Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlissingen

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Vlissingen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlissingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Vlissingen 2023
Citeertitelhet Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Vlissingen 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Vlissingen 2017

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-202323-11-2023nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-512240

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Vlissingen 2023

 

De raad van de gemeente Vlissingen;

 

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de griffie en de cluster Juridische Zaken;

 

besluit vast te stellen het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Vlissingen 2023.

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • initiatiefvoorstel: voorstel van één of meer raadsleden voor een verordening of ander voorstel;

  • motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • Interruptie: Een interruptie is een korte vraag of mededeling op de spreker die aan het woord is.

  • actuele zaken: Schriftelijke vragen die uiterlijk 36 uur voorafgaande aan de vergadering worden gesteld. Daarbij betreft het een onderwerp dat de afgelopen 14 dagen in de media is geweest of bij de vrijdagzending heeft gezeten.

  • voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger.

  • dagen: kalenderdagen.

 

Artikel 2. Het presidium

  • 1.

    Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 3.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 4.

    Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad.

  • 5.

    Het presidium heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen;

    • b.

      het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de Gemeentewet;

    • c.

      het doen van een voordracht voor de benoeming van voorzitters (die deel uitmaken van de voorzitterspoule) aan de raad.

 

Artikel 3. De agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendaoverleg dat bestaat uit de voorzitter van de raad en de voorzitters van de commissies (voorzittersoverleg), ambtelijk bijgestaan door de griffier.

  • 2.

    Het agendaoverleg heeft in ieder geval de taak om de voorlopige agenda’s voor te bereiden.

 

Artikel 4. De griffier

  • 1.

    De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen, vergaderingen van de agendacommissie en het presidium.

  • 2.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

 

Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuwbenoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuwbenoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpuntmelding gemaakt in dit advies. De geloofsbrieven worden in een beperkte kring digitaal ontsloten.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

 

Artikel 6. Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

  • 2.

    Voorafgaand aan de benoeming van wethouders wordt in opdracht van de burgemeester en griffier door een externe partij een integriteitstoets uitgevoerd ten aanzien van kandidaat wethouders. Ter eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zal ten aanzien van de uitkomst van de toets zoals bedoeld in het eerste lid door de burgemeester op grond van artikel 10, tweede lid, sub e van de Wet openbaarheid van bestuur geheimhouding worden opgelegd.

  • 3.

    De burgemeester zal bij een positieve uitkomst van de toets zoals bedoeld in het tweede lid daarvan een zakelijke mededeling doen aan de commissie. Bij een negatieve uitkomst, en uitsluitend wanneer de partij die de kandidaat wethouder voordraagt ondanks die uitkomst persisteert in de voordracht, zal de uitkomst door de burgemeester met de commissie worden gedeeld. De burgemeester deelt in dat geval niet meer dan die informatie die nodig is voor de commissie om een oordeel te kunnen vellen over de benoembaarheid.

 

Artikel 7. Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

 

Artikel 8. Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op de vergaderapplicatie geplaatst van het raadsinformatiesysteem.

  • 2.

    Een lijst van bij de raad ingekomen stukken wordt als bijlage bij de agenda van de raadsvergadering gevoegd.

 

Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 9. Oproep en voorlopige agenda

  • 1.

    De griffie plaatst in opdracht van de voorzitter ten minste zeven dagen voor een raadsvergadering een oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken op de aan de raadsleden daarvoor ter beschikking gestelde vergaderapplicatie en op de website met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken welke achter een digitaal slot op de vergaderapplicatie worden geplaatst.

  • 2.

    Als een aanvullende voorlopige agenda als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 voor aanvang van de raadsvergadering op de vergaderapplicatie en op de website geplaatst.

 

Artikel 10. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het plaatsen van een oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden op de vergaderapplicatie geplaatst.

  • 2.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken in afwijking van het eerste lid achter een digitaal slot op de vergaderapplicatie geplaatst.

  • 3.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

 

Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep in de digitale vergadermap op de vergaderapplicatie geplaatst. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep, stukken ter inzage in de digitale vergadermap op de vergaderapplicatie worden geplaatst, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad.

  • 2.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 87 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze in de digitale vergadermap op de vergaderapplicatie geplaatst.

 

Artikel 12. Openbare kennisgeving

Raadsvergaderingen worden door aankondiging op de gemeentepagina van het huis-aan-huis-blad en vermelding op de website van de gemeenteraad, https://vlissingen.raadsinformatie.nl/, openbaar gemaakt.

 

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 13. Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

 

Artikel 14. Aantal spreektermijnen en spreektijd

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad op voorstel van de voorzitter anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde of een interruptie.

  • 5.

    In de eerste termijn wordt niet geïnterrumpeerd. In de tweede termijn mag wel geïnterrumpeerd worden. Interrupties lopen altijd via de voorzitter.

  • 6.

    Er kan maar één interruptie per aspect van een betoog worden geplaatst. Er mag worden geïnterrumpeerd door verschillende leden van één fractie.

 

Artikel 15. Deelname aan de vergadering door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de vergadering.

 

Artikel 16. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

 

Artikel 17. Gelegenheid tot het inspreken van burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal vijf minuten per burger het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. . Indien er meer aanmeldingen zijn voor het spreekrecht burgers dan zes aanmeldingen kan de voorzitter besluiten de spreektijd terug te brengen tot drie minuten. Indien een geagendeerd onderwerp bij het vaststellen van de agenda van de agenda wordt gehaald, dan blijft de mogelijkheid bestaan om over dat onderwerp in te spreken. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Het woord kan niet worden gevoerd over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

  • 3.

    Degene, die van de gelegenheid tot inspreken gebruik wil maken, meldt dit aan de griffier en wel uiterlijk voor 12.00 uur van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

 

Paragraaf 3. Stemmingen

Artikel 18. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

 

Artikel 19. Beslissing

  • 1.

    De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

 

Artikel 20. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegen gestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de voorzitter of griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op volgorde van de presentielijst.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

 

Artikel 21. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het qua gevolgen meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

 

Artikel 22. Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2.

    Stemming vindt plaats bij acclamatie tenzij stemming per stembriefje wordt aangevraagd via de griffier. Bij stemming over wethouders wordt altijd gebruik gemaakt van stembriefjes.

  • 3.

    Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 4.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 5.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

 

Paragraaf 4. Verslaglegging;

Artikel 23. Audioverslag en besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van het audioverslag, de besluitenlijst van de vergadering en een lijst met handtekeningen van aanwezige raadsleden.

  • 2.

    Het audioverslag:

    • a.

      omvat de volledige vergadering;

    • b.

      wordt geïndexeerd naar de onderwerpen die besproken zijn en de sprekers die het woord hebben gevoerd;

    • c.

      wordt zo spoedig mogelijk via de gemeentelijke website toegankelijk gemaakt.

  • 3.

    De besluitenlijst bevat:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de raadsleden en de overige deelnemers aan de vergadering;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      het genomen besluit, afspraken en toezeggingen;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden;

    • e.

      de tekst van de ter vergadering ingediende raadsvoorstellen, initiatiefvoorstellen en burger-initiatiefvoorstellen, aangenomen moties en aangenomen, amendementen en subamendementen;

  • 4.

    De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt op de website van de gemeenteraad.

  • 5.

    De besluitenlijst wordt voor de volgende vergadering ter vaststelling geagendeerd.

 

Paragraaf 5. Geheime raadsvergaderingen

Artikel 24. Toepassing reglement op geheime vergaderingen

Op geheime vergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het geheime karakter van de vergadering. Op geheime vergaderingen is tevens het geheimhoudingsprotocol ‘Openbaar Tenzij’ van toepassing.

 

Artikel 25. Verslag geheime vergadering

Het audioverslag berust bij de griffie. De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een geheime raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering kan de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van opheffen van de geheimhouding op de vastgestelde besluitenlijst.

 

Artikel 26. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

 

Paragraaf 6. Toehoorders en pers

Artikel 27. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijk geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

 

Artikel 28. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

 

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 29. Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben via de griffie in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 3.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

 

Artikel 30. Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties via de griffie schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

  • 5.

    Er wordt alleen beraadslaagd over moties die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

 

Artikel 31. Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk via de griffie in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college kan binnen een in overleg met de indiener overeengekomen termijn nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen. Het presidium bepaalt het termijn als de indiener en het college geen termijn kunnen afspreken.

  • 3.

    Een voorstel wordt nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de oproep hiervoor al is geplaatst. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

 

Artikel 32. Raadsvoorstel

  • 1.

    Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

 

Artikel 33. Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Als het verzoek ten minste 72 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

 

Artikel 34. Schriftelijke vragen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 2.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen twintig dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 3.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden en geagendeerd in de eerstvolgende vergadering.

  • 4.

    De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

 

Artikel 35. Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen tien dagen nadat het verzoek is ingediend.

 

Artikel 36. Vragenhalfuur

  • 1.

    Tijdens de vergadering is er een vragenhalfuur, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenhalfuur eindigt.

  • 2.

    Raadsleden die tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp en ten minste 36 uur voor aanvang van het vragenhalfuur bij de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenhalfuur aan de orde worden gesteld.

  • 4.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 5.

    Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 6.

    Vervolgens kan de voorzitter aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

 

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 37. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

 

Artikel 38. Intrekken oude reglement

Het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Vlissingen 2017 en Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Vlissingen 2017 rectificatie wordt ingetrokken.

 

Artikel 39. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking twee weken na vaststelling.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Vlissingen 2023.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Vlissingen op 9 november 2023.

De griffier

M. Prince, MA

De voorzitter

drs. A.R.B. van den Tillaar