Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2024 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 23-11-2023 | 1418255/1266163 |
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van 10 oktober 2023;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste tot en met vierde lid, en zesde lid, 2.1.4a eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 149 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein;
vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2024.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen en afkortingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking én daadwerkelijk beschikbaar is én een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de client in staat is tot zelfredzaamheid of participatie én financieel gedragen kan worden met een inkomen op minimumniveau;
bestedingsplan pgb: een aanvraag voor een pgb wordt ingediend door middel van het format ‘bestedingsplan pgb’. In het bestedingsplan pgb motiveert de cliënt waarom hij een pgb wenst en vermeldt de cliënt welke ondersteuning hij wil inkopen voor het beschikbare budget, het bedrag dat per ondersteuner besteed gaat worden en welke resultaten hij hiermee wil bereiken;
woning: een woonruimte bestemd en geschikt voor permanente bewoning en waarbij naast een eigen toegang ook geen wezenlijke woonfuncties, zoals woon- en slaapruimte, was en kookgelegenheid en toilet met andere woningen worden gedeeld. Hieronder begrepen een woonschip en een woonwagen mits bestemd voor permanente bewoning;
Het college doet zo snel mogelijk onderzoek naar aanleiding van de melding. Het college doet dit onderzoek in samenspraak met de cliënt door of namens wie de melding is gedaan, dan wel met diens vertegenwoordiger en waar mogelijk en gewenst met de mantelzorger, familie en deskundigen. Het onderzoek betreft, voor zover nodig:
de mogelijkheden van de cliënt om op eigen kracht, met algemeen gebruikelijke voorzieningen, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden van de cliënt om met een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden van de cliënt om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
De cliënt of zijn vertegenwoordiger en de relevante huisgenoten in het kader van gebruikelijke hulp verschaffen het college de gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. Daarnaast verlenen zij medewerking aan het uitvoeren van het onderzoek.
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag om maatschappelijke ondersteuning dit vereist.
Als uit het ondersteuningsplan blijkt dat de ondersteuningsbehoefte van de cliënt gericht is op begeleiding, dagbesteding of kortdurend verblijf als bedoeld in de artikelen 3.4 tot en met 3.6, dan moet de cliënt hiervoor samen met de beoogde zorgaanbieder een zorgplan opstellen. De cliënt en zorgaanbieder ondertekenen het zorgplan digitaal en sturen dat uiterlijk binnen 14 dagen terug naar het college.
Artikel 2.8 Inhoud beschikking
HOOFDSTUK 3 MAATWERKVOORZIENINGEN
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en een cliënt die vanwege huiselijk geweld of om een andere reden de thuissituatie heeft verlaten, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening in de vorm van beschermd wonen of opvang ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, als de cliënt de problemen niet kan verminderen of wegnemen door gebruik te maken van:
De maatwerkvoorziening, als bedoeld in het vierde lid, levert een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Een cliënt komt alleen in aanmerking voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming voor zover dit een passende bijdrage levert aan de zelfredzaamheid en participatie. De financiële tegemoetkoming kan alleen worden verstrekt voor de kosten van verhuizing én wordt alleen verstrekt als het college het primaat verhuizen heeft opgelegd als bedoeld in artikel 3.8, derde lid. De hoogte is gebaseerd op marktonderzoek naar de kosten voor verhuizing en wordt in nadere regels opgenomen.
Artikel 3.3 Voorwaarden en weigeringsgronden
Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is ter vervanging van een eerder door het college verstrekte voorziening, wordt deze alleen verstrekt als de eerder verstrekte voorziening technisch is afgeschreven, tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen.
Artikel 3.7 Aanvullende criteria voor hulp bij het huishouden
Hulp bij het huishouden wordt alleen ingezet in woonruimten die nodig zijn voor het normale gebruik van de woning én die daadwerkelijk in gebruik zijn. Onder normaal gebruik van de woning wordt verstaan het gebruik kunnen maken van een schone woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimtes en gang/trap/overloop.
Artikel 3.8 Aanvullende criteria voor woningaanpassingen
Als de verwachte kosten voor het aanpassen van de woning hoger zijn dan € 10.000,--, wordt eerst beoordeeld of het voor de cliënt een passende oplossing is om te verhuizen naar een geschikte woning of een makkelijker geschikt te maken woning. Als dat het geval is, kan het college het primaat verhuizen opleggen. Dat betekent dat het verstrekken van een voorziening voor verhuizing voorrang heeft op het aanpassen van de huidige woning.
Artikel 3.9 Aanvullende criteria voor een rolstoelvoorziening
In aanvulling op artikel 3.2 en 3.3 kan een cliënt in aanmerking komen voor een rolstoel als de cliënt voor zijn alledaagse verplaatsingen in en om de woning hierop is aangewezen.
Artikel 3.10 Aanvullende criteria voor vervoersvoorzieningen
In aanvulling op artikel 3.2 en 3.3 kan een cliënt in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening voor collectief vervoer wanneer hij het openbaar vervoer niet kan bereiken en/of gebruiken en geen gebruik kan maken van algemene vervoersdiensten. De maatwerkvoorziening collectief vervoer betreft een vervoerspas voor reizen met de Regiotaxi tegen een gereduceerd tarief.
Bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening voor vervoer wordt alleen rekening gehouden met verplaatsingen ten behoeve van maatschappelijke participatie in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, ook wel lokaal vervoer genoemd. Hieronder wordt verstaan een afstand van maximaal 25 kilometer vanaf het woonadres van de cliënt.
De centrumgemeente Delft is bevoegd tot het bepalen van de toegang en het nemen van besluiten ten behoeve van de maatwerkvoorziening beschermd wonen, conform het daartoe vastgesteld beleid van de centrumgemeente Delft, de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde nadere regels en/of beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van deze centrumgemeente.
De centrumgemeente Delft is bevoegd tot het bepalen van de toegang en het nemen van besluiten ten behoeve van de maatwerkvoorziening opvang, conform het daartoe vastgesteld beleid van de centrumgemeente Delft, de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde nadere regels en/of beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van deze centrumgemeente.
HOOFDSTUK 4 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Conform artikel 2.3.6 van de wet verstrekt het college de cliënt desgewenst een pgb als:
de cliënt pgb-vaardig is. Dat wil zeggen dat de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake of met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Voor het pgb geldt het volgende:
het wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering;
Artikel 4.2 Onderscheid professionele en niet-professionele ondersteuning
Van professionele ondersteuning is sprake als de organisatie, zelfstandige zonder personeel of hulpverlener die door de cliënt is ingeschakeld voor de ondersteuning, voldoet aan alle volgende eisen die in het toepasselijke onderdeel staan genoemd:
Er is sprake van een organisatie als:
de organisatie en de medewerkers voldoen aan de kwaliteitseisen die voor de betreffende ondersteuning worden gesteld aan gecontracteerde aanbieders, beschikken over relevante diploma’s die nodig zijn voor de uitoefening van de betreffende taken, en een salaris ontvangen dat daarmee overeenkomstig is;
Er is sprake van een zelfstandige zonder personeel als:
als sprake is van een maatwerkvoorziening voor dagbesteding of kortdurend verblijf beschikt de zelfstandige zonder personeel over een (rolstoel)toegankelijke locatie die geschikt is voor de uit te voeren taken en voldoet aan het Bouwbesluit, brandveiligheidseisen en waar meerdere cliënten tegelijk kunnen verblijven.
Er is sprake van een hulpverlener indien:
als sprake is van een maatwerkvoorziening voor dagbesteding of kortdurend verblijf beschikt de hulpverlener over een (rolstoel)toegankelijke locatie die geschikt is voor de uit te voeren taken en voldoet aan het Bouwbesluit, brandveiligheidseisen en waar meerdere cliënten tegelijk kunnen verblijven.
Voor het leveren van professionele ondersteuning is vereist dat de personen die werkzaam zijn bij een organisatie, de zelfstandige zonder personeel en de hulpverlener beschikt over een Verklaring omtrent het Gedrag die na of maximaal 3 maanden voor indiensttreding bij zijn werkgever of de start van de ondersteuning is afgegeven.
De hoogte van het pgb voor professionele ondersteuning is gelijk aan het tarief voor gecontracteerde ondersteuning in natura, tenzij op basis van het door de cliënt of zijn vertegenwoordiger ingediende bestedingsplan pgb passende en toereikende professionele ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht.
In afwijking van het vorige lid wordt de hoogte van het pgb voor professionele ondersteuning als volgt vastgesteld:
voor begeleiding binnen de resultaatgebieden Sociaal en persoonlijk functioneren, Financiën, Huisvesting en Gezondheid is de hoogte van het pgb gelijk aan de kostprijs per uur die het college is verschuldigd voor gecontracteerde ondersteuning in natura vermenigvuldigd met de omvang van de begeleiding (p x q);
voor begeleiding binnen de resultaatgebieden Sociaal en persoonlijk functioneren, Financiën, Huisvesting en Gezondheid door een zelfstandige zonder personeel: op basis van 80% van de kostprijs per uur die het college is verschuldigd voor gecontracteerde ondersteuning in natura vermenigvuldigd met de omvang van de begeleiding (p x q). Als het pgb onvoldoende is om de begeleiding te kunnen inkopen, wordt het tarief zodanig aangepast dat de begeleiding hiermee bij tenminste één zorgaanbieder kan worden ingekocht. Het pgb bedraagt ten hoogste het pgb voor professionele ondersteuning als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a;
De hoogte van het pgb voor niet-professionele ondersteuning wordt als volgt vastgesteld:
voor dagbesteding, ontmoetingscentra en kortdurend verblijf: op basis van de geldende tarieven voor niet-professionele ondersteuning voor begeleiding. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal uren ondersteuning dat per dagdeel dagbesteding en ontmoetingscentra of per etmaal kortdurend verblijf noodzakelijk is. Het pgb bedraagt ten hoogste het pgb voor professionele ondersteuning als bedoeld in het eerste lid.
De hoogte van het pgb voor een hulpmiddel of woningaanpassing wordt vastgesteld op basis van:
de huurprijs van de goedkoopst passende (tweedehands) voorziening in natura berekend over een periode van 7 jaar of ingeval van een traplift over een periode van 10 jaar. Het pgb tarief is inclusief de kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering. Na de genoemde termijnen kan een technische keuring plaatsvinden om te beoordelen of de voorziening nog adequaat is en of een reparatie of vervanging nodig is;
De hoogte van het pgb voor lokaal vervoer als bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, wordt vastgesteld op basis van de kilometerprijs van het Nibud, Uitgaven Autokosten, uitgaande van de ‘kilometerprijs alleen variabele kosten’ per maand voor een compacte klasse auto, vermenigvuldigd met het aantal benodigde kilometers, uitgaande van maximaal 2400 kilometer per jaar.
Bij maatschappelijke ondersteuning die wordt verleend op basis van een verklaring, als bedoeld in artikel 2ab eerste lid van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, wordt de hoogte van het pgb vastgesteld op basis van een symbolische tegemoetkoming per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk. De hoogte van de symbolische tegemoetkoming bedraagt maximaal 6 uur per kalendermaand niet-professionele ondersteuning op basis van een uurtarief dat gelijk is aan de hoogste periodiek van de salaristabel Hulp bij het Huishouden van de cao VVT, plus de bijbehorende vakantietoeslag en de tegenwaarde van verlofuren, tenzij op grond van de verklaring kan worden volstaan met een lagere tegemoetkoming.
HOOFDSTUK 5 BIJDRAGE IN DE KOSTEN
Artikel 5.1 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura, pgb en een bij verordening aangewezen algemene voorziening bedraagt per maand maximaal het bedrag genoemd in artikel 2.1.4 derde lid en artikel 2.1.4a vierde lid van de wet voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt en zijn echtgenoot samen. De bijdrage is niet hoger dan de kostprijs van de voorziening.
Als de bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd, is de bijdrage verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
HOOFDSTUK 6 TOEZICHT EN HANDHAVING
Artikel 6.1 Nieuwe feiten en omstandigheden
In aanvulling op artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onmiddellijk uit eigen beweging schriftelijk mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 6.2 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 6.3 Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen en pgb’s
Het college onderzoekt periodiek en/of steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan.
Artikel 6.4 Terugbetaling bij verkoop
De cliënt die (mede)eigenaar is van een woning, aan wie op grond van deze verordening een woningaanpassing is toegekend welke heeft geleid tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van vijf jaar na gereed melding van de maatwerkvoorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden.
Artikel 7.2 Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.