Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
gelet op de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Súdwest-Fryslân 2023, waarin meerdere artikelen zijn opgenomen die aanleiding geven beleidsregels vast te stellen om bij de uitvoering van deze artikelen een vaste gedragslijn te volgen;
besluit:
vast te stellen de Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Súdwest-Fryslân 2023
Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
Voor de toepassing van deze beleidsregels verstaan we onder verordening: de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Súdwest-Fryslân 2023.
- 2.
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Súdwest-Fryslân 2023.
Artikel 2 Uitgangspunten
- 1.
Deze beleidsregels richten zich op de praktische uitvoering van de verordening en hebben als doel de belangen bij aanvragen om toekenning van een vervoersvoorziening in het leerlingenvervoer, zorgvuldig af te kunnen wegen.
- 2.
Bij de uitvoering van de verordening hanteert het college de volgende uitganspunten: zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en cliëntgerichtheid.
Artikel 3 Verantwoordelijkheden ouders
- 1.
Ouders zijn verantwoordelijk voor het schoolbezoek van hun kinderen en zij behoren te zorgen voor het vervoer naar school.
- 2.
Het college heeft uitsluitend de wettelijke taak een aanbod te verstrekken, waarmee zij voorzien in de vervoerskosten van een leerling, en zo nodig een begeleider. Ouders kunnen hun verantwoordelijkheden niet overdragen aan de gemeente.
Artikel 4 Meerjarige beschikkingen
- 1.
De vervoervoorziening voor leerlingen jonger dan 10 jaar wordt voor meerdere jaren afgegeven.
- 2.
Ook als leerlingen ouder zijn dan 10 jaar en aannemelijk is dat hun situatie meerdere jaren gelijk zal blijven, wordt de vervoersvoorziening voor meerdere jaren afgegeven.
Artikel 5 Doorgeven wijzigingen
- 1.
Op grond van artikel 3, lid 2, van de verordening zijn ouders van basisschoolleerlingen verplicht jaarlijks hun inkomensgegevens te verstrekken.
- 2.
In de volgende situaties zijn ouders of is de meerderjarige en handelingsbekwame leerling op grond van artikel 6, lid 1, van de verordening verplicht wijzigingen door te geven:
- a.
wijziging van hun inkomensgegevens;
- b.
wijziging in het woonadres van de leerling, bijvoorbeeld door verhuizing;
- c.
verandering van school (bijvoorbeeld van speciaal onderwijs naar voortgezet speciaal onderwijs);
- d.
wijziging van het adres van de school;
- e.
wijziging van de schooltijden;
- f.
verandering van de reistijd, bijvoorbeeld door een wijziging in het openbaar vervoer;
- g.
wijziging in de gezinssituatie, in verband met het al dan niet kunnen begeleiden van leerlingen.
Artikel 6 Berekening van de afstand
De afstand als bedoeld in de artikelen 7, 8 en 14 van de verordening, bepalen we op basis van de routeplanner van ANWB, volgens de optie kortste route. Bij afstanden tot vier kilometer berekenen we de afstand per fiets, bij afstanden boven de vier kilometer de afstand met de auto.
Artikel 7 Het vaststellen van de reistijd
De reistijd per openbaar vervoer stellen we vast op basis van www.9292.nl. De reistijd per aangepast vervoer bepalen we op basis van de routeplanner ANWB, volgens de optie kortste autoroute.
Artikel 8 Vaststellen van de kosten van openbaar vervoer
We stellen de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vast op basis van de beschikbaar gestelde informatie van de OV-vervoerder.
Artikel 9 Tweede ophaal- of brengadres
- 1.
Het college verstrekt alleen bekostiging van vervoer van en naar een tweede ophaal- en brengadres als:
- a.
een leerling recht heeft op bekostiging van het vervoer van de woning naar school en terug;
- b.
het tweede adres voldoet aan het afstandscriterium voor een woning uit de verordening;
- c.
het ophaal- of brengadres structureel is. Er sprake moet zijn van een terugkerend patroon voor tenminste drie maanden;
- d.
het tweede adres zich binnen de gemeente bevindt, en;
- e.
er geen voorliggende voorziening is die het vervoer van het tweede adres naar en van school voor haar rekening neemt.
- 2.
Bij co-ouderschap, waarbij het kind zowel bij de ene als bij de andere ouder verblijft, is sprake van twee hoofdverblijven. Waar de leerling staat ingeschreven doet niet ter zake, doorslaggevend is de feitelijke verblijfplaats van de leerling.
- 3.
Om aanspraak te maken op leerlingenvervoer moet iedere ouder afzonderlijk, een aanvraag indienen bij de gemeente waar de ouder woonachtig is.
- 4.
De gemeente toetst de aanvraag aan de eigen verordening bekostiging leerlingenvervoer, waarbij onder meer wordt bekeken of sprake is van een woning in de zin van de verordening, of de school de dichtstbijzijnde toegankelijke is en of voldaan is aan de afstandsgrens. Het komt voor dat slechts in één van beide gemeenten aanspraak op leerlingenvervoer bestaat.
Artikel 10 Consequenties van onaanvaardbaar gedrag
- 1.
In geval dat een leerling of een ouder zich schuldig maakt aan onaanvaardbaar gedrag, meldt het college dit bij de ouders en de school.
- 2.
Onder onaanvaardbaar gedrag wordt in ieder geval verstaan:
- •
gedrag dat de verkeersveiligheid of de veiligheid van de chauffeur en/of medepassagiers in gevaar brengt;
- •
gedrag dat in strijd is met de omgangsvormen.
- 3.
Als het onaanvaardbaar gedrag zich binnen een maand herhaalt, stuurt het college een waarschuwing en/of nodigt ouders uit voor een gesprek. Indien noodzakelijk nodigt het college bij het gesprek een medewerker van de school uit. Het college legt de gemaakte afspraken en/of maatregelen schriftelijk vast.
- 4.
Als het onaanvaardbaar gedrag blijft aanhouden, gaat het college opnieuw met ouders en school in gesprek. De nieuwe afspraken en/of maatregelen legt het college schriftelijk vast. Een schorsing uit het vervoer van maximaal 10 dagen kan het gevolg zijn van onaanvaardbaar gedrag.
- 5.
Als er dan nog een keer sprake is van onaanvaardbaar gedrag, gaat het college opnieuw met de ouders en school in gesprek over een nieuwe vorm van leerlingenvervoer en de mogelijkheden om de situatie te verbeteren. De leerling kan hierbij definitief uit het leerlingenvervoer voor het lopende schooljaar worden geschorst.
- 6.
De volgorde en periode van schorsing is afhankelijk van de ernst van het gedrag en de mate van verwijtbaarheid.
Artikel 11 Verlies/beschadiging VoorElkaarPas
Als leerlingen hun Voor Elkaar Pas (VEP) verliezen/beschadigen zijn de kosten van de aanschaf van een vervangende VEP voor rekening van de ouders/leerling.
Artikel 12 Openbaar vervoer met begeleiding
- 1.
Voor begeleiding verstrekken we alleen een vergoeding wanneer ook daadwerkelijk met begeleiding gereisd wordt in het openbaar vervoer. Dit dient men aan te tonen met een vervoersbewijs/uitdraai VoorElkaarPas.
- 2.
Wanneer begeleiding noodzakelijk is, berekenen we de vergoeding van de begeleider op basis van een retour voor zowel het brengen als het halen.
Artikel 13 Ernstige benadeling van het gezin
- 1.
Van ernstige benadeling van het gezin als bedoeld in artikel 18, onder c, van de verordening, is in ieder geval sprake, indien:
- •
ouders met een verklaring van een medisch deskundige, niet zijnde de huisarts, structurele medische redenen kunnen aantonen die langer dan drie maanden duren en die beide ouders belemmeren hun kind, of de alleenstaande ouder belemmert haar of zijn kind te begeleiden;
- •
de ouder alleenstaand is met meerdere kinderen die nog niet zelfstandig naar school kunnen reizen en begeleiding door anderen niet mogelijk is;
- •
de noodzakelijke begeleiding voor de begeleider dagelijks langer duurt dan drie uur (maximaal tweemaal per dag heen en terug van woning naar school).
- 2.
Werkzaamheden of andere bezigheden van beide ouders, of de alleenstaande ouder, zijn geen reden voor het toekennen van een voorziening voor leerlingenvervoer.
Artikel 14 Leerlingen die niet ingeschreven staan
Leerlingen die voor observatie of gewenning naar een andere school gaan, maar nog niet staan ingeschreven op die school, hebben voor de periode van observatie of gewenning recht op leerlingenvervoer.
Artikel 15 Wachttijden op school.
De maximale wachttijd op school voor regulier voortgezet onderwijs, zoals genoemd in artikel 12, lid 2, van de verordening is twee klokuren.
Artikel 16 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân 2023.
Artikel 17 Inwerkingtreding
- 1.
De beleidsregels treden in werking de dag volgend op de bekendmaking en werken terug tot 1 oktober 2023.
- 2.
De beleidsregels behorende bij de Verordening leerlingenvervoer gemeente Súdwest-Fryslân 2017, worden ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 25 juli 2023,
mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester
drs. E.K. Strijker, gemeentesecretaris