Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Rijnland

Onderhoudsverordening Rijnland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Rijnland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingOnderhoudsverordening Rijnland
Citeertitel
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 56 van de Waterschapswet
  2. artikel 78 van de Waterschapswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202401-01-2024nieuwe regeling

27-09-2023

wsb-2023-15058

01-01-2024rectificatie regeling

27-09-2023

wsb-2023-15821

Tekst van de regeling

Intitulé

Onderhoudsverordening Rijnland

Bekendmaking

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland heeft op 27 september 2023 de Onderhoudsverordening Rijnland vastgesteld.

 

De Onderhoudsverordening Rijnland bevat regels over het onderhouden van waterkeringen, de zeewering, oppervlaktewater en werken die belangrijk zijn voor het waterbeheer. Zo staat in deze verordening wanneer het onderhoud klaar moet zijn, wie hiervoor moet zorgen en waaruit het onderhoud bestaat.

 

Besluit

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland,

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 22 augustus 2023;

gelet op artikel 56 en artikel 78 van de Waterschapswet;

besluit:

vast te stellen de navolgende Onderhoudsverordening Rijnland

en dit besluit in werking te laten te treden op 1 januari 2024.

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

Dit is de uitleg van de in deze verordening gebruikte begrippen:

  • Damwand: Een constructie die grond of water keert. Het is gemaakt van bijvoorbeeld beton, steen, hout, kunststof of staal.

  • Dijkgraaf en hoogheemraden: Het dagelijks bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 40 van de Waterschapswet.

  • Grondwaterlichaam: In de Omgevingswet staat: Afzonderlijke grondwatermassa in een of meer watervoerende lagen.

  • Infrastructuur: In de Omgevingswet staat: wegen en vaarwegen, waaronder routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen, spoorwegen, havens, luchthavens, energie-infrastructuur, telecommunicatie-infrastructuur, buisleidingen, openbare hemelwater- en ontwateringsstelsels en vuilwaterriolen, infrastructuur voor watervoorzieningswerken als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet en andere vitale infrastructuur.

  • Kernzone: Het centrale deel van het waterstaatswerk. De kernzone staat in de werkingsgebieden.

  • Kunstwerk: Een civieltechnisch werk dat nodig is om het netwerk van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen, en/of leidingen goed te laten werken. Voorbeelden zijn: een brug, dam, duiker of stuw. Zo’n kunstwerk is niet bedoeld voor permanent verblijf door mensen.

  • Landinwaarts: Vanaf de waterkant verder het land in.

  • Legger: In de Omgevingswet staat: legger als bedoeld in artikel 2.39 Omgevingswet.

  • Maaiveld: De bovenkant van de grond van een terrein. Ook de bestrating hoort bij het maaiveld. Bij het maaiveld hoort niet:

    • een kunstmatige verhoging zoals een talud of een berm; en

    • een kunstmatige verlaging.

  • NAP: Normaal Amsterdams Peil. Alle hoogtes in Nederland worden gemeten ten opzichte van met het NAP.

  • Natprofiel: Het oppervlakte van de dwarsdoorsnede van een oppervlaktewater, dat bij het schouwpeil onder de waterspiegel ligt.

  • Oever: Het gebied tussen de waterbodem en het maaiveld.

  • Onderhoudsplichtige: De persoon die volgens de Onderhoudsverordening het onderhoud moet doen.

  • Ondersteunend kunstwerk: Een kunstwerk dat nodig is voor het goed laten werken van het watersysteem. Bijvoorbeeld een stuw om het waterpeil op goede hoogte te houden, zodat een dijk niet uitdroogt. Of een damwand die het water tegenhoudt.

  • Oppervlaktewater: De sloten, vaarten, plassen, meren, rivieren, kanalen. Ook droogstaande taluds en greppels die wel in verbinding staan met ander oppervlaktewater.

  • Oppervlaktewaterlichaam: In de Omgevingswet staat: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna.

  • Peilbesluit: In dit document staat:

    • het waterpeil in een gebied, of de bandbreedten waarbinnen het waterpeil kan variëren.

    • in welke periode en in welke situatie dit waterpeil zo veel mogelijk in stand wordt gehouden.

  • Het peilbesluit is door de verenigde vergadering vastgesteld.

  • Rijnland: Het hoogheemraadschap van Rijnland.

  • Schouw: Controle waarbij Rijnland kijkt of het onderhoud volgens de regels is uitgevoerd.

  • Schouwpeil:

  • a.

    Voor gebieden met een peilbesluit geldt: als het winterpeil hoger is dan het zomerpeil, dan komt het schouwpeil overeen met het zomerpeil. In andere gevallen is het schouwpeil het winterpeil uit het peilbesluit;

  • b.

    Voor gebieden met een peilbesluit met een flexibelpeil geldt: het schouwpeil is het flexibelpeil.

    • i.

      Voor gebieden met alleen een bovengrens en ondergrens van het flexibelpeil geldt: het schouwpeil is het gemiddelde van de bovengrens en de ondergrens.

    • ii.

      Voor gebieden waar het schouwpeil mag uitzakken geldt: het schouwpeil is de ondergrens van het flexibelpeil.

  • c.

    Voor gebieden zonder peilbesluit geldt: het schouwpeil is het peil dat normaal gesproken wordt gehandhaafd in de winterperiode door of namens dijkgraaf en hoogheemraden.

  • Stoffen: Chemische elementen en verbindingen.

  • Stuw: Een constructie die water tegenhoudt en waarmee het waterpeil in een oppervlaktewater wordt geregeld.

  • Talud: Dit is het schuine deel van een dijk, of de schuine oever tussen de waterbodem en het maaiveld.

  • Verenigde vergadering: het algemeen bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 12 van de Waterschapswet.

  • Waterbodem: De grond van een oppervlaktewater onder de waterspiegel.

  • Waterkerendheid: Hoe goed de waterkering het water kan tegenhouden.

  • Waterkering: Een waterkering houdt water tegen en beschermt tegen een overstroming. Het zijn waterscheidingen, kunstmatige hoogten en (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden. Vaak wordt dit een dijk genoemd. Bij de waterkering horen ook sommige kunstwerken die daarin of daaraan zijn gemaakt. Het gaat om kunstwerken die (ook) een waterkerende functie hebben. Bijvoorbeeld een sluis.

  • Waterpeil: De hoogte van de bovenkant van het oppervlaktewater. De hoogte wordt gemeten ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Het waterpeil gaat dus niet om de diepte van het water.

  • Waterspiegel: Het grensvlak tussen water en lucht. Een ander woord is wateroppervlak.

  • Watersysteem: In de Omgevingswet staat: Samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.

  • Werkingsgebied: Het deel van het beheergebied van Rijnland waar bepaalde regels gelden.

  • Winterpeil: Het waterpeil dat in de winter wordt gebruikt. Het juiste winterpeil staat in het peilbesluit.

  • Zeewering: De waterkeringen die ons beschermen tegen overstroming door de zee. Denk hierbij aan de duinen, dijken en duin-in-dijk-constructies.

  • Zomerpeil: Het waterpeil dat in de zomer wordt gebruikt. In het peilbesluit staat wat het zomerpeil is. Meestal geldt het zomerpeil van ongeveer maart/april tot ongeveer september/oktober.

 

Artikel 1.2 Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud

  • 1.

    Als de kadastraal eigenaar volgens artikel 3.2, artikel 3.5, artikel 3.8 of artikel 3.12 verantwoordelijk is voor het gewoon onderhoud, dan zijn deze partijen ook verantwoordelijk voor dit onderhoud:

    • a.

      de beperkt gerechtigde, als er een beperkt recht is gevestigd op de grond; en

    • b.

      de gebruiker, als de grond volgens persoonlijk recht in gebruik is gegeven.

  • 2.

    Als meerdere personen verantwoordelijk zijn voor het onderhoud, dan zijn al deze personen hoofdelijk aansprakelijk.

 

Artikel 1.3 Doelen

De doelen van deze onderhoudsverordening zijn:

  • a.

    zorgen voor goed onderhoud van alle onderdelen van het watersysteem; en

  • b.

    duidelijk maken wat het onderhoud is; en

  • c.

    duidelijk maken wie verantwoordelijk is voor het onderhoud

 

Hoofdstuk 2 Werkingsgebieden

Artikel 2.1 Waterkering

Dit is de kaart van het werkingsgebied: kernzone van de waterkering.

Artikel 2.2 Zeewering

  • 1.

    Dit is de kaart van het werkingsgebied: kernzone van de zeewering.

  • 2.

    Dit is de kaart van het werkingsgebied: kernzone en de landinwaarts gelegen beschermingszone van de zeewering.

Artikel 2.3 Oppervlaktewater

Dit is de kaart van het werkingsgebied: kernzone van oppervlaktewater.

 

Hoofdstuk 3 Onderhoud

Afdeling 3.1 Wanneer moet het onderhoud klaar zijn

Artikel 3.1 Wanneer moet het onderhoud klaar zijn

  • 1.

    Het onderhoud is in ieder geval klaar als Rijnland de schouw gaat uitvoeren op de datum zoals beschreven in artikel 4.1.

  • 2.

    Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen op verzoek van de onderhoudsplichtige afwijken van lid 1 en onder voorwaarden een andere datum vaststellen.

 

Afdeling 3.2 Onderhoud van de waterkeringen

Artikel 3.2 Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud van de waterkering

  • 1.

    Rijnland is verantwoordelijk voor het buitengewoon onderhoud van de kernzone van de waterkering.

  • 2.

    Wie verantwoordelijk is voor het gewoon onderhoud van de kernzone van de waterkering staat in:

    • a.

      de legger primaire keringen; of

    • b.

      de legger regionale keringen.

 

Artikel 3.3 Buitengewoon onderhoud van de waterkering

Buitengewoon onderhoud van de kernzone van de waterkering bestaat uit:

  • a.

    het behouden van de stabiliteit van de waterkering; en

  • b.

    het behouden van het profiel van de waterkering.

 

Artikel 3.4 Gewoon onderhoud van de waterkering

Gewoon onderhoud van de kernzone van de waterkering bestaat uit:

  • a.

    afval, voorwerpen en materialen weghalen; en

  • b.

    schade veroorzaakt door bijvoorbeeld verkeer of huisdieren repareren; en

  • c.

    grote schade aan de waterkering melden aan Rijnland; en

  • d.

    melden bij Rijnland als er muskusratten zijn; en

  • e.

    ander wild dan muskusratten bestrijden als die de waterkerendheid van de waterkering beschadigen of kunnen beschadigen; en

  • f.

    aanwezige begroeiing op het land en in de oever goed onderhouden en aanwezig houden, als deze bedoeld zijn voor de bescherming van de waterkering; en

  • g.

    het gras onderhouden door:

    • 1.

      steeds weer weghalen van de bomen, struiken en planten die ervoor kunnen zorgen dat het gras beschadigt; en

    • 2.

      maaien of begrazen.

 

Afdeling 3.3 Onderhoud van de zeewering

Artikel 3.5 Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud van de zeewering

  • 1.

    Rijnland is verantwoordelijk voor het buitengewoon onderhoud van de kernzone van de zeewering.

  • 2.

    Wie verantwoordelijk is voor het gewoon onderhoud van de kernzone en de landinwaarts gelegen beschermingszone van de zeewering staat in de legger primaire keringen.

 

Artikel 3.6 Buitengewoon onderhoud van de zeewering

Buitengewoon onderhoud van de kernzone van de zeewering bestaat uit:

  • a.

    het behouden van de stabiliteit van de zeewering; en

  • b.

    het behouden van het profiel van de zeewering.

 

Artikel 3.7 Gewoon onderhoud van de zeewering

  • 1.

    Gewoon onderhoud van de kernzone en de landinwaarts gelegen beschermingszone van de zeewering bestaat uit hetverminderen van de overlast dat wegwaaiend zand veroorzaakt voor infrastructuur en gebouwen van anderen.

  • 2.

    Lid 1 geldt niet voor de tuin van een particulier.

 

Afdeling 3.4 Onderhoud van het oppervlaktewater

Artikel 3.8 Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud van het oppervlaktewater

  • 1.

    Wie verantwoordelijk is voor het buitengewoon onderhoud van het natprofiel in de kernzone van oppervlaktewater staat in de legger oppervlaktewateren.

  • 2.

    Wie verantwoordelijk is voor het gewoon onderhoud van het natprofiel in de kernzone van oppervlaktewater staat in de legger oppervlaktewateren.

  • 3.

    Wie verantwoordelijk is voor het gewoon onderhoud van het talud in de kernzone van oppervlaktewater staat in de legger oppervlaktewateren.

 

Artikel 3.9 Buitengewoon onderhoud van het natprofiel

Waaruit het buitengewoon onderhoud van het natprofiel bestaat, staat in artikel 4, onder 2 van de toelichting van de Legger oppervlaktewateren.

 

Artikel 3.10 Gewoon onderhoud van het natprofiel

Waaruit het gewoon onderhoud van het natprofiel bestaat, staat in artikel 4, onder 1 van de toelichting van de Legger oppervlaktewateren.

 

Artikel 3.11 Gewoon onderhoud van het talud

Waaruit het gewoon onderhoud van het talud bestaat, staat in artikel 4, onder 3 van de toelichting van de Legger oppervlaktewateren.

 

Afdeling 3.5 Onderhoud van een werk

Artikel 3.12 Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud van een werk

  • 1.

    Wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van een werk staat in:

    • a.

      de legger primaire keringen; of

    • b.

      de legger regionale keringen; of

    • c.

      de legger oppervlaktewateren; of

    • d.

      de legger ondersteunende kunstwerken; of

    • e.

      een overeenkomst; of

    • f.

      een overdrachtsdocument.

  • 2.

    Staat in de documenten uit lid 1 niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van een werk, dan is de kadastraal eigenaar verantwoordelijk voor het onderhoud van een werk.

 

Artikel 3.13 Onderhoud van een werk

  • 1.

    Het werk moet in goede staat worden gehouden.

  • 2.

    Een werk dat in de kernzone van de waterkering staat en een waterkerende functie heeft, moet in staat blijven hetwater tegen te houden.

 

Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving

Artikel 4.1 Datum van de schouw

  • 1.

    Een schouw wordt uitgevoerd volgens een schema dat is vastgesteld door dijkgraaf en hoogheemraden.

  • 2.

    Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen als het nodig is, besluiten om een extra schouw uit te voeren.

  • 3.

    Dijkgraaf en hoogheemraden stellen de datum van de schouw vast.

  • 4.

    De datum uit lid 3 wordt minimaal 2 weken voor het uitvoeren van de schouw door dijkgraaf en hoogheemraden bekendgemaakt:

    • a.

      in een dagblad, nieuwsblad of huis-aan-huisblad; of

    • b.

      op een andere geschikte manier.

  • 5.

    In spoedeisende gevallen kunnen dijkgraaf en hoogheemraden de datum uit lid 3 ook via een persoonlijke bericht bekend maken. De minimale termijn van 2 weken uit lid 4 geldt dan niet.

 

Artikel 4.2 Toezichthouders

Met het uitvoeren van toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast de daartoe door dijkgraaf en hoogheemraden aangewezen ambtenaren of andere personen.

 

Artikel 4.3 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met:

    • a.

      hechtenis van maximaal drie maanden; of

    • b.

      een geldboete van maximaal het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.

  • 2.

    De rechtelijke uitspraak waarin de straf uit lid 1 wordt opgelegd, kan openbaar worden gemaakt.

  • 3.

    De hechtenis kan tot het dubbele van het gestelde maximum worden verhoogd als de in lid 1 genoemde overtreding wordt begaan binnen een jaar na een eerdere onherroepelijke veroordeling voor een gelijke overtreding.

 

Leiden, 27 september 2023

De verenigde vergadering

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

M. Middendorp, secretaris