Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Nadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024
CiteertitelNadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels en beleidsregels subsidiering Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-518741

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Oudewater,

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

  • 1.

    Nadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024” vast te stellen en deze op 1 januari 2024 in werking te laten treden;

In Oudewater willen we dat ieder kind gelijke kansen krijgt, gezond en veilig kan opgroeien en de ruimte krijgt om zijn/haar talenten te ontwikkelen. Om peuteropvang toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk peuters wordt ouders financieel de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van peuteropvang, wanneer er geen recht is op kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. Deze financiële mogelijkheid, ofwel subsidie, noemen we Peuteropvangtoeslag.

 

Kinderen met een (risico op) taalachterstand hebben extra stimulering nodig op het gebied van taal en ontwikkeling. Voorschoolse educatie (verder VE) biedt deze extra stimulering en helpt kinderen om hun kansen te vergroten en een betere start op de basisschool te maken.

 

Door goede samenwerking en aansluiting tussen partners rondom de kinderopvang dragen we er zorg voor dat alle kinderen dichtbij, in de reguliere kinderopvang een plek vinden.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Basisschool: De school of onderwijsinstelling zoals bepaald volgens de Wet op het Primair Onderwijs (WPO);

 

college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater;

 

doelgroeppeuter: Kind van 2,5 jaar tot 4 jaar woonachtig in de gemeente Oudewater met een risico op taalachterstand, vastgesteld door een jeugdarts van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (verder GGD);

 

gemeente: De gemeente Oudewater;

 

houder: Degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en met die onderneming een kinderopvanglocatie exploiteert die staat vermeld in het LRK;

 

inkomensverklaring: een recente officiële verklaring (voorheen IB60) van de Belastingdienst met daarop de inkomensgegevens van de ouders in een bepaald belastingjaar;

 

kinderopvang: Een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang; zoals bedoeld in artikel 1.1. van de wet en opgenomen in het landelijk register kinderopvang;

 

kinderopvangorganisatie: De organisatie waar de peuteropvang deel van uitmaakt;

 

LRK: Landelijk Register Kinderopvang; het register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

 

ouderbijdrage peuteropvang: inkomensafhankelijke vergoeding die ouders, zonder recht op kinderopvangtoeslag, betalen aan de houder van de kinderopvanglocatie;

 

ouderbijdrage VE: jaarlijks geïndexeerde vaste vergoeding die ouders betalen aan de houder van de kinderopvanglocatie.

 

ouders: ouder(s) of verzorger(s) van de peuter;

 

peuter: kind van 2,5 jaar tot 4 jaar woonachtig in de gemeente Oudewater;

 

peuteropvang: kinderopvang met peuterplaatsen en VE-peuterplaatsen;

 

peuteropvangtoeslag: een maandelijkse vergoeding aan ouders van peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag;

 

peuterplaats: plaats voor een peuter vanaf 2,5 jaar tot 4 jaar. De peuter maakt op tenminste één dag per week voor maximaal 5 uur per dag, gedurende 40 schoolweken per jaar, gebruik van de peuterplaats;

 

subsidie voorschoolse educatie (VE): een maandelijkse vergoeding per doelgroeppeuter aan de houder voor de personele inzet (inclusief extra werkzaamheden voor doelgroeppeuters, zoals coaching pedagogisch medewerkers, dossiervorming, extra overleg met ouders en warme overdracht naar de basisschool);

 

voorschoolse educatie (VE): Intensieve educatie voor peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar. De educatie vindt plaats in een voorschoolse voorziening;

 

VE-indicatie: Document afgegeven door de GGD jeugdarts waarop staat dat ouders een kind vanwege een (risico op) taalachterstand aan mogen melden voor VE;

 

VE-peuterplaats: plaats voor doelgroeppeuters van 2,5 jaar tot 4 jaar. De doelgroeppeuter maakt gedurende 60 schoolweken (40 schoolweken per jaar) op tenminste drie dagen per week in totaal 960 uur gebruik van de peuterplaats, met een maximum van 6 uur per dag;

 

VE-programma: een erkend voorschools programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek, en sociaal-emotionele ontwikkeling;

 

VNG: Vereniging Nederlandse Gemeenten;

 

vooruitbetaling: aan het eind van de maand ontvangen ouders een toeslag voor de eerstvolgende maand;

 

Wet: Wet Kinderopvang.

Artikel 2 Wet- en regelgeving

De volgende wet- en regelgeving is van toepassing:

2.1 Landelijke regelgeving

  • Wet op het Primair Onderwijs

  • Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie

  • Wet Kinderopvang

  • Besluit Kwaliteit Kinderopvang

  • Wet op het Onderwijstoezicht

  • Wijzigingswet Wet kinderopvang

  • Algemene wet bestuursrecht (artikelen 4.21 t/m 4.80)

  • Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

  • Besluit Jeugdwet

  • Algemene Verordening gegevensbescherming en Uitvoeringswet AVG

  • Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

  • Wet Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk

  • Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang

2.2 Gemeentelijk beleid en regelgeving

  • Algemene Subsidieverordening gemeente Oudewater

  • Beleidsregels toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang gemeente Oudewater

Artikel 3 Beleidsdoelstelling

Deze nadere regels en beleidsregels omvatten meerdere beleidsdoelen met daarop aansluitende subsidieregelingen.

 

3.1 Bieden van Peuteropvangtoeslag

 

Deze nadere regels en beleidsregels hebben als doel het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor peuters van ouders die geen beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. Hiermee beoogt de gemeente de peuteropvang toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk peuters. Om de peuteropvang aantrekkelijker te maken voor gezinnen met een lager inkomen, is de Peuteropvangtoeslag inkomensafhankelijk.

 

3.2 Uitvoeren van Voorschoolse Educatie

 

Deze nadere regels en beleidsregels hebben tot doel een kwalitatief goed en dekkend aanbod van VE te realiseren. Ouders van doelgroeppeuters worden uitgenodigd subsidie aan te vragen voor een VE-peuterplaats. De gemeente wil met de inzet van VE bereiken dat Oudewaterse doelgroeppeuters zonder achterstand in de (taal)ontwikkeling in groep 1 van het basisonderwijs kunnen starten.

Artikel 4 Doelgroep

Tot de doelgroep behoren peuters in de leeftijd tussen 2,5 en 4 jaar, woonachtig in de gemeente Oudewater.

 

4.1 Peuteropvangtoeslag

Ouders kunnen aanspraak maken op een subsidie voor een peuterplaats als:

 

  • a.

    de peuter niet tot de doelgroep voor VE behoort; en

  • b.

    ouders aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag via de belastingdienst; en

  • c.

    ouders geen inkomen hebben hoger dan € 80.000,- per jaar.

4.2 Voorschoolse Educatie

Peuters komen in aanmerking voor een subsidie voor een VE-peuterplaats als de jeugdarts van de GGD een VE-indicatie afgegeven heeft. De criteria die de jeugdarts hierbij hanteert zijn:

 

  • a.

    de peuter heeft een taalachterstand, veroorzaakt door onvoldoende taalaanbod in het Nederlands in de thuissituatie; en/of

  • b.

    het opleidingsniveau van één of beide ouders is lager dan mbo-3 niveau.

Artikel 5 De subsidieaanvraag door ouders

Subsidieaanvragen kunnen op elk moment, maar uiterlijk 8 weken voor de ingangsdatum, door ouders worden ingediend middels het aanvraagformulier peuteropvangtoeslag of het aanvraagformulier VE.

 

5.1 Peuteropvangtoeslag

 

Bij de aanvraag peuteropvangtoeslag moeten de volgende gegevens worden aangeleverd:

 

  • a.

    het ingevulde en van een datum voorziene aanvraagformulier; en

  • b.

    een inkomensverklaring van de belastingdienst van ouder(s)/verzorger(s) over het laatst voltooide kalenderjaar waarover de inkomensgegevens bekend zijn bij de belastingdienst; en

  • c.

    een voorlopig plaatsingsbewijs van de kinderopvangorganisatie, waarin de startdatum, het aantal uren en de locatie vermeld staan; en

  • d.

    indien er op het moment van de aanvraag sprake is van wijzigingen in de persoonlijke situatie (zoals werkloosheid) dan moeten bij de aanvraag relevante gegevens toegevoegd worden waaruit dit blijkt. Voorbeelden hiervan zijn de toekenningsbrief WW of wachtgeld, een ontslagbrief en loon- en uitkeringsgegevens van ouder(s)/verzorger(s). NB. In geval van WW hebben ouder(s)/verzorger(s) de eerste drie maanden nog recht op kinderopvangtoeslag via de belastingdienst.

5.2 Voorschoolse Educatie

 

Bij de aanvraag VE moeten de volgende gegevens worden aangeleverd:

 

  • a.

    het ingevulde en van een datum voorziene aanvraagformulier; en

  • b.

    de VE-indicatie van de jeugdarts van de GGD met zowel de handtekening van het consultatiebureau als van de ouders; en

  • c.

    een voorlopig plaatsingsbewijs van de kinderopvangorganisatie, waarin de startdatum, het aantal uren en de locatie vermeld staan.

5.2.1 Toestemming opvragen gegevens bij GGD en kinderopvangorganisatie

 

Ouders kunnen via het aanvraagformulier toestemming geven aan de gemeente om de gegevens genoemd onder b. en c. bij lid 5.2 Voorschoolse Educatie, op te vragen bij de GGD en de kinderopvangorganisatie. Uitsluitend met het doel om de aanvraag compleet te maken en vast te kunnen stellen of de subsidie toegekend wordt.

Artikel 6 De grondslag voor de verstrekking van Peuteropvangtoeslag aan ouders

Voor de verlening van Peuteropvangtoeslag stelt het college jaarlijks een subsidieplafond vast. De grondslag hiervoor is de gemeentelijke begroting. Peuteropvangtoeslag wordt alleen verstrekt zolang het subsidieplafond niet bereikt is.

 

6.1 Locatie Peuteropvang

 

  • a.

    de Peuteropvangtoeslag wordt alleen verstrekt wanneer het kind naar een kinderopvangorganisatie gaat gelegen binnen de gemeente Oudewater; en

  • b.

    wanneer de locatie voldoet aan de eisen die de Wet Kinderopvang (Wko) aan de opvang binnen de dagopvang stelt; en

  • c.

    wanneer de locatie geregistreerd is in het LRK.

6.2 Hoogte Peuteropvangtoeslag

 

  • a.

    De hoogte van de Peuteropvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders. In de bijlage staat per inkomensklasse de hoogte van de toeslag vermeld. De basis voor deze tabel is de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang die jaarlijks gepubliceerd wordt door de VNG. Voor ouders is een hulpmiddel beschikbaar om het toetsingsinkomen vast te stellen; en

  • b.

    jaarlijks vindt indexering plaats, deze is gekoppeld aan het maximum-uurtarief van de toeslagregeling voor dagopvang; en

  • c.

    de Peuteropvangtoeslag voor een peuterplaats wordt toegekend voor maximaal 10 uur per week gedurende 40 schoolweken.

6.3 Verstrekking Peuteropvangtoeslag

 

  • a.

    wanneer vastgesteld is dat ouders aanspraak kunnen maken op Peuteropvangtoeslag, wordt deze in maandelijkse termijnen aan de ouders verstrekt; en

  • b.

    betaling vindt, als vooruitbetaling, aan het einde van de maand plaats.

6.4 Verplichtingen aan de ontvanger van Peuteropvangtoeslag

 

  • a.

    Ouders zijn verplicht alle wijzigingen door te geven en gevraagde stukken aan te leveren die van belang kunnen zijn voor de voortzetting van de betaling van de toeslag. Bijvoorbeeld een wijziging in bankgegevens, een verhuizing, een verandering waardoor u recht krijgt op kinderopvangtoeslag via de belastingdienst of wanneer uw kind eerder geen gebruik meer maakt van de peuteropvang.

  • b.

    Steeksproefgewijs zal bij de kinderopvangorganisaties de aanwezigheid van het kind gecheckt worden.

  • c.

    Steekproefsgewijs zal bij minimaal 20% van het aantal ouders die gebruik maken van de toeslag, de door de kinderopvangorganisatie afgegeven jaarlijkse opgave, met daarin het aantal afgenomen uren, opgevraagd worden.

  • d.

    Steekproefsgewijs zullen bij ouders salarisstroken, jaaropgaven, inkomensverklaringen van de belastingdienst of belastingaanslagen opgevraagd worden.

  • e.

    Naar aanleiding van genoemde steekproeven kan extra informatie opgevraagd worden die van belang is voor de verlening van peuteropvangtoeslag.

  • f.

    Gegevens kunnen tot twee kalenderjaren nadat het kind vier jaar geworden is opgevraagd worden bij ouders.

6.5 Einddatum verstrekking Peuteropvangtoeslag

 

De verstrekking van Peuteropvantoeslag eindigt:

  • a.

    per direct, wanneer tijdens de looptijd van de Peuteropvangtoeslag geen of onvoldoende gevraagde gegevens verstrekt worden; of

  • b.

    per direct, wanneer er geen recht (meer) blijkt te bestaan op Peuteropvangtoeslag; of

  • c.

    per de eerste van de maand volgend op het moment dat een kind geen gebruik meer maakt van de peuteropvang; of

  • d.

    bij het bereiken van de leeftijd van 4 jaar:

    • per de vijftiende van de maand, wanneer het kind vóór de vijftiende de vierjarige leeftijd bereikt;

    • per het einde van de maand, wanneer het kind ná de vijftiende de vierjarige leeftijd bereikt.

6.6 Terugvordering Peuteropvangtoeslag

 

Het college hanteert als uitgangspunt dat onverschuldigd toegekende Peuteropvangtoeslag altijd wordt teruggevorderd. Terugvordering vindt plaats tot maximaal vijf jaar na toekenning.

Artikel 7 De grondslag voor de verstrekking van subsidie Voorschoolse Educatie voor ouders

De subsidie VE wordt door de gemeente, zonder tussenkomst van ouders, rechtstreeks verrekend met de houder van de kinderopvangorganisatie. Grondslag hiervoor is de Wet Kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Ouders betalen de ouderbijdrage VE rechtstreeks aan de houder van de kinderopvangorganisatie. De hoogte van de ouderbijdrage VE wijzigt jaarlijks. In de bijlage staat de actuele ouderbijdrage VE vermeld.

 

7.1 Locatie Voorschoolse Educatie

 

  • a.

    De subsidie VE wordt alleen verstrekt wanneer het kind naar een kinderopvangorganisatie gaat waar VE aangeboden wordt en gelegen is binnen de gemeente Oudewater; en

  • b.

    wanneer de locatie voldoet aan de eisen die de Wet Kinderopvang (Wko) en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie stelt aan de opvang binnen de dagopvang; en

  • c.

    wanneer de locatie geregistreerd is in het LRK.

7.2 Hoogte subsidie en ouderbijdrage Voorschoolse Educatie

 

  • a.

    Jaarlijks vindt indexering plaats op het totale subsidiebedrag. De hoogte hiervan is gekoppeld aan de gemeentelijke indexering.

  • b.

    De subsidie voor een VE-peuterplaats wordt toegekend voor maximaal 960 uur verdeeld over 60 schoolweken (40 schoolweken per jaar).

7.3 Verstrekking subsidie Voorschoolse Educatie

 

Wanneer, na indiening van de volledige aanvraag door ouders, vastgesteld is dat ouders aanspraak kunnen maken op de subsidie VE, wordt deze in maandelijkse termijnen rechtstreeks aan de houder van de kinderopvangorganisatie verstrekt.

 

7.4 Verplichtingen aan ouders die subsidie Voorschoolse Educatie aanvragen

 

  • a.

    Ouders zijn verplicht alle wijzigingen door te geven die van belang kunnen zijn voor de voortzetting van de betaling van de subsidie VE aan de houder van de kinderopvangorganisatie. Bijvoorbeeld een wijziging in bankgegevens, een verhuizing of wanneer uw kind eerder stopt met voorschoolse educatie; en

  • b.

    ouders vragen voor het aantal uren VE aanbod geen kinderopvangtoeslag via de belastingdienst aan; en

  • c.

    om de betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind te vergroten, nemen ouders actief deel aan de activiteiten op de peutergroep, wanneer zij hiervoor gevraagd worden; en

  • d.

    van ouders wordt verwacht dat zij ouderavonden bezoeken; en

  • e.

    ouders voorkomen ongeoorloofd verzuim van hun kind. Alleen als hun kind ziek is blijft hun kind thuis. Als er een andere goede reden is dan overleggen ouders met de leidsters van de peutergroep. Als er geen geldige reden is waarom een kind niet naar de peutergroep gaat, dan kan de gemeente de subsidie stoppen.

7.5 Einddatum verstrekking subsidie Voorschoolse Educatie

 

De verstrekking van de subsidie VE eindigt:

  • a.

    per de eerste van de maand volgend op het moment dat een kind geen gebruik meer maakt van VE; of

  • b.

    bij het bereiken van de leeftijd van 4 jaar:

Artikel 8 De grondslag voor de verstrekking subsidie Voorschools Educatie aan de houder van de kinderopvangorganisatie

8.1 Locatie Voorschoolse Educatie

 

De locaties voor VE moeten voldoen aan de volgende eisen:

 

  • a.

    Het hebben van een plan van aanpak dat beschrijft op welke wijze de kinderopvang voldoet aan de wettelijke eisen; en

  • b.

    het hebben van een aanbod VE van 960 uur, verdeeld over 60 schoolweken (40 schoolweken per jaar), wekelijks verdeeld over minimaal 3 dagen; en

  • c.

    het hebben van een aanwezigheidsregistratie van doelgroeppeuters ten behoeve van de rechtmatigheidsbeoordeling; en

  • d.

    de aanwezigheid van een coördinator VE; en

  • e.

    de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker VE, voor 10 uur per doelgroeppeuter, per jaar, per locatie waar VE aangeboden wordt; en

  • f.

    een verklaring afgegeven aan de gemeente dat de uren VE niet door de kinderopvangorganisatie worden opgegeven in het formulier dat ouders in moeten dienen bij de belastingdienst om voor Kinderopvangtoeslag in aanmerking te komen; en

  • g.

    een ondertekende overeenkomst om tussen gemeente en de kinderopvangorganisatie dat onverschuldigd ontvangen kindgebonden subsidie aan de gemeente terugbetaald dan wel verrekend wordt.

8.2 Hoogte subsidie VE

 

  • a.

    De hoogte van de subsidie VE wijzigt jaarlijks. In de bijlage staan de actuele bedragen vermeld.

  • b.

    Jaarlijks vindt indexering plaats op het totale subsidiebedrag. De hoogte hiervan is gekoppeld aan de gemeentelijke indexering.

  • c.

    De subsidie voor een VE-peuterplaats is gebaseerd op een aanbod VE van maximaal 960 uur verdeeld over 60 schoolweken (40 schoolweken per jaar).

  • d.

    Binnen de subsidie VE is een extra bedrag opgenomen voor de uitvoering van VE conform de Wet Kinderopvang en het toezicht door de inspectie van het onderwijs.

  • e.

    Binnen de subsidie VE is een extra bedrag opgenomen voor inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE voor 10 uur per doelgroepkind, per jaar, per locatie waar VE aangeboden wordt. De subsidie wordt bepaald op basis van het aantal VE-peuters in januari van het subsidiejaar. Peildatum is de eerste dag na de kerstvakantie.

  • f.

    De subsidie wordt omgerekend naar 12 maanden.

8.3 Verstrekking subsidie VE

 

Wanneer, na indiening van de volledige aanvraag door ouders, vastgesteld is dat ouders aanspraak kunnen maken op de subsidie VE, wordt deze in maandelijkse termijnen rechtstreeks aan de houder van de kinderopvangorganisatie verstrekt. Voor het verstrekken van de subsidie geldt dat:

  • a.

    de subsidie wordt verstrekt voor maximaal 960 uur, verdeeld over 60 schoolweken (40 schoolweken per jaar); en

  • b.

    bij afname van minder uren wordt de subsidie berekend op basis van werkelijk afgenomen uren; en

  • c.

    het subsidiebedrag in maandelijkse termijnen rechtstreeks overgemaakt wordt aan de kinderopvangorganisatie op basis van facturatie; en

  • d.

    ouders in kennis worden gesteld van de wijze van subsidieverstrekking; en

  • e.

    wanneer een kind met een subsidie voor VE regelmatig geen gebruik maakt van de voorschoolse voorziening, de kinderopvangorganisatie dit meldt bij de Jeugdgezondheidszorg van de GGD. In geval van ongeoorloofd verzuim kan de subsidie beëindigd worden.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen één of een aantal artikelen van deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regels treden, na bekendmaking, in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    de Nadere regels en beleidsregels subsidiering Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater die per 1 januari 2023 in werking zijn getreden worden ingetrokken op het moment dat de Nadere regels en beleidsregels subsidiering Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024 in werking treden.

  • 3.

    Deze regels worden aangehaald als: ‘Nadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater in zijn vergadering van 28 november 2023.

Drs S.G.M. van Eck

Gemeentesecretaris

Drs. D.C. de Vries

Burgemeester

Bijlage I bedragen subsidiëring Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oudewater 2024

 

Deze bijlage is een aanvulling op de nadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvangtoeslag en Voorschoolse Educatie (verder VE) gemeente Oudewater 2024, voor het verstrekken van de subsidies Peuteropvangtoeslag en VE en gaat over de vastgestelde tarieven voor 2024.

 

De nadere regels en beleidsregels subsidiëring Peuteropvangtoeslag en Voorschoolse Educatie gelden voor onbepaalde tijd. Deze bijlage wordt jaarlijks geactualiseerd en gepubliceerd.

 

1.Subsidie Peuteropvangtoeslag

 

De hoogte van de Peuteropvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders. In onderstaande tabel staat per inkomensklasse de hoogte van de toeslag vermeld. De basis voor deze tabel is de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang die jaarlijks gepubliceerd wordt door de VNG. Voor ouders is een hulpmiddel beschikbaar om het toetsingsinkomen vast te stellen. De maximale toeslag per maand en per jaar gaat uit van een toeslag voor 10 uur peuteropvang per week.

 

Gezamenlijk

toetsingsinkomen gezin

Ouderbijdrage peuteropvang 2024

Ouderbijdrage per uur (bij standaardtarief

van 10,25)

Toeslag per uur

Maximale toeslag per maand

Maximale toeslag per jaar

(400 uur)

lager dan

€ 22.346

€ 0,41

€ 9,84

€ 328,00

€ 3.936,-

€ 22.347

€ 34.357

€ 0,52

€ 9,73

€ 324,33

€ 3.892,-

€ 34.357

€ 47.278

€ 1,11

€ 9,14

€ 304,67

€ 3.656,-

€ 47.279

€ 64.305

€ 1,73

€ 8,52

€ 284,00

€ 3.408,-

€ 64.306

€ 80.000

€ 3,01

€ 7,24

€ 241,33

€ 2.896,-

 

2.subsidie en ouderbijdrage Voorschoolse Educatie

 

De subsidie VE voor peuters met een indicatie voor VE, wordt door de gemeente rechtstreeks verrekend met de houder van de kinderopvangorganisatie die VE aanbiedt. Ouders betalen de ouderbijdrage rechtstreeks aan de houder van de kinderopvangorganisatie.

 

  • a.

    Hoogte van de subsidie per doelgroeppeuter

    Ingaande 1 januari 2024 bedraagt de gemeentelijke subsidie € 6.796,80 per jaar (€ 10,62 per uur), per doelgroeppeuter op basis van 16 uur VE per week.

     

  • b.

    Hoogte subsidie inzet pedagogisch beleidsmedewerker VE

    Ingaande 1 januari 2024 bedraagt de subsidie € 543,- per doelgroeppeuter, per jaar, per locatie waar VE aangeboden wordt. Peildatum bij het bepalen van het aantal VE-peuters is de eerste dag na de kerstvakantie in het subsidiejaar.

     

  • c.

    Hoogte van de ouderbijdrage

    De ouderbijdrage wijzigt als gevolg van indexatie. Ingaande 1 januari 2024 is de ouderbijdrage vastgesteld op € 440,76 per jaar (€ 0,69 per uur) op basis van 16 uur VE per week.