Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Controleprotocol 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingControleprotocol 2023
CiteertitelControleprotocol 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Controleprotocol 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-2023nieuwe regeling

21-11-2023

gmb-2023-513282

DJ-2191096

Tekst van de regeling

Intitulé

Controleprotocol 2023

De raad van de gemeente Weert,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023.

 

besluit:

 

Het controleprotocol 2023 vast te stellen.

 

1. Inleiding

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft de gemeenteraad aan BDO Audit & Assurance B.V. tot en met boekjaar 2022 opdracht verstrekt de accountantscontrole als bedoeld in art. 213 Gemeentewet (GW) voor de gemeente Weert uit te voeren. Het contract is in 2022 met twee jaar verlengd, dus BDO zal ook de jaarrekeningen over de boekjaren 2023 en 2024 controleren. Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole 2023 moet de gemeenteraad een aantal zaken nader regelen, wat op hoofdlijnen in dit controleprotocol 2023 plaatsvindt.

 

Object van controle zijn de jaarstukken 2023 en daarmede tevens het financieel beheer over het jaar 2023 zoals uitgeoefend door of namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert.

2. Rechtmatigheidsverantwoording

Met ingang van boekjaar 2023 is de rechtmatigheidsverantwoording van kracht. De rechtmatigheidsverantwoording betreft een wetswijziging die naast de aanpassing van de Gemeentewet ook de aanpassing van het Besluit Begroting en Verantwoording voor Gemeenten (BBV) tot gevolg heeft. In de rechtmatigheidsverantwoording verklaart het college dat de jaarstukken rechtmatig tot stand zijn gekomen. De rechtmatigheidsverantwoording wordt een onderdeel van de jaarstukken van de gemeente waarover de accountant een getrouwheidsoordeel afgeeft. Voorliggend controleprotocol geldt voor zowel de rechtmatigheidsverantwoording als voor de controle van de accountant.

 

Beslispunten gemeenteraad

 

Verantwoordingsgrens

 

De raad stelt de verantwoordingsgrens voor de rechtmatigheidsverantwoording vast tussen 0% en 3 %. Ons advies is om die op 1 % te stellen, gelijk aan de goedkeuringstolerantie van de externe accountant over de jaarrekening. Dit omdat dan de steekproeven welke gebruikt worden voor het vaststellen van de rechtmatigheid gelijk zijn aan de steekproeven welke gebruikt worden voor de getrouwheidscontrole.

 

Dialoog

 

Door de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording legt het College expliciet verantwoording over de rechtmatigheid af aan de gemeenteraad. Doel van deze verantwoordingsmethode is om de dialoog tussen Raad en College over de rechtmatigheid te vergroten. Advies om de auditcommissie, namens de Raad, de gesprekspartner te laten zijn met het college bij de controle op de jaarrekening.

 

Bron: rechtmatigheidsverantwoording 2023 gemeente Weert

 

De beslispunten gemeenteraad, zoals bovenstaand geciteerd uit de rechtmatigheidsverantwoording 2023, zijn verwerkt in dit controleprotocol. De verantwoordingsgrens komt terug in paragraaf 6 van dit protocol. Over de invulling van de dialoog vindt afstemming plaats tussen college en raad op basis van de voorschriften vanuit het BBV. Deze voorschriften worden naar verwachting in het 1e kwartaal 2024 gepubliceerd door het BBV. Afhankelijk van de inhoud van de voorschriften ontvangt de raad een voorstel over invulling van de dialoog.

3. Doelstelling

In het controleprotocol kan de raad aan het college voor de rechtmatigheidsverantwoording en aan de accountant nadere aanwijzingen geven over de reikwijdte van de controle, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties voor de controle van de jaarstukken 2023. Hierdoor kan de accountant gerichter te werk gaan en zullen er geen overbodige werkzaamheden plaatsvinden.

 

Voorgesteld wordt om de standaard toleranties voor de controle en rapportage over de jaarstukken 2023 van toepassing te verklaren. Deze zijn gelijk aan die van 2022.

4. Formele kaders

  • De Gemeentewet, vooral artikel 213, lid 3;

  • Het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO);

  • De Financiële verordening gemeente Weert (ex artikel 212 GW);

  • Verordening ex art. 213 GW voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Weert (Controleverordening);

5. Algemene uitgangspunten voor de controle

In overeenstemming met artikel 213 GW is de controle van de accountant gericht op het afgeven van een oordeel over:

  • a.

    De jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen;

  • b.

    De baten en lasten, alsmede de balansmutaties met betrekking tot specifieke uitkeringen als bedoeld in artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet rechtmatig tot stand zijn gekomen;

  • c.

    De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 186; en

  • d.

    Het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

Het Controleprotocol 2023 is gebaseerd op de door de commissie BBV uitgebrachte Kadernota Rechtmatigheid. Deze kadernota is bedoeld voor gemeenten en accountants. Inhoudelijk is de Kadernota Rechtmatigheid relevant om het controleprotocol goed te kunnen positioneren. De geïnteresseerde lezer wordt naar deze kadernota verwezen (https://www.commissiebbv.nl/cms/view/57979239/rechtmatigheid).

 

Het bij de controle 2023 te hanteren normenkader (zijnde een overzicht van geldende regelgeving) is vastgelegd in bijlage I bij dit controleprotocol.

6. Goedkeurings- en rapporteringstoleranties

In het BADO zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. De gemeenteraad mag deze toleranties scherper vaststellen. Dit moet dan worden toegelicht in de controleverklaring. Bij het benoemen van de accountant heeft de gemeenteraad tevens besloten om de goedkeurings- en rapporteringstoleranties vast te stellen overeenkomstig de minimumeisen in het BADO:

 

Goedkeurend

Beperking

Oordeelonthouding

Afkeurend

fouten (in % van de totale lasten)

< 1%

> 1% < 3%

-

> 3%

onzekerheden (in % van de totale lasten)

< 3%

> 3 < 10%

> 10%

-

 

De goedkeuringstolerantie is het bedrag van de som van de fouten of onzekerheden in de jaarstukken, afgezet tegen het totaal van de begrote lasten, incl. stortingen in de reserves, conform de begroting. De goedkeuringstolerantie bedraagt op basis van deze begrote lasten voor 2023 circa € 1.830.000,- en een totaal van onzekerheden van circa € 5.490.000,-. Als de goedkeuringstoleranties niet worden overschreden, wordt in beginsel een goedkeurende controleverklaring afgegeven.

 

Met ingang van boekjaar 2023 neemt het college een rechtmatigheidsverantwoording op in de jaarstukken van de gemeente. Voor de rechtmatigheidsverantwoording geldt eveneens een percentage van 1 % als verantwoordingsgrens.

 

Ten aanzien van de rapporteringstolerantie zal de accountant aan de raad gespecificeerd rapporteren over al de geconstateerde fouten en onzekerheden die per programma dezelfde omvang hebben als de hiervoor genoemde percentages voor de goedkeuringstoleranties. Bij het overschrijden van de rapporteringstolerantie worden alle gesignaleerde fouten c.q. onzekerheden opgenomen in het verslag van bevindingen. Dezelfde rapporteringstoleranties gelden voor de rechtmatigheidsverantwoording.

 

Voor de in de jaarstukken opgenomen verantwoordingsinformatie betreffende specifieke uitkeringen en de Wet Normering Topinkomens (WNT) geldt een afwijking. Voor deze specifieke uitkeringen geldt de hieromtrent in het BADO voorgeschreven rapporteringstolerantie. De raad kan door het vaststellen van de jaarstukken deze verschillen alsnog goedkeuren.

 

Komt de raad echter tot het oordeel dat uitgaven in de begroting niet rechtmatig zijn gedaan dan kan de raad een zgn. indemniteitsprocedure starten. Deze indemniteitsprocedure geeft de gelegenheid om deze posten uit het geheel van de rekening te lichten en via een aparte procedure te behandelen. Bij het onderdeel “Reikwijdte toetsing rechtmatigheid” en het “begrip rechtmatigheid” wordt hier nader op ingegaan.

 

Op grond van de wettelijke voorschriften is de gemeente verplicht voor een aantal specifieke uitkeringen de verantwoordingsinformatie hieromtrent op te nemen in de SiSa-bijlage (Single Information/Single Audit) bij de jaarstukken, waarvoor het te hanteren model door het Ministerie van Binnenlandse zaken is voorgeschreven. De SiSa-bijlage is een vast onderdeel van de jaarstukken. Het oordeel over getrouwheid en rechtmatigheid heeft betrekking op de gehele jaarstukken, dus inclusief de SiSa-bijlage.

7. Reikwijdte toetsing rechtmatigheid

De controle op rechtmatigheid voor het kalenderjaar 2023 is limitatief gericht op:

  • a.

    De naleving van wettelijke kaders. Dit voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of redelijkerwijs kunnen betreffen;

  • b.

    De naleving van de volgende kaders:

    • de programmabegroting 2023;

    • de Financiële verordening gemeente Weert (ex artikel 212 GW);

    • de Controleverordening gemeente Weert (ex artikel 213 GW);

    • de Verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid (ex artikel 213a GW).

  • c.

    De naleving van de overige kaders zoals opgenomen in bijlage 1 “Inventarisatie interne en externe wet- en regelgeving gemeente Weert” van dit controleprotocol, eventuele nieuwe raadsvoorstellen en collegebesluiten die op basis van wettelijke verplichtingen/verordeningen deel uitmaken van de rechtmatigheidscontrole. Dit voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of redelijkerwijs kunnen betreffen.

8. Beperkingen reikwijdte

Voor wat betreft het hierboven gestelde gelden de volgende beperkingen in de reikwijdte:

  • a.

    Voor het begrotingsjaar 2023 wordt het gemeentelijke inkoop- en aanbestedingsbeleid uitgesloten van controle. Het gemeentelijke inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt tevens uitgesloten van controle voor contracten die zijn aangegaan vóór begrotingsjaar 2023, waarmee toekomstige kosten die voortvloeien uit deze reeds aangegane contracten, voor de resterende looptijd van dit contract niet meewegen als fout in de rechtmatigheidsverantwoording. Uitsluiting van (fouten en onzekerheden van) Europese aanbestedingen is wettelijk niet mogelijk. Deze zijn altijd onderdeel van het onderzoek. De controle op de aanbestedingen is dan met name gericht op juistheid en rechtmatigheid van de Europese aanbestedingsrichtlijn.

  • b.

    Budgetoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvingslasten in de volgende jaren. Dit uiteraard alleen voor zover een en ander passend is binnen bestaand beleid. Een budgetoverschrijding van het investeringsbudget in het jaar zelf telt wel mee als onrechtmatigheid voor de controle.

  • c.

    Bij uitvoering van de interne regelgeving dient de gemeente te handelen conform wat zij zelf in haar verordeningen en besluiten heeft bepaald, maar ook aan de verordeningen en (raads-)besluiten zelf zijn in zekere mate eisen te stellen, willen zij uitvoerbaar zijn c.q. daadwerkelijk rechtskracht krijgen dan wel houden. Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de interne regelgeving uitsluitend een toets plaats naar de hoogte, duur en doelgroep/object van financiële beheershandelingen, tenzij jegens derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden met directe financiële consequenties zijn opgenomen.

    Een toets naar hoogte, duur en recht (doelgroep/object) van deze interne regelgeving zal voor de rechtmatigheidsbeoordeling altijd moeten plaatsvinden, doch kan uiteindelijk worden beperkt tot de meest basale aspecten daarvan.

Op basis van een inventarisatie is onderzocht welke specifieke bepalingen per regelgeving niet in de rechtmatigheidstoets betrokken behoeven te worden. Voor de uitsluitingen wordt verwezen naar bijlage 3 “Uitsluitingen”.

 

Gelet op bovenstaande goedkeurings- en rapporteringstoleranties wordt in het kader van de rechtmatigheid aandacht gevraagd voor het volgende.

9. Begrip rechtmatigheid

In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) wordt onderscheid gemaakt tussen het juridische begrip rechtmatigheid en de rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole. Het juridische begrip rechtmatigheid heeft betrekking op alle geldende wetten en regels. Rechtmatigheid is dan het handelen in overeenstemming met alle wetten en regels. Het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole is een minder omvattend begrip. Bij rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole bestaat er een duidelijke relatie met het financiële beheer. Er moet o.a. worden vastgesteld dat baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen.

 

In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen 9 rechtmatigheidscriteria worden onderkend: het begrotingscriterium (1), het voorwaardencriterium (2), het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (3), het calculatiecriterium (4), het valuteringscriterium (5), het adresseringscriterium (6), het volledigheidscriterium (7), het aanvaardbaarheidscriterium (8) en het leveringscriterium (9). In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de meeste van deze criteria. Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheid van het financieel beheer wordt extra aandacht besteed aan de volgende rechtmatigheidscriteria:

  • 1)

    het begrotingscriterium;

  • 2)

    het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium);

  • 3)

    het voorwaardencriterium.

9.1. Het begrotingscriterium

Uitgangspunt bij het begrotingscriterium is dat de afwijkingen in de jaarstukken ten opzichte van de begroting (na wijziging) goed herkenbaar dienen te worden opgenomen en toegelicht. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de raad is gerespecteerd. Het college betrekt alle afwijkingen ten opzichte van de begroting (exploitatie en investeringen) bij de fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording, omdat het uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting onrechtmatig is1. Het kan hier ook gaan om begrotingsonrechtmatigheden waarbij het college binnen het door de raad uitgezette beleid is gebleven. Het is aan de raad om te bepalen in hoeverre afwijkingen acceptabel zijn. Overwegingen die daarbij meegenomen kunnen worden zijn bijvoorbeeld:

  • Er is wel/niet tijdig een voorstel ingediend om de begroting te wijzigen;

  • De overschrijding past wel/niet binnen het door de raad geaccordeerde beleid;

  • Er is sprake van compensatie via direct te relateren inkomsten;

  • Etc.

Uit deze opsomming blijkt dat college en raad eenduidige afspraken moeten maken op welke wijze begrotingsonrechtmatigheden benaderd worden2. De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald en door de gemeenteraad nader ingevuld. Voor de gemeente Weert is de invulling hiervan vastgelegd in:

  • 1.

    De jaarlijkse begroting, waarmee de gemeenteraad expliciet aangeeft binnen welke financiële grenzen het college de programmabegroting uitvoert.

  • 2.

    De Financiële verordening ex. Artikel 212 van de Gemeentewet.

De begroting is op programmaniveau geautoriseerd. Hierdoor hebben enkel overschrijdingen van de lasten op programmaniveau gevolgen voor de rechtmatigheidsverantwoording.

 

Compensatie tussen de programma’s onderling of dekking van een overschrijding via de algemene dekkingsmiddelen (zoals bedoeld in BBV art. 8 lid 5) zal door de raad moeten worden goedgekeurd, wat uiterlijk gebeurt bij de tussentijdse rapportages en jaarstukken.

Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de jaarstukken hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijziging, is – voor zover het de begrotingsoverschrijdingen betreft - mogelijk sprake van onrechtmatige lasten. De overschrijding kan namelijk in strijd zijn met het budgetrecht van de gemeenteraad zoals geregeld in de Gemeentewet.

 

In het kader van de Financiële verordening ex art. 212 GW zal voor de navolgende situaties geen indemniteitsprocedure worden gestart maar zullen eventuele overschrijdingen via vaststelling van de jaarstukken worden geaccordeerd.

Het betreft begrotingsoverschrijdingen die:

  • per programma kleiner zijn dan 2% van het programmabudget, met een maximum van € 200.000,-;

  • plaatsvinden op zogenaamde gesloten financieringen (riolering en afval). Over- en onderschrijdingen op deze onderdelen worden verrekend via een daarvoor ingestelde reserve en/of voorziening.

Ten slotte zal voor de navolgende situaties geen indemniteitsprocedure worden gestart maar zullen eventuele overschrijdingen via vaststelling van de jaarstukken worden geaccordeerd.

Het betreft begrotingsoverschrijdingen die:

  • het gevolg zijn van autonome ontwikkelingen;

  • verplichte uitgaven betreffen;

  • calamiteiten of volledig onvoorziene uitgaven betreffen;

  • het gevolg zijn van een open eind constructie (bijv. WWB, WMO, minimabeleid).

De toelichting op de begrotingsoverschrijdingen worden opgenomen bij de toelichting op de rechtmatigheidsverantwoording in de paragraaf bedrijfsvoering. Zodra de raad de verantwoording en de jaarstukken vaststelt, wordt ook ingestemd met alle begrotingsonrechtmatigheden.

 

9.2. Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) criterium

Onder misbruik wordt verstaan het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Misbruik is onrechtmatig.

Onder oneigenlijk gebruik wordt verstaan het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.

 

In verschillende wetten waaraan de gemeente zich dient te houden, zijn bepalingen opgenomen die misbruik en oneigenlijk gebruik tegengaan, zoals een legitimatieplicht of de verplichting tot het overleggen van bepaalde gegevens bij een aanvraag. Daarnaast zijn ook in verschillende door de raad vastgestelde verordeningen en besluiten criteria opgenomen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik.

 

De gemeente Weert heeft in 2023 een overkoepelend M&O-beleid vastgesteld. Dit was wenselijk, omdat wet- en regelgeving een maatschappelijk belang dient. Om die reden is het initiatief genomen om een beleidskader op te stellen. Het beleidskader vormt een paraplu én een kapstok voor de kaders die de gemeente Weert gebruikt om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Het beleidsstuk bevat naast de filosofie, algemene uitgangspunten en risicoanalyses ook een overzicht van maatregelen ter voorkoming en afdoening van misbruik en oneigenlijk gebruik. Tevens is een bijlage toegevoegd waarin een overzicht is gegeven van de geldende regelgeving ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik binnen de gemeente Weert. Het bevorderen van de naleving van wet- en regelgeving dient een maatschappelijk belang. Een goede balans tussen rechten en plichten van burgers is bij ieder beleidsstuk van belang. Bij misbruik en oneigenlijk gebruik legt men ten onrechte beslag op gemeenschapsgeld en -goederen. Misbruik en oneigenlijk gebruik verstoort de balans en doet afbreuk aan de effectiviteit van het gevoerde beleid. Het is daarbij in ieders belang om de gemeentelijke middelen zo effectief mogelijk in te zetten.

 

Voor bestaande procedures wordt getoetst in hoeverre in de uitvoering deugdelijke maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik. Daarbij gelden de randvoorwaarden van redelijkheid richting derden en een kosten/baten-afweging.

 

9.3. Het voorwaardencriterium

Besteding en inning van gelden door een gemeente is aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop kan worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels van hogere overheden en de (eigen) gemeentelijke regelgeving. De gestelde voorwaarden hebben in het algemeen betrekking op:

  • de omschrijving van de doelgroep respectievelijk het project;

  • de heffings- en/of declaratiegrondslag;

  • normbedragen (denk aan hoogte en duur);

  • de bevoegdheden;

  • het voeren van een administratie;

  • het verkrijgen en bewaren van bewijsstukken;

  • aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie e.d..

Toe te passen aspecten hierbij zijn:

  • Recht: heeft bijvoorbeeld iemand die een betaling van de gemeente ontvangt hier recht op, op grond van de regelgeving die aan deze betaling ten grondslag ligt?

  • Hoogte: is bijvoorbeeld het door de gemeente betaalde bedrag wel juist berekend? Zijn de juiste formules, tarieven en andere aspecten die de hoogte van het te betalen bedrag bepalen wel juist toegepast?

  • Duur: is wel voldaan aan de in regelgeving opgenomen termijnen van betaling, verstrekking, toekenning en werkingsperiode?

Gezien de omvang van de wet- en regelgeving en de veelheid aan voorwaarden die in de diverse wetten en regels gesteld worden, is het niet haalbaar om alles te betrekken in de rechtmatigheidscontrole over 2023. Inzake het voorwaardencriterium worden daarom de volgende uitgangspunten genomen:

  • Voorwaarden zoals gesteld in hogere wetgeving behoren vanzelfsprekend tot het normenkader.

  • Voorwaarden zoals gesteld in eigen interne regelgeving behoren alleen tot het normenkader voor zover het bepalingen betreft die zijn vastgesteld door de raad inzake recht, hoogte en duur. Hiermee worden bepalingen bedoeld die aangeven voor wie een subsidie, bijdrage of uitkering bedoeld is, hoe hoog die moet zijn en voor welke periode die geldt.

Nevenvoorwaarden zoals de termijn van aanlevering van verantwoordingen, de vorm van de verantwoording en allerlei andere formele vereisten worden hiermee buiten het normenkader gehouden. Dat wil overigens niet zeggen dat hier niets mee gedaan wordt. Deze vormen geen onderdeel van de rechtmatigheidscontrole bij de jaarrekening.

Voor een toelichting op het begrip rechtmatigheid in relatie tot de controle bij gemeenten en provincies wordt verwezen naar de “Kadernota Rechtmatigheid” van de commissie BBV (zie link op blz. 3).

10. Bijlagen

  • 1.

    Inventarisatie interne en externe wet- en regelgeving gemeente Weert;

  • 2.

    Regelingen HRM;

  • 3.

    Uitsluitingen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 november 2023.

De griffier,

mr. M.H.R.M. Wolfs-Corten

De voorzitter,

mr. R.J.H. Vlecken

Bijlage 1: Inventarisatie interne en externe wet- en regelgeving gemeente Weert

 

Ter verdere implementatie van de uitvoering van de algemene wet- en regelgeving heeft de gemeenteraad eigen verordeningen en/of beleidsregels vastgesteld waarmee een nadere invulling wordt gegeven aan de lokale uitvoering van het daaraan verbonden financiële beheer.

 

In deze bijlage zijn, naast de landelijke wet- en regelgeving, díe verordeningen en (raads-)besluiten opgenomen die direct of indirect een financieel belang of financieel risico omvatten. Daarbij zijn verordeningen en besluiten die slechts tot een zeer beperkte financiële geldstroom leiden achterwege gelaten.

 

Collegebesluiten vallen niet onder de rechtmatigheidscontrole, tenzij de controle hiervan verplicht is op basis van hogere regelgeving of raadsbesluiten c.q. verordeningen. Indien het opstellen en nemen van een collegebesluit verplicht wordt gesteld, wordt er alleen getoetst of het voorgeschreven besluit daadwerkelijk door het college is genomen.

 

 

Externe wet- en regelgeving

Interne regelgeving

Algemeen et- en regelgeving geldend voor meerdere programma’s

  • Gemeentewet

  • Algemene wet bestuursrecht

  • Burgerlijk wetboek

  • Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

  • Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO)

  • Wet op de omzetbelasting 1968

  • Wet op het BTW-compensatiefonds

  • Mededingingswet

  • Europese aanbestedingsregels

  • Aanbestedingswet 2012

  • Gids proportionaliteit

  • Aanbestedingsreglement werken 2016

  • Wet milieubeheer

  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

  • Wet open overheid (Woo)

  • Kadernota rechtmatigheid

  • Europese staatssteunregels

  • Criteria voor besluiten als bedoeld in artikel 160 van de Gemeentewet

  • Financiële verordening gemeente Weert 2021

  • Treasurystatuut 2021

  • Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur van de gemeente Weert

  • Algemene plaatselijke verordening

  • Algemene subsidieverordening Weert 2017

  • Nota herziening subsidiestelsel vrijwilligersorganisaties 2017

  • Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Weert

  • Verordening kwijtschelding 2021

  • Legesverordening 2023 (inclusief tarieventabel)

 

Programma

Externe wet- en regelgeving

Interne regelgeving

1. Goed wonen voor iedere doelgroep

  • Wet op het specifiek cultuurbeleid

  • Wet BTW sportvrijstelling

  • Wet ruimtelijke ordening

  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

  • Huisvestingswet 2014

  • Woningwet

  • Bouwbesluit

  • Wet op belastingen van het rechtsverkeer

  • Weerter verordening Instandhouding Monumenten 2008

  • Erfgoedverordening 2014

  • Bouwverordening

  • Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade nieuwe Wro

  • Verordening duurzaamheidsregeling gemeente Weert

  • Verordening startersregeling gemeente Weert 2022

  • Nota grondbeleid

  • Grondprijsbrief

  • Meerjaren perspectief grondexploitatie en vastgoed

  • Verordening Middenhuur Weert 2020

2. Iedereen doet mee

  • Participatiewet

  • Wijzigingswet Wet participatiebudget

  • Besluit participatiebudget

  • Wet sociale werkvoorziening

  • Wet inburgering 2021

  • Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004

  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze zelfstandigen

  • Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021

  • Wet maatschappelijk verantwoord inkopen jeugdwet en Wmo 2015

  • Werkloosheidswet

  • Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005

  • Wet kinderopvang

  • Jeugdwet

  • Wet op het primair onderwijs

  • Wet op de expertisecentra

  • Wet op het voortgezet onderwijs 2020

  • Verordening Wet Inburgering

  • Handhavingsbeleidsplan Werk, Inkomen en Zorgverlening

  • Verordening individuele inkomenstoeslag 2017

  • Verordening individuele studietoeslag 2015

  • Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2022

  • Re-integratieverordening Participatiewet 2017

  • Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2017 (tot 30 juni 2023)

  • Verordening maatschappelijke ondersteuning 2023

  • Verordening jeugdhulp 2020

  • Verordening (bekostiging) leerlingenvervoer 2021

  • Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Weert 2016

3. Natuurlijke en landschappelijke kwaliteit

  • Wet op de lijkbezorging

  • Wet publieke gezondheid

  • Waterwet

  • Europese kaderrichtlijn water

  • Verordening reinigingsheffingen 2023

  • Afvalstoffenverordening van de gemeente Weert

  • Verordening rioolheffingen 2023 (inclusief tarieventabel)

  • Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluit- recht 2023

  • Stimuleringsregeling afkoppeling hemelwater

  • Verordening graf- en begraafrechten 2023

4. Duurzaam en innovatief ondernemen en leven

  • Wet op de bedrijveninvesteringszones

  • Verordening BedrijvenInvesteringszone De Kempen 2019-2023

  • Verordening BedrijvenInvesteringszone Kanaalzone I 2019-2023

  • Verordening BedrijvenInvesteringszone Ondernemers Binnenstad Weert 2023-2027

  • Verordening BedrijvenInvesteringszone

  • Weerter Boulevard 2023-2027

  • Marktverordening

  • Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2023

  • Verordening op de heffing en invordering van staangeld 2023 (inclusief tarieventabel)

5. Goed ontsloten en verweven met de regio

  • Wegenverkeerswet 1994

  • Wegenwet

  • Reglement verkeersregels en verkeerstekens

  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

  • Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

  • Binnenvaartwet

  • Wegsleepverordening gemeente Weert 2023

  • Verordening parkeerbelastingen 2023

  • Parkeerverordening 2023

  • Verordening scheepvaartrechten 2023

6. Bestuur en burgerzaken

  • Wet veiligheidsregio’s

  • Alcoholwet

  • Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

  • Wet dualisering gemeentebestuur

  • Wet rechten burgerlijke stand

  • Wet basisregistratie personen

  • Wet basisregistratie adressen en gebouwen

  • Wet basisregistratie ondergrond

  • Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

  • Uitvoeringswet AVG

  • Paspoortwet

  • Wet gemeenschappelijke regelingen

  • Kieswet

  • Wet politiegegevens (WPG)

  • Verordening op de ambtelijk bijstand en de fractieondersteuning 2003

  • Verordening op het onderzoeksrecht van de raad

  • Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Weert

  • Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Weert 2019

  • Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Weert 2019

  • Verordening op de rekenkamer 2012

  • Controleverordening gemeente Weert 2023

  • Baseline informatiebeveiliging overheid (BIO)

10. Overhead

  • Besluit begroting en verantwoording

 

11. Algemene dekkings- middelen en onvoorzien

  • Wet financiering decentrale overheden (FIDO)

  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheid

  • Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO)

  • Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF)

  • Besluit lening voorwaarden decentrale overheden

  • Wet waardering onroerende zaken

  • Gemeentewet

  • Wet op de dividendbelasting 1965

  • Wet op de kansspelbelasting

  • Financiële-verhoudingswet

  • Treasury statuut gemeente Weert 2021

  • Verordening onroerende zaakbelastingen 2023

  • Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen

  • Verordening precariobelasting 2023

  • Verordening toeristenbelasting 2023

  • Verordening parkeerbelastingen 2023

12. Vennootschapsbelasting

  • Wet op de vennootschapsbelasting 1969

  • Wet modernisering vpb-plicht overheidsondernemingen

 

 

Bijlage 2: Regelingen HRM

 

Externe wet- en regelgeving

Interne regelgeving

Gemeenten

  • Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA/Ambtenarenwet 2017)

  • Fiscale wetgeving

  • Sociale verzekeringswetten

  • Algemeen ambtenarenreglement

  • Pensioenwet (ABP en APPA)

  • Wet op de ondernemingsraden

  • Wet normering topinkomens

  • Werkkostenregeling

  • Wet op de Loonbelasting 1964

Personeelshandboek

Integriteit

  • Gedragscode ambtenaren gemeente Weert 2022

  • Overzicht risicogebieden Integriteit

  • Meldregeling vermoedens van misstanden en inbreuken gemeente Weert 2022

  • Regeling vertrouwenspersonen gemeente Weert 2022

  • Meldregeling ongewenste omgangsvormen gemeente Weert 2022

Gebruik elektronische communicatiemiddelen

  • Regeling gebruiksregels elektronische communicatiemiddelen

  • Richtlijnen voor mobiele devices en mobiele informatie

Salaris en vergoedingen

  • Regeling functiewaardering

  • Lokale aanvullende regeling in het kader van het individueel keuzebudget (IKB) 2022

  • Regeling reis- en verblijfkosten

  • Regeling gebruik eigen vervoermiddelen

  • Regeling voor het verlenen van ontheffing tot het verrichten van wacht- en storingsdiensten

  • Regeling voor het toekennen van een blijvende onregelmatigheidstoelage

Werktijden

  • Werktijdenregeling

Vakantie en verlof

  • Uitvoeringsregeling verlofsparen

  • Beknopt overzicht (bijzondere) verlofsituaties

Arbeidsongeschiktheid

  • Verzuimmelding en verzuimbegeleiding (protocol)

  • Visie op Verzuim

Opleiding en ontwikkeling

  • Regeling studiefaciliteiten

Overig

  • Agressieprotocol

  • Regeling recepties

  • Reglement Regionale Geschillencommissie

  • Regeling vergoeding beeldschermbril

  • Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Buiten het personeelshandboek

  • Vergoedingsregeling stagiaires

  • Inpassingsregel salaris

  • Reglement Lokaal Overleg

  • Regeling outplacement gewezen wethouders

 

Bijlage 3: Uitsluitingen

 

In onderstaand overzicht worden de als gevolg van de plaatsgevonden screening voorgestelde uitsluitingen weergegeven.

 

Naam verordening / besluit (citeerartikel)

Uit te zonderen artikelen voor de rechtmatigheidscontrole 2022

Toelichting

Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Weert 2021.

Art. 3 lid 1 (volledig ingevuld aanvraagformulier).

Wanneer het aanvraagformulier niet volledig is ingevuld of niet ondertekend moeten ouders de kans hebben om het aan te vullen. Soms is het formulier nog niet volledig in te vullen (bijvoorbeeld startdatum vervoer).

De verordening kan niet worden aangepast. Het artikel moet er in blijven staan omdat een volledig ingevuld aanvraagformulier uiteindelijk wel moet worden ingeleverd.

Art. 3 lid 4 (binnen 8 weken na ontvangst alle benodigde gegevens).

Voorkomen moet worden dat door het te laat besluiten een aanvraag wordt toegekend die anders zou worden afgewezen (automatische toekenning als de beslistermijn wordt overschreden).

De verordening kan niet worden aangepast. Deze bepaling heeft te maken met de AWB (Algemene wet Bestuursrecht).

Art. 3 lid 5 (maximaal 4 weken met schriftelijke kennisgeving).

Voorkomen moet worden dat door het te laat besluiten een aanvraag wordt toegekend die anders zou worden afgewezen (automatische toekenning als de beslistermijn wordt overschreden).

De verordening kan niet worden aangepast. Deze bepaling heeft te maken met de AWB (Algemene wet Bestuursrecht).

Art. 24 (doorgeven wijzigingen).

Ouders moeten wijzigingen doorgeven. Dit gebeurt niet altijd gelijk. Vaak is de wijziging administratief.

De verordening kan niet worden aangepast. Het artikel moet er in blijven staan omdat wijzigingen uiteindelijk wel moeten worden doorgegeven.

In het algemeen geldt dat de gevolgen (geen vervoer naar school) door het niet uitsluiten van deze bepalingen te zwaar zijn voor het vergrijp.

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Weert 2016.

Art.13 Overleg wijze van uitvoering;

Art.14 Instemmen bouwplannen en begroting; tijdstip aanvang bekostiging, toetsing wettelijke voorschriften en nieuwe feiten en omstandigheden; overlegging offertes;

Art.15 Aanvang bekostiging;

Art.16 Vervallen aanspraak op bekostiging;

Art.20 Uitvoering beslissing.

De uitsluiting van dit artikel voor de controle is gebaseerd op de onderstaande motieven:

  • De lengten van de in het artikel genoemde termijnen is in de praktijk te beperkt om werkbaar te zijn. Het volgen van interne procedures (collegevoorstellen) neemt daarbij meer tijd in beslag dan de termijn toelaat.

  • Het gaat vaak om geringe bedragen.

Feitelijk is het doel om op een praktische manier met schoolbesturen uitvoering te kunnen geven aan het Huisvestingsprogramma.

Algemene subsidieverordening Weert 2017.

Art. 10 lid 1 (aanvraagtermijn incident. subs.);

Art. 10 lid 6 (beslistermijn incident. subs.);

Art. 12 (verantwoording incidentele subs.);

Art. 15 lid 1 (aanvraagtermijn struct. subs.);

Art. 15 lid 6 (beslistermijn struct. subs.);

Art. 17 (verantwoording structurele subs.).

In de praktijk komt het voor dat subsidie-aanvragers te laat zijn met het indienen van een (volledige) subsidieaanvraag. Het afwikkelen van een te laat ingediende subsidieaanvraag leidt in sommige gevallen tot subsidieverlening of – vaststelling na de uiterlijke beslistermijn.

Zowel het positief besluiten op een te laat ingediende subsidieaanvraag als het te laat besluiten op een ingediende subsidieaanvraag (al dan niet te laat ingediend) zou als ‘onrechtmatig’ beoordeeld worden. Voor een goede dienstverlening aan onze ‘klanten’ (subsidieaanvragers, veelal vrijwilligersorganisaties) is het wenselijk dat we enigszins flexibel om kunnen gaan met aanvraag- en beslistermijnen. Om te voorkomen dat deze flexibele werkwijze leidt tot een onrechtmatigheidsoordeel, sluiten we deze artikelen uit voor de rechtmatigheidscontrole.

 

Het is niet wenselijk om de verordening en regelingen op dit punt aan te passen omdat de termijnen de kapstok vormen voor de subsidieprocessen. De termijnen zijn en blijven in principe leidend.

 

Met betrekking tot artikel 12 en 17:

Feitelijk hoeven alleen de onderdelen die betrekking hebben op termijnen uitgesloten te worden. Om het ‘simpel en praktisch’ te houden, is ervoor gekozen om het volledige artikel uit te sluiten. Dit is in voorgaande jaren ook zo gedaan.

Verordening jeugdhulp 2020

Artikel 3 (toegang jeugdhulp via huisarts, medisch specialist of jeugdarts)

Met betrekking tot de Jeugdhulp geldt de wettelijke eis dat het recht op zorg ontstaat op basis van een verwijzing door een indicerend orgaan of medisch specialist. Omdat de gemeente niet zelf over deze informatie beschikt, ziet zij af van de controle op de aanwezigheid van medische verwijzingen.

Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Weert.

In zijn geheel.

Zonder deze uitsluiting worden alle inkopen en aanbestedingen en de Europese aanbestedingen opgenomen in de controle. Europese aanbestedingen blijven altijd onderwerp van onderzoek in het kader van rechtmatigheid. Deze kunnen niet worden uitgesloten.

Met betrekking tot inkopen en aanbestedingen onder de Europese drempelwaarden verricht de gemeente gegevensgerichte detailcontroles op circa 75 inkoopfacturen, waarbij de naleving van het interne inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt getoetst.

 


1

Conform Kadernota Rechtmatigheid 2023, BBV.

2

Deze afspraken zijn vastgelegd in de financiële verordening.