Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de eenmalige energietoeslag (Beleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Zutphen 2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de eenmalige energietoeslag (Beleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Zutphen 2023)
CiteertitelBeleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Zutphen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Participatiewet
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-202301-01-2025Nieuwe regeling

27-11-2023

gmb-2023-515606

618507

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de eenmalige energietoeslag (Beleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Zutphen 2023)

 

 

Ons kenmerk: 618507

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

 

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking komen voor een eenmalige energietoeslag voor het jaar 2023;

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel een beleidsregel vast te stellen aanvullend op de Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019;

 

gelezen het advies van Brede adviesraad Sociaal Domein van 16 november 2023;

 

gelet op artikel 35 van de Participatiewet;

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de eenmalige energietoeslag (Beleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Zutphen 2023)

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    Bbz: Bijstand voor zelfstandigen;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    inkomen: het totaal van inkomen, zoals bedoeld in paragraaf 9.5.4 van de Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019;

  • d.

    minimaregeling: Gemeentepolis van Aevitae, Inkomenstoeslag, Kindpakket en/of de Meedoenregeling van de gemeente Zutphen;

  • e.

    peildatum: de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend of de datum van ambtshalve toekenning;

  • f.

    peilmaand: de maand voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag voor de energietoeslag is ingediend of november 2023 als deze aanvraag na 31 december 2023 wordt ingediend;

  • g.

    wet: Participatiewet;

  • h.

    zelfstandig huishouden: één of meer personen die gezamenlijk op één adres wonen;

  • i.

    zelfstandig ondernemer: de persoon die:

    • i.

      voor de inkomensvoorziening afhankelijk is van de inkomsten uit het eigen bedrijf of uit een zelfstandig beroep, én

    • ii.

      minimaal 1225 uur per jaar werkzaam is binnen het eigen bedrijf of het zelfstandig beroep, én

    • iii.

      voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening van het eigen bedrijf of zelfstandig beroep, én

    • iv.

      voor dit bedrijf of zelfstandig beroep ingeschreven staat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

 

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag van € 800 is bedoeld voor een zelfstandig huishouden met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verstrekt.

  • 2.

    Voor toepassing van deze beleidsregel wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 3.

    Een zelfstandig huishouden heeft een laag inkomen als het op de peildatum in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm of als het in aanmerking te nemen inkomen in de peilmaand niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm. Bij wisselende inkomsten wordt voor de bepaling van het inkomen uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de maanden september tot en met november 2023.

  • 4.

    Tot een zelfstandig huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder f. van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners.

  • 5.

    Overeenkomstig artikel 35, vijfde lid van de wet wordt tot een zelfstandig huishouden niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • a.

      18, 19 of 20 jaar is;

    • b.

      in aanmerking komt voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000; of

    • c.

      is ingeschreven als ingezetene met enkel een briefadres in de Basisregistratie Personen.

  • 6.

    De persoon die in een andere gemeente een eenmalige energietoeslag 2023 heeft ontvangen, heeft geen recht op de eenmalige energietoeslag in de gemeente Zutphen.

  • 7.

    De persoon die een kamer huurt en niet gerekend wordt tot één van de personen als vermeld in het vijfde lid komt in aanmerking voor de energietoeslag, mits door die persoon aantoonbaar zelf in de energiekosten wordt voorzien.

 

Artikel 3 Ambtshalve toekenning

  • 1.

    Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving in artikel 2, en:

    • a.

      aan wie in 2022 of 2023 een energietoeslag 2022 is verstrekt, of

    • b.

      algemene bijstand ontvangen, of

    • c.

      een uitkering ontvangen op grond van IOAW of IOAZ, of

    • d.

      Bbz ontvangen, of

    • e.

      een minimaregeling in 2023 hebben ontvangen, of

    • f.

      in een minnelijke schuldsanering zijn opgenomen,

  • ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve.

  • 2.

    De ambtshalve toekenning heeft ook betrekking op huishoudens die algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet.

 

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    Zelfstandige huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de eenmalige energietoeslag kunnen vanaf 1 januari 2024 een aanvraag indienen door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag voor de eenmalige energietoeslag moet digitaal via de website van de gemeente (www.zutphen.nl) of schriftelijk via het aanvraagformulier Eenmalige Energietoeslag 2023 worden ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag om een eenmalige energietoeslag 2023 kan worden ingediend tot en met 31 mei 2024.

  • 4.

    Het college verstrekt de eenmalige energietoeslag 2023 overeenkomstig artikel 35, vierde lid, onder b. van de wet tot en met 31 augustus 2024.

 

Artikel 5 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het eenmalig compenseren van energiekosten voor huishoudens, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard of dringende redenen hiertoe noodzaken.

 

Artikel 6 Tijdelijkheid

Deze beleidsregel werkt tot 1 januari 2025.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

 

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Zutphen 2023.

 

 

 

 

Aldus besloten op 28 november 2023.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris

Toelichting

 

Algemene toelichting

Deze Beleidsregel eenmalige energietoeslag gemeente Zutphen 2023 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Binnen het wettelijk kader is er beleidsvrijheid voor de gemeente. Met deze beleidsregel wordt invulling gegeven aan deze beleidsvrijheid. Voor deze invulling is een drietal uitgangspunten geformuleerd:

  • a.

    ruimhartige toekenning;

  • b.

    eenvoud;

  • c.

    maximale (ambtshalve) verstrekking.

Hieronder volgt een nadere toelichting per artikel.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Bij het inkomen wordt aangesloten bij de bepalingen hierover in de beleidsvoorschriften die betrekking hebben op de bijzondere bijstand (paragraaf 9.5.4). Daarin is vastgelegd dat in afwijking van de middelentoets in de Participatiewet de inkomenstoeslag en de studietoeslag niet worden meegenomen bij het vaststellen van het inkomen. Datzelfde geldt voor inkomsten uit arbeid van ten laste komende kinderen. Voor personen in een minnelijke of wettelijke schuldsanering geldt in beginsel dat zij voor de duur van het saneringstraject een inkomen op het sociaal minimum hebben en daarom in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Als er sprake is van een gezin waarvan één partner niet in de schuldsanering zit, wordt gekeken of het gezamenlijke inkomen niet boven de van toepassing zijnde inkomensgrens komt.

 

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de draagkrachtregels, zoals omschreven in de voormelde beleidsvoorschriften, niet van toepassing zijn. Draagkrachtberekening zou de uitvoering van de eenmalige energietoeslag complex en arbeidsintensief maken. Dat gaat in tegen het uitgangspunt van zowel de Rijksoverheid als de gemeente om de regeling eenvoudig en makkelijk uitvoerbaar te maken.

 

De peildatum voor de aanvraag is de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend.

De peilmaand is de maand waarover het inkomen in aanmerking wordt genomen.

 

De eenmalige energietoeslag komt alleen toe aan een zelfstandig huishouden.

 

Ook zelfstandige ondernemers met een laag inkomen komen in aanmerking voor de eenmalige energietoeslag. Daarom wordt het begrip zelfstandig ondernemer hier gedefinieerd.

 

Artikel 2 Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep omschreven.

 

Het door het Rijk gestelde richtbedrag voor de eenmalige energietoeslag 2023 van € 800 per huishouden wordt overgenomen. Eind 2022 bood het Rijk gemeenten de mogelijkheid om € 500 van het begrote bedrag voor 2023 aanvullend op de energietoeslag 2022 uit te keren. Uitbetaling was toegestaan tot en met 30 juni 2023. Voor de energietoeslag 2023 reserveerde het Rijk een macrobudget van € 1,4 miljard. Dit bedrag is gebaseerd op het aantal huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum en een bedrag van € 1.300 per huishouden. Dit om huishoudens die in financiële nood dreigden te komen extra te kunnen helpen. Hiervoor werd van de € 1,4 miljard voor 2023 via de decembercirculaire € 500 miljoen naar 2022 overgeheveld. Als gevolg hiervan blijft er in 2023 € 900 miljoen over, inclusief uitvoeringskosten. De energietoeslag voor 2022 is daarmee in principe € 1.800 en voor 2023 € 800 per huishouden.

De gemeente Zutphen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in 2023 aan de doelgroep van 2022 een extra bedrag van € 500 als energietoeslag 2022 uit te keren (raadsbesluit van 27 maart 2023). De uitbetaalde € 500 aan de doelgroep van de energietoeslag 2022 was een aanvulling op de energietoeslag voor het jaar 2022 met een inkomensbepaling in 2022 en dus geen voorschot op de energietoeslag 2023. Voor het jaar 2023 wordt € 800 uitgekeerd aan de doelgroep van de energietoeslag 2023 met een inkomensbepaling in 2023.

Deze twee doelgroepen zijn niet per definitie gelijk, aangezien het inkomen van inwoners in deze jaren kan verschillen. Maar het verschil in energietoeslag is aanvaardbaar, omdat er voor 2023 meer inkomensmaatregelen zijn getroffen, zoals verhoging van de zorg- en huurtoeslag, het kindgebonden budget en het wettelijk minimum loon.

 

Welbewust wordt gekozen (binnen de financiële middelen waarover de gemeente kan beschikken) voor een verbreding van de doelgroep tot 130% van het sociaal minimum. Dat is de toepasselijke bijstandsnorm. Daardoor komen méér inwoners van de gemeente Zutphen in aanmerking voor de eenmalige energietoeslag. Ook de groep die een inkomen heeft dat (wat) hoger is dan het sociaal minimum wordt relatief zwaar getroffen door de hoge energieprijzen. Met een inkomensgrens van 130% bereiken we deze groep. Deze inkomensgrens wordt ook gehanteerd bij de Gemeentepolis en sluit in die zin ook aan bij het gemeentelijke minimabeleid.

 

Voor toepassing van de energietoeslag wordt het vermogen, zoals bedoeld in de Participatiewet, niet in aanmerking genomen. Die vrijheid heeft de gemeente bij bijzondere bijstand. Dat maakt de uitvoering eenvoudig.

 

Zoals hierboven aangegeven, kiezen we bewust voor een inkomensgrens van 130% van het sociaal minimum (de toepasselijke bijstandsnorm).

 

In afwijking van de energietoeslag 2022 sluiten we niet alle bewoners van een instelling uit van de energietoeslag 2023. Bewoners van zorg-, revalidatie- en verpleeginstellingen en van instellingen voor beschermd of begeleid wonen worden alleen uitgesloten van de energietoeslag, als de instelling voorziet in de energiekosten en deze kosten niet in rekening brengt bij de bewoners. Maar het komt ook voor dat de kosten voor wonen inclusief energie en de kosten voor zorg zijn gescheiden en de bewoner zelf de energiekosten moet voldoen, direct of indirect (via de verhuurder, doorberekend). Dit is bijvoorbeeld het geval bij bewoners met een persoonsgebonden budget of Volledig Pakket Thuis waaruit de zorg wordt gefinancierd, maar niet de kosten voor wonen. Wanneer de bewoner zelf voorziet in de energiekosten en dit uit een energiecontract, een specificatie van de servicekosten of van de huurcomponenten blijkt, kan er wel recht bestaan op de energietoeslag.

 

In afwijking van de energietoeslag 2022 worden drie groepen nu bij wet uitgesloten van het recht op de energietoeslag 2023. Het betreft:

  • 1.

    jongeren tot 21 jaar;

  • 2.

    studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, Wet studiefinanciering 2000; en

  • 3.

    dak- en thuislozen.

Deze groepen kunnen elkaar overlappen. Voor deze groepen geldt dat het bestaan van energiekosten niet in vergelijkbare mate als bij de doelgroep van deze regeling aangenomen kan worden (wat het uitgangspunt is bij de categoriale bijzondere bijstand). Of voor deze groepen geldt dat er een beroep kan worden gedaan op alternatieve financiële ondersteuning. Hieronder volgt de motivatie.

 

Ad 1. Jongeren tot 21 jaar

Voor 18-, 19- en 20-jarigen geldt dat zij voor de energiekosten een beroep kunnen doen op de ouders. Deze hebben een wettelijke onderhoudsplicht (artikel 1:395a BW en artikel 12 Pw). Wanneer de ouders hier niet aan kunnen voldoen, kan een jongere voor de hoge energiekosten individuele bijzondere bijstand aanvragen. Dat geldt ook voor kamerbewoners onder de 21 jaar. Zij vallen onder de groep die als categorie in de Participatiewet is uitgesloten van de energietoeslag. In deze beleidsregel mogen we hier niet van afwijken (buitenwettelijk begunstigend beleid is niet toegestaan). Via de individuele bijzondere bijstand komt de financiële ondersteuning uitsluitend terecht bij de jongeren die het daadwerkelijk nodig hebben. In urgente situaties kan als laatste vangnet via intermediairs in de gemeente Zutphen een beroep worden gedaan op het fonds voor individuele noodhulp als aan de voorwaarden wordt voldaan. Kamerbewoners van 21 jaar en ouder komen mogelijk wel in aanmerking voor de energietoeslag 2023 (zie hieronder de toelichting op artikel 2, zevende lid).

 

Ad 2. Studenten

Studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering hebben geen recht op de energietoeslag 2023. Uitwonende studenten met een basisbeurs én een aanvullende beurs, en studenten in de leenfase die de laatste maand voorafgaand aan die leenfase een aanvullende beurs ontvingen, kunnen in het studiejaar 2023-2024 een eenmalige tegemoetkoming voor energiekosten ontvangen. Dit is een bedrag van € 400, heeft de vorm van een gift en is niet vatbaar voor beslag. De tegemoetkoming is geregeld in artikel 78ee van de Participatiewet en sluit aan bij de uitgangspunten en systematiek van de studiefinanciering. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd door DUO. Er geldt geen inkomenstoets en geen vermogenstoets. Ook hoeft de student niet zelf een energiecontract te hebben. DUO keert de tegemoetkoming ambtshalve uit aan studenten die aan de voorwaarden voldoen. De regeling loopt tot het einde van het studiejaar 2023-2024. De eenmalige tegemoetkoming in de energiekosten komt als maatregel aanvullend op de tijdelijke ophoging van de basisbeurs voor uitwonenden met € 164 per maand gedurende het studiejaar 2023-2024.

 

Ad 3. Dak- en thuislozen

Inwoners met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben.

 

De eenmalige energietoeslag kan vanaf 1 januari 2024 (zie artikel 4, eerste lid) tot en met 31 mei 2024 (zie artikel 4, derde lid) worden aangevraagd. Een persoon die in die periode verhuist naar een andere gemeente zou dan twee keer een energietoeslag kunnen aanvragen. Om dit duidelijk uit te sluiten is in dit artikel de bepaling opgenomen dat iemand die in een andere gemeente een eenmalige energietoeslag 2023 heeft ontvangen, op grond van deze beleidsregel geen recht meer heeft op de energietoeslag.

 

In afwijking van de energietoeslag 2022 sluiten we niet alle kamerbewoners uit van de energietoeslag. Voor personen die niet bij wet zijn uitgesloten (artikel 2, vijfde lid) en een kamer huren kan er wel recht bestaan op de energietoeslag, mits de bewoner zelf voorziet in de energiekosten en dit uit een energiecontract, een specificatie van de servicekosten of van de huurcomponenten blijkt.

 

Artikel 3 Ambtshalve toekenning

Het wettelijke kader maakt een ambtshalve verstrekking mogelijk voor groepen waarvan de inkomensgegevens bij de gemeente bekend zijn. Gestreefd wordt naar een maximale ambtshalve verstrekking. Dat maakt een snelle uitvoering (en uitbetaling) mogelijk. Inwoners die de energietoeslag voor 2022 hebben ontvangen (toetsing van het inkomen door het Inlichtingenbureau) en recente bijstandsgerechtigden zijn wat dat betreft een voor de hand liggende groep. Dat geldt tevens voor IOAW-, IOAZ- en Bbz-gerechtigden. Gezien de inkomensgrens van 130% kan ook ambtshalve verstrekt worden aan inwoners die in 2023 geld uit hoofde van één of meer minimaregelingen of bijzondere bijstand hebben ontvangen. En de eenmalige toeslag wordt ambtshalve verstrekt aan de huishoudens die in een (minnelijke) schuldregeling zitten. Dat sluit aan bij het minimabeleid, waarbij het besteedbare inkomen het uitgangspunt is (zoals in de toelichting bij artikel 1 is aangegeven).

 

Ook de huishoudens die, in aanvulling op de AOW, bijstand ontvangen worden meegenomen in de ambtshalve verstrekking. We zijn daarbij wel afhankelijk van de (tijdige) verstrekking van gegevens door de Sociale Verzekeringsbank, via het Inlichtingenbureau.

 

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de vermelde groepen alleen in aanmerking komen voor ambtshalve verstrekking voor zover zij voldoen aan de doelgroep-omschrijving van artikel 2. Dat betekent dus dat personen die niet als zelfstandig huishouden kunnen worden gezien of personen die uitgesloten zijn, geen recht hebben, ook al ontvangen zij bijvoorbeeld bijstand of geld uit hoofde van een minimaregeling. Bij een huishouden waarbij één partner een schuldregeling heeft en de andere partner niet, geldt – zoals eerder gesteld - dat het gezamenlijke inkomen niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm.

 

Artikel 4 Aanvraag

Na vaststelling van deze beleidsregel wordt de eenmalige energietoeslag eerst ambtshalve verstrekt. Daarmee wordt een belangrijk deel van de doelgroep bereikt. Inwoners die niet ambtshalve een eenmalige energietoeslag hebben ontvangen, kunnen vervolgens een aanvraag indienen. Deze aanvraag kan zowel digitaal als schriftelijk worden ingediend.

De mogelijkheid om aanvragen in te dienen, wordt opengesteld tot en met 31 mei 2024.

 

Artikel 5 Afwijkingsbevoegdheid

Wie niet aan de voorwaarden voor een eenmalige energietoeslag voldoet, bijvoorbeeld omdat deze persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, kan geen aanspraak maken op de eenmalige energietoeslag. Soms kan dat een “hardheid” inhouden. Dit artikel voorziet er in dat van de beleidsregel kan worden afgeweken dan wel deze buiten toepassing kan worden gelaten.

 

Artikel 6 Tijdelijkheid

De beleidsregel heeft maar tijdelijk gelding, te weten tot 1 januari 2025.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.