Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 15 De verschillende vergaderingen van het Raadsplein
- 1.
In het kader van de beeldvormende fase wordt onderscheid gemaakt tussen het rondetafelgesprek en het schriftelijk overleg. Deze fase is bedoeld om tot oordeelsvorming te kunnen komen.
- 2.
Het rondetafelgesprek is bedoeld om informatie over een onderwerp te verzamelen. Tijdens een rondetafelgesprek wordt in gesprek gegaan met inwoners, instellingen en/of organisaties die bij het onderwerp betrokken zijn. Het rondetafelgesprek kan op diverse manieren worden vormgegeven, zowel wat betreft plaats als vergadervorm. Hierbij kan naast informele rondetafelgesprekken ook gedacht worden aan expertmeetings en hoorzittingen. Indien verzocht door de agenderende fracties en/of de agendacommissie, nemen collegeleden deel aan een rondetafelgesprek.
- 3.
In het schriftelijk overleg kunnen raadsleden en burgerleden ter voorbereiding op de oordeelsvormende fase schriftelijke vragen stellen aan het college over een voorliggend voorstel. De agendacommissie bepaalt of een schriftelijk overleg noodzakelijk wordt geacht. In een schriftelijk overleg kunnen zowel technische als beleidsinhoudelijke vragen worden gesteld.
- 4.
In het kader van de oordeelsvormende fase wordt onderscheid gemaakt tussen het raadsdebat en het themadebat. Deze fase is bedoeld om standpunten in te brengen en met elkaar te debatteren.
- 5.
Voor een raadsdebat wordt in de regel één onderwerp geagendeerd. Op voorstel van de agendacommissie bepaalt de raad of een raadsdebat noodzakelijk wordt geacht of dat rechtstreeks tot besluitvorming kan worden overgegaan. Een raadsdebat kan ook worden geagendeerd naar aanleiding van een agenderingsverzoek van de raad. Tijdens een raadsdebat wordt per fractie door één woordvoerder het woord gevoerd. Collegeleden krijgen de gelegenheid om te reageren op het debat. Collegeleden kunnen zich daarbij laten bijstaan door ambtenaren of adviseurs. De voorzitter bepaalt, gehoord hebbende de vergadering, of ook anderen nog het woord kunnen voeren.
- 6.
Themadebatten zijn oordeelsvormende vergaderingen waarin één overkoepelend thema centraal staat. Het Presidium bepaalt de vaste thema’s. Informatienota’s worden in beginsel geagendeerd voor een themadebat, met uitzondering van informatienota's met de beantwoording van schriftelijke vragen, zoals bedoeld in artikel 45 van dit Reglement. Het doel van het themadebat is om beleidsinhoudelijke en strategische vragen te kunnen stellen aan het college en om strategische standpunten rondom het voorliggende thema te kunnen uitwisselen. Aan een themadebat kunnen per fractie twee woordvoerders deelnemen.
- 7.
Aan het einde van de behandeling van een raadsvoorstel in raadsdebat of themadebat formuleert de vergadering op voorstel van de voorzitter een advies aan de raad over hoe verder met dat voorstel om te gaan. Dit advies wordt na de vergadering ter kennis gebracht aan de agendacommissie. Bestaat geen eenstemmigheid over het advies dan worden de uiteenlopende standpunten in het advies tot uitdrukking gebracht. Op basis van het advies doet de agendacommissie een voorstel aan de raad over het vervolg.
Artikel 15a Technische briefings
- 1.
Technische briefings vinden in beginsel op dinsdagavond plaats, met als aanvangstijdstip 19.30 uur.
- 2.
Raadsleden kunnen verzoeken voor technische briefings indienen. Een verzoek moet door minimaal drie fracties worden gesteund.
- 3.
Het college kan een (onderbouwd) verzoek indienen bij de raad tot het houden van een technische briefing.
- 4.
De agendacommissie bepaalt de datum, het tijdstip, het al dan niet openbare karakter en de (digitale) plaats waar de technische briefing plaatsvindt.
- 5.
Per technische briefing worden maximaal drie onderwerpen geagendeerd.
Artikel 16 Vergaderfrequentie en vergaderduur
- 1.
De vergaderingen van het Raadsplein vinden in principe plaats op maandagavonden.
- 2.
Er kunnen tijdens een Raadspleinvergadering op één avond meerdere vergaderingen worden gehouden, waarbij ook sprake kan zijn van parallelsessies. De besluitvormingsronde van het Raadsplein vindt in principe eens in de drie weken plaats en is nooit onderdeel van parallelsessies.
- 3.
De vergaderingen beginnen standaard om 19.30 uur.
- 4.
Na 22.30 uur worden in beginsel geen nieuwe agendapunten meer in behandeling genomen. De agendacommissie bepaalt de datum van behandeling van geagendeerde doch niet behandelde onderwerpen.
- 5.
De voorzitter kan, in bijzondere gevallen, een andere dag en/of een ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 17 Oproep, toezending stukken
- 1.
De voorzitter zendt, met uitzondering van spoedeisende vergaderingen, ten minste tien kalenderdagen vóór een vergadering de leden een oproep met agenda van de vergadering onder vermelding van de dag, tijd en plaats van de vergadering.
- 2.
De agenda vermeldt de onderwerpen die in de vergadering behandeld zullen worden in de volgorde waarin deze aan de orde zullen worden gesteld. Daarbij zal genoemd worden in welke ronde van het Raadsplein ze behandeld worden. De te behandelen voorstellen worden zoveel mogelijk gelijktijdig met de agenda ter beschikking gesteld.
- 3.
Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst, met uitzondering van de in artikel 19 tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken.
- 4.
Indien een gewijzigde agenda wordt vastgesteld, wordt deze agenda en de daarop betrekking hebbende stukken zo spoedig mogelijk, aan de deelnemers beschikbaar gesteld.
- 5.
Een verzoek voor een spoedeisende vergadering als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de Gemeentewet, omvat een duidelijke omschrijving van het onderwerp en hetgeen de verzoekers aan de orde willen stellen.
- 6.
Bij een verzoek voor een spoedeisende vergadering wordt rekening gehouden met een minimale voorbereidingstijd, te bepalen door de voorzitter.
Artikel 18 Agenda
- 1.
De agendacommissie stelt de concept agenda van de vergaderingen van het Raadsplein vast.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na de verzending van de oproep een aanvullende agenda opstellen.
- 3.
Bij aanvang van de besluitvormingsrondes van het Raadsplein stellen de aanwezige raadsleden de agenda vast. Een lid van de vergadering of de voorzitter kan:
- a.
onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren;
- b.
de volgorde van de behandeling van de agendapunten wijzigen.
- 4.
De raad neemt in de besluitvormingsronde, zo mogelijk met inachtneming van het advies van de agendacommissie, een besluit over afzonderlijke agenderingsverzoeken van een fractie
Artikel 19 Uitnodiging college/wethouders
- 1.
Op het tijdstip van de verzending van de agenda, zendt de griffier de agenda van de Raadpleinvergadering ook naar het college.
- 2.
De burgemeester en de wethouders, wiens portefeuilles de agendapunten betreffen voor de Raadspleinvergadering kunnen de vergadering bijwonen en deelnemen aan de beraadslagingen.
- 3.
Raadsleden kunnen de voorzitter verzoeken een collegelid op te roepen voor een Raadspleinvergadering.
Artikel 20 Ter inzagelegging van stukken
- 1.
De stukken voor de raad die dienen ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen worden uitsluitend digitaal via het raadsinformatiesysteem ter beschikking gesteld.
Artikel 21 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt op de website van de gemeente ter openbare kennis gebracht.
- 2.
Op de website van de gemeente wordt de (voorlopige) agenda en de daarbij behorende stukken geplaatst.
Paragraaf 2 Orde van vergadering
Artikel 22 Presentielijst
- 1.
Bij een besluitvormingsronde van het Raadsplein tekent bij binnenkomst in de vergaderzaal ieder lid van de raad de presentielijst.
Artikel 23 Zitplaatsen
- 1.
De voorzitter, de raadsleden en de griffier hebben een vaste zitplaats bij de besluitvormingsronde van het Raadsplein. De zitplaatsen worden door de voorzitter na overleg met de fractievoorzitters vóór de eerste vergadering van de nieuwe raadsperiode aangewezen.
- 2.
Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter na overleg in het presidium de indeling herzien.
- 3.
De griffier draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders, secretaris en overige personen die voor de vergadering zijn uitgenodigd.
Artikel 24 Opening besluitvormingsronde; quorum
- 1.
De voorzitter opent de besluitvormingsronde op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de Gemeentewet vereiste aantal leden blijkens de presentielijst aanwezig is (meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden).
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip nog steeds niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden met inachtneming van artikel 20 lid 2 van de Gemeentewet, dag en uur van de volgende vergadering.
Artikel 25 Inspreekrecht inwoners, bedrijven en instellingen
- 1.
Tijdens een Raadsplein kunnen inwoners, bedrijven of instellingen het woord voeren.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over voorstellen tot het benoemen van personen.
- 3.
Degene die gebruik wil maken van het spreekrecht dient dit onder vermelding van het onderwerp, vóór 10.00 uur op de dag van de vergadering te melden bij de griffie.
- 4.
Indien gewenst kunnen inwoners, bedrijven of instellingen digitaal (hybride) gebruik maken van het spreekrecht
- 5.
Het spreekrecht geldt niet voor personen die het woord willen voeren namens een politieke partij die in de raad vertegenwoordigd is.
- 6.
Het spreekrecht geldt niet voor die personen die eerder over hetzelfde onderwerp in een Raadspleinvergadering gebruik hebben gemaakt van het spreekrecht, tenzij het voorstel afwijkt van het voorstel dat eerder is behandeld. Voor niet-geagendeerde onderwerpen geldt dat slechts één keer per half jaar door dezelfde persoon kan worden ingesproken.
- 7.
De spreker wordt verzocht de bijdrage aan de griffier beschikbaar te stellen, voorzien van naam en contactgegevens.
- 8.
De spreker wordt door de voorzitter voor ten hoogste vijf minuten het woord verleend. De aanwezige leden kunnen de spreker vragen stellen.
- 9.
Indien er meerdere insprekers zijn, bepaalt de voorzitter de volgorde van sprekers. De voorzitter kan, gelet op het aantal sprekers en de beschikbare tijd, de spreektijd inkorten dan wel verlengen.
- 10.
De voorzitter doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de spreker, indien het een onderwerp betreft dat niet op de agenda staat.
Artikel 26 Besluitenlijst
- 1.
Van de vergaderingen van het Raadsplein wordt een korte besluitenlijst (terugblik) gemaakt.
- 2.
In de besluitenlijst worden in ieder geval de genomen besluiten opgenomen en de gemaakte afspraken en toezeggingen.
- 3.
Van de vergadering van de debatronde en de besluitvormingsronde van het Raadsplein worden beeld- en geluidopnames gemaakt. Deze opnames worden gearchiveerd en zijn via de website van de gemeenteraad te raadplegen.
Artikel 27 Berichten voor de raad
- 1.
Berichten voor de raad worden op een overzicht geplaatst. De griffier doet daarbij een voorstel tot afhandeling.
- 2.
Het overzicht van de berichten voor de raad, inclusief voorstellen voor de wijze van afhandeling, wordt ter vaststelling in de besluitvormingsronde van het Raadsplein geagendeerd.
- 3.
Indien een of meerdere leden een bericht voor de raad op het Raadsplein wensen te bespreken, dient bij de griffier een agenderingsverzoek te worden ingediend. Hiervoor is een format beschikbaar. Bij vaststelling van het overzicht van berichten voor de raad wordt dit agenderingsverzoek in stemming gebracht.
Artikel 28 Spreekregels
- 1.
In de besluitvormingsronde spreken de leden vanaf hun plaats of van het spreekgestoelte en richten zich tot de voorzitter. Bij interrupties wordt dan gebruik gemaakt van de interruptiemicrofoons.
- 2.
In de raadsdebatten en themadebatten die plaatsvinden in de Raadzaal wordt eveneens gebruik gemaakt van het spreekgestoelte en de interruptiemicrofoons.
- 3.
Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de leden vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 29 Korte debatten
- 1.
Tijdens een besluitvormingsronde kan de raad een kort debat voeren over moties vreemd en voorstellen die rechtstreeks geagendeerd zijn voor deze vergadering.
- 2.
Het verzoek tot het houden van een kort debat wordt ten minste op de vrijdag voor de besluitvormingsronde van het Raadsplein vóór 10.00 uur schriftelijk bij de griffier ingediend.
- 3.
Het verzoek bevat een debatvraag.
- 4.
De spreektijd voor korte debatten bedraagt maximaal 2 minuten per fractie.
Artikel 30 Volgorde sprekers en aantal spreektermijnen
- 1.
Een lid voert slechts het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
- 2.
De voorzitter bepaalt de sprekersvolgorde in de vergadering.
- 3.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel in een thema- of raadsdebat of eventueel in een besluitvormingsronde geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 4.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 5.
Raadsleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 6.
Het bepaalde in lid 5 is niet van toepassing op een raadslid dat een (sub-)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de beraadslaging daarover.
- 7.
Bij de bepaling hoeveel keer een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt het spreken over een voorstel van orde niet meegerekend.
Artikel 31 Spreektijd
- 1.
De vergaderingen van het Raadsplein kennen spreektijdverdeling. Deze verdeling wordt bepaald door de Agendacommissie. De spreektijd voor het college bedraagt tenzij de agendacommissie anders beslist driemaal de spreektijd van een fractie.
- 2.
Zodra de voor de spreektijd gestelde maximumduur is verstreken, verzoekt de voorzitter de spreker zijn betoog af te ronden.
Artikel 32 Handhaving orde
- 1.
In een debatronde of besluitvormingsronde van het Raadsplein mag een spreker in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het bepaalde in dit Reglement te herinneren.
- 2.
De voorzitter bepaalt afhankelijk van de agenda de duur van het gesloten zijn van het betoog. Hij maakt dit voorafgaand aan de beraadslagingen bekend.
- 3.
Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.
- 4.
Indien in een vergadering van het Raadsplein een lid zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen en zo nodig in de gelegenheid gesteld de woorden, die tot het tot de orde roepen aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.
- 5.
Indien het desbetreffende lid hieraan geen gevolg geeft, dan wel doorgaat met de in het lid 4 genoemde gedragingen kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaatsheeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 33 Schorsing
- 1.
Op verzoek van een lid van de raad of op eigen initiatief kan de voorzitter besluiten de behandeling van het voorstel voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad.
- 2.
De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. Degene die de schorsing heeft gevraagd, krijgt als eerste het woord.
Artikel 34 Deelname aan het Raadsplein door anderen
- 1.
Tijdens de rondetafelgesprekken kunnen op uitnodiging van de raad derden deelnemen aan de vergadering. De wijze van beraadslagen in het rondetafelgesprek kan variëren. Mogelijke vormen zijn expertmeeting, hoorzitting, presentatie, etc.
- 2.
Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan het Raadsplein zijn de bepalingen van dit Reglement van overeenkomstige toepassing.
Artikel 35 Beslissing /stemverklaring
- 1.
Wanneer de voorzitter tijdens de besluitvormingsronde van het Raadsplein vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
In de besluitvormingsronde vindt na sluiting van de eventuele beraadslagingen stemming plaats over het voorstel.
- 3.
Voordat de stemming plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.
- 4.
Voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten. De stemverklaring mag ten hoogste één minuut duren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen tijdens de besluitvormingsronde
Artikel 36 Stemming over zaken
- 1.
De voorzitter gaat na of stemming wordt verlangd. Indien niemand om stemming vraagt en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.
- 2.
Het stemgedrag van raadsleden in de besluitvormingsronde, is te raadplegen op de website.
- 3.
Indien door een of meer leden stemming wordt verlangd, wordt hiertoe overgegaan. De stemming vindt plaats door middel van handopsteken.
- 4.
Indien door een of meer leden hoofdelijke stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.
- 5.
Voordat tot de hoofdelijke stemming wordt overgegaan, deelt de voorzitter mee bij welk raadslid de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentlijst aangewezen; bij het daar genoemde raadslid begint de hoofdelijke stemming.
- 6.
De griffier roept de leden bij naam op hun stem uit te brengen, beginnende bij het lid dat daarvoor overeenkomstig lid 5 van dit artikel is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.
- 7.
Bij hoofdelijke stemming is ieder in de vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen.
- 8.
De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken.
- 9.
Heeft een raadslid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, laten aantekenen dat hij zich heeft vergist; de uitslag van de stemming wijzigt echter niet.
- 10.
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de hoofdelijke stemming mee, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.
- 11.
Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.
- 12.
Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of een ingevolge het elfde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.
Artikel 36a Stemming over amendementen en moties
- 1.
Indien een amendement is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.
- 2.
Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.
- 3.
Indien twee of meer amendementen of subamendementen zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.
- 4.
Nadat over alle amendementen is gestemd, vindt de eindstemming over het voorstel plaats. In het geval de amendementen zijn aangenomen, vindt de eindstemming plaats over het voorstel zoals dat luidt met inachtneming van de amendementen.
- 5.
Indien een motie op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel.
- 6.
Indien over een aanhangig voorstel zowel een motie als een (sub)amendement zijn ingediend, wordt eerst over het amendement gestemd overeenkomstig de eerste vier leden van dit artikel. Vervolgens wordt over de motie gestemd.
Artikel 37 Stemming over personen
- 1.
Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.
- 2.
Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de Gemeentewet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
- 4.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.
Artikel 38 Herstemming over personen
- 1.
Wanneer bij de eerste stemming over twee of meer personen, niemand de volstrekte meerderheid heeft, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
- 2.
Wanneer ook bij deze tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft, vindt een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden.
- 3.
Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
Artikel 39 Beslissing door het lot
- 1.
Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, identieke briefjes geschreven.
- 2.
Deze briefjes worden, nadat zij door de commissie van stemopneming zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.
- 3.
Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje staat, wordt benoemd.