Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels bomenkap Harderwijk |
Citeertitel | Nadere regels bomenkap Harderwijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2023 | nieuwe regeling | 28-11-2023 | 02430000152085 / 02430000556122 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk;
gelet op de artikelen 4:11, 4:12A en 4:12B Algemeen plaatselijke verordening Harderwijk, de artikelen 4:2 en 4:3 van de verordening Fysieke leefomgeving Harderwijk en artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht;
gelezen het voorstel aan burgemeester en wethouders van 3 november 2023,
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk in de vergadering van 28 november 2023.
de heer C. Klaassen
loco-secretaris
de heer J. Joon
burgemeester
Het doel van deze regeling is het bomenbestand zoveel mogelijk te beschermen en te bewaren. Met een duidelijke beschrijving van de weigeringsgronden bij de aanvraag voor het vellen van houtopstand, regels over herplant en financiële compensatie door het storten van een bijdrage in het bomenfonds beoogt de gemeente Harderwijk haar doel te bereiken. De te beschermen waarden zijn: biodiversiteit, klimaatadaptatie - waaronder het voorkomen van hittestress - de reductie van CO₂, en het waarborgen van een gezonde leefomgeving voor inwoners.
Behoeft geen nadere toelichting.
Het begrip boom betekent in de Verordening: “een houtachtig, overblijvend gewas met een omtrek van de stam van minimaal dertig centimeter op 1.30 meter hoogte boven het maaiveld gemeten en met een minimale lengte van 5 meter. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam.” Omdat in deze regels een boom ook een te herplanten boom kan worden bedoeld, is het noodzakelijk dit begrip nader te duiden.
Het begrip planten ziet op het feitelijk aanplanten. Met het begrip ‘herplant’ wordt het planten van één of meerdere bomen als juridisch voorschrift of voorwaarde in een besluit vastgelegd.
De definitie van onder meer ‘Houtopstand’ staat in artikel 4:10, lid 1, sub a van de Apv en luidt:
“Houtopstand: hakhout, een houtwal of één of meer bomen, zowel in levende als in dode toestand.”
Het vellen van houtopstand kan dus betekenen dat er meer dan één boom wordt gekapt.
Behoeft geen nadere toelichting.
Het plantseizoen voor bomen is in de herfst en winter omdat een boom in deze periode van het jaar zijn sapstromen vertraagt en in een ruststand komt. Dit geeft het beste resultaat voor het goed aanslaan van nieuw te planten bomen.
Artikel 2 - Weigeringsgronden:
In artikel 4:11, tweede lid van de Verordening staan de weigeringsgronden genoemd. In deze regels worden de begrippen nader uitgelegd.
De waarde van een boom kan zo groot zijn, dat de aangevoerde reden voor het kappen van de boom niet opweegt tegen het belang van behoud van de boom. Vaak kan een te beoordelen houtopstand onder meerdere weigeringsgronden vallen.
Onder streekeigen worden soorten beschouwd die autochtoon en oorspronkelijk inheems zijn volgens de definitie van het rapport “Inheemse bomen en struiken op de Veluwe: Autochtone genenbronnen en bosplaatsen”: “Autochtoon (synoniem met oorspronkelijk inheems) zijn de bomen en struiken die zich sinds de spontane vestiging na de laatste ijstijd (vanaf ca. 12.000 jaar geleden) ter plekke altijd natuurlijk hebben verjongd. Ze kunnen ook kunstmatig verjongd zijn, maar dan moet het plantmateriaal afkomstig zijn van strikt lokaal oorspronkelijke bomen of struiken (Heybroek 1992). Dit betekent dat bomen en struiken die als soort inheems zijn, maar ingevoerd uit een andere klimaatzone of geologische regio niet autochtoon zijn. Plantmateriaal uit de direct aangrenzende gebieden kan daarentegen wel als oorspronkelijk inheems worden gedefinieerd, als ze verder voldoen aan de definitie” (Rövekamp, C. J. A., & Maes, N. C. M. (2002). Inheemse bomen en struiken op de Veluwe: Autochtone genenbronnen en oude bosplaatsen. Provincie Gelderland.; Heybroek, H.M. (1992). Behoud en ontwikkeling van het genetisch potentieel van onze bomen en struiken. Dorschkamprapport nr. 684, IKC-NBLF/IBN-DLO, Wageningen.).
Hieronder valt ook een groei-, broed-, of verblijfplaats is voor een bijzondere planten- of diersoort. Als er mitigerende of compenserende maatregelen worden genomen en er is toestemming gegeven voor “Handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten” op grond van de Wet natuurbescherming (per 1 januari 2024 gaat deze wet op in de Omgevingswet), kan deze afwijzingsgrond niet als weigeringsgrond worden gebruikt.
Ecologische verbindingszones worden aangelegd om het migreren van dieren en planten tussen natuurgebieden mogelijk te maken (uitwisseling van genen). Deze kunnen bestaan uit stapstenen (bijvoorbeeld de eilandjes in de Randmeren of geveltuintjes in de Binnenstad) en corridors (bijvoorbeeld wildviaducten).
- sub b - Landschappelijke waarde:
Hier gaat het om de waarde van de houtopstand in relatie tot de natuurlijke omgeving. Te denken valt bijvoorbeeld aan laanbeplanting of een boom(groep) als karakteristiek element in een weide.
- sub c - Stads- en dorpsschoon:
Hier gaat het om de waarde van de houtopstand in relatie tot de bebouwde omgeving.
- sub d - Beeldbepalende waarde:
Behoeft geen nadere toelichting.
- sub e - Cultuurhistorische waarde:
Behoeft geen nadere toelichting.
- sub f - Leefbaarheid van de houtopstand:
De boom of bomen vormen een eenheid met de omringende bomen. De resterende boom of bomen zullen schade ondervinden bij verwijdering van de boom of bomen. In deze situatie gaat het om de omringende houtopstand en niet om de te kappen boom. Denk bijvoorbeeld aan te kappen boom die een beuk van schaduw voorziet op zijn stam en door het verwijderen ernstige zonschade aan zijn stam kan oplopen door verbranding.
Het komt in de praktijk regelmatig voor dat men zonnepanelen wil plaatsen maar een boom tussen de zon en de gewenste locatie voor zonnepanelen staat. Omdat een boom die schaduw werpt over de mogelijke locatie van de zonnepanelen over het algemeen van een zekere hoogte en/of leeftijd is, wegen wij het algemene belang van het behoud van de boom/houtopstand zwaarder dan het individuele belang van de aanvrager. De aanwezigheid van de boom/bomen is te vergelijken met een schuin dak op het noorden of een ander object (bijv. een gebouw) die schaduw werpt op de beoogde locatie voor zonnepanelen.
Artikel 3 - Compensatie door herplant
De regels voor herplant gelden voor te herplanten bomen als voorschrift bij een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand of kapvergunning. De regels zijn ook van toepassing als er illegaal – zonder benodigde omgevingsvergunning – is gekapt. De basis is hetzelfde; herplant als compensatie van een gekapte boom.
Behoeft geen nadere toelichting.
Behoeft geen nadere toelichting.
Bij een omgevingsvergunning wordt standaard een termijn van één jaar gegeven om de houtopstand te mogen vellen. Als de boom op de voorlaatste dag bijvoorbeeld wordt gekapt, dan is nodig om het voorschrift tot herplant daarop te laten aansluiten. Om de vergunninghouder de gelegenheid te geven om de herplant uit te laten voeren, is daarom de termijn van een volledig plantseizoen aangehouden.
De locatie van herplant vindt bij voorkeur zoveel mogelijk plaats op of nabij de locatie van de gevelde houtopstand. Het begrip perceel is niet juridisch gedefinieerd. Alleen de Kadasterwet kent het begrip kadastraal perceel. Dit hoeft niet noodzakelijk samen te vallen met het begrip erf of adres. In dit kader verstaan we onder perceel zowel een kadastraal perceel, een erf of een adres. De feitelijke omstandigheden bepalen waar een boom herplant kan/moet worden.
Na 3 jaar is een boom goed geworteld en heeft het een goede kans om volwassen te worden. Daarmee is dit voorschrift een goede invulling aan de duurzame instandhouding van de herplantplicht.
Het kan zijn dat er onvoldoende fysieke ruimte is voor een te herplanten boom, omdat er bijvoorbeeld niet voldaan kan worden aan de 2 meter plantgrens. Of dat bijvoorbeeld de bestaande houtopstand in redelijkheid geen nieuwe boom toelaat.
Artikel 4 - Financiële compensatie - Bomenfonds
Behoeft geen nadere toelichting.
Het hier genoemde bedrag is gebaseerd op de gemiddelde plantkosten van een boom uit het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR).
Het bedrag wordt eenmaal per vier jaar met het actualiseren van het beheerplan geëvalueerd en zonodig bijgesteld.
Het kan zijn dat het onverkort toepassen van de regels leidt tot een niet gewenste situatie. In zo'n geval kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze regels. De afwijking moet extra worden gemotiveerd.