Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goeree-Overflakkee

Beleidsregel standplaatsen Goeree-Overflakkee

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoeree-Overflakkee
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel standplaatsen Goeree-Overflakkee
CiteertitelBeleidsregel standplaatsen Goeree-Overflakkee
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt Beleidsregels standplaatsvergunningen in de gemeente Goeree-Overflakkee 2016 worden ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020, artikel 5:18

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-2023nieuwe regeling

21-11-2023

gmb-2023-506894

Z-22-147872/156884

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel standplaatsen Goeree-Overflakkee

 

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee;

 

overwegende dat het wenselijk is een beleidsregel vast te stellen omtrent standplaatsvergunningen en bestaande regels te actualiseren;

 

gelet op artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten de volgende beleidsregel vast te stellen: Beleidsregel standplaatsen Goeree-Overflakkee.

 

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • dagdeel: een aaneengesloten periode van maximaal vijf uur, binnen het tijdsbestek van 06:00 uur tot maximaal 22:00 uur;

  • dorps- of stadskern: door middel van bebording aangegeven bebouwde kom (van een kern);

  • ideële standplaats: een tijdelijke standplaats op het gebied van maatschappelijk/sociaal-culturele en charitatieve activiteiten of activiteiten op het gebied van volksgezondheid, met een niet commercieel karakter;

  • rijbaan: de rijbaan als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • standplaats: een standplaats zoals bedoeld in artikel 5:17, eerste lid, van de verordening;

  • standplaatshouder: de persoon aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is verleend voor het innemen van een als zodanig aangewezen standplaats;

  • standplaatslocatie: aanduiding voor terrein of plaats waarvoor een standplaatsvergunning kan worden verleend;

  • standplaatsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de verordening;

  • terras: de oppervlakte die voor en ter breedte of bij de standplaats wordt ingenomen met de plaatsing van meubilair. Onder een terras wordt in dit verband niet verstaan een terras als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, sub c, van de verordening;

  • tijdelijke (seizoens) standplaats: een standplaats waarbij minimaal één dag of dagdeel in de week en ten hoogste voor een periode van drie maanden per kalenderjaar, standplaats kan worden ingenomen;

  • verordening: Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020;

  • vaste standplaats: een standplaats waarbij gedurende het gehele jaar, of een dusdanige periode dat deze kan worden gelijkgesteld met een jaar, wekelijks op hetzelfde dagdeel, dezelfde dag of dagen en op dezelfde locatie standplaats kan worden ingenomen;

  • weg: de weg als bedoeld in artikel 1:1 van de verordening.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is van toepassing op standplaatsen in de zin van artikel 5:17, eerste lid, van de verordening.

Hoofdstuk 2. Vergunningsregime

Artikel 3. Vereisten aanvraag

  • 1.

    Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam, natuurlijk persoon die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Vaste standplaatshouders dienen ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Voorts dienen zij een aansprakelijkheidsverzekering te hebben.

  • 3.

    Een aanvraag om een standplaats wordt bij burgemeester en wethouders ingediend middels een daartoe bestemd aanvraagformulier. Dit formulier is beschikbaar op de website van de gemeente Goeree-Overflakkee.

  • 4.

    Bij de aanvraag dient er een situatietekening te worden ingediend van de standplaats en, indien er een terras is, dient deze ook te worden ingetekend.

  • 5.

    Een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt ten minste acht weken voordat de standplaats wordt ingenomen ingediend.

  • 6.

    Aanvragen ingediend anders dan met het aanvraagformulier als bedoeld in het tweede lid worden niet in behandeling genomen. Burgemeester en wethouders handelen bij toepassing van het voorgaande naar het gestelde in artikel 4:5 van de Awb.

Artikel 4. Persoonlijk innemen standplaats

  • 1.

    Er kan één leidinggevende worden bijgeschreven op de vergunning. De vergunning blijft op de naam staan van vergunninghouder staan en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    De vergunninghouder is eindverantwoordelijke voor de standplaats.

  • 3.

    De vergunninghouder of leidinggevende is verplicht om persoonlijk aanwezig te zijn op de tijdstippen dat de standplaats wordt ingenomen.

  • 4.

    De vergunninghouder of de leidinggevende is verplicht tot het daadwerkelijk benutten van de vergunning door het innemen van een standplaats.

  • 5.

    De vergunninghouder of de leidinggevende mag zich op de standplaats laten bijstaan door een of meerdere personen.

Artikel 5. Tijden innemen standplaats

  • 1.

    De standplaats mag worden ingenomen om artikelen te koop aan te bieden of te verkopen met inachtneming van de bepalingen van de Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden Goeree-Overflakkee.

  • 2.

    In het belang van de openbare orde, in het belang van het voorkomen of beperken van overlast of in het belang van de verkeersveiligheid, kunnen afwijkende tijden voor het innemen van een standplaats worden vastgesteld.

Artikel 6. Duur standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vaste standplaats wordt voor onbepaalde tijd verleend.

  • 2.

    Een seizoenstandplaats wordt minimaal één dag of dagdeel in de week en ten hoogste voor een periode van drie maanden per kalenderjaar ingenomen.

  • 3.

    Een standplaats op de Brouwersdam (buitenzijde) wordt voor maximaal drie jaar verleend.

  • 4.

    Een ideële standplaats wordt per jaar voor maximaal zes dagen verleend en kan aaneengesloten of verspreid in hetzelfde jaar worden ingenomen.

Artikel 7. Maximumstelsel

Op de Brouwersdam (buitenzijde) worden maximaal drie standplaatsen uitgegeven.

Artikel 8. Privéterrein

Een aantal aangewezen locaties bevindt zich op privéterrein. Het is verplicht om schriftelijke toestemming te hebben van de grondeigenaar om op de grond een standplaats in te nemen. De schriftelijke toestemming dient bij de aanvraag voor de standplaatsvergunning toegevoegd te worden.

Hoofdstuk 3. Vergunningsvoorschriften

Artikel 9. Algemene voorschriften

Wordt een vergunning verleend, dan worden daaraan in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    op welke locatie, dag(en) en tijden de standplaats ingenomen dient te worden;

  • b.

    de standplaats mag alleen worden ingenomen met een verkoopwagen, kraam of iets dergelijks, welke mobiel is (elke dag verrijdbaar);

  • c.

    de standplaats mag alleen worden ingenomen tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • d.

    welke producten en artikelen verkocht mogen worden;

  • e.

    indien de standplaats vier achtereenvolgende keren niet wordt ingenomen, met uitzondering van afwezigheid in verband met ziekte, kan de vergunning worden ingetrokken;

  • f.

    de vergunninghouder dient de omgeving van de standplaats schoon en in opgeruimde staat te houden;

  • g.

    de standplaats moet zodanig worden ingenomen dat zo min mogelijk parkeerplaatsen worden ingenomen en het verkeer hiervan geen hinder ondervindt;

  • h.

    de gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan personen, zaken of goederen van derden hoe ook genaamd, ontstaan als gevolg van gebruikmaking van de vergunning;

  • i.

    indien de verkoopactiviteiten die vanuit of vanaf de standplaats plaatsvinden meldings- of vergunningsplichtig zijn krachtens de W, dan dient hieraan eerst te worden voldaan, alvorens van de standplaatsvergunning gebruik mag worden gemaakt;

  • j.

    indien bijzondere omstandigheden dit wenselijk of noodzakelijk maken moet de vergunninghouder – in overleg met de gemeente – uitwijken naar een andere standplaats;

  • k.

    bevelen en/of aanwijzingen van de politie en daartoe bevoegde ambtenaren moeten terstond en stipt opgevolgd worden;

  • l.

    de vergunning moet desgevraagd getoond worden aan de politie en daartoe bevoegde ambtenaren;

  • m.

    er moet altijd iemand in de verkoopwagen aanwezig zijn die staat vermeld op de vergunning;

  • n.

    de vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd indien de omschreven voorschriften niet worden nagekomen;

  • o.

    de afmetingen en de exacte locatie van de standplaats mogen niet worden overschreden;

  • p.

    de standplaats moet voldoen aan redelijke eisen van welstand, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders en zo nodig gehoord de Adviescommissie Omgevingskwaliteit;

  • q.

    de standplaatshouder mag binnen een cirkel van vijf meter van zijn standplaats losse objecten plaatsen met het oogmerk de aandacht op die standplaats te vestigen, waartoe in elk geval worden gerekend reclameborden, vlaggen en prullenbakken, mits hierdoor de veiligheid van het verkeer niet in gevaar komt en/of de doorgang voor het verkeer niet gehinderd wordt.

Artikel 10. Veiligheid en zichtbaarheid

  • 1.

    De standplaatshouder dient obstakels, in welke vorm dan ook, duidelijk te markeren en zodanig te plaatsen dat daardoor geen hinder, schade of overlast wordt veroorzaakt voor derden, noch dat de plaatsing daarvan op enigerlei wijze kan leiden tot gevaarlijke situaties.

  • 2.

    De standplaatshouder dient ter voorkoming van het ontstaan van gevaarlijke situaties, eventuele stroomkabels, leidingen en dergelijke zodanig neer te leggen en af te dekken dat gebruikers en bezoekers van de standplaats hiervan geen hinder ondervinden.

  • 3.

    De standplaatshouder treft maatregelen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn ter waarborging van de veiligheid van de gebruikers en bezoekers die zich in of bij de standplaats bevinden.

Artikel 11. Stroomgebruik

Gebruik van bestaande gemeentelijke stroomkasten is alleen toegestaan indien hiervoor van gemeentewege toestemming is verleend. Voor gebruik van bestaande gemeentelijke stroomkasten wordt een jaarlijks vast te stellen tarief in rekening gebracht.

Artikel 12. Terrassen bij standplaatsen

Bij standplaatsen binnen en buiten de dorps- of stadskern is het, mits de openbare voorzieningen dit toelaten, toegestaan een terras bij de standplaats te plaatsen, met inachtneming van het volgende:

  • a.

    het terras moet direct grenzen aan de standplaats;

  • b.

    de oppervlakte van het terras is afhankelijk van de omstandigheden en wordt gelet op de locatie nader bepaald in de vergunning, door middel van een bijgevoegde tekening;

  • c.

    het is toegestaan meubilair op het terras te plaatsen. Daaronder wordt verstaan: tafels, stoelen, banken en parasols. Onder meubilair wordt niet begrepen: vlonders, terrasschermen en terrasverwarming;

  • d.

    het terrasmeubilair dient na sluitingstijd te worden opgeruimd. Dit houdt in dat het terras dagelijks dient te worden ontruimd om vandalisme en diefstal te voorkomen en verkeersveiligheid en bereikbaarheid te garanderen;

  • e.

    brandkranen moeten te allen tijde vrij bereikbaar zijn voor de hulpdiensten;

  • f.

    de breedte-afstand tussen het terras en de rijbaan is ten minste anderhalve meter.

Artikel 13. Afval en opruimen

  • 1.

    De standplaatshouder zorgt ervoor dat de omgeving van de standplaats in een nette en opgeruimde staat wordt gehouden.

  • 2.

    De standplaatshouder zorgt voor een afvalbak of iets dergelijks waarin men afval kan deponeren indien verpakkingsmaterialen worden gebruikt of anderszins afval wordt geproduceerd op de standplaats.

  • 3.

    Het opruimen en verwijderen van afval(stoffen) is voor de standplaatshouder rekening en risico.

Artikel 14. Schade

  • 1.

    De standplaatshouder treft alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen teneinde te voorkomen dat de gemeente dan wel derden, schade lijden ten gevolge van het innemen van de standplaats. Desalniettemin blijft de standplaatshouder aansprakelijk voor eventueel ontstane schade.

  • 2.

    De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit het inrichten en exploiteren van de standplaats.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 15. Overgangsregeling

Voor eerder verleende vergunningen, voor het innemen van een standplaats op locaties waar dit krachtens deze beleidsregel niet meer mogelijk is, geldt de volgende overgangsregeling:

  • a.

    nieuwe aanvragen om vergunning voor de betreffende standplaatslocatie worden niet meer gehonoreerd;

  • b.

    rechten van een vergunninghouder voor de betreffende standplaatslocatie worden gerespecteerd zolang de vergunninghouder gebruikt maakt van de standplaats.

Artikel 16. Intrekking oude regeling

De Beleidsregels standplaatsvergunningen gemeente Goeree-Overflakkee 2016 worden ingetrokken.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 18. Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel standplaatsen Goeree-Overflakkee.

 

Aldus vastgesteld op 21 november 2023 door

burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

secretaris, burgemeester,

W.M. van Esch mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Nota van toelichting Beleidsregel standplaatsen Goeree-Overflakkee

 

Toelichting op de artikelen

In deze paragraaf wordt een toelichting op de artikelen uit de beleidsregels gegeven. Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Geen verduidelijking op dit artikel noodzakelijk, behoudens de uitleg over ideële standplaats.

Een ideële standplaats is een standplaats die wordt ingenomen voor een niet-commerciële sociaal-culturele, sportieve, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige activiteit. Deze activiteit kan ook ter ondersteuning zijn van publiekcampagnes van (semi)overheden bijvoorbeeld ter bevordering van gezond gedrag en veiligheid. Gedacht kan worden aan standplaatsen in het kader van landelijke verkiezingen of gemeenteraadsverkiezingen en standplaatsen voor goede doelen. Indien het enkel gaat om flyeren, handtekeningen verzamelen etc. zonder dat er een standplaats wordt ingenomen, is er geen vergunning vereist.

 

Hoofdstuk 2. Vergunningsregime

 

Artikel 4. Persoonlijk innemen standplaats

De standplaatsvergunning is een persoonsgebonden vergunning. Dit betekent dat als de huidige vergunninghouder stopt, de vergunning niet kan worden overdragen. Op de standplaatsvergunning kan maximaal één persoon worden bijgeschreven. De vergunninghouder is eindverantwoordelijk voor de standplaats.

 

De vergunninghouder dan wel de leidinggevende dient aanwezig te zijn tijdens het innemen van de standplaats. Van deze regel kan worden afgeweken indien de vergunninghouder of de leidinggevende door ziekte, vakantie of andere bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn.

 

Artikel 5. Tijden innemen standplaats

De tijden waarop standplaatsen geopend mogen zijn, sluiten aan bij de bepalingen van de Winkeltijdenwet en de Winkeltijdenverordening gemeente Goeree-Overflakkee.

 

Werkdagen

Artikel 2 lid 1 sub c van de Winkeltijdenwet geeft aan dat het verboden is om op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur een winkel voor het publiek geopend te hebben. Artikel 2 lid 2 van de Winkeltijdenwet bevat een verbod voor de overige vormen van detailhandel, zoals markt- en straathandel, op dezelfde dagen en tijden als die waarop winkels gesloten dienen te zijn. Het is aldus niet toegestaan een standplaats op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur geopend te hebben.

 

Zon- en feestdagen

Op grond van artikel 2 lid 1 sub a en b is het verboden een standplaats geopend te hebben op zondag, op Nieuwjaarsdag, op Goede vrijdag na 19.00 uur, op Tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op Tweede Pinksterdag, op 24 december na 19.00 uur, op Eerste en Tweede Kerstdag en op 4 mei na 19.00 uur.

 

Artikel 3 lid 1 van de Winkeltijdenwet biedt nog wel de mogelijkheid om bij verordening vrijstelling te verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden. In artikel 5 lid 1 van de Winkeltijdenverordening Goeree-Overflakkee hebben wij een vrijstelling opgenomen. De standplaatsen waar directe consumptie geschikte eetwaren te koop worden aangeboden of worden verkocht en welke zich buiten bestaand stedelijk gebied bevinden, mogen ook geopend zijn op zon- en feestdagen van 6.00 uur tot 24.00 uur. In dit beleid hebben we bepaald dat een standplaats niet voor zonsopkomst en niet na zonsondergang standplaats mag innemen.

 

In artikel 5 lid 2 Winkeltijdenverordening Goeree-Overflakkee is een tweede vrijstelling opgenomen. Standplaatsen waar de hoofdzaak het te koop aanbieden en verkopen van oliebollen en aanverwante producten is, mogen op oudejaarsdag van 06.00 uur tot 22.00 uur geopend zijn.

 

Artikel 6. Duur standplaatsvergunning

Het eerste lid geeft de duur aan van de vaste standplaatsvergunning. De duur is op onbepaalde tijd gezet gezien er geen bepaald vergunningenplafond is. In de gemeente Goeree-Overflakkee zijn geen vaste locaties aangewezen voor het innemen van een standplaatsvergunning. Dit om de flexibiliteit te willen bieden om in overleg met de aanvrager naar een geschikte locatie te kijken. Op het moment zijn geen signalen van overlast of wildgroei. Wanneer dit in de toekomst wel aan de orde dan is er de mogelijkheid om het beleid te herijken.

 

Naast de vaste standplaatsvergunningen, bestaan er seizoenstandplaatsen. Volgens het tweede lid kunnen deze worden ingenomen voor ten hoogste een periode van drie maanden per kalenderjaar.

 

In het derde lid worden de standplaatsen op de Brouwersdam (buitenzijde) genoemd. Gezien op deze locatie er een maximumstelsel van drie standplaatsen geldt, betekent dit dat er een beperking is op deze locatie en dat de vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend. Er is gekozen om voor deze standplaatsen een vergunning te verlenen voor maximaal drie jaar.

Het vierde lid heeft betrekking op een ideële standplaats. Een ideële standplaats is een tijdelijke standplaats met uitzondering van een mobiel screeningscentrum (“de bus”) voor het uitvoeren van een bevolkingsonderzoek. Deze mag een standplaats innemen voor de duur die benodigd is voor het bevolkingsonderzoek.

 

Artikel 7. Maximumstelsel

Op de Brouwersdam mogen aan de buitenzijde maximaal 3 standplaatsen worden ingenomen. In de directe omgeving zijn er voldoende alternatieven voor het innemen van een standplaatsen.

 

Hoofdstuk 3. Vergunningsvoorschriften

Artikel 9. Algemene voorschriften

Dit artikel gaat in op de algemene voorschriften die van toepassing zijn op de standplaatsvergunning. De voorwaarde onder b wordt nader toegelicht.

 

Een omgevingsvergunning voor het oprichten en in stand houden van een bouwwerk is niet nodig als de standplaatshouder met een mobiele wagen elke avond zijn standplaats ontruimt.

 

Artikel 11. Stroomgebruik

Tot op heden komt het veel voor dat gemeentelijke stroomkasten door standplaatshouders worden gebruikt. Wij vinden het redelijk dat standplaatshouders moeten betalen voor het gebruik van gemeentelijke stroomkasten.

 

Artikel 12. Terrassen bij standplaatsen

Wij achten het noodzakelijk om nadere regels te stellen aan de plaatsing van terrassen bij standplaatsen. Op Goeree-Overflakkee zijn er zowel standplaatsen binnen als buiten de bebouwde kom die beschikken over een terras.

 

Wij zijn van mening dat er, onder meer uit oogpunt van de bescherming van de openbare orde en in het belang van de openbare veiligheid, verschillende regels moeten gelden voor terrassen binnen en buiten de bebouwde kom. Om verwarring over de term “terras” te voorkomen is in artikel 1 van de beleidsregels een definitie van deze term opgenomen. Onder een terras wordt in deze beleidsregels nadrukkelijk niet verstaan een terras als bedoeld in artikel 2:27 van de APV.