Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit gemeente West Betuwe 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit gemeente West Betuwe 2024
CiteertitelVerordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit en Erfgoed gemeente West Betuwe 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de regels met betrekking tot de commissie in hoofdstuk 9 en bijlage 9 van de Bouwverordening gemeente West Betuwe, vastgesteld op 2 januari 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-518516

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit gemeente West Betuwe 2024

De raad van de gemeente West Betuwe;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit gemeente West Betuwe 2024

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • -

    burgemeester en wethouders: college van burgemeesters en wethouders;

  • -

    commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd commissie Omgevingskwaliteit;

  • -

    cultureel erfgoed: cultureel erfgoed als bepaald in artikel 1.1 van de wet met uitzondering van archeologische rijksmonumenten;

  • -

    goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

  • -

    ODR: Omgevingsdienst Rivierenland is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie;

  • -

    raad: gemeenteraad.

  • -

    subcommissie: subcommissie Monumenten en Erfgoed of de subcommissie Ruimtelijke kwaliteit;

  • -

    Vereniging Gelders Genootschap: regionale adviesorganisatie op het gebied van omgevingskwaliteit en cultuurhistorie;

  • -

    wet : de Omgevingswet.

  • -

    bouwmeester: adviseur omgevingskwaliteit, namens commissie gemandateerd om te adviseren.

Paragraaf 2. Adviestaak

Artikel 2. Taak en werkzaamheden

  • 1.

    De commissie heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders gevraagd of ongevraagd te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Daaronder wordt in elk geval begrepen het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de commissie.

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak:

    • a.

      adviseert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

       

      • 1°.

        een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

      • 2°.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een (voorbeschermd) gemeentelijk monument;

      • 3°.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op het cultureel erfgoed;

      • 4°.

        een omgevingsplanactiviteit in geval de subcommissie Monumenten en Erfgoed in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

    • b.

      adviseert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven, wijzigen of intrekken van de functieaanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

    • c.

      adviseert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders over het aan een locatie geven, wijzigen of intrekken van een functieaanduiding anders dan gemeentelijk monument die betrekking heeft op cultureel erfgoed op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

    • d.

      adviseert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor monumenten, cultuurhistorie en erfgoed;

    • e.

      adviseert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;

    • f.

      informeert en begeleidt de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders planindieners en ontwerpers gedurende het ontwerpproces;

    • g.

      voert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning;

    • h.

      adviseert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders over het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

    • i.

      adviseert de subcommissie Monumenten en Erfgoed op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die betrekking hebben op de omgevingskwaliteit en het cultureel erfgoed.

  • 3.

    Ter uitvoering van haar taak:

    • a.

      adviseert de subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

       

      • 1°.

        een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

      • 2°.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een (voorbeschermd) gemeentelijk monument;

      • 3°.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op het cultureel erfgoed;

      • 4°.

        een omgevingsplanactiviteit in geval de subcommissie ruimtelijke kwaliteit in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

      • 5°.

        een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

    • b.

      adviseert de subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor welstand en uiterlijke verschijningsvormen van bouwwerken;

    • c.

      adviseert de subcommissie ruimtelijke kwaliteit op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;

    • d.

      informeert en begeleidt de subcommissie ruimtelijke kwaliteit op verzoek van burgemeester en wethouders planindieners en ontwerpers gedurende het ontwerpproces;

    • e.

      voert de subcommissie ruimtelijke kwaliteit op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning;

    • f.

      adviseert de subcommissie ruimtelijke kwaliteit op verzoek van burgemeester en wethouders over het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

    • g.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over:

      • 1°.

        het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en werelderfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

    • h.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die betrekking hebben op het cultureel erfgoed en op de omgevingskwaliteit, te weten regels over reclame in de openbare ruimte, voorwerpen op of aan de weg en ligplaatsvergunningen.

Paragraaf 3. Aanwijzing van besluiten waarover verplicht advies moet worden gevraagd

Artikel 3. Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊tot en met 3 ̊, en onder b.

Paragraaf 4. Samenstelling en inrichting

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    De leden commissie Omgevingskwaliteit vertegenwoordigen in gezamenlijkheid een gebalanceerde samenstelling van disciplines, waaronder in elk geval: omgevingskwaliteit, cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratiearchitectuur, landschap, stedenbouw, architectuur, duurzaamheid en archeologische monumentenzorg.

  • 2.

    De leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid kunnen één of meerdere burgerleden benoemd worden. Zij worden benoemd op persoonlijke titel op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 4.

    De commissie telt gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet minimaal twee leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg.

  • 5.

    De leden en de plaatsvervangers zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

  • 6.

    De Adviescommissie Omgevingskwaliteit kent twee subcommissies: de subcommissie Ruimtelijke kwaliteit en de subcommissie Monumenten en Erfgoed.

    • a.

      In de subcommissie ruimtelijke kwaliteit heeft in elk geval zitting; de bouwmeester, burgerlid en ambtelijk secretaris.

    • b.

      De subcommissie Monumenten en Erfgoed hebben in elk geval zitting; de bouwmeester, burgerlid, ambtelijk secretaris, adviseur monumenten en restauratie-architect.

Artikel 5. Benoeming

  • 1.

    Burgemeester en wethouders benoemen en ontslaan in mandaat de bouwmeester, leden en burgerleden van de gemeentelijke adviescommissie Kwaliteit op grond van artikel 17.9 Omgevingswet.

  • 2.

    De bouwmeester, leden en burgerleden kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 3.

    De leden worden op eigen aanvraag ontslag verleend door het college.

  • 4.

    Het Gelders Genootschap draagt de bouwmeester en individuele leden voor ter benoeming.

  • 5.

    De leden en de plaatsvervangers kunnen voor een termijn van ten hoogste 3 jaar worden benoemd.

  • 6.

    Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste 3 jaar plaatsvinden. Dit is niet van toepassing op de plaatsvervangers.

  • 7.

    Afgetreden leden zijn 3 jaar na hun aftreden weer benoembaar.

Artikel 6. Ondersteuning van de commissie

  • 1.

    Het secretariaat van de Adviescommissie Omgevingskwaliteit en de subcommissies Ruimtelijke kwaliteit en Monumenten en Erfgoed berust bij het Gelders Genootschap.

  • 2.

    Het ambtelijk secretariaat van de subcommissies berust bij de ODR.

  • 3.

    De secretaris is voor zijn werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

  • 4.

    De secretaris kan worden ondersteund door andere ambtelijke medewerkers, die voor hun werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig zijn aan de secretaris.

  • 5.

    De secretaris noch de medewerkers zijn lid van de commissie.

 

Paragraaf 5. Advisering en standpuntbepaling

Artikel 7. Adviestermijn

Adviezen worden uitgebracht binnen twee weken na behandeling van het initiatief of aanvraag door de bouwmeester of (sub)commissie.

Artikel 8. Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 2.

    Belanghebbenden van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

  • 3.

    Over de uit te brengen adviezen door de voltallige commissie wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee deskundige leden, de voorzitter daaronder niet inbegrepen. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit en een activiteit voor een gemeentelijk monument, wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.

  • 4.

    Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

  • 5.

    De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

Artikel 9. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

  • 1.

    De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet en artikel 2, derde lid, de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden, of een subcommissie. Dat geldt in elk geval voor de bouwmeester en adviseur monumenten.

  • 2.

    De commissie kan zich door een of meer door haar daartoe aangewezen leden, de secretaris of andere daartoe door haar aangewezen personen, of subcommissie laten vertegenwoordigen in kwaliteitsteams, omgevingsoverleggen en -tafels, of enig ander overleg waarin een mandaat voor het nemen van besluiten benodigd is.

  • 3.

    De aangewezen personen in geval van het eerste en tweede lid adviseren of nemen besluiten over zaken waarvan volgens hen het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld of waarbij de door de aangewezen personen beschikken over de relevante deskundigheid benodigd in de specifieke situatie. In geval van twijfel wordt de advisering alsnog overgelaten aan de commissie.

Artikel 10. Adviseurs

  • 1.

    De commissie, subcommissie of bouwmeester kunnen zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    De commissie kan zich doen bijstaan door burgemeester en wethouders aangewezen andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

Artikel 11. Verwerking van het advies

  • 1.

    In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift van die beschikking aan de commissie.

 

Paragraaf 6. Werkwijze

Artikel 12. Reglement van orde

  • 1.

    De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

  • 2.

    In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

     

    • a.

      de werkzaamheden en bezetting van de subcommissies

    • b.

      de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;

    • c.

      het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht tussen de toelichtende fase waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend en de beraadslagingen;

    • d.

      de notulering en dossiervorming;

    • e.

      de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;

    • f.

      de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 9;

    • g.

      de werkwijze in geval van online-vergaderen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde in het gemeenteblad.

Artikel 13. Relatie met andere adviseurs

Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie.

Artikel 14. Vergoeding

  • 1.

    Het Gelders Genootschap ontvangt een vergoeding voor de advisering en de inzet van de leden van de commissie en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede lid.

  • 2.

    De burgerleden ontvangen per bijgewoonde vergadering een vergoeding

     

Paragraaf 7. Jaarverslag

Artikel 15. Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks voor 1 juni verslag als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet;

    • b.

      de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.

Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16. Overgangsrecht

Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de commissie Omgevingskwaliteit wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

Artikel 17. Vervallen en intrekking oude regeling

  • 1.

    De regels met betrekking tot de commissie in Hoofdstuk 9 en bijlage 9 van Bouwverordening gemeente West Betuwe, vastgesteld op 2 januari 2019 vervallen.

Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt tegelijk met de Omgevingswet in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit en Erfgoed gemeente West Betuwe 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2023,

de griffier,

Hans van der Graaff

de voorzitter,

Servaas Stoop