Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Purmerend

Verordening op de heffing en de invordering van Reinigingsrechten Purmerend 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePurmerend
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van Reinigingsrechten Purmerend 2024
CiteertitelVerordening reinigingsrechten Purmerend 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Reinigingsrechten 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-2023nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-517437

1586486

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Reinigingsrechten Purmerend 2024

De raad van de gemeente Purmerend;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2023,nr 1586485;

 

gelet op artikel 229 lid 1 aanhef en onderdelen a en b Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van Reinigingsrechten Purmerend 2024

 

(Verordening reinigingsrechten Purmerend 2024).

Artikel 1 Aard van de heffing/belastbaar feit

Onder de naam reinigingsrechten worden rechten geheven voor zowel het genot van door de gemeente verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 5,00.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan 5,00 worden niet geheven.

Artikel 7 Tijdstippen van verschuldigdheid en van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reinigingsrechten of andere gemeentelijke heffingen minder bedraagt dan 75,00 dan wel meer bedraagt dan 4.000,00 dit bedrag moet worden betaald in één termijn welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet;

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaal bedrag op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reinigingsrechten of andere gemeentelijke heffingen minimaal 75,00 of maximaal 4.000,00 bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Indien bovengenoemde aanslagen in maart of later in het belastingjaar worden opgelegd, is het aantal betaaltermijnen gelijk aan de nog in het desbetreffende belastingjaar overblijvende volle kalendermaanden.

  • 4.

    In geval van automatische incasso wordt een gehele of gedeeltelijke vermindering van aanslagen verrekend met de nog openstaande betaaltermijnen, te beginnen met de laatste termijn.

  • 5.

    De in het vierde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de van toepassing zijnde termijnen, niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. In dat geval gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Overgangsrecht

De Verordening Reinigingsrechten 2023 van 3 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Reinigingsrechten 2023", vastgesteld door de gemeenteraad op 3 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Reinigingsrechten Purmerend 2024".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2023

de raadsgriffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

E. van Selm

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de verordening Reinigingsrechten 2024

 

Tarieventabel behorende bij de verordening reinigingsrechten Purmerend 2024

het regelmatig ophalen van bedrijfsvuil, per pand voor bedrijven en instellingen

 

Eenheid

Inzamel

middel

Inzamel

frequentie

Tar

kode

Tarief per jaar

incl. btw

excl. btw

a

max 12 inworpen ( 0,84 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB5

74,35

61,45

b

max 52 inworpen ( 3,64 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB6

193,25

159,71

c

max 120 inworpen ( 8,4 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB7

395,30

326,69

d

max 180 inworpen ( 12,6 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB9

573,70

474,13

e

max 240 inworpen ( 16,8 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB8

752,00

621,49

f

max 360 inworpen ( 25,2 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB10

1108,65

916,24

g

max 480 inworpen ( 33,6 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB11

1465,30

1.210,99

h

max 600 inworpen ( 42 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB12

1822,00

1.505,79

i

max. 840 inworpen ( 58,8 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB13

2535,30

2.095,29

j

max.1080 inworpen ( 75,6 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB14

3160,00

2.611,57

k

max.1320 inworpen ( 92,4 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB15

3853,85

3.185,00

l

max.1800 inworpen ( 126 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB16

5240,40

4.330,91

m

max.2280 inworpen ( 156,8 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB17

6513,60

5.383,14

 

Behoort bij besluit van de raad van 9 november 2023 van de gemeente Purmerend

 

de raadsgriffier,

R.J.C. van der Laan