Organisatie | Waterschap Rijn en IJssel |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Actualisatie beleidsregel 2.10 effluentlozing mestverwerking 2023 |
Citeertitel | Actualisatie beleidsregel 2.10 effluentlozing mestverwerking 2023 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage A Bijlage B |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2023 | nieuwe regeling | 07-11-2023 |
Effluentlozing van mestverwerkingsinstallaties is momenteel vergunning plichtig vanuit de Waterwet, artikel 6.2 en het Activiteitenbesluit milieubeheer en bij ingang van de Omgevingswet vanuit het BAL, artikel 3.3.14.
De beleidsregel effluentlozing mestverwerking geeft aan welk beleid het waterschap hanteert bij het toetsen van vergunningsaanvragen voor directe of indirecte lozing van effluent van MVI’s:
En past het afwegingskader uit het rapport ‘Achtergronddocument vergunningenbeleid voor lozingen van afvalwater uit mestverwerkingsinstallaties’ toe (bijlage B), met als toevoeging dat biologische zuivering in combinatie met indirecte lozing op het riool (zuiverende werking van de RWZI) niet meer wordt beschouwd als BBT.
Waterschap Rijn en IJssel kan afhankelijk van de lozingsroute (directe lozing op oppervlaktewater of indirecte lozing op het riool) aanvullende eisen stellen aan de kwaliteit, zoals aan nutriënten, ammonium, het zuurstofgehalte en de temperatuur van het effluent van MVI’s. Dit geldt ook voor effluent van mobiele MVI’s.