Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Delegatie wijzigen Omgevingsplan op basis van de Omgevingswet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatie wijzigen Omgevingsplan op basis van de Omgevingswet
CiteertitelDelegatie wijzigen Omgevingsplan op basis van de Omgevingswet
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

27-01-2022

gmb-2023-515522

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatie wijzigen Omgevingsplan op basis van de Omgevingswet

 

 

Delegatie wijziging Omgevingsplan

Het delegatiebesluit houdt in dat de gemeenteraad de bevoegdheid om onderdelen van het omgevingsplan te wijzigen, kan delegeren aan het college van burgmeester en wethouders. De gemeenteraad stelt hiervoor een lijst met gevallen vast waarvoor zij het college bevoegd vinden om het omgevingsplan te wijzigen.

 

Voor de volgende situaties heeft de gemeenteraad de bevoegdheid om het omgevingsplan te wijzigen aan het college gedelegeerd:

1. Overnemen van verleende omgevingsvergunningen in afwijking van het omgevingsplan.

De Omgevingswet bepaalt dat de gemeenteraad vergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (bopa) binnen vijf jaar moet verwerken in het omgevingsplan. De raad stuurt op hoofdlijnen en het overnemen van verleende omgevingsvergunningen is een administratieve handeling. Daarom leent dit zich goed voor delegatie.

 

2. Vertalen van beleid(sregels) van raad en college in het omgevingsplan.

Voor het opstellen van een omgevingsplan stelt de gemeenteraad kaders. Dit gebeurt via de omgevingsvisie. In omgevingsprogramma’s worden onderdelen uit de omgevingsvisie uitgewerkt. De bevoegdheid tot het opstellen van omgevingsprogramma’s ligt bij het college. Concrete ambities uit de omgevingsvisie en uit de omgevingsprogramma’s waarvan doorvertaling in het omgevingsplan nodig is, kunnen gedelegeerd worden aan het college. Ook andere door de raad of het college vastgestelde beleidsregels die doorvertaling in het omgevingsplan behoeven, kunnen door het college worden verwerkt in het omgevingsplan. Het gaat immers om het vertalen van beleid waar al sprake is geweest van een inhoudelijke afweging en kaderstelling door de gemeenteraad. Een dergelijke aanpassing van delen van het omgevingsplan is aan te merken als uitvoering en daarmee ligt delegatie aan het college voor de hand.

 

3. Projecten die onderdeel uitmaken van de categorieën waarvoor geen adviesrecht geldt

Projecten en ontwikkelingen die vallen binnen de categorieën waarvoor het niet nodig is om bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit een advies te vragen aan de raad, kunnen in het geval van een wijziging van het omgevingsplan ook door het college worden vastgesteld.

 

4. Bestaande uitwerking- en wijzigingsbevoegdheden

In de huidige bestemmingsplannen zijn wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten opgenomen waarin wordt bepaald dat voor deze specifieke gevallen of locaties het college bevoegd gezag is voor het wijzigen of uitwerken van het bestemmingsplan. Onder de Omgevingswet bestaan deze instrumenten tot het wijzigen of uitwerken van het omgevingsplan niet meer. De aangewezen locaties zijn echter wel onderdeel van het tijdelijke omgevingsplan (het oude bestemmingsplan). De kaders (wijzigingsvoorwaarden en uitwerkingsregels) zijn reeds vastgesteld door de raad, voor deze gevallen kan het college bevoegd blijven voor het wijzigen van het omgevingsplan.

 

5. Instructieregels vanuit de provincie of het Rijk, voor zover hier geen afwegingsruimte in aanwezig is

Een instructieregel is een algemene regel waarmee een bestuursorgaan aan een ander bestuursorgaan aangeeft hoe dat orgaan een taak of bevoegdheid moet uitoefenen. Vanuit het Rijk en de Provincie zijn nu ook al instructieregels onder de huidige wetgeving opgenomen. Bijvoorbeeld het opnemen van de beschermingszones van de primaire waterkeringen in het omgevingsplan. Indien binnen deze regels geen afwegingsruimte aanwezig is, kan de bevoegdheid tot het wijzigen van het omgevingsplan naar aanleiding van een instructieregel gedelegeerd worden aan het college.

 

6. Het nemen van een voorbereidingsbesluit

Een voorbereidingsbesluit is een verklaring dat een wijziging van het omgevingsplan wordt voorbereid, waarmee een aanhoudingsplicht geldt voor bouw- en aanlegactiviteiten. Hierdoor wordt voor het gebied waarvoor het besluit wordt genomen de bestaande situatie als het ware tijdelijk bevroren totdat het omgevingsplan is gewijzigd. Met het nemen van een voorbereidingsbesluit wordt voorkomen dat een initiatiefnemer kort voor aanpassing van het omgevingsplan bewust een vergunningaanvraag indient die in strijd is met de voorgenomen aanpassing. De noodzaak tot het nemen van een voorbereidingsbesluit komt nauwelijks voor, maar wanneer dit nodig is, is het belangrijk dat er snel gehandeld kan worden. Gelet op de vergaderfrequentie van de raad in relatie tot die van het college en de daarbij horende aanlevertermijnen, kan het college hierin sneller acteren. Om die reden is in de Omgevingswet een delegatiemogelijkheid opgenomen voor de bevoegdheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit (artikel 4.14 Ow). De achterliggende gedachte van de wetgever is hierbij geweest dat het college een omgevingsplan voorbereidt en daarmee dan ook goed in staat is om op een effectieve wijze een voorbereidingsbesluit te nemen.

 

7. Het corrigeren van verschrijvingen, verkeerde verwijzingen en inventarisatiefoutjes;

Het gaat hier om technische aanpassingen waarbij inhoudelijke besluitvorming niet is vereist. Delegatie van dit onderdeel aan het college ligt hiermee voor de hand

 

8. Het toevoegen en wijzigen van begripsbepalingen voor zover deze geen wezenlijke wijziging voor de fysieke leefomgeving tot gevolg hebben.

Zowel het gemeentelijk omgevingsplan, de provinciale omgevingsverordening als de waterschapsverordening worden via het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) voor iedereen digitaal raadpleegbaar. In al deze plannen en verordeningen worden begripsbepalingen opgenomen. Hierbij dient een uniform begrippenapparaat gewaarborgd te worden. Dit kan ertoe leiden dat een begripsbepaling aangepast of toegevoegd wordt aan het omgevingsplan. Om een uniform begrippenapparaat te waarborgen is voor landelijk gebruik ook een Stelselcatalogus opgesteld. Als hierin begripsbepalingen zijn opgenomen die de harmonisatie ten goede komen, kunnen deze ook overgenomen worden in het omgevingsplan. Daarnaast is het mogelijk dat er begripsbepalingen in het omgevingsplan worden toegevoegd of aangepast om de ‘leesbaarheid’ te verbeteren. In voornoemde gevallen gaat het niet om het aanpassen of toevoegen van begripsbepalingen die nadelige effecten (kunnen) hebben op de fysieke leefomgeving dan welnadelige/ beperkende effecten tot gevolg hebben voor inwoners en initiatiefnemers of inhoudelijk besproken moet worden.

 

Dit besluit (bijlage 2 van de Nota van Uitgangspunten) treedt gelijktijdig met de Omgevingswet in werking.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Hollands Kroon op 27 januari 2022,

De griffier,

M. Klaassen Bos

De voorzitter,

A. van Dam