Organisatie | Vlaardingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Deelmobiliteit |
Citeertitel | Nadere regels deelmobiliteit |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2023 | nieuwe regeling | 07-11-2023 | 1962733 |
Deelmobiliteit: systeem van deelvoertuigen die door meerdere huishoudens gebruikt (lees: gedeeld) kunnen worden;
Deelvoertuig: een publiek toegankelijk voertuig, dat voor een korte duur (vaak minder dan 24 uur) en tegen betaling in een netwerk wordt aangeboden door een commerciële aanbieder. Dit kan tevens ook een partij zonder winstoogmerk zijn, zoals een stichting, die deze dienst aanbiedt;
Elektrische fiets (e-fiets): een fiets, uitgerust met elektrische trapondersteuning, met een maximumsnelheid van 25 km/h;
Elektrische scooter (e-scooter): een motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h of 25 km/h (ook wel bromfiets of snorfiets genoemd), uitgerust met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig;
Interoperabiliteit: set aan standaarden en afspraken, gericht op wederzijdse openstelling van dienstverlening tussen verschillende aanbieders van deelmobiliteit;
Laadpaalkleven: het langdurig en/of onnodig bezet houden van een elektrisch oplaadpunt door een elektrische voertuig terwijl deze reeds is opgeladen;
MaaS: (Mobility as a Service) het aanbod van verschillende soorten mobiliteitsdiensten, waarbij op maat gemaakte reismogelijkheden via een digitaal platform met real time informatie aan klanten worden aangeboden, door klanten worden geboekt, betaald en transacties worden afgehandeld;
Plaatsingsplan: digitale geografisch georiënteerde weergave van de gemeente met kenmerken zoals de afbakening van zones en hubs, aantallen per zone en bijvoorbeeld aangewezen locaties waar wel of niet geparkeerd mag worden;
Standplaatsgebonden deelauto: deelauto die wordt aangeboden op de daarvoor bestemde parkeerplaats. De auto moet na iedere rit naar dezelfde daarvoor bestemde parkeerplaats worden teruggebracht;
Zonebased deelauto: deelauto die wordt aangeboden in een daarvoor bestemd gebied (zone), overeenkomstig met een vergunningszone voor betaald parkeren. De deelauto heeft geen vaste parkeerplaats waarnaar de auto na een rit moet worden teruggebracht. Wel moet de deelauto altijd naar de daarvoor bestemde zone worden teruggebracht:
Freefloating deelauto: deelauto die wordt aangeboden. De deelauto heeft geen vaste parkeerplaats en kan in ieder regulier parkeervak worden achtergelaten. De deelauto kan gebruikt worden voor enkele ritten, zowel binnen de stad, alsmede ook naar andere plaatsen waar aanbieder een zone heeft om desbetreffende auto achter te kunnen laten:
TOMP-API: een software-interface die het mogelijk maakt dat applicaties van MaaS providers met aanbieders van deelmobiliteit kunnen communiceren;
Vergunning: vergunning om voertuigen op openbare plaatsen ter gebruik aan derden aan te bieden tegen betaling of anderszins met commerciële doeleinden, als bedoeld in artikel 5.2a van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019;
Vergunningenplafond: het maximum aantal vergunningen dat wordt verleend voor een bepaalde categorie voertuigen;
Voertuig: voertuig als bedoeld in artikel 5.2a van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019;
Voertuigenplafond: het maximum aantal voertuigen van een bepaalde categorie voertuigen waarvoor de vergunningen worden verleend.
Artikel 2.1 Categorieën en typen voertuigen
Het college verleent uitsluitend vergunningen voor deelauto’s, deelscooters, deelfietsen en deelbakfietsen. Vergunningen voor andere voertuigen worden geweigerd.
Artikel 2.3 Vergunningen voor reeds in Vlaardingen aanwezige deelauto’s
Het college verleent vergunningen met een looptijd tot en met 31 december 2027 na de datum van vergunningverlening voor de aanbieders van deelauto’s en slechts voor het aanbod van deelauto’s waarvoor op peildatum, zijnde de vaststelling van deze nadere regels door het college, een (zonebased) parkeervergunning is verleend en/of een vaste parkeerplaats is gereserveerd.
Artikel 2.4 Vergunningen- en voertuigenplafond
Bij meerdere inschrijvingen voor vaste stand plaatsgebonden en zonefloating deelauto’s, kan een aanbieder maximaal 50% van de vergunningen krijgen. Indien 6 maanden na de vergunningverlening niet meer dan 1 partij zich heeft gemeld, vervalt het in dit lid genoemde maximum van 50%. De vergunningen worden verleend volgens een ‘first-come, first-served principe’.
Het college hanteert bij de vergunningsverlening tijdsvakken. Indien een vergunning wordt afgegeven dan geldt deze voor het bij de vergunning vermelde tijdvak. Voor deelauto’s, van de subcategorie ‘Standplaats-gebonden’ en de subcategorie ‘Zonebased’ vangt het eerste tijdvak aan op het moment dat artikel 5.2a van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen inwerking treedt tot en duurt tot en met 31 december 2027. Voor deelauto’s, van de subcategorie ‘Freefloating’, deelfietsen, deelscooters en deelbakfietsen vangt het eerste tijdvak aan op het moment dat artikel 5.2a van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen inwerking treedt en duurt tot en met 31 december 2025.
Na het eerste tijdvak duren de tijdsvakken voor deelauto’s telkens vier jaar, behalve voor de subcategorie Freefloating, en vangen aan op 1 januari van het jaar na afloop van het lopende tijdvak. Na afloop van het eerste tijdvak duren de vergunningen voor deelauto’s van de subcategorie ‘Freefloating’, deelfietsen, deelscooters en deelbakfietsen telkens twee jaar en vangen aan op 1 januari van het jaar na afloop van het lopende tijdvak.
Artikel 2.5 Mogelijkheid aanvragen vergunning
Indien niet alle vergunningen zijn verleend voor het lopende tijdvak dan blijft het aanvragen van vergunningen voor dit tijdvak mogelijk tot het plafond zoals omschreven in artikel 2.4, maar pas nadat het college heeft beslist op aanvragen die binnen de periode genoemd in het eerste lid of het vierde lid zijn ingediend.
In afwijking van hetgeen bepaald in het eerste lid geldt voor de aanvraag van vergunningen voor het eerste tijdvak, dat wil zeggen het eerste tijdvak na ingang van het vergunningstelsel, dat na vaststelling van deze nadere regels door het college, deze vergunning aangevraagd kan worden vanaf de datum van vaststelling van de nadere regels tot één maand na deze datum.
Artikel 3.2 Weigeringsgronden voor vergunningen
In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid kan de aanvraag voor een vergunning worden geweigerd indien uit de aanvraag niet blijkt dat wordt voldaan of kan worden voldaan aan de verplichtingen die gelden voor de vergunninghouder op grond van hoofdstuk 5 of indien de aanvraag niet wordt vergezeld door een uitvoeringsplan zoals omschreven in artikel 4.2.
Artikel 4.1 Verdelingsprocedure schaarse vergunningen voor deelauto’s, deelfietsen, deelscooters en deelbakfiets
Het college voert een vergelijkende toets uit voor aanvragen voor freefloating deelauto’s, deelfietsen, deelscooters en deelbakfietsen indien er, nadat de aanvragen voor zover nodig tijdig zijn aangevuld of de termijn om de aanvraag aan te vullen ongebruikt is verstreken, meer aanvragen zijn ingediend die voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.4 dan het aantal vergunningen dat het vergunningenplafond toelaat.
Indien aanvragen een gelijk aantal punten hebben dan wordt vergunning verleend aan de aanvrager die op het eerste onderdeel van de beoordeling in artikel 4.2 het hoogst scoort. Indien daarna nog steeds niet op basis van de puntentelling kan worden uitgemaakt op welke aanvraag een vergunning kan worden verleend, wordt met behulp van een loting bepaald op welke aanvraag een vergunning wordt verleend.
Artikel 4.2 Beoordelingscriteria en puntentelling voor de vergelijkende toets voor schaarse vergunningen
Bij de aanvraag dient de aanvrager een uitvoeringsplan in te dienen met toelichting op onderstaande onderdelen in te dienen, waarbij geldt dat iedere motivering voor elk genummerd onderdeel maximaal 2000 woorden mag beslaan en op enigerlei wijze van schrijfbeveiliging dient te zijn voorzien.
Dienstverlening/ logistieke prestaties
Het wordt voorkomen en verholpen dat deelvoertuigen op ongewenste of hinderlijke plekken terecht komen, in de openbare ruimte, stallingen of andere plaatsen. De aanbieder draagt een significante verantwoordelijkheid voor het voorkomen van hinderlijke situaties en is gehouden om adequaat in te grijpen wanneer deelvoertuigen onbedoeld op dergelijke locaties geplaatst worden. Het opstellen van duidelijke richtlijnen en het regelmatig communiceren van de juiste parkeerpraktijken wordt van de aanbieder verwacht;
Hoe het onderhoud plaatsvindt, waarbij ten minste is beschreven hoe vaak deelvoertuigen minimaal onderhouden worden, hoe de voertuigen geïnspecteerd worden op gebreken, hoe snel kapotte deelvoertuigen van straat gehaald worden en hoe snel deelvoertuigen met een (bijna) lege accu opgeladen dan wel van straat gehaald worden.
Hoe klachten en meldingen van klanten en derden (niet – zijnde klanten) kunnen worden ingediend, binnen welke termijn en op welke wijze klachten worden opgevolgd, hoe de afhandeling van klachten wordt geregistreerd en hoe de indiener van de klacht op de hoogte wordt gesteld van de afhandeling. Laat hierbij zien welke werkelijke resultaten in andere steden zijn behaald. De registratie van klachten is onderdeel van de kwartaalrapportage;
Artikel 4.3 Aanpasen van de vergunningsplafonds opgenomen in artikel 2.4
Als het vergunningsplafond is bereikt, maar het voertuigenplafond nog niet is bereikt, dan kunnen één of meerdere vergunninghouders het college verzoeken om het aantal voertuigen dat op grond van de individuele vergunningen geëxploiteerd mag worden te verhogen vanaf 1 januari van het volgende kalender jaar. Dit dient verzoek moet ingediend zijn op 1 november van het lopende kalenderjaar. Indien er meerdere vergunningshouders om een uitbreiding van het door hun aan te mogen bieden voertuigen vragen en hierdoor het voertuigplafond overschreden zou worden wordt de nog beschikbare capaciteit naar rato verdeeld op basis van de reeds afgegeven vergunningen.
Indien de vergunninghouders kunnen aantonen door middel van hun gebruikscijfers dat de drempelwaarden voor gebruik en voor substitutie worden overschreden kan het college het maximumaantal vergunde aantallen voertuigen jaarlijks verhogen met 50%.
Artikel 5.1 Verplichtingen ten aanzien van deelvoertuigen
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van de deelvoertuigen:
De aanvrager vraagt de gebruikers van de voertuigen toestemming te verlenen om hun gegevens in geanonimiseerde vorm aan de gemeente te verstrekken ten behoeve van monitorings- en evaluatiedoeleinden. De gemeente ontvangt elk kwartaal een geanonimiseerd overzicht van het gebruik van het deelmobiliteitsaanbod.
Artikel 5.2 Verplichtingen ten aanzien van data en interoperabiliteit
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van data en interoperabiliteit:
De vergunninghouder werkt mee aan het realiseren van een dashboard voor monitoring en analyse, en daarvoor een real-time GPS-trace aan de voertuigen te koppelen waarbij de vergunninghouder gebruik maakt van de door het college voorgeschreven standaarden in artikel 5.1 aanhef en onder l en m, die zoveel mogelijk overeenkomen met landelijke standaarden (zoals bijvoorbeeld gehanteerd in het kader van de MaaS-pilots) en waarbij de GPS-trace – die in voertuig of app kan zitten - informatie geeft over de locatie met een intervaltijd van ten minste 15-30 seconden. Per trace is daarbij in ieder geval de volgende informatie te lezen:
Artikel 5.4 Verplichtingen ten aanzien van het gebruik van deelvoertuigen
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van het gebruik van deelvoertuigen:
De vergunninghouder draagt zorg voor het vrijhouden van doorgangen, en wegen waaronder fietspaden, autowegen en op stoepen dit mede om (kwetsbare) doelgroepen (bijv. blinden en slechtzienden; ouderen; ouders met kinderwagens) niet te hinderen en de vergunningshouder ook zorg draagt dat gebruikers op een veilige en sociaal wenselijke manier parkeren, en;
De vergunninghouder draagt zorg voor het zo min mogelijk beslagleggen op laadpalen in de openbare ruimte door een deelauto en onderneemt adequate actie om laadpaalkleven te voorkomen. De aanbieder dient strikte naleving van deze maatregel te waarborgen, waarbij de gemeente het recht heeft om passende sancties richting de aanbieder op te leggen bij het niet naleven van deze verplichting. Mogelijke sancties kunnen variëren en kunnen onder andere bestaan uit het opleggen van boetes en in ernstige gevallen zelfs de tijdelijke schorsing of intrekking van de vergunning van de aanbieder.
Artikel 5.5 Verplichtingen ten aanzien van onderhoud van deelvoertuigen
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van het onderhoud van de deelvoertuigen:
De vergunninghouder zorgt dat deelvoertuigen die niet meer voldoen aan de eisen die bij of krachtens de Wegenverkeerswet aan scooters zijn gesteld of anderszins defect zijn of onbruikbaar (waaronder in ieder geval worden begrepen defecten die een comfortabel en veilig gebruik in de weg staan en defecten aan het GPS-trackingsysteem), binnen 24 uur nadat aanvrager redelijkerwijs bekend kon zijn met het defect of de onbruikbaarheid, van straat worden gehaald of ter plaatse gerepareerd zonder hinder of overlast ter plaatse, en;
Artikel 5.6 Verplichtingen ten aanzien van een evenredige verdeling van deelvoertuigen
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van een evenredige verdeling van voertuigen:
Vlaardingen, 7 november 2023
Burgemeester en wethouders van Vlaardingen,
de secretaris
drs. E. Stolk
de locoburgemeester
drs. B.T Bikkers
Bijlage 1 Kernservicegebied deeltweewielers, zonefloating en freefloating deelauto’s
Het kaartmateriaal hieronder is bedoeld ter indicatie en kan worden aangepast op basis van het gebruik, de meldingen en de wensen van de gemeente. Er wordt gebruik gemaakt van een dynamische kaart, die te allen tijde kan worden aangepast naar de wensen van de gemeente en in overleg met de aanbieders.