Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Laren

Mandaat Omgevingswet gemeentelijke partners

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaat Omgevingswet gemeentelijke partners
CiteertitelMandaatbesluit van burgemeester en wethouders van Laren voor de OFGV 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage bij het Mandaatbesluit Laren - OFGV 2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-514025

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaat Omgevingswet gemeentelijke partners

Mandaatbesluit van burgemeester en wethouders Laren voor de OFGV 2023

 

Het college van burgemeester en wethouders van Laren,

 

Gelet op:

  • de Algemene wet bestuursrecht;

  • de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek;

  • de Omgevingswet, de Wet milieubeheer, de Wet open overheid, de Gemeentewet;

  • de op deze wetten gebaseerde regelgeving;

 

BESLUITEN:

Vast te stellen het “Mandaatbesluit van burgemeester en wethouders van Laren voor de OFGV 2023”.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders besluiten te nemen;

  • b.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders gemeente Laren;

  • c.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Laren;

  • d.

    OFGV: Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek;

  • e.

    directeur: de directeur van de OFGV bedoeld in artikel 20, derde lid van de Gemeenschappelijke Regeling OFGV;

  • f.

    machtiging: de bevoegdheid om namens burgemeester en wethouders feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • g.

    portefeuillehouder: het lid van het college van burgemeester en wethouders dat zich bezighoudt met vergunningverlening, toezicht en handhaving in de fysieke leefomgeving;

Artikel 2. Mandaatverlening

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen aan de directeur mandaat om namens hen de in het tweede lid genoemde bevoegdheden uit te oefenen.

  • 2.

    De bevoegdheden waarop het mandaat betrekking heeft, zijn:

  • ingedeeld naar categorie en voorzien van een mandaatnummer

  • vermeld in de bij dit besluit behorende bijlage, waarin ook de in acht te nemen randvoorwaarden zijn opgenomen.

  • 3.

    Het in het eerste lid verleende mandaat omvat zowel de bevoegdheid om de in het tweede lid bedoelde besluiten te nemen, als de bevoegdheid om de met deze besluiten samenhangende voorbereidende en uitvoerende besluiten te nemen en de met de voorbereiding en uitvoering samenhangende correspondentie te ondertekenen.

  • 4.

    De directeur neemt bij de aan hem in mandaat verleende bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van burgemeester en wethouders in acht, als bedoeld in artikel 10:6 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3. Vertegenwoordiging in rechte

  • Burgemeester en wethouders machtigen de directeur om in voorkomende gevallen, voor zover het de in artikel 2, eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, medewerkers van de OFGV die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, aan te wijzen om burgemeester en wethouders in rechte te vertegenwoordigen.

Artikel 4. Machtiging

  • 1.

    Burgemeester en wethouders machtigen de directeur om namens en onder verantwoordelijkheid van hen feitelijke handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechtshandelingen zijn.

  • 2.

    De bevoegdheden waarop de machtiging betrekking heeft, zijn:

  • ingedeeld naar categorie en voorzien van een nummer

  • vermeld in de bij dit besluit behorende bijlage, waarin ook de in acht te nemen randvoorwaarden zijn opgenomen.

  • 3.

    De directeur kan medewerkers die onder zijn verantwoordelijkheid vallen machtigen om de in de vorige leden genoemde handelingen te verrichten, tenzij dat ten aanzien van een concrete bevoegdheid in de bijlage die behoort bij dit mandaatbesluit, uitdrukkelijk is uitgesloten. Wanneer de directeur hiertoe besluit, stuurt hij een afschrift van zijn besluit aan burgemeester en wethouders. Dit besluit wordt op de gebruikelijke wijze bekendgemaakt.

Artikel 5. Voorwaarden mandaat en machtiging

  • 1.

    De directeur houdt zich bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden aan de relevante wet- en regelgeving, de door de gemeenteraad vastgestelde kaders alsmede het door burgemeester en wethouders vastgestelde beleid.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zorgen ervoor dat de directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid, kan beschikken.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders treden bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur over uitvoeringsaspecten.

Artikel 6. Informatieplicht

  • 1.

    De directeur informeert burgemeester en wethouders indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente en/of burgemeester en wethouders aansprakelijk worden gesteld of anderszins aangesproken worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur tijdig alle benodigde informatie aan burgemeester en wethouders en voert hij overleg met burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De directeur en de portefeuillehouder overleggen regelmatig over de planning, de aantallen, de kwaliteit en de tijdigheid van de te nemen en reeds genomen besluiten door de directeur.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid en het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de aan de directeur verleende machtiging.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders laten zich bij het in het eerste lid bedoelde overleg vertegenwoordigen door de portefeuillehouder.

Artikel 7. Ondermandaat- en machtiging

  • 1.

    De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2 eenmaal in ondermandaat opdragen aan medewerkers die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, tenzij dat ten aanzien van een concreet mandaat in de bijlage die behoort bij dit mandaatbesluit, uitdrukkelijk is uitgesloten.

  • 2.

    De directeur is verplicht om het in het eerste lid genoemde ondermandaatbesluit toe te sturen aan burgemeester en wethouders. Het ondermandaatbesluit wordt op de gebruikelijke wijze bekendgemaakt.

  • 3.

    De artikelen 2, 5, 6 en 7 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat of ondermachtiging.

Artikel 8. Ondertekening

Uit de ondertekening van de in mandaat dan wel ondermandaat genomen besluiten moet blijken dat het betreffende besluit namens burgemeester en wethouders is genomen.

Artikel 9. Vervanging

In geval van afwezigheid van de directeur, kan het mandaat c.q. de machtiging worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger. De vervanging is van overeenkomstige toepassing op het ondermandaat en het in artikel 4, derde lid genoemde besluit.

Artikel 10. Verantwoording aan burgemeester en wethouders

De directeur brengt periodiek schriftelijk verslag uit aan burgemeester en wethouders over het door hem uitgeoefende mandaat c.q. machtiging en het door hem verleende ondermandaat.

Artikel 11. Evaluatie

Dit besluit wordt vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel 12. Intrekking en overgangsrecht

Het Mandaatbesluit van gemeente Laren aan de OFGV 1 maart 2019 wordt ingetrokken. Het betreffende mandaatbesluit blijft van toepassing op gevallen die onder het overgangsrecht van de Omgevingswet vallen.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit van burgemeester en wethouders van Laren voor de OFGV 2023

 

Aldus besloten in de vergadering van college van burgemeester en wethouders van Laren van 31 oktober 2023.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Laren,

 

De heer S. van Waveren

secretaris,

 

De heer N. Mol

voorzitter,

 

Aldus – gelet op het bepaalde in artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht - mee ingestemd door:

 

De heer A.J. Klijn

Directeur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek

 

Datum: 31 oktober 2023