Organisatie | Gilze en Rijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidiekader marktplaats voor cultuur en cultuureducatie |
Citeertitel | Subsidiekader marktplaats voor cultuur en cultuureducatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2023 | nieuwe regeling | 03-10-2023 |
Wij willen dat iedereen die in onze gemeente woont mee kan doen aan de samenleving, op een manier die bij hem/ haar past. We willen een sterke sociale basis realiseren, waarin inwoners, vrijwilligers, informele en formele maatschappelijke organisaties samenwerken aan een zorgzame en inclusieve samenleving. Cultuur zorgt binnen onze samenleving voor o.a. betekenisvol contact.
Samen met inwoners, vrijwilligers en beroepskrachten die zich inzetten in onze gemeente willen we deze ambitie waarmaken. De gemeente Gilze en Rijen (hierna: gemeente) vervult hierin met het subsidiebeleid een kader stellende en faciliterende rol.
In het subsidiebeleid van de gemeente onderscheiden we een reeks basisvoorzieningen. Dit zijn accommodaties en professionals, waarvan de beschikbaarheid en betaalbaarheid voorwaardenscheppend is om tot activiteitenaanbod te kunnen komen dat voor alle inwoners toegankelijk en beschikbaar is. Voor deze basisvoorzieningen formuleert de gemeente, conform de nadere regels sociaal domein 2020, aanvullende subsidiekaders. Dit document bevat het aanvullende subsidiekader voor de basisvoorziening: marktplaats voor cultuur en cultuureducatie.
In de praktijk fungeert de marktplaats voor cultuur en cultuureducatie als een platform. Daarom wordt in de rest van dit subsidiekader de term platform voor cultuur en cultuureducatie of kortweg platform gehanteerd.
Een doelgerichte aansturing vanuit de gemeente – waarbij gemeente op hoofdlijnen betrokken blijft - vraagt om kaders. Vanuit deze kaders kan de gemeente toetsen of afspraken worden nagekomen. In dit subsidiekader zijn deze kaders opgenomen.
Het subsidiekader is tot stand gekomen op basis van gemeentelijke beleidsdocumenten en maatschappelijke actualiteit. Ook hebben het subsidiekader uit de periode 2020-2023 en de inhoudelijke en financiële jaarverslagen van stichting Cultuurplaats (hierna Cultuurplaats) over deze jaren input gegeven. Verder heeft in 2023 een reeks stakeholdergesprekken met samenwerkingspartners van Cultuurplaats (huidige subsidieontvanger) plaatsgevonden. Tot slot hebben er in de afgelopen jaren bestuurlijke overleggen en accountgesprekken tussen de huidige subsidieontvanger en gemeente plaatsgevonden en onderwerpen uit deze gesprekken zijn verwerkt in dit nieuwe subsidiekader.
3. Afbakening en juridisch kader
Dit subsidiekader heeft betrekking op de basisvoorziening Marktlaats voor cultuur en cultuureducatie. Dit subsidiekader vormt een aanvulling op het gestelde in het lokale subsidiebeleid van de gemeente. Het lokale subsidiebeleid bestaat uit:
In aanvulling op het gestelde in de Algemene subsidieverordeningen en in de Nadere regels voor subsidies in het sociaal domein van de gemeente is voor de basisvoorziening Platform voor cultuur en cultuureducatie het volgende van toepassing:
Stichting Cultuurplaats kan subsidie aanvragen voor het fungeren als platform voor cultuur en cultuureducatie.
In dit subsidiekader beschrijft de gemeente de kaders die gelden voor de subsidieverlening in de periode 1-1-2024 tot en met 31-12-2027. De gemeente stelt een meerjarig subsidiekader op omwille van continuïteit, lokale inbedding en stevig partnerschap van het platform met de gemeente, inwoners en andere maatschappelijke partners.
Eenmaal in de vier jaar vraagt de gemeente subsidieaanvrager om een beleidsplan. Uiterlijk 1 juni 2024 dient subsidieontvanger dit beleidsplan 2024-2027 in. In het beleidsplan geeft subsidieontvanger aan hoe de komende jaren invulling wordt geven aan de doelen in dit subsidiekader. De gemeente vraagt specifiek aandacht voor de ontwikkelopgaven die in paragraaf acht zijn opgenomen. In bijlage 1 is de minimale inhoud van het beleidsplan beschreven.
In afwijking van de nadere subsidieregels 2020 artikel 2.1 lid 3 wordt de subsidie in 2024 voor één jaar verstrekt. Subsidieaanvrager dient uiterlijk 1 november 2023 een subsidieaanvraag voor 2024 in. De gemeente verleent de subsidie voor 2024 voor één jaar. In bijlage 1 is de minimale inhoud van de subsidieaanvraag beschreven.
Voor de jaren 2025-2027 kan een meerjarige subsidieaanvraag worden ingediend, zodat het hierboven genoemde beleidsplan 2024-2027 in de subsidieverlening kan worden meegenomen. De gemeente verleent de subsidie voor 2025, 2026 en 2027 voor drie jaar, conform de in de ASV genoemde termijnen. In bijlage 1 is de minimale inhoud van de subsidieaanvraag beschreven.
De gemeente verleent de subsidie onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeentebegroting voor de betreffende jaren door de gemeenteraad.
Voor 1 april 2026 voert de gemeente een evaluatie uit, waarbij dit subsidiekader wordt gehouden tegen de uitvoering en de maatschappelijke actualiteit van dat moment.
Bovenstaande leidt tot het volgende deadlines voor subsidieaanvrager:
We willen dat inwoners uit onze gemeente meedoen naar vermogen en op een manier die bij hen past. Zij maken zoveel mogelijk hun eigen keuzes én helpen elkaar waar mogelijk. Dit vormt de rode draad in het gemeentelijk beleid. Helaas zien we dat kansengelijkheid niet vanzelfsprekend is. Niet iedereen kan zo maar meedoen en daar zijn we als gemeente (via onze partners) aan zet om dat mogelijk te maken. Ze proberen we onze inwoners zo veel mogelijk gelijke kansen te bieden. Cultuur zorgt daarbij voor betekenisvol contact. Iedereen moet zich kunnen ontplooien, maatschappelijk en cultureel, ook in de vrije tijd.
Het platform voor heeft raakvlakken met de volgende beleidsterreinen:
Hieronder wordt per beleidsterrein een korte uitwerking gegeven van waar we de raakvlakken en verbindingen zien.
Vanuit Wmo, Jeugdwet en Participatiewet is de gemeente verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning aan de inwoners die het niet lukt zelfstandig mee te doen aan de samenleving of die moeite hebben met het opgroeien of opvoeden. Eind 2021 is de ‘Koers sociaal domein Gilze en Rijen: samen verschil maken!’ vastgesteld. De opgaven voor de komende jaren zijn:
Het platform voor levert een bijdrage aan de drie genoemde opgaven en aspecten. Niet door hier direct zelf mee aan de slag te gaan, maar als basisvoorziening en dus voorwaarde scheppend voor en met inwoners, vrijwilligers en beroepskrachten, organisaties, onderwijs en gemeente.
Cultuur is waardevol voor onze gemeente en haar inwoners, omdat het onder meer betekenis geeft aan ontmoetingen. De kern van onze inzet is daarom dat zoveel mogelijk inwoners deelnemen aan cultuur. Dit kan door zowel actieve als passieve deelname aan culturele uitingen. Als gemeente willen we daarbij vooral de ruimte bieden aan verenigingen en partners om zelfstandig cultuur te creëren. Hier de juiste omstandigheden, mogelijkheden, kansen en faciliteiten voor bieden, is ons streven. Als basisvoorziening geeft het platform hier een belangrijke invulling aan. Deelname aan culturele uitingen willen we laagdrempelig, toegankelijk en zichtbaar maken en houden in onze gemeente. Deze inzet heeft alles te maken met het versterken van de leefbaarheid en de sociale samenhang in onze gemeente. Onze focus ligt daarbij op de jeugd tot 13 jaar.
Ook kwaliteit en innovatie zijn belangrijke ingrediënten voor culturele activiteiten. Alleen als het cultuuraanbod in onze gemeente interessant blijft voor onze inwoners, zullen meer mensen meedoen. We willen daarom de tevredenheid over het aanbod vergroten; ook willen we dat het aanbod als waardevol voor de samenleving wordt gezien. Omdat aanbieders goed weten wat de vraag uit de samenleving is, kunnen zij hierop inspelen.
De Brede School aanpak richt zich op het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen en de aanpak van kansenongelijkheid. Hier wordt aan gewerkt door een bijdrage te leveren aan het optimaliseren van de randvoorwaarden waarbinnen kinderen ontwikkelen en ontplooien, waarbij (lokale) samenwerking essentieel is tussen organisaties op het gebied van cultuur, sport, natuur & techniek en de bibliotheek.
7. Doelen en subsidiabele activiteiten
In deze paragraaf zijn resultaatverwachtingen, subsidiabele activiteiten en indicatoren opgenomen. De subsidiebijdrage wordt verstrekt op basis van genoemde subsidiabele activiteiten en resultaatverwachtingen.
Inhoudelijke monitoring vindt plaats op minimaal de genoemde indicatoren. Deze indicatoren dienen om de voortgang te monitoren. Het platform levert een bijdrage aan de resultaten op deze indicatoren, maar is hiervoor niet verantwoordelijk. Doel is het monitoren van de uitvoering van genoemde activiteiten op een eenduidige manier. Tellen en vertellen vormt het uitgangspunt en het platform werkt daarbij vraaggericht.
Subsidieontvanger kan desgewenst aanvullende indicatoren aan de monitoring en rapportage toevoegen of een schriftelijk onderbouwd verzoek indienen om genoemde indicatoren aan te passen of te laten vervallen.
In het beleidsplan 2024-2027 vraagt de gemeente subsidieaanvrager om specifiek aan te geven hoe verder invulling wordt gegeven aan een vijftal ontwikkelopgaven en op welke manier met betrokken partijen wordt samenwerkt om invulling te geven aan de volgende ontwikkelopgaven:
Versterken samenwerking met andere organisaties die de Brede Scholen ondersteunen vanuit sport en leesbevordering. Buurtsportcoaches en leesconsulenten vanuit De Bibliotheek op School zijn ook actief op basisscholen. Zijn er mogelijkheden om meer samen op te trekken richting de scholen en gezamenlijk vragen van scholen of projecten met scholen en andere partijen op te pakken? Ondanks dat het eigenaarschap bij scholen ligt heeft subsidieaanvrager hier mogelijk ideeën voor.
Versterken van wijk- en doelgerichte aanpak voor de inzet van de cultuurcoach. Denk hierbij aan de manier waarop een afweging wordt gemaakt om een initiatief of project in een wijk of voor een doelgroep te starten en wanneer wordt de inzet afgerond om in andere wijken en voor andere doelgroepen actief te kunnen zijn. Beschikbare capaciteit is beperkt en hoe maakt subsidieontvanger een afweging over de inzet van capaciteit? Mogelijk kunnen samenwerkingspartners en/of hun projecten hier ook een rol in spelen.
Bijdragen aan een inclusieve samenleving1 door activiteiten en projecten van kunst- en cultuureducatie laagdrempelig, zichtbaar en toegankelijk te maken en/of (be)houden. Op welke manier kan het platform hier invulling aan geven?
De opgaven en het draagvlak bij samenwerkingspartners over de uitwerking van de opgaven zullen een terugkerend onderdeel vormen van accountgesprekken en vragen om een toelichting in het inhoudelijke verslag binnen de subsidieverantwoording. Samenwerkingspartners kunnen worden bevraagd over de mate waarin naar tevredenheid invulling wordt gegeven aan de opgaven, wanneer de gemeente daar aanleiding toe ziet.
De Cultuur Loper (DCL) is een provinciaal programma ten behoeve van het landelijke beleid voor Cultuureducatie met Kwaliteit. Voor De Cultuur Loper (DCL) is er cofinanciering vanuit de provincie Noord-Brabant. Voor de gemeente is deze cofinanciering een vereiste voor het continueren van DCL (of een eventuele opvolger van dit programma). Wanneer de provinciale cofinanciering in enig jaar wordt verlaagd of niet meer beschikbaar is, dan leidt dat tot een lager gemeentelijke bijdrage dan wel het beëindigen van de gemeentelijke bijdrage.
Het college kan geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een functionaris een bezoldiging als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomt of is overeengekomen die hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van die wet.
Het binnenhalen van derdengelden/fondsen dient bij te dragen aan de in paragraaf zeven geformuleerde doelen en activiteiten. Inzet in uren en inzet financieel voor het binnenhalen van derdengelden mag niet ten koste gaan van de uren en het geld die Cultuurplaats inzet om te werken aan de doelen uit dit subsidiekader.
In de subsidie verleningsbeschikking worden voorwaarden opgenomen voor ambtelijke voortgangsgesprekken en bestuurlijke gesprekken om de voortgang van de uitvoering van de activiteiten te volgen.
De gemeente verleent de subsidie onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeentebegroting voor de betreffende jaren door de gemeenteraad.
Het indexatiepercentage wordt jaarlijks door de gemeente vastgesteld aan de hand van de landelijke indexpercentages, zoals die door het Rijk aan de gemeenten worden meegedeeld in de septembercirculaire.
Wanneer er sprake is van loonkosten, waarvoor de werkelijke index in een bepaalde sector sterk afwijkt van de gemeentelijke index, dan kan de subsidieontvanger aanvullende indexering aanvragen. Subsidieontvanger moet dan zelf aantonen wat de voor hen geldende CAO index is en wat het aandeel loonkosten is in de begroting van het betreffende jaar.
Jaarlijks dient de subsidieontvanger een verzoek tot subsidievaststelling in, conform de bepalingen en termijn die in de ASV worden genoemd voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt.
Voor het vormen van reserves is instemming van het college noodzakelijk en die instemming is afhankelijk van het feit of de reserve is gericht op besteding ten behoeve van voorzieningen/activiteiten die in voldoende mate aansluiten bij de doelen van de oorspronkelijke subsidieverlening.
Na afloop van ieder kalenderjaar wordt de subsidie definitief vastgesteld. De subsidieontvanger dient uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarop de vaststelling betrekking heeft de volgende stukken in:
Ten aanzien van de subsidievaststelling, reservevorming en verantwoording kunnen nadere bepalingen in de verleningsbeschikking worden opgenomen.