Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene verordening Harderwijk |
Citeertitel | Algemene Verordening Harderwijk 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling in samenhang met de Verordening Fysieke Leefomgeving vervangt de artikelen 2:10, 2:11, 2:12, 2:15, 2:18, 2:22, 2:23, 4:2, 4:3, 4:5, 4:6, 4:11, 4:12, 4:12A, 4:12C, 4:9, 4:13, 4:18, 4:19, 5:1, 5:2, 5:3, 5:4, 5:5, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9, 5:11, 5:18, 5:19, 5:20, 5:32, 5:33, 5:34, 5:38, 5:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening Harderwijk, de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Harderwijk 2013, de Erfgoedverordening Harderwijk 2017, de Marktverordening gemeente Harderwijk 2017, de Parkeerverordening 1998, de Reclameverordening Harderwijk 2017, de Verordening historische schepen Harderwijk, de Havenverordening Harderwijk 1994, de Afvalstoffenverordening 2006, de Rioolaansluitingsverordening, de Beheersverordening begraafplaatsen Harderwijk 2011 en de Verordening Winkeltijden Harderwijk.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 14-09-2023 | 02430000080741 |
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.4 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1.8 Handhaving door toezichthouders en/of opsporingsambtenaren
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen, tenzij anders bepaald in de hoofdstukken van deze verordening of in de Verordening Fysieke Leefomgeving.
Overtreding van een bij of krachtens het bepaalde in hoofdstuk 2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gegeven voorschrift, niet-nakoming van een ingevolge hoofdstuk 2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving opgelegde verplichting omtrent reclame en niet-naleving van één of meer voorschriften aan een vergunning verbonden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
Overtreding van het bepaalde omtrent parkeren in hoofdstuk 7, paragraaf 2 van de Verordening fysieke leefomgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een vergunning of ontheffing is aangevraagd op grond van de verordening bedoeld in het eerste lid en op het tijdstip van inwerkingtreding daarop nog niet is beslist, wordt die aanvraag op grond van de bepalingen van hoofdstuk 7 van de Verordening Fysieke Leefomgeving afgehandeld.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 11 van de Verordening Fysieke Leefomgeving wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 11 van de Verordening Fysieke Leefomgeving zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening gemeente Harderwijk 2017 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening en de Verordening Fysieke Leefomgeving niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening en de Verordening Fysieke Leefomgeving toegepast.
Degene die handelt in strijd met artikel 6.10 of artikel 6.11, derde lid, van de Verordening Fysieke Leefomgeving wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 8.3, 8.5, 8.7 tot en met 8.9 en 8.11 tot en met 8.19 van de Verordening Fysieke Leefomgeving bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en hoofdstuk 8 van de Verordening Fysieke Leefomgeving zijn belast personen in de functie van algemeen controleur en de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren of andere personen.
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Artikel 8.4 Opgravingen en ruimen
Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.
Artikel 8.5 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8.7 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Artikel 8.9 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 8.10 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 8.11 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 8.12 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Artikel 8.15 Overgangsbepaling
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen Harderwijk 2011 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
PARAGRAAF 1 TOETSING EN NALEVING
Een overtreding van het bij of krachtens dit hoofdstuk en het bepaalde in hoofdstuk 13 van de Verordening Fysieke Leefomgeving ‘Haven’ is strafbaar en wordt bestraft overeenkomstig artikel 184, eerste lid Wetboek van Strafrecht.
Artikel 9.2 Naleving verordening
Met de zorg voor de naleving en handhaving van de bepalingen uit deze verordening en het bepaalde in hoofdstuk 13 van de Verordening Fysieke Leefomgeving ‘Haven’ zijn mede belast de door de burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren, ieder voor zoveel het zaken betreft die aan zijn toezicht zijn toevertrouwd.
HOOFDSTUK 10: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 10.2 Overgangsbepaling
Voor zover niet anders bepaald in de hoofdstukken van de Verordening Fysieke Leefomgeving of de Algemene Verordening Harderwijk, blijven de vergunningen en ontheffingen die verleend zijn krachtens de in artikel 10.1, lid 2 genoemde verordeningen van kracht totdat de tijd waarvoor ze werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering van 14 september 2023
De heer J. Joon
Voorzitter
De heer H.R.Lanning
Raadsgriffier
TOELICHTING ALGEMENE VERORDENING HARDERWIJK
De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 in werking en bundelt de wetgeving voor de fysieke leefomgeving. Onder de fysieke leefomgeving wordt verstaan: bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur en cultureel erfgoed.
Gemeentelijke regels over de fysieke leefomgeving worden na invoering van de Omgevingswet samengebracht in één omgevingsplan. Deze regels zijn onder andere afkomstig uit diverse gemeentelijke verordeningen1. De gemeentelijke regels die gaan over de fysieke leefomgeving worden, voordat zij in het omgevingsplan worden opgenomen, samengevoegd in één verordening: de Verordening Fysieke Leefomgeving. Dit maakt de stap om de regels over de fysieke leefomgeving over te hevelen naar het omgevingsplan eenvoudiger.
In de huidige gemeentelijke verordeningen welke overgaan in de Verordening fysieke leefomgeving2 zitten ook regels die geen betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Deze regels mogen op grond van de Omgevingswet niet worden opgenomen in het omgevingsplan en blijven achter in de gemeentelijke verordeningen. Om te voorkomen dat er meerdere losse gemeentelijke verordeningen met daarin slechts een aantal regels achterblijven, zijn deze resterende regels opgenomen in onderhavige Algemene verordening Harderwijk. Dit zorgt voor overzicht.
Onderhavige verordening moet samen met de Verordening Fysieke Leefomgeving gelezen worden. Hierin zitten namelijk regels die een aanvulling vormen op de regels in de Verordening Fysieke Leefomgeving. Met de inwerkingtreding van zowel deze Algemene verordening Harderwijk als de Verordening fysieke leefomgeving vervalt een aantal artikelen uit de APV en worden diverse verordeningen ingetrokken.
De artikelen in deze verordening wordt als voldoende duidelijk beschouwd waardoor een artikelsgewijze toelichting achterwege gelaten is.
APV, Reclameverordening, Erfgoedverordening, Parkeerverordening, Afvalstoffenverordening, Beheersverordening Lorentz III, Beheersverordening begraafplaatsen, AVOI 2013, Marktverordening 2017, Rioolaansluitingsverordening, Verordening historische schepen Harderwijk, Havenverordening, Winkeltijdenverordening.