Organisatie | Doetinchem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de speelautomatenhallen Doetinchem 2024 |
Citeertitel | Verordening op de speelautomatenhallen Doetinchem 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de speelautomatenhallen Doetinchem 2009.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 30-11-2023 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
speelautomaat: een toestel, als omschreven in artikel 30, onder a, van de wet zijnde een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;
openbare weg conform de Wegenverkeerswet ’94: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
Een vergunning dient te worden aangevraagd onder overlegging van in ieder geval de volgende gegevens:
een ondernemingsplan, met inbegrip van stukken, waaruit blijkt welk bedrag met de totale investering is gemoeid, dat deze met voldoende zekerheden is afgedekt met een of meerdere financieringen en wie de financier(s) is (zijn), dan wel dat de totale investering uit eigen middelen kan worden gefinancierd;
een verklaring omtrent het gedrag en een fotokopie van een geldig legitimatiebewijs van: de ondernemer, dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de bij te voegen statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen); de bedrijfsleider(s); de beheerder(s);
Artikel 6 Tenaamstelling en locatie
Bij het optreden van een andere persoon als bedrijfsleider of beheerder dan op de vergunning staat vermeld dient de ondernemer binnen twee weken, nadat dat optreden een aanvang heeft genomen, onder overlegging van de in artikel 4, eerste lid, sub g, h en i genoemde bescheiden, een verzoek tot wijziging van de vergunning in te dienen bij de burgemeester.
De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe of gewijzigde vergunning voor het vestigen, dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het derde lid.
Artikel 7 Verandering of overlijden van de vergunninghouder
Indien een vergunninghouder komt te overlijden vervalt de vergunning van rechtswege, tenzij voortzetting van de exploitatie wordt beoogd door dien algemene rechtsopvolger(s) en deze binnen drie weken na overlijden van de vergunninghouder een verzoek tot wijziging van de vergunning bij de burgemeester heeft (hebben) ingediend.
Artikel 11 Strafbepalingen, opsporing en toezicht
Overtreding van het bepaalde in deze verordening of van de voorschriften verbonden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning – voor zover niet strafbaar gesteld in artikel 31 van de wet - wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften of beperkingen of belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening, zijn onverminderd het bepaalde in de Algemene wet op het binnentreden, bevoegd tot het binnentreden van de speelautomatenhal zonder toestemming van de ondernemers.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Doetinchem 30 november 2023,
griffier
voorzitter
Artikelsgewijze Toelichting Speelautomatenhallenverordening Doetinchem 2023
In dit artikel wordt een definitie gegeven van een aantal in de verordening gebruikte begrippen. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de Wet op de kansspelen en het Speelautomatenbesluit 2000.
Het voorkomen en tegengaan van problematisch speelgedrag, gokverslaving en illegaliteit vormen de pijlers van de Wet op de kansspelen. De in dit artikel gegeven verbodsbepalingen moeten in die context worden gezien. Het verbod zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te exploiteren vloeit reeds uit de wet voort. Tenminste de vergunninghouder, de beheerder of de bedrijfsleider dient aanwezig te zijn als de speelautomatenhal voor het publiek geopend is.
Op grond van artikel 30c Wet op de kansspelen is voor het exploiteren van een speelautomatenhal een vergunning van de burgemeester vereist. De burgemeester kan een dergelijke vergunning echter alleen verlenen, indien de raad hem daartoe in een verordening de bevoegdheid heeft verleend.
Deze verordenende bevoegdheid van de raad omvat ook de bevoegdheid om een maximum te verbinden aan het aantal speelautomaten waarvoor vergunning kan worden verleend (te regelen in de beleidsregels) en een gebied aan te wijzen waarbinnen speelautomatenhallen gevestigd mogen worden.
Het is niet mogelijk om alleen behendigheidsautomaten toe te staan in een speelautomatenhal. In een speelautomatenhal is het wel mogelijk productdifferentiatie in te voeren. Productdifferentiatie wil zeggen dat er andere (afwijkende) kansspelautomaten kunnen worden geplaatst dan in hoogdrempelige horeca- inrichtingen.
De volgende automaten zijn toegestaan: meerspelers, kansspelautomaten met een gekoppeld jackpotsysteem, Pre-NijpeIs-automaten, "Nijpels"-automaten en behendigheidsautomaten.
In lid 2 wordt een maximaal aantal speelautomaten genoemd. Dit aantal ts mede afgestemd op de beoogde omvang en inrichting van de speelautomatenhal. Het is de bedoeling dat de aanvrager een evenwichtig en gespreid aanbod van speelautomatenhal ('de ideale mix’) opstelt. Gekozen is voor een mix van kansspelautomaten met een goede productdifferentiatie, behendigheidsautomaten en vermaakspelen in de verhouding 70•20- IO.
Het Ministerie van Economische zaken, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, de GGZ Nederland, de VNG en de VAN Speelautomaten Brancheorganisatie hebben hiertoe een richtlijn opgesteld (handreiking gemeentelijk speelautomatenbeleid).
Amusementscentra met een vloeroppervlakte van minder dan 100 m2
gekoppelde jackpot van maximaal € 2270,-
Amusementscentra met een vloeroppervlakte tussen de 100 en 200 m2
gekoppelde jackpot van maximaal € 2270,-
Amusementscentra met een vloeroppervlakte groter dan 200m2
gekoppelde jackpot van maximaal € 2270,-
De gedachte achter de meerspelers is dat zij door de sociale controle minder verslavend zouden zijn.
Bij een groter vloeroppervlak dan hiervoor genoemd wordt komen er meer dan vier meerspelers te staan en zullen er meer behendigheidspelen aanwezig dienen te zijn.
De vergunning wordt voor en periode van maximaal 15 jaar uitgegeven. Uit onderzoek (jurisprudentie en beleid van andere gemeenten) is gebleken dat een periode van 15 jaar als een redelijke termijn kan worden beschouwd, rekening houdend van de afschrijvingstermijn voor speelautomaten en van andere activa (zoals de inventaris en technische installaties). Hierbij wordt ook verwezen naar een onderzoek van BEA (Bureau voor Economische Argumentatie) dat in opdracht van de gemeente Amsterdam het rapport ‘Gokken met beleid’ heeft opgesteld en hierin concludeert dat 15 jaar een passende looptijd voor de exploitatie van kleinere en middelgrote speelautomatenhallen is.
Tot slot geeft dit artikel aan dat een tussentijds Bibob-onderzoek en een tussentijdse evaluatie onderdeel zijn van de vergunningsduur van 15 jaar. Wanneer er aanleiding voor is dan kunnen aangescherpte vergunningsvoorschriften worden vastgesteld.
In dit artikel wordt een aantal eisen aan de vergunningaanvraag gesteld. Deze eisen zijn er op gericht om zeker te stellen dat de aanvrager, beheerder(s) en bedrijfsleider(s) in ieder geval voldoen aan de eisen die gesteld worden In artikel 4 en 5 van het Speelautomatenbesluit 2000, dat de aanvrager gedurende de duur van de vergunning in staat is een speelautomatenhal in het aangegeven gebied op een deugdelijke wijze te exploiteren, dat bij het exploiteren van de speelautomatenhal voldoende aandacht wordt besteed aan de preventie van kansspelverslaving, dat de inrichting van de speelautomatenhal voldoet aan de gestelde eisen en dat de bedrijfsvoering van de speelautomatenhal voldoet aan de kwaliteitseisen zoals in de branche gebruikelijk zijn.
Het laatstgenoemde aspect wordt zeker gesteld door het vereiste van het behalen van een KEMA- keurcertificaat op te nemen. Daardoor worden de criteria van toepassing die door de VAN brancheorganisatie, de ministeries van Economische Zaken, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van justitie, de Verslavingszorg en de VNG zijn opgesteld. Deze criteria hebben betrekking op kwaliteitsbeleid, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de organisatie, bezoekersservice, uitvoering van het bedrijfsproces, registratie, documentenbeheer, keuring van de speelautomaten, een correct bedrijfsproces, opleidingen/personeel en klachtenbehandeling. De KEMA voert halfjaarlijks audits uit om te bezien of de ondernemers aan de afgesproken criteria voldoen en blijven voldoen. Slaagt de ondernemer daar, ook na een herstelkans, niet in dan zal het KEMA-certificaat worden ingetrokken. Dit is voor de burgemeester een reden om de speelautomatenhalvergunning in te trekken (zie artikel 10). Daarnaast worden er door de VAN eisen gesteld aan haar leden en hun ondernemingen. In combinatie met het KEMA-keurcertificaat wordt zodoende gewaarborgd dat ondernemer op een verantwoorde wijze de speelautomatenhal exploiteert.
In het tweede lid van artikel 4 wordt de burgemeester de bevoegdheid gegeven nadere eisen of regels te stellen met betrekking tot de aanvraag, het Indienen daarvan, de wijze van behandeling, de toetsing van de aanvraag en de gegevens die daarbij overgelegd moeten worden. Op basis hiervan vindt de selectie van de meest geschikte aanvrager plaats en wordt uiteindelijk de vergunning toegewezen.
Als een aanvrager nalatig is één van de vereiste gegevens over te leggen wordt hij in de gelegenheid gesteld dat binnen een termijn van twee weken alsnog te doen. Als daarvan vervolgens geen gebruik wordt gemaakt kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.
Alle aanvragers zullen worden onderworpen aan een Bibob-onderzoek, zoals vastgelegd in de gemeentelijke beleidsregels inzake Bibob.
Het Bibob-onderzoek begint bij het eigen onderzoek door het bestuursorgaan. Indien de uitkomsten van dit onderzoek er aanleiding toe geven, wordt een adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob ingediend. Op een aanvraag voor een vergunning moet de burgemeester binnen 12 weken na ontvangst van het Bibob-advies beslissen. Die termijn kan met 12 weken worden verlengd. De termijn van 12 weken begint te lopen nadat het Landelijk Bureau Bibob haar adviezen heeft uitgebracht.
In de vergunning worden de namen van de vergunninghouder, de bedrijfsleider(s) en de beheerder(s) vermeld. Verder wordt de gang van zaken bij wisseling van bedrijfsleider(s) en beheerder(s) geregeld. In het vijfde lid wordt geregeld dat de vergunning van rechtswege vervalt hetgeen betekent dat belanghebbenden hiertegen geen bezwaar of beroep kunnen aantekenen, aangezien van een beschikking geen sprake is. Voor de termijn is aansluiting gezocht bij artikel 31, tweede lid, van de Drank- en horecawet waarvoor een soortgelijke situatie een termijn van zes maanden wordt gesteld na het verlies van bedoelde hoedanigheid.
Tot slot wordt aangegeven dat de vergunning uitsluitend geldt voor de locatie waarvoor die Is gegeven.
Dit artikel bevat een aantal bepalingen met betrekking tot de overgang van de onderneming. Indien een ondernemer komt te overlijden, kunnen diens rechtsopvolgers een verzoek tot wijziging van de tenaamstelling van de vergunning indienen. Het vervallen van de bestaande vergunning van rechtswege betekent dat belanghebbenden hiertegen geen bezwaar of beroep kunnen aantekenen, aangezien van een beschikking geen sprake is.
In alle andere gevallen van wisseling van de ondernemer, vervalt de vergunning van rechtswege.
De burgemeester wordt in het eerste lid de bevoegdheid gegeven voorschriften en beperkingen aan de vergunning te verbinden. Deze voorschriften en beperkingen kunnen vervolgens worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken. De voorschriften en beperkingen kunnen in elk geval de onderwerpen, genoemd in het tweede lid, betreden.
Met dit artikel wordt beoogd kaders aan te geven waarbinnen een maatschappelijk verantwoorde exploitatie van een speelautomatenhal mogelijk is. Door in de verordening niet limitatief de voorschriften en beperkingen die aan de vergunning worden verbonden op te nemen, wordt de burgemeester In staat gesteld om indien de situatie dat vereist specifieke voorschriften en beperkingen aan de vergunning te verbinden.
Om te voorkomen dat jongeren in de kwetsbare leeftijdscategorie van achttien tot eenentwintig jaar in de verleiding worden gebracht om kansspelen in een speelautomatenhal te bedrijven en zo blootgesteld worden aan de risico’s van kansspelverslaving, is het de vergunninghouder niet toegestaan om personen toegang tot de speelautomatenhal te verlenen die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt.
Openings- en sluitingstijden van de speelautomatenhal worden aangepast om het dagverlies zoveel mogelijk te beperken.
In dit artikel worden de gronden, waarop een vergunningaanvraag wordt geweigerd, vermeld. Voor wat het bepaalde in het eerste lid, onder e betreft kan het volgende worden opgemerkt
Er moet sprake van zijn dat de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed, of gegronde vrees dat het verlenen van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. Er moet dus een toetsing plaatsvinden of een nadelige beïnvloeding van de leef- en woonsituatie of het gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, in vergelijking met wat men normaal in een omgeving mag verwachten, ontoelaatbaar of ernstig is.
In dit artikel worden situaties benoemd waarin de burgemeester de vergunning moet intrekken en situaties waarin de burgemeester de vergunning kan intrekken.
De eisen van artikel 30d, vierde lid, onder a van de Wet op de kansspelen zijn verwoord in de hiervoor reeds genoemde artikelen 4 en 5 van het Speelautomatenbesluit 2000. De eisen van artikel 30f, tweede lid van de Wet op de kansspelen betreden de situatie waarin de bij of krachtens deze Titel vastgestelde bepalingen worden overtreden en de situatie waarin de vrees gewettigd Is, dat het van kracht blijven der vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
Gezien artikel 31 van de Wet op de kansspelen zijn onder meer als misdrijf gekwalificeerd de delicten die bestaan uit het zonder vergunning opstellen of exploiteren van een speelautomaat. Als overtreding zijn gekwalificeerd de delicten die bestaan uit overtreding van de nadere voorwaarden die aan de vergunning zijn verbonden, zijn strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten.
Afgezien van de onderhavige strafrechtelijke vervolging, kan overtreding van de voorschriften verbonden aan de vergunning - zie artikel 10 van deze verordening — intrekking van de vergunning tot gevolg hebben.
De looptijd van de huidige vergunning kan onder het overgangsrecht verlengd worden tot maximaal de duur van in totaal 15 jaar.