Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe 2024
CiteertitelSubsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-2023nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-518721

2023-096

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe 2024

De raad van de gemeente West Betuwe;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 19 september 2023;

 

overwegende dat artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht vereist dat voor het verstrekken van subsidie een wettelijk voorschrift is vastgesteld dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;

 

overwegende dat het binnen de gemeente West Betuwe gewenst is een aanbod te hebben voor alle peuters;

 

voorts overwegende dat de gemeente West Betuwe de plicht heeft peuters met een vve-indicatie de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan een programma voor voorschoolse educatie;

 

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

de Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe 2024 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Doelgroepkinderen: kinderen die in aanmerking komen voor een peuterplaats op een voorschoolse voorziening die voor- en vroegschoolse educatie (hierna te noemen: vve) biedt op basis van de door het consultatiebureau afgegeven vve-indicatie;

    • b.

      Doorgaande lijn: ononderbroken ontwikkelingsgang van kinderen, door samenwerking en afstemming tussen peuteropvang en school, inclusief overdracht van gegevens;

    • c.

      Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;

    • d.

      LRK: Landelijk Register Kinderopvang: register waarin alle kinderopvangvoorzieningen (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, gastouderbureau en voorzieningen voor gastouderopvang) zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

    • e.

      Opvangvoorziening: voorziening waar peuteropvang aangeboden wordt niet zijnde kinderdagopvang, gastouderopvang of buitenschoolse opvang;

    • f.

      Ouder: ouder in de zin van de Wet kinderopvang;

    • g.

      Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang;

    • h.

      Pedagogisch beleidsmedewerker (PBM) : een professional die vanuit kennis over de ontwikkeling van het jonge kind en de vve verantwoordelijk is voor de versterking van de kwaliteit op de vve-locaties. De kinderopvangorganisatie is vanaf januari 2022 verplicht een pedagogisch coach in dienst te hebben.

    • i.

      Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar woonachtig in West Betuwe;

    • j.

      Peuter met vve-indicatie : een peuter met een indicatiestelling voor voor- en vroegschoolse educatie van het consultatiebureau;

    • k.

      Peuteropvang: de opvang van peuters voor maximaal 2 dagdelen per week verdeeld over twee dagen;

    • l.

      Subsidieplaats: een kindplaats in de peuteropvang van maximaal 8 uur per week voor peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • m.

      Toezichtskader: kader aan de hand waarvan de onderwijsinspectie haar rapport opstelt over een school of voorschoolse locatie.

    • n.

      Uurtarief peuteropvang: de maximale uurprijs voor peuteropvang;

    • o.

      Uurtarief vve: de maximale uurprijs voor vve-peuteropvang;

    • p.

      Vve (Voor- en vroegschoolse educatie): educatie voor peuters zoals bedoeld in Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

    • q.

      Vve-locatie: locatie die vve aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen;

    • r.

      Vve-peuteropvang: de opvang van peuters met een vve-indicatie in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, voor minimaal 960 uur in de voorschoolse periode, waarbij een gestructureerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool;

    • s.

      Voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderen van 0 tot 4 jaar met betrekking tot opvang en educatie.

Artikel 2 Doelstelling verordening

  • 1.

    De doelstelling is om door middel van subsidieverstrekking te zorgen voor:

    • a.

      voldoende en kwalitatief goed aanbod van (vve-)peuteropvang voor de stimulering van de ontwikkeling van peuters en als voorbereiding op de basisschool;

    • b.

      een zoveel mogelijk gespreid aanbod van (vve-)peuteropvang over de gemeente en verbonden aan basisscholen, zodat er een sterke doorgaande lijn is;

    • c.

      zoveel mogelijk gemengde peutergroepen, zodat doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen samen spelen en leren.

    • d.

      dat doelgroepkinderen door het vve-programma met een zo klein mogelijke taal- en ontwikkelingsachterstand aan het basisonderwijs beginnen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt:

    • a.

      aan locaties die peuteropvang bieden als bedoeld in artikel 1 lid k van deze verordening;

    • b.

      voor de peuterplaatsen die daadwerkelijk worden bezet door een peuter wiens ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

    • c.

      voor de vve-peuterplaatsen die daadwerkelijk worden bezet door een doelgroepkind als bedoeld in artikel 1 lid a;

    • d.

      voor aanvullende interventies, zoals benoemd in artikel 7 lid 1 tot en met 3, ten gunste van de ontwikkelingskansen van de doelgroep.

Artikel 4 Voorwaarden subsidieverstrekking

  • 1.

    Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan houders van opvangvoorzieningen die

    • a.

      gevestigd zijn in de gemeente West Betuwe;

    • b.

      opvang verzorgen voor peuters die woonachtig zijn in de gemeente West Betuwe;

    • c.

      op het moment van aanvraag ingeschreven staan als kinderdagverblijf in het LRK (landelijk register kinderopvang);

    • d.

      indien zij voorschoolse educatie aanbieden en de aantekening voorschoolse educatie ‘ja’ hebben in het LRK;

    • e.

      voldoen aan de vereisten uit de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang en de hieruit voortvloeiende regelgeving.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 sub b kunnen in uitzonderingsgevallen peuters uit aangrenzende gemeenten gebruik maken van een gesubsidieerde (vve-)opvangplaats, met dien verstande dat peuters uit West Betuwe voorrang krijgen. Voorafgaand aan de plaatsing vindt overleg plaats tussen kinderopvangorganisatie, de gemeente en gemeente van herkomst van de peuter. Indien nodig worden aanvullende afspraken gemaakt.

Artikel 5 De aanvraag

  • 1.

    Subsidie voor een bepaald jaar kan, via het vastgestelde aanvraagformulier, worden aangevraagd tot uiterlijk 1 februari van datzelfde jaar.

  • 2.

    Het college neemt 8 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit over de subsidieverlening, mits een volledige subsidieaanvraag is ingediend.

Artikel 6 Subsidieverlening

  • 1.

    Berekening van subsidieplaatsen peuteropvang

    • a.

      Een subsidieplaats peuteropvang is bedoeld voor peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • b.

      Een zelfstandige locatie voor peuteropvang ontvangt een basissubsidie van € 5.000.

    • c.

      De subsidie voor een subsidieplaats peuteropvang wordt berekend op basis van het daadwerkelijk aantal bezette uren, met een maximum van acht uur per week, gedurende maximaal 40 weken per jaar, dat de peuter gebruik maakt van de subsidieplaats tot een maximum van € 10,50 per uur (prijspeil 2023) minus de ouderbijdrage.

    • d.

      Is het uurtarief van de peuteropvangaanbieder lager, dan wordt het lagere bedrag gehanteerd als maximumbedrag. Is het uurtarief van de peuteropvangaanbieder hoger, dan geldt het maximumtarief per uur zoals genoemd in artikel 6, lid 1 sub c van deze verordening.

  • 2.

    Berekening van subsidie vve-plaatsen

    • a.

      Een vve-plaats is bedoeld voor peuters met een vve-indicatie, ongeacht het recht van ouders op kinderopvangtoeslag.

    • b.

      Subsidie voor vve-plaatsen wordt uitsluitend verstrekt aan aanbieders die voldoen aan artikel 4, lid 1 sub d.

    • c.

      De gemeente subsidieert gedurende maximaal 40 weken per jaar:

      • Over de eerste twee dagdelen van maximaal 4 uur het verschil tussen het uurtarief van de aanbieder (€ 10,50 prijspeil 2023) en het vve-uurtarief (€ 11,67 prijspeil 2023)

      • Over de extra vve-uren het volledige vve-uurtarief

      • De kosten van de pedagogisch coach gebaseerd op 10 uur per jaar per doelgroeppeuter (€ 434,40 per 40 weken per peuter met een vve-indicatie-prijspeil 2023)

  • 3.

    Indien de peuter met een vve-indicatie een locatie voor kinderdagopvang bezoekt vindt subsidiëring plaats op basis van het verschil tussen het uurtarief van de aanbieder en het gemeentelijk vve-uurtarief voor maximaal 16 uur per week gedurende 40 weken per jaar.

  • 4.

    De subsidie wordt per half jaar op basis van de werkelijke plaatsingen berekend. De gemeente verstrekt hiertoe een vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 7 Aanvullende subsidiemogelijkheden

  • 1.

    Instandhoudingsbijdrage

    • a.

      Een zelfstandige locatie voor peuteropvang kan een instandhoudingsbijdrage aanvragen. Deze bijdrage is bedoeld om de peuteropvang in het kader van leefbaarheid van de kern en de ontwikkelingskansen van peuters blijvend te kunnen aanbieden.

    • b.

      De peuteropvangaanbieder toont middels een financieel overzicht aan dat de voorziening zonder instandhoudingsbijdrage redelijkerwijs in het jaar van de aanvraag niet exploitabel is.

    • c.

      De instandhoudingsbijdrage is maximaal € 2.500 per kalenderjaar.

    • d.

      Voor de aanvraag van de instandhoudingsbijdrage is een vastgesteld aanvraagformulier beschikbaar.

  • 2.

    Aanpassing groepsgrootte

    • a.

      Peuteropvang vindt plaats in groepen van maximaal 16 kinderen en bestaat uit zowel reguliere als vve-plaatsen.

    • b.

      Indien de vraag dusdanig is dat een groep, gemiddeld genomen over de dagdelen, bestaat uit:

      • meer dan 6 vve-peuterplaatsen, dan wordt de groepsgrootte verkleind naar maximaal 14 kinderen;

      • meer dan 9 vve-peuterplaatsen, dan wordt de groepsgrootte verkleind naar maximaal 12 kinderen.

    • c.

      Bij meer dan 6 vve-peuterplaatsen, kan de houder in plaats van het verkleinen van de groep ook kiezen voor de inzet van een derde pedagogisch medewerker ter voorkoming van een tekort aan peuteropvang op die locatie.

    • d.

      De groepsgrootte wordt bij de subsidieaanvraag bepaald en geldt dan voor het gehele subsidiejaar.

    • e.

      De aanvullende subsidie in geval van een situatie onder b. van dit lid is gebaseerd op het aantal niet beschikbare peuterplaatsen (respectievelijk 2 of 4), met een maximum van acht uur per week, gedurende maximaal 40 weken per jaar tot een maximum van € 10,50 per uur (prijspeil 2023).

    • f.

      Is het uurtarief van de aanbieder lager, dan wordt het lagere bedrag gehanteerd als maximumbedrag.

    • g.

      De aanvullende subsidie in geval van een situatie onder c. van dit lid is de gebaseerd op de loonkosten van de inzet van de derde pedagogisch medewerker.

    • h.

      Voor de aanvraag voor de aanpassing van de groepsgrootte is een vastgesteld aanvraagformulier beschikbaar.

  • 3.

    Aanbod ter voorbereiding op de peuteropvang

    • a.

      Aan peuters met een vve-indicatie vanaf 14 maanden, die extra ondersteuning nodig hebben en waarbij het niet wenselijk is om dit uit te stellen tot de peuter naar de peuteropvang kan, kan een programma ter voorbereiding op de peuteropvang worden aangeboden.

    • b.

      Het programma wordt aangeboden door een peuteropvangaanbieder aan de peuter en ouders en kan worden ingevoerd daar waar voldoende indicaties zijn (aanbod volgt vraag).

    • c.

      Subsidiëring vindt plaats op jaarbasis, gebaseerd op het aan te bieden programma, een plan van aanpak en begroting van de peuteraanbieder.

    • d.

      Voor de aanvraag van het aanbod ter voorbereiding op de peuteropvang is een vastgesteld aanvraagformulier beschikbaar.

  • 4.

    Maatwerkaanbod

    • a.

      Voor peuters met een vve-indicatie die geen locatie met vve-aanbod (kunnen) bezoeken, kan een subsidie voor extra ondersteuning van de peuter worden verstrekt aan de peuteropvanglocatie zonder vve-aanbod.

    • b.

      De subsidie is gebaseerd op het aantal extra uren, met een maximum van 8 uur per week, dat de peuter de locatie voor peuteropvang bezoekt.

    • c.

      De subsidie wordt berekend op basis van het daadwerkelijk aantal bezette uren, met een maximum van acht uur per week, gedurende maximaal 40 weken per jaar, dat de peuter gebruik maakt van de extra ondersteuning tot een maximum van € 10,50 per uur (prijspeil 2023) minus de ouderbijdrage.

    • d.

      Voor de aanvraag van het maatwerkaanbod is een vastgesteld aanvraagformulier beschikbaar.

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger peuteropvang

  • 1.

    De subsidieontvanger beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst binnen vier weken beschikbaar stellen aan de gemeente. Het betreft de volgende gegevens:

    • a.

      geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • b.

      de wijze waarop de ouderbijdragetabel is toegepast;

    • c.

      een plaatsingsovereenkomst van de voorschoolse voorziening die de opvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en de (verwachte) einddatum van de opvang;

    • d.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag;

    • e.

      indien het gaat om een vve-peuterplaats, een bewijs van indicatiestelling voor vve afgegeven door het consultatiebureau.

Artikel 9 Verplichtingen subsidieontvanger peuteropvang met vve

  • 1.

    De subsidieontvanger van vve heeft de volgende verplichtingen:

    • a.

      de subsidieontvanger werkt mee aan een overdracht van kindgegevens middels een kindvolgsysteem;

    • b.

      de subsidieontvanger werkt voor peuters met een vve-indicatie mee aan een warme overdracht naar de basisschool;

    • c.

      de subsidieontvanger stimuleert maximale deelname aan vve. Indien ouders structureel geen gebruik maken van (delen van) het vve-aanbod, past aanvrager het contract van de ouder aan.

    • d.

      de groepen op de vve-locaties zijn zo veel mogelijk samengesteld uit reguliere en doelgroeppeuters.

    • e.

      de subsidieontvanger is deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen;

    • f.

      de subsidieontvanger werkt mee aan de resultaatafspraken vve en levert gegevens aan voor de monitoring;

    • g.

      de subsidieontvanger levert per halfjaar gegevens aan over de bezette peuterplaatsen door de vve-doelgroep, door middel van een vastgesteld formulier

Artikel 10 Bevoorschotting

Bij de subsidieverlening wordt bepaald of en op welke wijze een voorschot kan worden verstrekt op de verleende subsidie waarbij het aantal termijnen, de termijnbedragen en de data waarop deze worden uitbetaald, worden vermeld.

Artikel 11 Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger levert, door middel van een vastgesteld verantwoordingsformulier, voor 1 april na afloop van het kalenderjaar waarover subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college en verstrekt hierbij een overzicht van:

    • a.

      een overzicht van het feitelijke aantal bezette subsidieplaatsen door peuters waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

    • b.

      het feitelijke aantal bezette vve-peuterplaatsen;

    • c.

      de overige gegevens die het college nodig heeft om de subsidie vast te stellen, mede afhankelijk van het beroep dat de subsidieontvanger heeft gedaan op de aanvullende subsidiemogelijkheden zoals genoemd in artikel 7.

  • 2.

    Het college stelt de subsidie vast binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en de gegevens zoals bedoeld in het tweede lid. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 12 Indexering

Er vindt jaarlijks indexering plaats op basis van de inflatiecorrectie die wordt opgenomen in de septembercirculaire.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer bepalingen uit deze verordening in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 14 Intrekking

De Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe, zoals vastgesteld bij besluit van 3 maart 2020, wordt ingetrokken op de datum van de inwerkingtreding van de Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe 2024.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking hiervan in het elektronisch gemeenteblad.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als : Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe 2024.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 28 november 2023, nummer 2023-096,

de griffier,

Hans van der Graaff

de voorzitter

Servaas Stoop