Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

De Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024 (Verordening marktgelden 2024)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDe Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024 (Verordening marktgelden 2024)
CiteertitelVerordening marktgelden Venlo 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpmarktgelden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-2023nieuwe regeling

03-11-2023

gmb-2023-512696

83295

Tekst van de regeling

Intitulé

De Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024 (Verordening marktgelden 2024)

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 3 oktober 2023, registratienummer 83295;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

De Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

(Verordening marktgelden 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Markt: de warenmarkt, welke krachtens besluit van de gemeenteraad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • b.

    Standplaats: de op en voor de duur van de markt door het bestuursorgaan aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    Vaste standplaats: een standplaats, waarvoor het bestuursorgaan voor onbepaalde tijd een vergunning heeft verleend;

  • d.

    Dagplaats: een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • e.

    Standwerkplaats: een dagplaats, bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "marktgelden" wordt overeenkomstig de volgende bepalingen een recht geheven voor het gebruik van een standplaats op gemeentegrond, welke als markt is aangewezen, alsmede het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur ontplooide promotieactiviteiten.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven van degene, aan wie door de marktmeester een standplaats, als bedoeld in artikel 2, is toegewezen.

  • 2.

    Indien er ten aanzien van eenzelfde belastbaar feit, meer dan één belastingplichtige valt aan te wijzen, zijn zij allen hoofdelijk aansprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de één de andere(n) bevrijdt en dat de nota, de kennisgeving of de andere schriftuur, als bedoeld in artikel 7, gesteld wordt ten name van één van hen met toevoeging van de afkorting "c.s.".

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De heffingsmaatstaf voor de berekening van het marktgeld is het aantal m2 dat als standplaats op gemeentegrond, als bedoeld in artikel 2, wordt ingenomen.

  • 2.

    Een gedeelte van een vierkante meter (m2) wordt voor een volle vierkante meter berekend.

Artikel 5 Belastingtarief

  • A.

    Op de markt in het stadsdeel Blerick:

  • 1.

    voor dagplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan per marktdag of gedeelte daarvan;

1,37

  • 2.

    voor vaste standplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan per marktdag of gedeelte daarvan, vermeerderd met een bedrag (promotiegeld) per standplaats per maand of gedeelte daarvan;

1,10

10,00

  • 3.

    voor standwerkplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan;

  • a.

    per marktdag of gedeelte daarvan

1,46

  • b.

    per marktdag of gedeelte daarvan, indien een vaste standplaats, als bedoeld onder A.2., wordt ingenomen, vermeerderd met een bedrag (promotiegeld) per standplaats per maand of gedeelte daarvan.

1,37

10,00

  • B.

    Op de markt in het stadsdeel Venlo:

  • 1.

    voor dagplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan per marktdag of gedeelte daarvan;

1,71

  • 2.

    voor vaste standplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan per marktdag of gedeelte daarvan;

  • 3.

    voor standwerkplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan;

1,37

  • a.

    per marktdag of gedeelte daarvan;

1,99

  • b.

    per marktdag of gedeelte daarvan, indien een vaste standplaats, als bedoeld onder B.2., wordt ingenomen.

1,71

Artikel 6 Teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een niet of niet ten volle gebruikt abonnement, heeft niet plaats, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.

  • 2.

    Indien een abonnementhouder door overmacht geen gebruik heeft kunnen maken van de hem toegewezen standplaats, wordt hem, door het college van burgemeester en wethouders naar evenredigheid restitutie van het betaalde abonnementsgeld verleend over het aantal volle kalendermaanden, waarin van de standplaats geen gebruik is gemaakt.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 1 en 3.a., B, sub 1 en 3.a., wordt geheven door middel van een met een doorlopend nummer voorziene standplaatskaart.

  • 2.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 2 en 3.b., B, sub 2 en 3.b., wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, kennisgeving of andere schriftuur.

  • 3.

    Het verschuldigde bedrag wordt op de standplaatskaart, de nota, de kennisgeving of de andere schriftuur vermeld.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.

Artikel 8 Tijdstip van betaling

  • 1.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 1 en 3.a., B, sub 1 en 3.a., dient te worden voldaan vóórdat een standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 2 en 3.b., B, sub 2 en 3.b., dient te worden voldaan vóór de eerste marktdag van het betreffende kwartaal.

  • 3.

    Indien het verschuldigde bedrag niet op het in het eerste en/of het tweede lid genoemd tijdstip kan worden vastgesteld, moet het recht worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, de nota of de andere schriftuur.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste tot en met derde lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

De "Verordening marktgelden 2023" vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening marktgelden 2024".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2023.

De griffier, De voorzitter

Geert van Soest, Antoin Scholte