Beleidsregel bestuurlijke handhaving Afvalstoffenverordening Lansingerland

1.1 Afvalstoffenverordening Lansingerland

In de Afvalstoffenverordening Lansingerland 2024 zijn regels opgenomen ten aanzien van het aanbieden van afval. De verordening regelt dat inzameling van huishoudelijke afvalstoffen slechts kan geschieden door aangewezen inzameldiensten en dat deze afvalstoffen slechts mogen worden overgedragen of aangeboden ter inzameling aan deze inzameldienst of verdragen aan inzamelaar, of achterlaten op een daartoe ter beschikking gestelde plek. De verordening regelt eveneens op welke wijze de aanbieding plaats dient te vinden.

1.2 Handhavingsbeleid

Het komt voor dat afval op een onjuiste wijze wordt aangeboden, zoals bijvoorbeeld het bijplaatsen van huishoudelijk afval bij een aangewezen inzamelvoorziening. Het op onjuiste wijze aanbieden van afval is in strijd met de Afvalstoffenverordening en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2024. Onjuist aangeboden afval zorgt voor vervuiling, overlast en er kan zwerfaval door ontstaan. Hierdoor is hand-having van de Afvalstoffenverordening noodzakelijk.

Betreffende de bestuurlijke handhaving is er nog geen handhavingsbeleid opgesteld. Handhavingsbeleid draagt bij aan duidelijke en rechtmatige handhaving. Deze beleidsregel heeft tot doel om tot een effectieve en rechtmatige handhaving te komen voor de naleving van de Afvalstoffenverordening.

1.3 Uitvoering

Het mandaat voor het opleggen van een bestuurlijke sanctie, het kostenverhaal en de invordering van de kosten heeft de teammanager Veiligheid & APV. De feitelijke uitvoering van de (spoedeisende) bestuurs-dwang zijnde het verwijderen en het onderzoeken van afval wordt uitgevoerd door de in de Afvalstoffen-verordening genoemde toezichthouders.

1.4 (Spoedeisende) bestuursdwang

Op grond van artikel 125 Gemeentewet is het gemeentebestuur bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.

De herstelsanctie last onder bestuursdwang is geregeld in afdeling 5.3.1. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van artikel 5:31 van de Awb is een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen in spoedeisende gevallen kan besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last en zonder het verlenen van een begunstigingstermijn. Spoedeisende bestuursdwang toepassen is noodzakelijk om te voorkomen dat afval zich buiten verder verspreid gelet op de negatieve gevolgen van onjuist aangeboden afval, zoals het ontstaan van zwerfafval.

1.5 Overtreder

Als overtreder kan de betrokkene worden aangemerkt naar wie het afval herleidbaar is. Indien verkeerd aangeboden huishoudelijk afval tot een bepaalde persoon is te herleiden, zoals door een in de vuilniszak aangetroffen poststuk, mag ervan worden uitgegaan dat dit afval door de betrokkene op onjuiste wijze ter inzameling is aangeboden en dat deze betrokkene dan de overtreder is. Dit hoeft niet altijd de betrokkene te zijn die het afval daadwerkelijk op onjuiste wijze heeft aangeboden.

2.1 Waarschuwing

Als het onjuist aanbieden van (huishoudelijk) afval op heterdaad wordt geconstateerd zal de toezicht-houder een waarschuwing geven aan de overtreder bij een eerste overtreding. De overtreder wordt hierbij gelast om binnen een korte redelijke begunstigingstermijn het onjuist aangeboden afval op een juiste manier aan te bieden dan wel te verwijderen. Indien de overtreder weigert het afval op een juiste manier aan te bieden dan wel om het afval te verwijderen wordt spoedeisende bestuursdwang toegepast.

2.2 Strafbeschikking

Bij een herhaalde overtreding op heterdaad zal de toezichthouder aan de overtreder een strafbeschikking geven.

3.1 Toepassen spoedeisende bestuursdwang

Bij het niet op heterdaad constateren van onjuist aangeboden (huishoudelijk) afval zal spoedeisende bestuursdwang worden toegepast. Gezien het spoedeisende karakter wordt aan de overtreder(s) geen begunstigingstermijn geboden en wordt er geen gelegenheid gegeven tot het indienen van zienswijze. Met de toepassing van spoedeisende bestuursdwang wordt het aangetroffen afval direct meegenomen naar het afvalbrengstation.

3.2 Recidive en last onder dwangsom

Bij het herhaaldelijk onjuist aanbieden van (huishoudelijk) afval wordt er opnieuw spoedeisende bestuursdwang toegepast.

Bij het herhaaldelijk onjuist aanbieden van afval binnen een periode van twee jaar wordt er naast het toepassen van spoedeisende bestuursdwang een vooraankondiging aan de overtreder gezonden tot het opleggen van een preventieve last onder dwangsom van €500,00 per volgende overtreding. De overtreder krijgt de mogelijkheid om zienswijze kenbaar te maken. Vervolgens kan de preventieve last onder dwang-som opgelegd worden. De overtreder verbeurt de dwangsom bij een derde opvolgende geconstateerde overtreding. De last onder dwangsom dient ter voorkoming van verdere overtredingen.

3.3 Grofvuil

Indien er sprake is van grofvuil kan de toezichthouder een buurtonderzoek instellen om de overtreder te achterhalen. Bij andere overtredingen van de Afvalstoffenverordening kan bestuursdwang worden toegepast.

Na het ongedaan maken van de overtreding door het onjuist aangeboden afval te verwijderen wordt de beschikking tot het opleggen van spoedeisende bestuursdwang zo spoedig mogelijk aan de overtreder toegezonden. Deze beschikking wordt gebaseerd op de rapportage van de toezichthouder met daarin opgenomen foto(‘s) van het aangetroffen afval.

5.1 Kosten van bestuursdwang ten laste van de overtreder

Op grond van artikel 5:25 eerste lid van de Awb geschiedt de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen. Dit kan het geval zijn als bijvoorbeeld de overtreder aannemelijk kan maken dat de overtreder geen verwijt kan worden gemaakt of als er bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die in het licht van de vereiste evenredigheid aanleiding geven tot het achterwegen laten van kostenverhaal.

5.2 Invorderbeschikking en dwangbevel

In de invorderingsbeschikking wordt de verplichting tot betaling van de kosten vastgesteld en wordt het te betalen bedrag met de betaaltermijn opgenomen.

Indien de kosten niet worden voldaan door de overtreder wordt een aanmaning verstuurd. Hiervoor worden extra kosten berekend. In deze aanmaning wordt de overtreder gesommeerd om binnen twee weken het bedrag te voldoen. Indien overtreder niet betaalt kan overeenkomstig artikel 5:10 tweede lid en paragraaf 4.4.4.2. van de Awb de geldsom ingevorderd worden bij dwangbevel.

5.3 Kostenberekening

Op grond van artikel 5:25 twee lid van de Awb vermeldt de last in hoeverre de kosten van bestuursdwang ten laste van de overtreder zullen worden gebracht. Het zesde lid bepaalt dat het bestuursorgaan de hoogte van de verschuldigde kosten vaststelt binnen vijf jaar nadat de bestuursdwang is toegepast. De ten laste gelegde kosten mogen niet hoger zijn dan de daadwerkelijk maximaal gemaakte kosten.

De kosten per overtreding van de Afvalstoffenverordening worden vastgesteld op een bedrag van € 148,75. Deze kosten zijn als volgt opgebouwd:

Het uurtarief van € 53,93 is gebaseerd op het gemiddelde bruto jaarinkomen van € 72.809,-, inclusief premies, sociale lasten en wettelijke op- en toeslagen, waaronder onregelmatigheidstoeslag gedeeld door het aantal uren op jaarbasis (1.350 uur).

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking hiervan.

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregel bestuurlijke handhaving Afvalstoffenverordening Lansingerland 2024.