden

3.1

Het doen van uitgaven binnen de begroting en vastgestelde budgetten en aangaan van financiële verplichtingen.

managers

teamleiders, projectleiders, clustercommandanten en programmamanagers

3.2

Het verlenen van vergoedingen voor:

  • -

    Vervanging

  • -

    Overwerk

  • -

    Reis- en verblijfkosten

  • -

    Schade aan kleding of uitrusting

  • -

    Verplaatsingskosten

managers

teamleiders en clustercommandanten

Van toepassing op het onder directe leiding staande personeel.

Voor het verlenen van deze vergoedingen aan de directeur is de voorzitter van het bestuur bevoegd.

3.3

Het toewijzen van budgetten.

3.4

Het verwerven van subsidies van andere overheden en voor het organisatieonderdeel bestemde specifieke uitkeringen.

managers

programmamanagers

Met uitzondering van subsidie voor Europese projecten. Dit is voorbehouden aan de directeur.

3.5

Het verwerven van andere inkomsten.

managers

teamleiders, projectleiders, programmamanagers

3.6

Uitvoeringsbevoegdheid met betrekking tot verordeningen ex art. 212 en 213 Gemeentewet, vastgesteld door het bestuur van Veiligheidsregio Zeeland.

managers

teamleiders, projectleiders

4.

Rechtsgedingen, bezwaar, beroep.

4.1

Het nemen van conservatoire maatregelen.

Gebruikmaking van dit mandaat dient te worden gemeld in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur.

4.2

Het voeren van rechtsgedingen in eerste aanleg, kort geding en voeging in strafzaken.

Gebruikmaking van dit mandaat dient te worden gemeld in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur.

4.3

Het maken van bezwaar resp. instellen van beroep, indien ingevolge wettelijk voorschrift een dergelijk recht aan het dagelijks bestuur toekomt.

Gebruikmaking van dit mandaat dient te worden gemeld in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur.

4.4

Het nemen van een besluit tot verdaging van te nemen beschikking op bezwaarschriften.

Gebruikmaking van dit mandaat dient te worden gemeld in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur.

5.

Organisatie

5.1

Inrichting van organisatie-eenheden binnen de hoofdstructuur.

managers

5.2

Uitbesteding van werkzaamheden aan externe organisaties.

managers

teamleiders, projectleiders, programmamanagers

Betreft aanvragen van advies en eenmalige verzoeken.

5.3

Het openstellen van vacatures voor personeel.

managers

teamleiders

5.4

Het inhuren van tijdelijk personeel.

managers

teamleiders, programmamanagers

6.

Personeel

6.1

Het aannemen van personeel, m.u.v. de directeur.

managers

teamleiders

6.2

Het verlenen van eervol ontslag of beëindigen van een arbeidsovereenkomst.

managers

teamleiders

6.3

Het aanstellen van de Operationeel Leider.

6.4

Het aanstellen van de AC Brandweerzorg, HOVD Brandweer en OVD Brandweer.

manager brandweerzorg

6.5

Het aanstellen van alle functionarissen in de crisisorganisatie, met uitzondering van de functionarissen in Brandweer Zeeland.

manager risico- en crisisbeheersing

6.6

Het vaststellen van functiebeschrijvingen.

6.7

Het opleggen van de verplichting om in het belang van de dienst tijdelijk ander werk te verrichten/tijdelijke werkzaamheden te verrichten buiten de geldende werktijden/zich ter beschikking houden buiten de vastgestelde werktijden.

managers

teamleiders

6.8

Het opleggen van de verplichting om in tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden andere werkzaamheden te verrichten dan die welke hij gewoonlijk verricht.

managers

Iedere manager t.a.v. de medewerkers in zijn eenheid.

De voorzitter is bevoegd voor wat betreft de directeur en de directeur publieke gezondheid.

6.9

Het toekennen van de functierang.

managers

teamleiders

6.10

Het toekennen van de uitlooprang.

6.11

Het invullen van vacatures binnen de vastgestelde formatie.

managers

teamleiders

6.12

Het verlenen van verlof.

managers

teamleiders

clustercommandanten

6.13

Het verlenen van een jubileumgratificatie.

managers

teamleiders

6.14

Disciplinaire straffen, met uitzondering van niet eervol ontslag als bedoeld in de CAR

(-UWO) Veiligheidsregio’s.

6.15

Het afnemen van de eed, c.q. de verklaring en belofte, in het kader van het vigerende integriteitsbeleid.

manager brandweerzorg

manager risico- en crisis- beheersing

clustercommandanten

manager risico- en crisisbeheersing voor de piketfunctionarissen in de crisisorganisatie.

6.16

Het toekennen van een arbeidsmarkttoelage.

7.

Privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht)

7.1

Volmacht voor het ondertekenen van privaatrechtelijke overeenkomsten e.d. anders dan notariële akten.

Bevoegde bestuursorgaan is de voorzitter.

8.

Ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen

8.1

Beslissen op verzoeken om ontheffing van het verbod om gevaarlijke stoffen te vervoeren als bedoeld in de Mandaatregeling ontheffingsverlening routering gevaarlijke stoffen.

manager risico- en crisisbeheersing

teamleider risicobeheersing

Mandaat is verleend door het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente. Ondertekening geschiedt als volgt:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [naam gemeente],

Namens deze,

De teamleider risicobeheersing,

[naam]

[handtekening]

 

 

Mandaatbevoegdheid directeur

Ondermandaat aan

Ondermandaat aan

Ondermandaat aan

Specifieke bepalingen

9.

Inkoop algemeen

9.1.

Goederen en diensten inkopen.

managers

teamleiders, programmamanagers, projectleiders

medewerkers VRZ tot 1.000,-- euro, incl. btw

budgethouders VRZ 100.000,-- euro, incl. btw

10.

Directiemutaties en de Kamer van Koophandel

10.1

Directiemutaties melden aan Kamer van Koophandel voor het Handelsregister.

directiesecretaris

juridisch adviseur directiestaf

11.

Risicobeheersing

11.1

  • a.

    Het inventariseren van risico’s, branden en crises;

  • b.

    het adviseren van het bevoegd gezag over de risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan van VRZ en het beleidsplan risicobeheersing zijn bepaald;

  • c.

    het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, voor zover dit tot het takenpakket van het team risicobeheersing behoort;

  • d.

    het adviseren bij evenementenvergunningen, voor zover daarover niet door de Taakgroep Grote Evenementen (TGE) wordt geadviseerd;

  • e.

    het schriftelijk communiceren naar bedrijven inzake de bevindingen door functionarissen van het team risicobeheersing bij wettelijke controles bij deze bedrijven, alsmede het daarbij zo nodig verzoeken om binnen een termijn alsnog aan de wetgeving te voldoen, zoals handhavingsbrieven.

manager risico- en crisisbeheersing

teamleider risicobeheersing

12.

Bijzondere motorvoertuigen VRZ en Belastingdienst

12.1

  • a.

    Het regelen van de tenaamstelling bij de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW);

  • b.

    het bij de Belastingdienst verzoeken om vrijstelling van de verplichting tot betaling van en teruggave van reeds betaalde Motorrijtuigenbelasting.

  • c.

    het bij de Belastingdienst regelen van de BPM-aangifte, inclusief vrijstelling van de verplichting tot betaling van de BPM en teruggave van reeds betaalde BPM;

  • d.

    het bij de Belastingdienst regelen van de mutaties van bijzondere motorvoertuigen, zodra deze niet meer voldoen aan de voor Motorrijtuigenbelasting en/of BPM geldende vrijstellingscriteria en afstoting van de voertuigen.

manager bedrijfsvoering

teamleider facilitair

13.

Whitelist-procedure motorvoertuigen

13.1

Het in het kader van het landelijke project Whitelist- voorrangsvoertuigen voor de betreffende voertuigen van VRZ:

  • a.

    landelijk centraal aanmelden van het VRZ-voertuigenpark;

  • b.

    beheer van het VRZ-onderdeel van de Whitelist;

  • c.

    beoordelen van door VRZ-voertuigen begane snelheidsoverschrijdingen met 30 km of meer per uur en het informeren van de direct leidinggevende van de chauffeur.

manager bedrijfsvoering

teamleider facilitair

14.

hrm-zaken voor de teamleider hrm

14.1

Het:

  • a.

    verstrekken van voorschotten op het salaris aan personeel;

  • b.

    uitbetalen van Individueel Keuze Budget (IKB) aan personeel;

  • c.

    opnieuw berekenen van bezoldiging i.v.m. ziekte van personeel.

manager bedrijfsvoering

teamleider hrm

15.

hrm-zaken voor de managers en teamleiders

15.1

Het in afstemming met de naast hogere leidinggevende besluiten over het:

  • a.

    (tijdelijk) aanstellen van vast personeel, voor zover het bij de teamleiders gaat om personeel in het betreffende team en voor zover het bij de managers gaat om clustercommandanten en teamleiders in de betreffende eenheid;

  • b.

    verlenen van eervol ontslag op eigen verzoek aan personeel in het team van de betreffende teamleider en aan cluster-commandanten en teamleiders in de betreffende eenheid van de manager;

  • c.

    verlenen van bevallings- en ouderschapsverlof aan personeel;

  • d.

    verlenen van studiefaciliteiten aan personeel conform het door de directie vastgestelde opleidingsplan voor dat jaar.

managers

teamleiders

Het aannemen vindt plaats door het naast hogere echelon.

16.

hrm-zaken voor de clustercommandanten

16.1

Het:

  • a.

    in tijdelijke dienst nemen van vrijwillig brandweerpersoneel;

  • b.

    buiten operationele dienst plaatsen van vrijwillig personeel brandweer wegens ziekte, medische of conditionele ongeschiktheid, of wegens het niet tijdig succesvol afronden van de PPMO-test;

  • c.

    na een tijdelijke buitendienstplaatsing weer in operationele dienst plaatsen van vrijwillig personeel brandweer;

  • d.

    aanwijzen van brandweervrijwilligers in de functies zoals duiker, (plaatsvervangend) duikploegleider, (plaatsvervangend) ploegleider, chauffeur en overige specialisaties, rekening houdend met de budgettaire kaders;

  • e.

    verzoeken aan werkgevers van brandweervrijwilligers om toestemming in verband met het uitreiken van een Koninklijke Onderscheiding;

  • f.

    verklaren dat vrijwillig personeel brandweer geoefend is om BHV-taken uit te voeren en vrijgesteld wordt van BHV-opleidingen;

  • g.

    uitbetalen van Individueel Keuze Budget (IKB) aan vrijwillig personeel brandweer (betreft sport, fiets, vakbond, uitruil, etc.);

  • h.

    verlenen van eervol ontslag op verzoek van vrijwillig personeel brandweer, waarbij de manager wordt geïnformeerd;

  • i.

    afnemen van de eed c.q. verklaring en belofte in het kader van het vigerende integriteitsbeleid voor de inhaalslag ambtseed in 2023 en 2024.

manager brandweerzorg

clustercommandanten

Artikel 3, lid 3 op pagina 3 is hier niet van toepassing.

17.

AG-5-declaraties opleiden en oefenen

17.1

Het beoordelen en afwikkelen van AG-5-declaraties opleiden van het personeel van Brandweer Zeeland.

manager brandweerzorg

teamleider vakbekwaamheid

coördinator opleiden team vakbekwaamheid

Artikel 3, lid 3 op pagina 3 is hier niet van toepassing.

17.2

Het beoordelen en afwikkelen van AG-5-declaraties oefenen van het personeel van Brandweer Zeeland.

manager brandweerzorg

teamleider vakbekwaamheid

coördinator oefenen

team vakbekwaamheid

Artikel 3, lid 3 op pagina 3 is hier niet van toepassing.

18.

Aangifte bij Politie

18.1

Het doen van aangifte bij Politie namens Veiligheidsregio Zeeland bij dreiging en geweld tegen hulpverleners van Veiligheidsregio Zeeland tijdens en vanwege de uitoefening van hun werkzaamheden.

directiesecretaris

juridisch adviseur directiestaf

Nadat hij van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt zal de juridisch adviseur directiestaf de voorzitter, de directeur en de directiesecretaris informeren, alsmede over het proces van de strafvervolging door het Openbaar Ministerie en de besluitvorming van de rechterlijke macht.