Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-12-2023nieuwe regeling

06-11-2023

gmb-2023-516345

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023

Het doel van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten.

 

Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen bijvoorbeeld vergunningen of subsidies worden geweigerd of ingetrokken of kan de gemeente besluiten geen opdracht te verlenen aan een partij of geen vastgoedtransactie aan te gaan.

 

De Wet Bibob geeft de gemeente Oosterhout hierbij eigen beleidsruimte bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden.

 

Uitgaande van bovengenoemd doel zijn hieronder de beleidsuitgangspunten geformuleerd van gevallen waarin een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd.

 

De Burgemeester en het College van Burgmeester en Wethouders van de gemeente Oosterhout, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat de gemeente Oosterhout alleen zaken wil doen met integere partijen;

 

Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Omgevingswet(na inwerkingtreding), de Huisvestingswet en Huisvestingsverordening, de (Algemene) plaatselijke verordening (m.b.t. gemeentelijke vergunningen), de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de gemeentelijke Horecaverordening(en) en Subsidieverordening(en), Wet op de Kansspelen, de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek.

 

Besluiten vast te stellen de “Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023”.

 

Beleidsregel Bibob gemeente Oosterhout 2023

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Algemeen

  • 1.

    De definities uit paragraaf 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

 

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

    • b.

      De gemeente: de gemeente Oosterhout

    • c.

      Het RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum; het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28 lid 2 onder d van de Wet Bibob.

    • d.

      Landelijk Bureau Bibob (verder LBB): het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob.

    • e.

      Bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de Wet Bibob.

    • f.

      Een bouwwerk met de functie wonen: onder andere, maar niet uitsluitend: woningen, wooncomplexen, woon-zorgcomplexen/centra, appartementencomplexen, de verbouwing van een pand tot meerdere zelfstandige wooneenheden en bouwprojecten bestaande uit meerdere woningen.

    • g.

      Een toegelaten woningcorporatie: een woningcorporatie die is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 Woningwet middels een daartoe verleende vergunning.

 

  • 3.

    Waar in deze beleidsregel “de gemeente Oosterhout” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

Hoofdstuk 2 Signalen

Artikel 2.1 Signalen

In deze beleidsregel staan een aantal gevallen benoemd waarin de gemeente een Bibob-onderzoek kan uitvoeren of gevallen waarin de gemeente in beginsel geen onderzoek zal verrichten. In die gevallen zal de gemeente in ieder geval overgaan tot het uitvoeren van een Bibob-onderzoek indien:

  • a.

    Er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC die hier aanleiding toe geeft.

  • b.

    Door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in artikel 11 van de Wet.

  • c.

    Een tip als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen van de officier van justitie dan wel van een ander bestuursorgaan of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van de Wet.

Hoofdstuk 3 Weigeren volledig invullen Bibob-vragenformulieren

Artikel 3.1 Aanvragen om beschikkingen

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) niet of niet volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden toegepast. Bij volharding zal de gevraagde beschikking buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.

Artikel 3.2 Verleende beschikkingen

Bij verleende beschikkingen zal een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) volledig ingevuld te retourneren op grond van artikel 4, eerste lid van de Wet worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet. De verstrekte vergunning kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 3.3 Nieuwe vastgoedtransacties en overheidsopdrachten

Indien er sprake is van een vastgoedtransactie of een overheidsopdracht zal de weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) niet of niet volledig ingevuld te retourneren leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst of het niet gunnen van de overheidsopdracht.

 

Publiekrechtelijke beschikkingen

Hoofdstuk 4 Alcoholwet, huisvestingsvergunningen en vergunningen APV

Artikel 4.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning

  • 1.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij elke aanvraag voor een:

    • a.

      Alcoholwetvergunning;

    • b.

      Exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);

    • c.

      Huisvestingsvergunning.

 

  • 2.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden:

    • a.

      Wanneer een Alcoholwetvergunning of een horeca-exploitatievergunning wordt aangevraagd door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet.

    • b.

      Bij het bijschrijven van een leidinggevende op het aanhangsel van een vergunning zoals genoemd in artikel 2.1, lid 1, onder a en b.

    • c.

      In het geval van een aanvraag voor een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Hoofdstuk 5 Omgevingsactiviteit Bouw

Artikel 5.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een omgevingsvergunning

  • 1.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) (na inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt dit artikel 5.1 Omgevingswet) en een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b van de Wabo.

 

  • 2.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij aanvragen zoals bedoeld in het eerste lid in de onderstaande gevallen.

 

  • a.

    Bouwwerken met de functie wonen

  • Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwwerk met de functie wonen waarvan de bouwkosten € 500.000 (excl. btw) of meer bedragen.

  • De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de Legesverordening van de gemeente. In het geval van een bouwproject bestaande uit meerdere woningen zijn de totale bouwkosten van het gehele project bepalend voor de vraag of een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden.

 

  • b.

    Bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten

  • b.1. Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwwerk ten behoeve van een bedrijfsmatige activiteit indien de bouwkosten meer dan € 50.000,00 bedragen én er sprake is van één van de risico categorieën zoals genoemd in Bijlage 1 van deze Beleidslijn. De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de Legesverordening van de gemeente.

 

  • b.2. Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden in geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor een bouwwerk ten behoeve van een bedrijfsmatige activiteit, indien de bouwkosten meer dan € 500.000, - bedragen.

  • De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de Legesverordening van de gemeente.

 

  • c.

    Risicogebied en/of risicocategorie

  • c.1. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning, indien het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied (zie Bijlage 2 van deze Beleidsregel).

 

  • c.2. De gemeente kan een Bibob-onderzoek starten bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning indien de aanvraag betrekking heeft op een risicocategorie (zie bijlage 1 van deze Beleidsregel).

 

  • d.

    Illegaal gestarte bouwactiviteit

  • In geval al is gestart met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat de daarvoor benodigde vergunning is verleend en de bouwkosten € 50.000, - of meer bedragen.

 

  • 3.

    Cumulatie

  • In het geval dat een aanvrager in het tijdvak van drie jaar, gerekend vanaf de ontvangstdatum van de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten € 50.000, - of meer maar minder dan € 500.000, - (exclusief btw) bedragen, kan vanaf de vierde aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit van dezelfde aanvrager een Bibob-onderzoek plaatsvinden.

Artikel 5.2 Uitzonderingen

  • 1.

    Bij een aanvraag omgevingsvergunning-bouwactiviteit zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden, in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

    • a.

      Een overheidsinstantie;

    • b.

      Een semi-overheidsinstantie;

    • c.

      Een toegelaten woningcorporatie,

    • d.

      Een door het bevoegd gezag bij besluit aangewezen aanvrager of partij.

 

  • 2.

    Indien een aanvrager in het tijdvak van drie jaar gerekend vanaf de eerste aanvraag meerdere aanvragen voor eenzelfde omgevingsvergunning bouwactiviteit indient, kan bij ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere aanvraag (bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke partners etc.) en indien sprake is van een positieve uitkomst van het Bibob-onderzoek op de eerdere aanvraag, bij volgende aanvragen een nieuw Bibob-onderzoek achterwege blijven.

Hoofdstuk 6 Omgevingsactiviteit Milieu

Artikel 6.1 Bibob-onderzoek bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieuactiviteit

  • 1.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning milieuactiviteit en een omgevingsvergunning beperkte milieutoets.

 

  • 2.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning milieuactiviteit en een omgevingsvergunning beperkte milieutoets waarbij sprake is van één of meerdere risicocategorieën genoemd in Bijlage 1 of het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied (zie Bijlage 2 van deze Beleidsregel).

Artikel 6.2 Uitzonderingen

  • 1.

    Bij een aanvraag om omgevingsvergunning-milieuactiviteit zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden, in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

    • a.

      Een overheidsinstantie;

    • b.

      Een semioverheidsinstantie.

 

  • 2.

    Indien een aanvrager in het tijdvak van drie jaar gerekend vanaf de ontvangstdatum van de eerste aanvraag meerdere aanvragen voor eenzelfde omgevingsvergunning milieuactiviteit indient, kan bij ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere aanvraag (bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke partners etc.) en indien sprake is van een positieve uitkomst van het Bibob-onderzoek op de eerdere aanvraag, bij volgende aanvragen een nieuw Bibob-onderzoek achterwege blijven.

Hoofdstuk 7 Bibob-onderzoek bij reeds verleende vergunningen

Artikel 7.1 Bibob-onderzoek bij verleende vergunningen

  • 1.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij verleende beschikkingen in de onderstaande gevallen:

    • a.

      Wanneer sprake is van een melding als bedoeld in artikel 2:25, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de activiteit(en) waar deze beschikking op ziet in Bijlage 1 zijn aangewezen als een risicocategorie en / of vallen binnen een in Bijlage 2 genoemd risicogebied;

    • b.

      Wanneer sprake is van één van de gevallen zoals benoemd in hoofdstuk 2 van deze Beleidsregel;

 

  • 2.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij een verleende beschikking in de onderstaande gevallen:

    • a.

      Wanneer de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit die op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente na de verstrekking van de beschikking in Bijlage 1 is aangewezen als risicocategorie.

    • b.

      Wanneer de locatie waarop de verstrekte beschikking betrekking heeft is gelegen in een concreet bepaald gebied dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente na de verstrekking van de beschikking valt binnen een in Bijlage 2 genoemd risicogebied.

Hoofdstuk 8 Subsidies

Artikel 8.1 Bibob-onderzoek bij subsidies

Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij elke aanvraag om subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening in de onderstaande gevallen:

  • a.

    Wanneer sprake is van de gevallen zoals benoemd in hoofdstuk 2 van deze Beleidsregel;

  • b.

    Wanneer sprake is van een subsidie die betrekking heeft op een risicogebied uit Bijlage 2.

 

Privaatrechtelijke transacties

Hoofdstuk 9 Vastgoed

Artikel 9.1 Vastgoed

  • 1.

    Uitvoering van een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is.

 

  • 2.

    Bij de start van de onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij (schriftelijk) in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

  • Een negatieve uitkomst van dit onderzoek kan leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst.

 

  • 3.

    In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

 

  • 4.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij vastgoedtransacties in de onderstaande gevallen:

  • a.

    Als bij het aangaan van de vastgoedtransactie blijkt dat de wederpartij in de toekomst ook een aanvraag moet indienen voor een beschikking zoals genoemd in deze beleidsregel;

  • b.

    Voor zover het een pand betreft met een specifieke (voormalige) overheidsfunctie;

  • c.

    De beoogde contractspartij een bedrijfsstructuur heeft die aanleiding geeft voor een onderzoek;

  • d.

    Het vastgoedobject gebruikt wordt of gebruikt gaat worden voor één of meerdere activiteiten die genoemd zijn in Bijlage 1 van deze beleidsregel.

 

Artikel 9.2 Uitzonderingen

Bij een vastgoedtransactie zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden, in het geval sprake is van een transactie met een van de volgende partijen:

  • a.

    Een overheidsinstantie;

  • b.

    Een semi-overheidsinstantie;

  • c.

    Een toegelaten woningcorporatie

Hoofdstuk 10 Overheidsopdrachten

Artikel 10.1 Bibob-onderzoek bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De gemeente kan de Wet toepassen bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, dan wel een overeenkomst zorg vanuit de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

  • 2.

    In de aanbestedingsdocumenten zal worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning wordt overgegaan, een Bibob-onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet. Dit onderzoek kan mede zien op eventuele onderaannemers.

 

  • 3.

    In de aanbestedingsdocumenten wordt een integriteitsclausule opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot uitsluiting van de inschrijvende partij indien zich een van de situaties zoals bedoeld in artikel 9 tweede lid van de Wet voordoet (danwel een situatie zoals bedoeld in artikel 3.3 van deze Beleidsregel.)

 

  • 4.

    In de af te sluiten overeenkomsten zal een integriteitsclausule worden opgenomen waarin wordt aangegeven dat de overeenkomst kan worden ontbonden indien één van de situaties zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid van de Wet zich voordoet.

Hoofdstuk 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 11.1  

  • 1.

    De Beleidsregel ‘’Bibob beleid algemeen Oosterhout 2015’’ wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023 in werking treedt.

  • 2.

    De ‘’Bibob-beleidslijn Evenementen Oosterhout 2015’’ wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023 in werking treedt.

  • 3.

    De ‘’Bibob beleidslijn Horecabedrijven en de speelautomatenbranche Oosterhout 2015’’ wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023 in werking treedt.

  • 4.

    De ‘’Bibob-beleidslijn Subsidies Oosterhout 2015’’ wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023 in werking treedt.

  • 5.

    De ‘’Bibob-beleidslijn WABO Bouwen Oosterhout 2015’’ wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023 in werking treedt.

  • 6.

    De ‘’Bibob-beleidslijn WABO Milieu Oosterhout 2018’’ wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023 in werking treedt.

  • 7.

    De Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023 treedt in werking, daags na bekendmaking ervan in het Gemeenteblad.

 

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Oosterhout 2023’’.

Aldus vastgesteld door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oosterhout op 6-11-2023.

De burgemeester,

De secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1: Risicocategorieën

 

In deze bijlage zijn activiteiten opgenomen, waarbij er een risico aanwezig is dat met die activiteiten strafbare feiten worden gepleegd, dan wel dat die activiteit wordt gebruikt om onrechtmatig verkregen voordelen te benutten.

Risicocategorieën waarbij de gemeente Oosterhout de Wet Bibob kan toepassen:

  • 1.

    Afvalbewerkings-, afvalverwerkings- en afvalrecyclingbedrijven

  • 2.

    Auto(de)montagebedrijven

  • 3.

    Autohandel en/of autoverhuur

  • 4.

    Beauty, wellness en saunabedrijven

  • 5.

    Coffee-, smart-, en/of headshops

  • 6.

    Bedrijven in de seksindustrie (waaronder darkrooms, erotische massagesalons, escortbedrijven, prostitutiebedrijven, seksbioscopen, sekswinkels etc.)

  • 7.

    Energiemaatschappijen/producten (w.o. vergisters, windmolens, zonneparken etc.)

  • 8.

    Fitnessbedrijven/sportscholen/sporthallen, -complexen

  • 9.

    Speelautomatenhallen/ gamecenters

  • 10.

    Horecabedrijven zoals gedefinieerd in de APV

  • 11.

    Hotels/pensions

  • 12.

    Huisvesting arbeidsmigranten

  • 13.

    Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto’s, tank- of bulkcontainers

  • 14.

    Inrichtingen voor:

    • a.

      Het bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van dierlijke of overige organische meststoffen

    • b.

      Het vervaardigen, bewerken, opslaan of overslaan van anorganische meststoffen

  • 15.

    In- en exportbedrijven

  • 16.

    Kamerverhuurbedrijven

  • 17.

    Ondernemingen die handelen in (beschermde) diersoorten

  • 18.

    Recreatieparken en jachthavens

  • 19.

    Religieuze instellingen

  • 20.

    Scholen

  • 21.

    Sloopbedrijven

  • 22.

    Tattooshops, kappers, nagelstudio’s

  • 23.

    Belwinkels, internetcafés e.d.

  • 24.

    Transformatie kantoorpanden

  • 25.

    Transportondernemingen

  • 26.

    Vuurwerkbranche

  • 27.

    PGB-bureaus, zorgbureaus, zorgaanbieders, reïntegratiebedrijven

  • 28.

    Niet geregistreerde uitzendbureaus

 

Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet-limitatief, maar geeft een indicatie van mogelijke risicocategorieën. Deze opsomming kan aangepast worden, indien ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven.

 

Bijlage 2: risicogebieden

De gemeente kan bepaalde gebieden aanwijzen waarbij het wenselijk is dat in dat gebied een eigen onderzoek wordt gestart indien sprake is van een aanvraag om een beschikking (of een verleende vergunning) of een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund.

 

Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, revitalisatie van gebieden, bepaalde gebieden waar sprake is van (vermoedens van) ondermijnende activiteiten, en dergelijke.