Organisatie | Rijswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Woningisolatie Rijswijk 2024 |
Citeertitel | Regeling Woningisolatie Rijswijk 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt van rechtswege op 1 januari 2027.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-01-2024 | nieuwe regeling | 21-11-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk;
Gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 sub b van de Algemene subsidieverordening Rijswijk 2020 en de geldende Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma;
Besluit vast te stellen de: “Regeling Woningisolatie Rijswijk 2024”
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Grondgebonden woning die een zelfstandige woongelegenheid vormt, is voorzien van een eigen toegang, keuken, bad of douche, en toilet. In de basisregistratie, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, dient hiervoor bedoelde onroerende zaak met een woonfunctie te zijn geregistreerd; of
Niet grondgebonden woning die onderdeel uitmaakt van een gebouw, ten behoeve waarvan een vereniging het beheer uitvoert, die een zelfstandige woongelegenheid vormt en als zodanig bewoond is geweest, en is voorzien van een eigen toegang, keuken, bad of douche, en toilet. In de basisregistratie, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, dient hiervoor bedoeld appartement met een woonfunctie te zijn geregistreerd;
Vereniging: een vereniging van eigenaars, woonvereniging of wooncoöperatie die eigenaar is van één of meer gebouwen en het beheer over het gemeenschappelijke gebouw (gemeenschappelijke ruimtes en buitenkant van het pand/de thermische schil) uitvoert en waarvan de leden het recht hebben om in een bepaalde niet grondgebonden woning die onderdeel uitmaakt van dat gebouw of die gebouwen te wonen;
Het doel van deze regeling is het stimuleren van eigenaar-bewoners en verenigingen om met isolatiemaatregelen hun grondgebonden woning/het gebouw te verduurzamen, waardoor er uiteindelijk een afname van de warmtevraag binnen de gemeente wordt gerealiseerd. Deze regeling vormt de eerste stap naar verduurzaming en daarmee samenhangende verlaging van de CO² van de gebouwde omgeving binnen onze gemeentegrenzen.
§ 2.1 Subsidie voor isolatiemaatregelen
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten: isolatiemaatregelen
De investeringen als bedoeld in het vorige lid zijn alleen subsidiabel voor eigenaar-bewoners indien deze voldoen aan de navolgende vereisten:
De investeringen als bedoeld in het eerste lid zijn alleen subsidiabel voor verenigingen indien deze voldoen aan de navolgende vereisten:
HR-glas, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door het vervangen van:
ten minste 8 m2 per appartement van de oppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/ m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/ m2K;
ten minste 3 m2 per monumentaal appartement van de oppervlakte van glas, kozijnpanelen, deuren met hoogrendementsglas of het plaatsen van voor - of achterzetbeglazing met een Ug-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K of voor kozijnpanelen met een Up-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K;
ten minste 3 m2 per monumentaal appartement van de oppervlakte van glas, kozijnpanelen, deuren met hoogrendementsglas of het plaatsen van voor - of achterzetbeglazing met een Ug-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K of voor kozijnpanelen met een Up-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;
Artikel 6 Subsidiabele kosten isolatiemaatregelen
Voor zover de subsidie betrekking heeft op een investering in één of meerdere energiebesparende isolatiemaatregelen als bedoeld in artikel 5, wordt deze verstrekt ten behoeve van de aanschaf van het desbetreffende materiaal alsmede de kosten die samenhangen met het door een bouwbedrijf in de grondgebonden woning/het gebouw laten aanbrengen van isolatiemateriaal.
De energiebesparende isolatiemaatregelen als bedoeld in artikel 5 eerste lid, kunnen door een eigenaar-bewoner zelf uitgevoerd worden. In geval van zelfwerkzaamheid zijn de eigen uren van de eigenaar-bewoner niet subsidiabel. De eigenaar-bewoner die de energiebesparende isolatiemaatregelen in eigen beheer aan de woning aanbrengt, voert de werkzaamheden conform de daarvoor geldende kwaliteitseisen uit, alsmede met inachtneming van de noodzakelijke veiligheidsvoorschriften.
§ 2.2 Subsidie voor procesbegeleiding
Artikel 8 Subsidiabele activiteiten: procesbegeleiding
Het energieadvies is een niet ouder dan twee jaar na indiening van de subsidieaanvraag voor procesbegeleiding en is opgesteld door een EP-adviseur en bevat in ieder geval het volgende: een nauwkeurige omschrijving van de bestaande situatie op basis van een ter plekke door een EP-adviseur uitgevoerde technische en bouwkundige beoordeling van de schil en de installaties van het gebouw of van de groep van gebouwen, alsmede een beschrijving van de mogelijke energiebesparingsmaatregelen, de duurzame warmte- en elektriciteitsopties met de keuzemogelijkheden en de voor- en nadelen per maatregel, een inschatting van de investering en van de te realiseren energiebesparing per mogelijk te verrichten maatregel met een doorvertaling per appartementsrecht. Een energieadvies leidt tot een onderbouwde geadviseerde prioritering en geeft uitleg over de mogelijkheden voor het realiseren van een zeer energiezuinig pakket of een Nul-op-de-Meter-gebouw, met een beeld van de typen maatregelen die nodig zouden zijn om dit niveau in het betrokken gebouw of groep van gebouwen te bereiken.
Het DMJOP is niet ouder dan twee jaar na indiening van de subsidieaanvraag voor procesbegeleiding, heeft een doorlooptijd van dertig jaar en bevat behalve de onderhouds-, herstel- en vernieuwingswerkzaamheden die gedurende de looptijd van het plan nodig worden geacht. Een DMJOP bevat tevens een kostenberekening van de geplande werkzaamheden en een gelijkmatige toerekening van de kosten aan de onderscheiden jaren.
Artikel 11 Subsidievoorwaarden voor subsidie isolatiemaatregelen en procesbegeleiding
Om voor een subsidie in het kader van artikel 5 van deze regeling in aanmerking te komen, dient aan de navolgende vereisten te worden voldaan:
De gekozen isolatiemaatregelen dienen door eigenaar-bewoners binnen maximaal 6 maanden na de beschikking tot subsidieverlening te worden uitgevoerd, of in uitzonderlijke gevallen binnen maximaal 8 maanden indien door de desbetreffende eigenaar-bewoner kan worden aangetoond dat de uitvoeringswerkzaamheden in verband met de te treffen isolatiemaatregelen op een latere datum staan ingepland. Door verenigingen dienen de gekozen isolatiemaatregelen binnen 2 jaar na de beschikking tot subsidieverlening te worden uitgevoerd.
Artikel 12 Subsidieplafond voor subsidie isolatiemaatregelen
Voor deze subsidieregeling wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld met een onderverdeling van het totaal beschikbare budget in de navolgende categorieën;
Artikel 14 Aanvraag om subsidieverlening
Na indiening van de aanvraag ten behoeve van de subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 8 van deze regeling, volgt een intakegesprek met de aanvrager, waarin informatie en advies wordt versterkt over het verduurzamingsproces, de benodigde organisatiegraad en de besluitvorming binnen de vereniging. In het gesprek is aandacht voor:
Artikel 16 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de verplichtingen zoals weergegeven in artikel 12 van de ASV gelden de navolgende verplichtingen:
Er worden in het kader van de subsidieverlening geen voorschotten verstrekt, tenzij de aanvrager aantoonbaar een Msnp- of Wsnp-traject volgt.
§ 2.5 Besluit subsidievaststelling
Artikel 19 Aanvraag om subsidievaststelling
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet uiterlijk binnen 8 weken na de maximale termijn als genoemd in artikel 11 eerste lid, sub d. en tweede lid sub d. van deze subsidieregeling is ingediend, stelt het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn om de aanvraag in te dienen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend, dan wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld op basis van de informatie die op dat moment bij het college voorhanden is.
In afwijking van de in de ASV in artikel 7 onder a genoemde stukken wordt de aanvraag als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, voor de subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 8 vergezeld van facturen en betaalbewijzen, waaruit blijkt dat en welke procesbegeleiding (onderzoeksproducten en/of begeleiding) is uitgevoerd en betaald door de subsidieontvanger.
Hoofdstuk 3 Energiescan en QuickScan voor energieadvies
§ 3.1 Energiescan voor grondgebonden woningen
Artikel 22 Aanvraag Energiescan
Een aanvraag voor een Energiescan, kan door een eigenaar-bewoner gedurende de looptijd van deze subsidieregeling middels een door het college daarvoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier worden ingediend.
Artikel 23 Plafond voor Energiescan
Voor deze regeling is een plafond in aan apart plafondbesluit vastgesteld.
Artikel 26 Verplichting ontvangen Energiescan
De ontvanger van de Energiescan dient op verzoek van het college medewerking te verlenen aan controle op de uitgevoerde werkzaamheden.
Artikel 30 Plafond voor QuickScan
Voor deze regeling is een plafond in een apart plafondbesluit vastgesteld.
Artikel 33 Verplichting ontvangen QuickScan
De ontvanger van de QuickScan dient op verzoek van het college medewerking te verlenen aan controle op de uitgevoerde werkzaamheden.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Het college controleert voorafgaand aan een subsidieverlening of sprake is van staatssteun zoals bedoeld in artikel 107 lid 1 VWEU. Indien de subsidie aan de criteria in genoemd artikel voldoet, moet het college controleren of de subsidie als rechtmatige steun kan worden verstrekt binnen de mogelijkheden die het Europees Steunkader biedt.