Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, Zoetermeer 2023 |
Citeertitel | Reglement van Orde van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, Zoetermeer 2023 |
Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening op de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, Zoetermeer 2022
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 10-11-2023 |
Artikel 3. Inzien stukken en zichtbaarheid stukken tijdens openbare vergaderingen
De inzage van stukken met betrekking tot plannen/adviesaanvragen die door de commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie openbaar worden behandeld wordt niet georganiseerd door de commissie, stadsbouwmeester, erfgoedcommissie, secretaris of secretariaat. Deze stukken kunnen worden ingezien via de ambtelijke organisatie.
Stukken en presentaties die tijdens de vergadering worden getoond, zijn voor eigen, niet-commercieel gebruik van de aanwezigen. Op (delen van) deze documenten kunnen auteursrechten rusten. Aanwezigen zijn aansprakelijk voor schending van het auteursrecht en/of de gebruikswaarden en vrijwaren de gemeente Zoetermeer tegen aanspraken van derden als gevolg hiervan.
Artikel 4. Openbaarheid van de vergadering
Belanghebbenden krijgen spreektijd van de stadsbouwmeester, mits dit de dag voorafgaand aan de vergadering kenbaar is gemaakt via het mailadres: welstandsinfo@zoetermeer.nl. De spreektijd wordt gegeven voorafgaand aan de beraadslaging door de commissie, het dient te gaan over onderwerpen die op de agenda staan en bedraagt maximaal 5 minuten.
Artikel 5. Mondelinge toelichting
Een mondelinge plantoelichting is bedoeld om een korte toelichting te geven op de planfilosofie en de gemaakte keuzes in relatie tot de ruimtelijke en maatschappelijke context en het gemeentelijke omgevingskwaliteitsbeleid. De toelichting wordt gegeven voorafgaand aan de beraadslaging door de commissie.
Indien een adviseur, zoals bedoeld in artikel 8 lid 1 van de verordening, betrokken is bij een plan/adviesaanvraag, dan
is deze adviseur verantwoordelijk voor de afspraken met de aanvrager van een omgevingsvergunning over het geven van een mondelinge toelichting. Indien geen adviseur bekend is bij de secretaris of het secretariaat, dan zijn de secretaris en het secretariaat verantwoordelijk voor de afspraken met de initiatiefnemer over de mondelinge toelichting.
Artikel 7. Indieningsvereisten adviesaanvragen
Artikel 9. Orde tijdens de vergadering
In de volgorde van de agenda wordt per plan/adviesaanvraag:
na het beantwoorden van de vragen gesteld aan de aanvrager, diens ontwerper of aan andere belanghebbenden wordt overgegaan tot de adviesvormende bespreking. Tijdens deze adviesvormende bespreking hebben aanvrager, diens ontwerper, andere belanghebbenden of toehoorders geen spreekrecht of mogelijkheid tot spreken.
De commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie betrekt bij hun adviesvorming het advies van een supervisor, kwaliteitsteam of andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit, voor zover het om planonderdelen gaat die volgens de benoeming of aanstelling tot het vakgebied van een betreffend supervisor, leden van een kwaliteitsteam of andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit hoort.
Indien het vereiste aantal leden van de commissie, zoals bedoeld in artikel 7 lid 4 van de verordening, niet bij de vergadering aanwezig is, wordt binnen twee weken door de stadsbouwmeester een nieuwe vergadering belegd.
Artikel 12. Verslaglegging/dossiervorming
Paragraaf 4. Aanvullende bepalingen over werkwijze bij de specifieke adviestaken van de stadsbouwmeester of erfgoedcommissie
Artikel 13. Werkwijze stadsbouwmeester
De stadsbouwmeester kan zich bij zijn werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 2 lid 5 van de verordening, laten bijstaan door de commissie of door één of enkele deskundigen uit de commissie;
Artikel 14. Werkwijze erfgoedcommissie
De erfgoedcommissie kan zich bij haar werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 2 lid 6 van de verordening, laten bijstaan door de commissie of door één of enkele deskundigen uit de commissie;
Paragraaf 5. De benoeming en selectie van kandidaat-leden van de commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie
Artikel 16. Profiel kandidaat-leden van de commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie
Voor de benoeming als lid van de commissie komen in aanmerking:
Artikel 17. Tussentijds ontslag
Een lid van de commissie die tussentijds ontslag neemt, doet daarvan schriftelijk mededeling aan de gemeenteraad.
Paragraaf 6. Regels over advisering bij de aanstelling en selectie van een supervisor, kwaliteitsteam of andere adviseurs op het gebied van omgevingskwaliteit, zoals bedoeld in artikel 11 van de verordening
Artikel 18. Advisering aanstelling en selectie van een supervisor, kwaliteitsteam of andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit
Bij een verzoek om advies over de benoeming of aanstelling van een supervisor, (leden van) een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit, zoals bedoeld in artikel 2, lid 2 onder f van de verordening, worden door burgemeester en wethouders in ieder geval de volgende stukken bijgevoegd:
Bijlage 1 - CRK bespreekformulier
(uiterlijk 7 werkdagen van tevoren, op een woensdag, mailen naar welstand@zoetermeer.nl)
In de ‘Handreiking voor het instellen van de gemeentelijk adviescommissie en andere adviseurs voor omgevingskwaliteit’, uit 2020 van de VNG, Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is aangegeven dat het reglement door de commissie zelf kan worden opgesteld. In de Model Verordening op de gemeentelijke adviescommissie van september 2020 staat dat ‘juridisch gezien het reglement van orde niet in de verordening zelf behoeft te worden opgenomen’.
Het is ook gebruikelijk dat reglementen van orde door de organisaties waarvoor het van toepassing is zelf worden vastgesteld. Dit reglement is daarom vastgesteld door de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Uit artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Een aanvrager van een omgevingsvergunning is sowieso belanghebbende. Maar ook anderen kunnen soms belanghebbend zijn, zoals bijvoorbeeld de directe buren of een belangenorganisatie met een statutair belang.
Dit is de gemeentelijke adviescommissie op grond van artikel 17.9 van de wet. In de commissie zitten 6 leden. Dit is bepaald in artikel 3 lid 1 van de verordening. Ten tijde van het vaststellen van de verordening is de samenstelling van de commissie als volgt:
Samen vertegenwoordigen deze 6 leden de disciplines die zijn genoemd in artikel 3 lid 5 van de verordening.
"Een goede omgevingskwaliteit" is naast veiligheid en gezondheid opgenomen in de maatschappelijke doelstelling van de wet (artikel 1.3 van de wet). Dit geeft aan dat aspecten als cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en kwaliteit van natuur en landschap belangrijk zijn. Het gaat daarbij zowel om de menselijke beleving van de fysieke leefomgeving als om de waarden die de maatschappij toekent aan de identiteit van gebieden (Kamerstukken II 2013-2014, 33962, nr. 3).
De gemeente heeft de plicht de zorg voor de omgevingskwaliteit zelf in te vullen, inclusief het adviesstelsel op het gebied van de omgevingskwaliteit. Burgers kunnen, wanneer geen concrete gedragsbepalingen voorhanden zijn of deze niet toereikend blijken, ten aanzien van de het doel van een goede omgevingskwaliteit een beroep doen op de algemene zorgplicht.
De stadsbouwmeester is lid van de commissie met een eigen door de raad aangewezen takenpakket. Zie voor verdere toelichting, de toelichting bij artikel 2 derde lid.
De uitnodigingen worden uiterlijk 2 dagen voor de vergadering door de secretaris of het secretariaat per mail verstuurd. Deze uitnodigingen worden gestuurd naar de aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde, zoals bedoeld in artikel 7 lid 3 van de verordening. Eventuele buren worden alleen uitgenodigd, wanneer burgemeester en wethouders aan het secretariaat hebben gevraagd om de buren uit te nodigen.
De praktijk ten tijde van de vaststelling van het regelement is als volgt. De agenda van de stadsbouwmeester, erfgoedcommissie en CRK worden op de vrijdag voorafgaand aan de vergadering op de gemeentelijke website geplaatst. Qua doorlooptijden komt dit erop neer dat plannen/adviesaanvragen die op de (uiterlijke) dinsdag worden aangemeld bij de secretaris/het secretariaat, na 10 dagen door de stadsbouwmeester behandeld worden.
Door speciale afspraken met Daadkracht is het mogelijk om op de dinsdag van tevoren (een link naar) de agenda te publiceren in het gemeenteblad. Anders zou het voor de agenda van de stadsbouwmeester op de dag zelf zijn geweest, te weten op de donderdag en voor de commissie één dag ervoor, namelijk eveneens op de donderdag.
Burgemeester en wethouders kunnen in spoedeisende gevallen door toepassing van artikel 6 lid 1 van de verordening een zodanig korte adviestermijn geven, waardoor die adviesaanvraag/dat plan niet op tijd binnenkomt om nog op de agenda te kunnen worden gezet.
Wanneer is er sprake van een spoedeisend geval? Onder de Omgevingswet wordt een omgevingsvergunning niet meer automatisch verleend als de beslistermijn voorbij is. Het kan echter wel ingrijpende gevolgen hebben wanneer de beslistermijn is verstreken en er nog geen besluit is genomen. Zo kan er bijvoorbeeld sprake van zijn dat de rechtbank oordeelt dat het bevoegd gezag alsnog binnen 2 weken moet beslissen. In zo’n geval is sprake van een spoedeisend geval.
Wanneer kan worden gewacht op de volgende vergadering zonder dat dit ingrijpende gevolgen heeft, dan is geen sprake van spoedeisendheid. Het verstrijken van een beslistermijn alleen, is onder de Omgevingswet geen spoedeisend geval. Er moet ook sprake zijn van ingrijpende gevolgen.
De secretaris of de stadsbouwmeester kan de behandeling van plannen/adviesaanvragen tijdens de voorbereiding van de betreffende vergadering verdagen. Aan het begin van de vergadering zelf wordt daarvan mededeling gedaan.
De stukken zijn onvoldoende om advies uit te brengen, wanneer niet aan de indieningsvereisten uit artikel 7 van dit reglement is voldaan.
Artikel 3. Wijze inzien stukken en zichtbaarheid stukken tijdens vergaderingen
De inzage van stukken over bouwaanvragen wordt geregeld via de Bekendmakingswet en is bijvoorbeeld mogelijk bij de Omgevingsbalie. Verder is de Bekendmakingswet gewijzigd door de Wet elektronische publicaties. Als gevolg hiervan worden in bepaalde gevallen documenten ook digitaal ter inzage gelegd. Verder staan stukken in het kader van de procedures rondom het opstellen van beleid of in het kader van projecten vaak op de gemeentelijke website.
Het is niet de rol van de stadsbouwmeester, CRK of erfgoedcommissie en het bijbehorende secretariaat of secretaris om inzage te regelen in de stukken en afschriften te verstrekken. Dit ligt bij de ambtelijke organisatie.
Presentaties die worden gegeven, dienen voor alle aanwezigen zichtbaar te zijn. Ook als iemand digitaal deelneemt aan een vergadering, is dit van toepassing.
Het is opgenomen als inspanningsverplichting, omdat bijvoorbeeld door technische storingen of wellicht door de wijze en/of het moment waarop stukken/presentaties zijn aangeleverd door de aanvrager, dit niet altijd mogelijk zal zijn.
Via deze bepaling worden aanwezigen bij een vergadering erop gewezen dat verder gebruik, waaronder begrepen verspreiding, van de tijdens de vergadering getoonde documenten en de daarin vervatte gegevens is onderworpen aan beperkingen en aansprakelijkheid op grond van het auteursrecht. Via artikel 2 lid 2 wordt in de agenda’s van de vergadering van de stadsbouwmeester, CRK en erfgoedcommissie dit vermeld, zodat aanwezigen bij de openbare vergadering hier via die weg kennis van kunnen nemen.
Artikel 4. Openbaarheid van de vergadering
De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde hebben op grond van de verordening spreekrecht.
Daarnaast krijgen belanghebbenden op grond van deze bepaling spreektijd, wanneer ze zich van tevoren hebben aangemeld en hebben aangegeven dat ze willen spreken. Deze bepaling sluit aan bij de bestaande praktijk ten tijde van de vaststelling van dit reglement.
Een belanghebbende is volgens vaste rechtspraak iemand die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit, tenzij gevolgen van enige betekenis ontbreken. Belanghebbend bij bouwplannen kunnen bijvoorbeeld zijn de aanvrager, de directe buren of een belangenorganisatie met een statutair belang.
Deze bepaling sluit ook aan bij de bestaande praktijk. De stadsbouwmeester geeft meestal de gelegenheid aan toehoorders om opmerkingen te maken of vragen te stellen tijdens vergaderingen.
In dit reglement is nu bepaalt dat toehoorders mogen spreken als de stadsbouwmeester daartoe de gelegenheid geeft. De stadsbouwmeester kan hierbij bijvoorbeeld kijken naar de beschikbare tijd, de hoeveelheid sprekers, andere onderwerpen die op de agenda staan en inhoudelijke redenen.
Er is geen spreekrecht voor belanghebbenden en toehoorders opgenomen, omdat de stadsbouwmeester, CRK of erfgoedcommissie geen participatie-instantie of bezwaarcommissie zijn. Bovendien moeten de vergaderingen en de organisatie daar omheen wel hanteerbaar blijven, zodat de stadsbouwmeester, CRK of erfgoedcommissie hun rol van inhoudelijk deskundigen kunnen blijven vervullen.
Artikel 5. Mondelinge toelichting
In dit artikel zijn allerlei bepalingen opgenomen over het geven van een mondelinge toelichting bij de behandeling van een plan/adviesaanvraag bij de CRK, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie. Hiermee wordt nagestreefd dat het duidelijk is wie welke rol daarbij heeft en wat van een plantoelichting wordt verwacht.
In deze bepaling wordt verwezen naar een adviseur, zoals bedoeld in artikel 8 lid 1 van de verordening. Dit zijn gemeentelijke beleidsadviseurs die in het mandaatregister zijn aangewezen en deskundig zijn op het gebied van stedenbouw, erfgoed en/of landschap.
Op grond van onderdeel a van het vierde lid dient een adviseur zich bekend te maken bij het secretariaat en/of secretaris. Daartoe ontvangen deze adviseurs op hun gemeentelijk mailadres de agenda van de vergaderingen.
Artikel 6. Openbaarheid van de adviezen
Een termijn van maximaal vier weken is in beginsel werkbaar, ook in geval van complexe plannen, tijdens feestdagen of tijdens het zomer- of kerstreces. Indien adviezen sneller zijn afgerond en op de website van de gemeente kunnen worden geplaatst, dan zal dit worden gedaan. Er wordt gestreefd naar een termijn van twee weken.
Paragraaf 3. Vergaderorde en algemene werkwijze
Artikel 7. Indieningsvereisten adviesaanvragen
Hier worden bedoeld de plannen/adviesaanvragen die zijn opgesomd in artikel 2 lid 2, 3 en 4 van de verordening. De volgende ambtenaren zijn gemandateerd om een plan of adviesaanvraag aan te melden bij de stadsbouwmeester, CRK of erfgoedcommissie: vergunningverleners, beleidsmedewerkers op het gebied van stedenbouw, landschapsarchitectuur en erfgoed/monumentenzorg.
Uit de evaluatie van stadsbouwmeester en Commissie Ruimtelijke kwaliteit van 2021 bleek dat er behoefte is aan meer duidelijkheid over wanneer welke adviesrol aan de orde is. Om onduidelijkheid hierover weg te nemen, is in dit artikellid bepaald dat burgemeester en wethouders bij het aanmelden van een plan/adviesaanvraag aangeeft welk type advies wordt gevraagd. Dus of het bijvoorbeeld een aanvraag omgevingsvergunning betreft, een vooroverleg of een (definitief) advies over beleid/kaderstellende documenten betreft.
De uiterlijke aanlevertermijn van plannen/adviesaanvragen vloeien voort uit:
Deze bepaling heeft betrekking op omgevingsvergunningen, zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 onder a en lid 3 onder a van de verordening en op verzoeken om vooroverleg, zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 onder c van de verordening.
Deze bepaling heeft tot doel dat de CRK, erfgoedcommissie of stadsbouwmeester uit de in te dienen stukken kan opmaken of het bouwinitiatief past binnen het omgevingsplan. En als dit niet het geval is, of de gemeente op ambtelijk niveau heeft geadviseerd om hieraan mee te werken. Dit voorkomt dat er wellicht positief door de CRK, erfgoedcommissie of stadsbouwmeester wordt geadviseerd over het uiterlijk van een bouwwerk, terwijl er op basis van (door het bestuur vastgesteld) beleid redenen zijn om niet mee te werken aan een afwijking van een omgevingsplan.
Hiermee zijn bestaande afspraken over de volgorde van toetsing en advisering vastgelegd in dit reglement.
Deze indieningsvereisten hebben betrekking op omgevingsvergunningen, zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 onder a en lid 3 onder a van de verordening. Dit betreft ontwerp-omgevingsvergunningen en omgevingsvergunningen inzake een rijksmonument, een gemeentelijk monument, een beschermd stads- of dorpsgezicht en een omgevingsplanactiviteit.
Deze indieningsvereisten hebben betrekking op aanwijzingsbesluiten, zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 onder b, c en d van de verordening. Dit betreft de aanwijzing of het afvoeren van een rijksmonument, een gemeentelijk monument en een beschermd stads- of dorpsgezicht.
Onder a wordt met gegevens ter identificatie bedoeld: het adres of de locatie van de onroerende zaak. Bij een archeologisch monument of groen monument bij benadering de locatie aangegeven. Verder wordt daarmee bedoeld de functie, de bouwdatum/periode of aanlegdatum, de kadastrale gegevens en de coördinaten.
Voor de situatietekening onder b dient als ondergrond de Grootschalige Basiskaart Zoetermeer te worden gebruikt.
Onder c wordt bedoeld dat een beschrijving wordt gegeven van het object of complex en onder d wordt gevraagd naar een toelichting op het waarom van het voorstel.
Deze indieningsvereisten hebben betrekking op verzoeken om vooroverleg, zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 onder c van de verordening. Wat als verzoek om vooroverleg wordt aangemerkt en dus voor advisering door de stadsbouwmeester, commissie of erfgoedcommissie in aanmerking komt, wordt bepaald door of namens burgemeester en wethouders. Dit kunnen in potentie allerlei vormen zijn van bouw- en aanleginitiatieven zijn, waarvoor nog geen formele aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend.
Deze indieningsvereisten hebben betrekking op de plannen/adviesaanvragen waarvoor geen indieningsvereisten zijn gegeven in lid 4 t/m 6 van dit artikel of in artikel 17 lid 1 van dit reglement:
Uit dit artikel valt op te maken wat het reguliere vergaderritme is van de CRK, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie. Op grond van het vierde en vijfde lid kunnen de stadsbouwmeester en de secretaris extra vergaderingen inlassen of vergaderingen laten vervallen.
Wanneer is er sprake van een spoedeisend geval? Zie hierover de toelichting onder artikel 2 lid 4 van dit reglement.
Artikel 9. Orde tijdens de vergadering
De stadsbouwmeester zit een vergadering voor en bewaakt de gang van zaken tijdens een vergadering.
Aan het begin van de vergadering wordt er mededeling van gedaan als:
Dit derde lid geeft aan in welke volgorde adviseurs (in het mandaatregister aangewezen ambtenaren en supervisors/leden van een kwaliteitsteam), aanvragers, diens ontwerper/opsteller een mondelinge toelichting kunnen geven tijdens de vergadering en tot slot belanghebbenden en toehoorders spreektijd krijgen. Ook is in onderdeel e bepaald dat de aanvrager, diens ontwerper, andere belanghebbenden of toehoorders, niks meer mogen zeggen wanneer de commissieleden en de stadsbouwmeester hun advies formuleren.
Uitsluitend op uitnodiging van de commissieleden en de stadsbouwmeester kunnen adviseurs, zoals bedoeld in artikel 8 lid 3 van de verordening, wel deelnemen aan de adviesvormende bespreking. Dit zijn externe deskundigen die vanwege hun expertise bij een bepaald advies zijn ingeschakeld door de commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie. Zie hierover de toelichting bij artikel 8 van de verordening.
Deze bepaling maakt het de leden van de commissie mogelijk om invulling te geven aan hun rol om planindieners te begeleiden tijdens het ontwerpproces, wanneer het plan/de adviesaanvraag al een keer is behandeld tijdens een openbare vergadering. Deze begeleidingsrol draagt bij aan het doel om hoogstaande stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit te bereiken.
Om de openbaarheid van de vergaderingen te respecteren is in onderdeel b bepaald dat bij openbaar te behandelen plannen/adviesaanvragen deze planbegeleiding altijd gevolgd moet worden door een bespreking in een openbare vergadering.
Dit artikel maakt duidelijk hoe het advies van de stadsbouwmeester, CRK of erfgoedcommissie tot stand komt.
Een supervisor, kwaliteitsteam of andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit kan de begeleiding van planindieners en ontwerpers gedurende het ontwerpproces, zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 onder b en c van de verordening, overnemen van de stadsbouwmeester, CRK of erfgoedcommissie. Wanneer hiervan sprake is, dan staat in deze bepaling dat van het advies van de supervisor, kwaliteitsteam of andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit alleen gemotiveerd kan worden afgeweken. Dit geldt overigens alleen voor die onderdelen van het advies waarin de supervisor, het kwaliteitsteam of andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit deskundig is. Op andere onderdelen is de CRK, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie vrij om het advies niet over te nemen.
Wanneer het monumentenzorg betreft, dan is de CRK of erfgoedcommissie vrij om ongemotiveerd het advies van bijvoorbeeld een kwaliteitsteam niet over te nemen. Dit vanwege de wettelijke eis dat dat binnen de commissie enkele leden deskundig dienen te zijn op het gebied van de monumentenzorg, en dat die in ieder geval worden betrokken bij de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument.
Uit deze bepaling volgt dat in het schriftelijk advies alleen aspecten aan de orde kunnen komen, die tijdens de vergadering zijn gezegd (de adviesvormende bespreking tijdens de vergadering).
De secretaris kan op verzoek van de stadsbouwmeester conceptadviezen opstellen van eenvoudige plannen, die de stadsbouwmeester tijdens de vergadering kan bekrachtigen. Deze bepaling is alleen van toepassing op die adviesaanvragen/plannen waarover de stadsbouwmeester alleen kan adviseren. Het kan dus niet gaan om adviesaanvragen/plannen waarover door de voltallige commissie of door de erfgoedcommissie wordt geadviseerd.
Artikel 12. Verslaglegging/dossiervorming
Deze bepaling heeft betrekking op (ontwerp)omgevingsvergunningen (rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten, binnenplanse en buitenplanse omgevingsplanactiviteiten) en vooroverleggen.
Artikel 13. Werkwijze stadsbouwmeester
De stadsbouwmeester kan zich bij alle werkzaamheden (omgevingskwaliteits- en welstandsadviezen, vooroverleg etc.) die aan hem zijn gemandateerd, laten bijstaan door de CRK of door één of meerdere commissieleden.
Artikel 14. Werkwijze erfgoedcommissie
Het is denkbaar dat de erfgoedcommissie zich bij plannen in beschermde stadsgezichten laat bijstaan door de landschapsarchitect van de commissie.
Paragraaf 5. De benoeming en selectie van kandidaat-leden van de commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie
Artikel 15. Selectie kandidaat-leden
In geval van gelijktijdige selectie van een nieuwe stadsbouwmeester, mag dit ook de kandidaat stadsbouwmeester zijn. Dit heeft zelfs de voorkeur.
Hiermee wordt bedoeld dat commissieleden die niet zijn benoemd als stadsbouwmeester, maar wel bijvoorbeeld als vervangend stadsbouwmeester, deelnemen aan de selectieprocedure. Bij voorkeur zijn dit commissieleden die niet gelijktijdig stoppen met de vertrekkende stadsbouwmeester.
Artikel 16. Profiel kandidaat-leden van de commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie
Dit artikel betreft een verdere uitwerking van artikel 3 leden 3, 4 en 5 van de verordening. Deze artikelleden gaan over de deskundigheid en kwaliteiten die in de commissie vertegenwoordigd moeten zijn.
Dit profiel zal worden gebruikt bij de werving van kandidaat-leden van de commissie, stadsbouwmeester of erfgoedcommissie.
Met het Register wordt bedoeld: https://www.architectenregister.nl/ .
Artikel 17. Tussentijds ontslag
In artikel 17.7 van de Omgevingswet is bepaald dat de gemeenteraad de leden van een gemeentelijk adviesorgaan benoemt en ontslaat. Daarom zal een commissielid zijn of haar ontslag moeten aanbieden aan de raad.
Paragraaf 6. Regels over advisering bij de aanstelling en selectie van een supervisor, kwaliteitsteam of andere adviseurs op het gebied van omgevingskwaliteit, zoals bedoeld in artikel 11 van de verordening
Artikel 18. Advisering aanstelling en selectie van een supervisor, kwaliteitsteam of andere adviseur op het gebied van omgevingskwaliteit
Onder de organisatie van de supervisie als geheel wordt gedacht aan informatie over bijvoorbeeld het aantal supervisors of leden van het kwaliteitsteam, de rollen van de teamleden en vergaderfrequentie.