Organisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde algemeen bestuur 2023 waterschap Aa en Maas |
Citeertitel | Reglement van Orde algemeen bestuur 2023. |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-06-2023 | Nieuwe regeling | 16-06-2023 |
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen, inrichting AB 4
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 4
Artikel 5. Commissies; vaste adviescommissies, bijzondere en tijdelijke commissies 5
Hoofdstuk 2. Toelating nieuwe leden algemeen bestuur en fracties 6
Artikel 6. Onderzoek geloofsbrieven 6
Artikel 7. Eed of verklaring en belofte 6
Hoofdstuk 3. Verkiezing leden dagelijks bestuur 7
Artikel 9. Toetsingsproces integriteit kandidaat DB-leden 7
Artikel 10. Vaststellen zetels en kandidaatstelling DB 7
Artikel 11. Stemming en verkozenverklaring 8
Paragraaf 1 Houden van vergaderingen
Artikel 12. Plaats, tijd en frequentie van de vergaderingen 8
Artikel 13. Agenda en oproep. 8
Artikel 14. Ter inzage legging van vergaderstukken 9
Artikel 15. Openbare kennisgeving 9
Artikel 16. Kennisneming niet meegezonden stukken 9
Artikel 17. Voorlopige geheimhouding 9
Artikel 18. Toevoeging punten aan de agenda 10
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Artikel 21. Bericht van verhindering 10
Artikel 22. Opening vergadering; Quorum 10
Artikel 24. Ingekomen stukken 11
Artikel 25. Vaststelling notulen en besluitenlijst 11
Artikel 28. Onderwerpen volgens agenda 12
Artikel 29. Bespreking niet geagendeerde onderwerpen 12
Artikel 30. Spreekregels, handhaven vergaderorde 12
Artikel 31 Spreektermijnen en spreektijd 13
Artikel 32 Beraadslaging; wijze, schorsing en sluiting 13
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 34. Stemmen algemeen 14
Artikel 35. Stemmen over amendementen en moties 15
Artikel 36. Stemmen over personen 15
Artikel 37. Herstemming over personen 16
Artikel 38. Beslissing door het lot 16
Hoofdstuk 4. Rechten van leden 16
Artikel 41. Voorstellen van orde 17
Artikel 42. Initiatiefvoorstellen 17
Artikel 43. Interpellaties (informatieplicht) 18
Artikel 44. Schriftelijke vragen (schriftelijke beantwoording vragen) 18
Hoofdstuk 5. Openbaarheid/Besloten vergadering 19
Artikel 47. Notulen besloten vergadering 19
Hoofdstuk 6. Rechten van derden 20
Artikel 48. Toehoorders en pers 20
Artikel 49. Geluid- en beeldregistratie 20
Artikel 50. Gelegenheid tot spreken 20
Artikel 51. Handhaven orde publieke tribune 21
Hoofdstuk 7. Slotbepalingen 21
Artikel 52. Onvoorziene gevallen 21
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen, inrichting vergadering Algemeen Bestuur
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Schriftelijke vraag: een op schrift gestelde vraag van een lid gericht aan het dagelijks bestuur over enig onderwerp waarop schriftelijk antwoord wordt gegeven door het dagelijks bestuur; l. Voorstel van orde: een voorstel tot het nemen van een besluit betreffende de wijze, het tijdstip of de duur van de behandeling van een onderwerp dat is geagendeerd, dan wel tot wijzigen van de volgorde van de agenda;
De secretaris woont alle vergaderingen van het algemeen bestuur bij en is verantwoordelijk voor het ontwerpen van de notulen en de besluitenlijst. Hij ondertekent de stukken die van het algemeen bestuur uitgaan, mede.
Hoofdstuk 2. Toelating nieuwe leden algemeen bestuur en fracties
Hoofdstuk 3 Verkiezing leden dagelijks bestuur
Artikel 9 Toetsingsproces integriteit kandidaat DB-leden
Door een onafhankelijk extern bureau wordt voor elk van de kandidaat-leden dagelijks bestuur een risicoanalyse integriteit uitgevoerd. Op basis van de rapportage nodigt de voorzitter elk kandidaat-lid dagelijks bestuur uit voor een gesprek (eventueel in aanwezigheid van de secretaris directeur)) en doet hiervan verslag in het AB.
Op de benoeming van een lid van het dagelijks bestuur van buiten de kring van het algemeen bestuur zijn van toepassing de leden 2 t/m 4 van dit artikel alsmede wordt overeenkomstig artikel 6 derde lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Waterschapswet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig artikel 6, zesde en zevende lid.
Paragraaf 1. Houden van vergaderingen
Artikel 12 Plaats, tijd en frequentie van de vergaderingen
Op verzoek van ten minste twee leden van het dagelijks bestuur of van een vijfde van het aantal zitting hebbende leden van het algemeen bestuur belegt de voorzitter een vergadering. Deze vindt plaats uiterlijk binnen twee weken nadat dit verzoek is ontvangen.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere gevallen met opgave van redenen van deze termijn van twee weken af te wijken.
Bij de oproep zijn in elk geval gevoegd de agenda, de ontwerpnotulen met ontwerpbesluitenlijst van de vorige vergadering, de voorstellen van het dagelijks bestuur betreffende de te behandelen onderwerpen alsmede een lijst van de voor het algemeen bestuur ingekomen stukken en bestemde mededelingen. De agenda vermeldt, in de voorgestelde behandelvolgorde, de onderwerpen die in de vergadering behandeld zullen worden.
In bijzondere gevallen kan na het verzenden van de oproepingsbrief, tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda worden opgesteld. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden van het algemeen bestuur verzonden en, indien het een openbare vergadering is, openbaar gemaakt.
Artikel 14 Ter inzage legging van vergaderstukken
De secretaris draagt er zorg voor dat de aan het algemeen bestuur gerichte voorstellen met de bijbehorende stukken voor zover deze betrekking hebben op het openbare gedeelte van de vergadering, acht dagen vóór de behandeling voor eenieder gedurende de normale kantooruren in het waterschapshuis ter inzage liggen of beschikbaar zijn via de website van waterschap Aa en Maas.
Artikel 16 Kennisneming niet meegezonden stukken
De secretaris draagt er zorg voor dat stukken die betrekking hebben op een geagendeerde zaak maar niet bij de agendastukken worden toegezonden, vanaf het moment van toezending van de oproepingsbrief voor de leden in het waterschapshuis gedurende de normale kantooruren en vanaf een uur voor de vergadering in de vergaderzaal ter inzage liggen.
Artikel 17 Opleggen geheimhouding
Wanneer bij het dagelijks bestuur het voornemen bestaat stukken in een besloten vergadering van het algemeen bestuur te doen behandelen, doet het de leden daarvan beknopt mededeling met vermelding van de aard van de stukken. Met betrekking tot deze mededeling kan het dagelijks bestuur geheimhouding opleggen. Het algemeen bestuur is exclusief bevoegd de geheimhouding op te heffen.
Artikel 18 Toevoeging punten aan de agenda
Indien een lid daarom verzoekt, plaatst de voorzitter een door dit lid aangedragen punt op de bij de oproeping toe te zenden agenda. Een dergelijk verzoek moet door ten minste twee andere leden worden ondersteund. Een zodanig verzoek moet zijn voorzien van een toelichting, die tevens de formulering van de eventueel door het algemeen bestuur te nemen beslissing bevat, en ten minste vier weken voor de dag van de vergadering bij het dagelijks bestuur zijn ingediend. De toelichting wordt door het dagelijks bestuur bij de agenda gevoegd.
Paragraaf 2. Orde van de vergadering
De secretaris draagt er zorg voor dat tijdig voor aanvang van de vergadering er een presentielijst ligt, die in alfabetische volgorde de namen bevat van de zitting hebbende leden van het algemeen bestuur. De leden die ter vergadering komen, dienen de presentielijst te tekenen. Zonder voorafgaande tekening van deze lijst kan een lid niet aan de beraadslaging en de stemming deelnemen.
Artikel 21. Bericht van verhindering
Een lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen geeft daarvan vóór aanvang van de vergadering, kennis aan de secretaris.
Na de opening van de vergadering doet de voorzitter mededeling van hetgeen ter kennis van het algemeen bestuur dient te worden gebracht, voor zover hierover bij de agenda geen schriftelijke of elektronische mededeling is gedaan.
Artikel 25 Vaststelling notulen en besluitenlijst
Wanneer de ontwerpnotulen of de ontwerpbesluitenlijst aanleiding gegeven hebben tot aanmerkingen, raadpleegt de voorzitter de vergadering die beslist of de aanmerkingen gegrond zijn. Indien de gegrondheid van de aanmerkingen door de vergadering wordt erkend, wordt de verlangde wijziging aangebracht.
De besluitenlijst is een kort overzicht van hetgeen overeenkomstig het bepaalde onder e. van artikel 26 in de notulen is opgenomen.
Artikel 28 Onderwerpen volgens agenda
Na de vaststelling van de notulen en de besluitenlijst stelt de voorzitter de onderwerpen aan de orde waarvoor de vergadering is belegd, in de volgorde waarin zij op de agenda zijn vermeld. Het algemeen bestuur kan op voorstel van de voorzitter of een lid besluiten deze volgorde te wijzigen.
Artikel 29 Bespreking niet geagendeerde onderwerpen
De voorzitter kan onderwerpen die niet op de agenda zijn vermeld, ter sprake brengen zonder dat over een dergelijk onderwerp besluitvorming plaatsvindt.
Artikel 30 Spreekregels, handhaven vergaderorde
De voorzitter verleent voor het geheel van de vergaderingen ter behandeling van de Voorjaarsnota en de begroting het woord op volgorde van grootte van de fracties. Voor het geheel van de overige vergaderingen verleent de voorzitter het woord (kloksgewijs) conform de loting ten behoeve van eventuele stemmingen. Van deze volgorde kan worden afgeweken wanneer een lid het woord vraagt voor een persoonlijk feit of voor het indienen van een voorstel van orde. De voorzitter verleent het woord over een persoonlijke feit of voorstel van orde niet dan nadat het betrokken lid een beknopte aanduiding van dat feit heeft gegeven.
Een lid dat aan het woord is mag in zijn rede niet worden gestoord door iemand anders ter vergadering aanwezig, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist, dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.
Indien een lid zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter dat lid tot de orde. Indien het desbetreffende lid hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dat plaatsvindt, over het onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan voorstellen om een lid dat door zijn gedragingen de regelde gang van zaken belemmert, uit te sluiten van verdere bijwoning van de vergadering. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd. Onmiddellijk na aanneming van het voorstel verlaat dat lid de vergadering. Ingeval van weigering zorgt de voorzitter ervoor dat het lid uit de vergaderzaal wordt verwijderd.
Artikel 31 Spreektermijnen en spreektijd
De spreektijd in het kader van de jaarlijkse behandeling van de voorjaarsnota – en begrotingsbehandeling is per fractie maximaal 10 minuten in de eerste termijn en tot maximaal 5 minuten in de tweede termijn. Er is ruimte voor korte interrupties die niet van de spreektijd afgaat van de fractie die aan het woord is. De spreektijd per dagelijks bestuurslid is beperkt tot maximaal 7,5 minuut in de eerste termijn en tot maximaal 5 minuten in de tweede termijn. Hoewel het dagelijks bestuur ook kan kiezen om de portefeuillehouder van financiën meer spreektijd te geven, hetgeen ten koste gaat van de spreektijd van de overige dagelijks bestuursleden.
Artikel 32 Beraadslaging; wijze, schorsing en sluiting
De voorzitter kan, al dan niet op verzoek van een lid van het algemeen bestuur, besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het dagelijks bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen
Indien door een of meerdere leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling: de stemming vindt plaats bij handopsteking. De voorzitter verzoekt eerst de leden die voor zijn een hand op te steken; daarna verzoekt hij de leden die tegen zijn een hand op te steken. Wanneer de uitslag naar het oordeel van de voorzitter of slechts één lid niet duidelijk is, geschiedt alsnog stemming bij hoofdelijke oproeping.
In afwijking van het vierde lid, vindt er hoofdelijke stemming plaats indien een lid daarom vraagt. Bij hoofdelijke stemming worden de volgende regels in acht genomen:
De stemming begint bij het lid met het volgnummer van de presentielijst dat daartoe bij loting is aangewezen. Indien het getrokken nummer een lid betreft, dat of niet aanwezig is, of niet bevoegd is om aan de stemming deel te nemen, vangt de stemming aan bij het stembevoegde lid dat op de presentielijst volgt op het eerst bedoelde lid.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 37. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden.
Hoofdstuk 4. Rechten van leden
Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd – tot het sluiten van de beraadslagingen - amendementen in te dienen op voorgestelde besluiten en op een amendement dat door een lid is ingediend (subamendement). Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijk besluitvorming plaats zal vinden.
Ieder lid dat ter vergadering aanwezig is, kan een motie indienen. Onder een motie wordt verstaan een korte, gemotiveerde verklaring waarin een oordeel, een gevoelen of een wens namens de leden van het algemeen bestuur wordt uitgesproken, dan wel waarin het dagelijks bestuur wordt uitgenodigd iets te doen of na te laten.
Artikel 42. Initiatiefvoorstellen
In spoedeisende gevallen kan het voorstel ook worden ingediend bij de voorzitter en de secretaris. Het voorstel moet dan, om in behandeling genomen te kunnen worden, ten minste achtenveertig uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter en de secretaris zijn ingediend. Ingevolge artikel 13, vierde lid, plaatst de voorzitter het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering.
De behandeling van een voorstel als bedoeld in het vierde lid vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij het algemeen bestuur oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een commissie of voor advies naar het dagelijks bestuur dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt het algemeen bestuur in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Artikel 43. Interpellaties (informatieplicht)
Indien een lid van oordeel is dat het dagelijks bestuur, een lid van het dagelijks bestuur of de voorzitter over een onderwerp, dat niet op de agenda voorkomt, aan het algemeen bestuur inlichtingen dient te verstrekken omtrent het door haar gevoerde bestuur, vraagt deze bij de voorzitter een interpellatie aan.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste vierentwintig uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek omvat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen. Het verzoek dient om in behandeling te worden genomen door ten minste twee andere leden te worden ondersteund.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden en stelt het aan de orde bij de aanvang van de eerstvolgende vergadering. Het algemeen bestuur bepaalt op voorstel van de voorzitter wanneer tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 44. Schriftelijke vragen (schriftelijke beantwoording vragen)
Indien de voorkeur wordt gegeven aan mondeling beantwoording of indien het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter bezwaar heeft tegen beantwoording van de schriftelijk of elektronisch door een lid gestelde vragen, deelt het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter dit binnen vijf weken schriftelijk of elektronisch en gemotiveerd aan dat lid mede.
Hoofdstuk 5. Openbaarheid/Besloten Vergadering
Artikel 46. Opheffen Geheimhouding
Als het algemeen bestuur op grond van artikel 55d, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan het algemeen bestuur verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan/instantie dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 6. Rechten van derden
Artikel 49. Geluid- en beeldregistratie
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 50. Gelegenheid tot spreken
Het in het eerste lid bedoeld verzoek dient uiterlijk 24 uur voor het begin van de vergadering schriftelijk of elektronisch bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt waarover men het woord wil voeren. Het spreekrecht geldt alleen voor geagendeerde onderwerpen. De verzoeker vermeldt in zijn verzoek naam, adres en telefoonnummer.
Indien verzocht is het woord te mogen voeren, schorst de voorzitter onmiddellijk na de opening de vergadering en stelt de toehoorders, in de volgorde waarin zij hun verzoek hebben ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren. De voorzitter kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
Artikel 52. Onvoorziene gevallen
Bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement en in die gevallen, waarin dit reglement niet voorziet wordt door het algemeen bestuur beslist.