Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Gemeente Huizen 2024 |
Citeertitel | Financiële verordening 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Financiële verordening gemeente Huizen 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 09-11-2023 |
De raad van de gemeente Huizen;
in vergadering bijeen op 9 november 2023,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2023;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Gemeente Huizen 2024
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
De raad stelt op voorstel van het college per programma, naast de verplichte indicatoren, relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de beoogde maatschappelijke effecten (outcome) van het gemeentelijke beleid en de te leveren gemeentelijke productie (output) van goederen en diensten.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van het financiële perspectief als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Het college biedt tijdig voor 1 april van het begrotingsjaar aan de raad een nota van uitgangspunten aan over de kaders en uitgangspunten voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden tevens richtlijnen gesteld ten behoeve van de opzet en inhoud van de voorjaarsnota alsmede de begroting en rekening.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
Daarnaast worden bij de voorjaarsnota en bij de (toelichting op de) begroting tevens die zaken toegevoegd die nog niet budgettair vertaald (kunnen) worden maar wel de financiële positie verduidelijken en completeren. De ontwikkelingen binnen de totale financiële positie kennen een rubricering die verwijst naar corresponderende taakvelden en programma’s.
Als het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 11. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 12. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.
Hoofdstuk 4. Financieel beleid
Artikel 14. Waardering en afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa met economisch nut of investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden afgeschreven volgens de termijnen en criteria zoals opgenomen in de bijlage Tabel activering activa bij de Nota van uitgangspunten.
Artikel 17. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, vindt kosten toerekening aan taakvelden plaats op basis van het principe van de integrale kostprijsberekening. Deze toerekening van overhead zal extracomptabel moeten plaatsvinden.
De raad stelt een algemeen overhead percentage vast op basis van de integrale kostprijsberekening. De indirecte kosten, kosten taakveld overhead en renteomslag, worden uitgedrukt in een percentage van de totale directe kosten. Dit percentage wordt jaarlijks voorgelegd bij het raadsvoorstel voorafgaand aan het nieuwe begrotingsjaar en bij raadsbesluit vastgesteld. Dit percentage is tevens van toepassing voor de vennootschapsbelasting.
Artikel 18. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college voorafgaand aan elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college biedt, bij de aanbieding van de begroting, een belastingnota aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt ingegaan op de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen, alsmede de ontwikkelingen en accenten binnen de diverse afzonderlijke belastingen en heffingen en het tarievenbeleid.
Uitgangspunt bij de bepalingen van de gemeentelijke tarieven is een volledige kostendekkendheid onderbouwd door actuele calculaties, inclusief extracomptabel opgenomen kosten voor overhead. Uitzondering hierop zijn die activiteiten die zijn aangewezen in het Besluit Algemeen belang vaststelling Wet Markt en Overheid van de Gemeente Huizen. Een andere uitzondering vormt de onroerende zaakbelasting welke als algemeen dekkingsmiddel geldt.
Artikel 21. Financieringsfunctie
Het verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak; hierbij dient het openbaar belang beargumenteerd te worden. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties bedingt het college indien mogelijk zekerheden.
Artikel 24. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Jaarlijks bij de behandeling van de voorjaarsnota en de begroting wordt ingegaan op aspecten van het weerstandsvermogen in relatie tot de financiële positie en de aan de lopende bedrijfsvoering verbonden risico’s. Bij het niet structureel in evenwicht zijn van de begroting worden door het college, met inachtneming van de componenten uit de weerstandscapaciteit, voorstellen aan de raad gedaan tot het herstellen van het materieel evenwicht.
Het college geeft in een paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken de verhouding aan tussen enerzijds de weerstandscapaciteit bestaande uit elementen als eigen vermogen, langlopende voorzieningen, onbenutte belastingcapaciteit en de ruimte op de begroting, en anderzijds de risico’s en verplichtingen van materieel belang, zoals opgenomen in de risicoparagraaf.
Artikel 25. Onderhoud kapitaalgoederen
Uitgangspunt voor het onderhoud aan kapitaalgoederen in de openbare ruimte is het op peil houden van een volwaardig gebruiksnut en een goede technische staat. Maatgevend voor de perioden waarbinnen de onderhoudsverplichting geldt zijn de termijnen van afschrijving zoals opgenomen in de tabel activering activa bij de nota van uitgangspunten.
Hoofdstuk 6. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 31. Financiële organisatie
Opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan, draagt het college zorg voor:
een regeling met betrekking tot het budgethouderschap met daarin in ieder geval opgenomen de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten en de toekenning van verantwoordelijkheden voor de realisering van inkomsten;
Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het college daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 26 onder f. Daarnaast informeert het college de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.