Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2024 |
Citeertitel | Verordening begraafplaatsrechten 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening begraafplaatsrechten 2023.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2023 | nieuwe regeling | 07-11-2023 |
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2023;
gelet op de behandeling in de meningsvormende vergaderingen van 24 oktober 2023;
gelet op de behandeling in de meningsvormende vergaderingen van 31 oktober 2023;
mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2024
Artikel 1. Aard van de heffing en belastbaar feit
Voor het gebruik van de begraafplaatsen, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt en naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de artikelen 4, 5, 6, en 7.
Voor het recht tot begraven of het plaatsen van een urn, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode van 10 jaar betreft, | ||
Voor het recht tot begraven of het plaatsen van een urn, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode van 20 jaar betreft, | ||
Voor het recht tot begraven voor een bijzonder graf, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, waarbij dit een periode van 30 jaar betreft, | ||
De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9. Tijdstip verschuldigdheid
In afwijking van lid 2 zijn de rechten bedoeld in artikel 7, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het kalenderjaar verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Ten aanzien van de rechten voor de verlenging van het grafrecht en het reserveren van een laatste rustplaats wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11. Termijn van betaling
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving.
Artikel 12. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening begraafplaatsrechten 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.