Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijkerk

Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Nijkerk 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Nijkerk 2024
CiteertitelLegesverordening Nijkerk 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-02-2024bijlage 1

25-01-2024

gmb-2024-55829

2024-005 1609383
29-11-202306-02-2024nieuwe regeling

23-11-2023

gmb-2023-506812

2023-065-A

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Nijkerk 2024

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Nijkerk 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen om collectevergunning;

  • d.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen […] dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 10 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.33 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2023 met bijbehorende tarieventabellen worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in de aanhef van het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Nijkerk 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 november 2023.

De voorzitter,

de heer mr drs. G.D. Renkema

De griffier,

Mevrouw A.G. Verhoef-Franken.

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Nijkerk 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Paragraaf 1 Burgerlijke stand

 

1.1.1a

Het tarief voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk aan de balie van het stadhuis:

€ 0,00

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of een registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

In het stadhuis

1.1.1.1

op maandag om 09.00 uur en om 09.30 uur

€ 0,00

1.1.1.1a

een eenvoudig huwelijk tweewekelijks op donderdag afwisselend om 10.30-12.00 uur of 15.30-17.00 uur

€ 174,00

1.1.1.2

op maandag tot en met vrijdag op hele uren tussen 10.00 uur en 17.00 uur

€ 415,00

 

1.1.1.3

op maandag tot en met vrijdag op hele uren tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 782,00

1.1.1.4

op zaterdag op hele uren tussen 10.00 uur en 20.00 uur

€ 782,00

op een andere vaste locatie dan in het stadhuis (Hoeve Sparrendam, de Klepperman, de Roode Schuur, ‘t Koetshuis en De Salentein):

1.1.1.5

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 uur en 17.00 uur

€ 459,00

1.1.1.6

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 842,00

1.1.1.7

op zaterdag tussen 10.00 uur en 20.00 uur

€ 842,00

op een incidentele locatie:

1.1.1.8

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 17.00 uur

€ 573,00

1.1.1.9

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 20.00 uur

€ 960,00

1.1.1.10

op zaterdag tussen 10.00 en 20.00 uur

€ 960,00

1.1.1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 90 dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 55,00

1.1.2

Het tarief als bedoeld in 1.1.1 wordt, indien een of meer gemeenteambtenaren moeten worden

ingeschakeld als getuige, per ingeschakelde ambtenaar verhoogd met:

€ 48,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 28,50

 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand,

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 22,00

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

1.1.6.1

als beëdiging al heeft plaatsgevonden:

€ 53,00

 

Paragraaf 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen geldt het maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden:

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.2 worden bij een versnelde uitreiking vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, eerste lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

Paragraaf 3 Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het maximum tarief zoals dat landelijk is vastgesteld en bekend is gemaakt in de Staatscourant.

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriële Regeling spoedprocedure afgifte rijbewijzen toeslag spoed.

1.3.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een aanvraagformulier ter verkrijging van een verklaring van geschiktheid, het bedrag zoals dat is opgenomen in het door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen vastgestelde tarievenoverzicht.

 

Paragraaf 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie persoonsgegevens

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 15,00

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon die niet is opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

1.4.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 15,00

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid,

van het Besluit basisregistratie personen

€ 3,00

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie,

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,00

 

Hoofdstuk 5

Gereserveerd

 

Paragraaf 6

Vervallen

 

Paragraaf 7

Gereserveerd

 

Paragraaf 8

Gereserveerd

 

Paragraaf 9 Overige publiekszaken

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriële Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden.

1.9.2

(vervallen)

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 15,00

 

Paragraaf 10 Gemeentearchief

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het

gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 13,00

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van digitale kopieën van alle in het archief aanwezige

omgevingsvergunningen betreffende één bepaald perceel:

€ 12,75

 

Paragraaf 11 Huisvestingswet 2014

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 en art. 4 en 5 van de Huisvestingsverordening 2019:

€ 78,00

 

Paragraaf 12 Leegstandwet

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in

artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 78,00

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in

artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 39,00

1.12.3

Indien aanvragen als bedoeld in de onderdelen 1.12.1. en 1.12.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

Paragraaf 13

Gereserveerd

 

Paragraaf 14

vervallen

 

Paragraaf 15

Gereserveerd

 

Paragraaf 16 Kansspelen

 

1.16.1

De tarieven voor het in behandeling nemen van een aanwezigheidsvergunning voor een of meer kansspelautomaten zijn de tarieven als bedoeld in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000.

1.16.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld

in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning) bedraagt

€ 28,00

 

Paragraaf 17 Telecommunicatiewet

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, of een melding of instemmingsbesluit als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Nijkerk, afhankelijk van de totale lengte van de aan te leggen of te wijzigen kabels en leidingen:

1.17.1.1

bij een lengte tot en met 25 meter:

€ 235,20

1.17.1.2

bij een lengte vanaf 25 meter tot en met 250 meter:

€ 371,50

1.17.1.3

bij een lengte vanaf 250 meter tot en met 1500 meter:

€ 412,90

1.17.1.4

bij een lengte vanaf 1500 meter tot en met 5000 meter:

€ 518,60

1.17.1.5

bij een lengte vanaf 5000 meter, voor elke strekkende meter:

€ 0,10

1.17.1.6

Klein werk met een lengte tot 25 m

€ 101,50

1.17.2

Als met betrekking tot een melding of aangevraagd instemmingsbesluit overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder, al dan niet met andere beheerders van openbare grond of overige belanghebbenden, wordt het tarief,

bedoeld in 1.17.1.1 tot en met 1.17.1.5, per overleg verhoogd met:

€ 423,20

1.17.3

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het tarief bedoeld in 1.17.1.1 tot en

met 1.17.1.5, per lasgat verhoogd met:

€ 112,90

1.17.4

Als met betrekking tot een melding of aanvraag als bedoeld in 1.17.1, onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief, bedoeld in 1.17.1.1 tot en met 1.17.1.5, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding of aanvraag aan de indiener meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.17.5

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.4 is uitgebracht, wordt een melding of aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding of aanvraag vóór deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 18 Verkeer en vervoer

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing van burgemeester en wethouders op grond van artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994

(wedstrijden op de weg)

€ 84,40

1.18.2

tot het verkrijgen van een ontheffing van burgemeester en wethouders op grond van een regeling als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 (verkeersregels en voertuigeisen):

1.18.2.1

geldig voor maximaal één dag:

€ 8,90

1.18.2.2

geldig voor onbepaalde tijd:

€ 41,20

1.18.2.3

noodzakelijk voor het kunnen bereiken van een woning, bedrijf of daarbij behorende parkeerplaats in een voetgangersgebied of een gebied

waar een geslotenverklaring geldt:

Kosteloos

1.18.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

(BABW)

€ 107,00

 

Hoofdstuk 19 Diversen

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere,

in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 78,00

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.2.1

tot het verstrekken van afschriften, fotokopieën, printer- of plotterafdrukken van stukken of bestanden, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina op papier:

1.19.2.1.1

in formaat A4 of kleiner

€ 0,40

1.19.2.1.2

in formaat A3

€ 0,40

1.19.2.1.3

groter dan A3

€ 9,90

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in het gemeentelijke omgevingsplan, inclusief bijlagen bij het gemeentelijk omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

-

ontvangst- of intaketafel/vooroverleg: hier vindt een globale ambtelijke ruimtelijke toets plaats van een initiatief voorafgaand aan het indienen van een aanvraag;

-

omgevingstafel: de plaats waar initiatiefnemer, gemeente, betrokken ketenpartners en belanghebbenden bij elkaar komen om een initiatief te bespreken en te beoordelen of dit haalbaar is;

 

 

4.

bouwkosten: In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het rekenprogramma ‘Bouwleges basisbedragen Bouwkosten’ van CASA DATA’ (tarief 4e kwartaal van het voorgaande jaar). Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten worden de opgegeven bouwkosten gehanteerd, exclusief omzetbelasting, tenzij dit bedrag overduidelijk onjuist is. In dat geval wordt een raming gedaan. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan:

de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Om de hoogte van de bouwleges te bepalen, moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij het bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

vooroverleg, daaronder begrepen vooroverleg aan de ontvangst- of intaketafel;

b.

een principebesluit van het bevoegd gezag, al dan niet voorbereid aan de omgevingstafel;

c.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

d.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

e.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

f.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

g.

intrekking van een omgevingsvergunning;

h.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c, d en e;

i.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met h.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten, tenzij in het betreffende artikel anders bepaald.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Vooroverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van vooroverleg voor het verkrijgen van een indicatie of een of meer activiteiten passen in het overheidsbeleid over de fysieke leefomgeving, waaronder de omgevingsvisie van de gemeente en andere overheidsinstanties, en kansrijk is om verder te ontwikkelen (ontvangst- of intaketafel), bedraagt het tarief:

€ 110,00

 

Artikel 2.5 Integraal advies of principebesluit al dan niet verkregen aan omgevingstafel

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van overleg voor het verkrijgen van een integraal advies over een of meer activiteiten ten behoeve van een principebesluit en/of waarmee de initiatiefnemer de vergunningaanvraag kan opstellen en indienen, bedraagt het tarief, inclusief twee keer overleg aan de omgevingstafel:

€ 2.660,-

a.

vanaf het derde overleg per overleg verhoogd met:

€ 380,-

Artikel 2.6 Beoordelen conceptaanvraag omgevingsvergunning

Als de aanvraag betrekking heeft op het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 190,00

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

 

Artikel 2.7 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

 

 

van de bouwkosten:

1,48%

 

met een minimum van:

€ 190,00

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 370,00

vermeerderd met:

0,71%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 25.000 te boven gaan.

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

€ 547,50

vermeerderd met:

0,71%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000 te boven gaan.

d.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen.

€ 1.612,50

vermeerderd met:

0,62%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000 te boven gaan.

e.

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

€ 15.872,50

vermeerderd met:

0,65%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000 te boven gaan.

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1.

 

 

als de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

 

van de bouwkosten:

1,48%

met een minimum van:

€ 190,00

2.

 

 

als de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 370,00

vermeerderd met:

3,2%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 25.000,- te boven gaan

 

3.

 

 

als de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

€1.170,00

vermeerderd met:

3,15%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000,- te boven gaan

 

4.

 

 

als de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 5.895,00

vermeerderd met:

3,11%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000,- te boven gaan

 

5.

 

 

als de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

€ 77.425,00

vermeerderd met:

2,14%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000,- te boven gaan

 

b.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor een bouwactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (binnenplanse omgevingsplanactiviteit), maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsactiviteit aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld:

Vermeerderd met:

1.

als de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen, van de bouwkosten:

1,48%

met een minimum van:

€ 190,00

2.

als de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 370,00

vermeerderd met:

3,2%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 25.000,- te boven gaan

 

3.

als de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

€ 1.170,00

vermeerderd met:

3,15%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000,- te boven gaan

 

4.

als de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 5.895,00

vermeerderd met:

3,11%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000,- te boven gaan

 

5.

als de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000,- of meer bedragen:

€ 77.425,00

vermeerderd met:

2,14%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000 te boven gaan

 

c.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor een bouwactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsactiviteit aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld:

Vermeerderd met:

1.

als de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen, van de bouwkosten:

1,48%

met een minimum van:

€ 190,00

2.

als de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 370,00

vermeerderd met:

3,2%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 25.000,- te boven gaan

 

3.

als de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

€ 1.170,00

vermeerderd met:

3,15%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000,- te boven gaan

 

4.

als de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 5.895,00

vermeerderd met:

3,11%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000,- te boven gaan

 

5.

als de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000,- of meer bedragen:

€ 77.425,00

 

vermeerderd met:

2,14%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000 te boven gaan

 

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 10 van de Erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 760,00

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 760,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 760,00

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 760,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 760,00

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 760,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, bedraagt tarief:

€ 760,00

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.10 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 760,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 760,00

 

 

Artikel 2.11 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1520,00

 

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 6.650,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 6.650,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 6.650,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.280,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.280,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 6.650,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.280,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.850,00

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.850,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het tijdelijk deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het tijdelijk deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, als bedoeld in het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, als bedoeld in het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft.

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet:

€ 380,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.520,00

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 380,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00

d.

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 95,00

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.29 Gereserveerd

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening Nijkerk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 95,00

Artikel 2.31 Gereserveerd

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op of aan een openbare plaats

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 4:13 en/of artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 190,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 190,00

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 95,00

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 380,00

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving:

€ 570,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a:

€ 570,00

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de artikelen van paragraaf 2.5:

€ 760,00

 

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief:

€ 380,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief:

€ 380,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief::

€ 380,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 380,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 380,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 95,00

 

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 190,00

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

a.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in de aanvraag:

€ 190,00

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 570,00

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 0,00

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 190,00

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Als de aanvraag betrekking heeft op het wijzigen van het omgevingsplan het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een wijziging van het omgevingsplan aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld.

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 570,00

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 380,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 570,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 570,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

1.Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 190,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 190,00

c.

voor de beoordeling van een geluidrapport betreffende de geluidbelasting als gevolg van (spoor)wegverkeerslawaai:

€ 380,00

d.

voor de beoordeling van een rapport betreffende de geluidbelasting als gevolg van industrielawaai:€

€ 380,00

e.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 190,00

f.

voor de beoordeling van een luchtkwaliteitsrapport:

€ 190,00

g.

voor de beoordeling van een geur- en fijnstofonderzoeksrapport:

€ 570,00

h.

voor de beoordeling van een onderzoek externe veiligheid

€ 190,00

i.

voor de beoordeling van een wateradvies/watertoets:

€ 190,00

j.

voor de beoordeling van een onderzoek naar de verkeerseffecten, de ontsluiting en het parkeren:

€ 760,00

k.

voor de beoordeling van een stedenbouwkundig ontwerp:

€ 380,00

l.

voor de beoordeling van een onderzoek betreffende de cultuurhistorische effecten:

€ 380,00

m.

voor de beoordeling van een onderzoek naar de inpassing in het landschap en/of het erf:

€ 475,00

n.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 475,00

o.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 380,00

2.Het tarief van dit artikel wordt niet gehanteerd indien artikel 2.8 sub b of c van toepassing is.

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 380,00

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Commissie omgevingskwaliteit Gemeente Nijkerk 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 190,00

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Commissie omgevingskwaliteit Gemeente Nijkerk 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 380,00

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3. Het tarief van dit artikel wordt niet gehanteerd indien artikel 2.8 sub b of c van toepassing is.

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 760,00

b.

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.52 Teruggaaf na vooroverleg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, onder artikel 2.4 aanhef ontvangst- of intaketafel waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden geen aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges.

 

Artikel 2.53 (gereserveerd)

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

Is sprake van een voorgenomen activiteit waarvoor na aanpassing van de ingediende aanvraag geen omgevingsvergunning vereist is, blijft aan leges verschuldigd:

€ 190,00

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

80%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 190,00

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges,

met dien verstande dat ten minste een bedrag is verschuldigd van:

€ 190,00

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

met dien verstande dat ten minste een bedrag is verschuldigd van:

€ 190,00

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 110,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3  Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2

 

Paragraaf 1 Horeca

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van

artikel 3 van de Alcoholwet

€ 196,00

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene

plaatselijke verordening

€ 71,00

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4,

vierde lid, van de Alcoholwet

€ 71,00

3.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 71,00

3.1.5

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a,

tweede lid, van de Alcoholwet

€ 71,00

3.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35

van de Alcoholwet

€ 28,00

 

Paragraaf 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder evenement: een evenement zoals omschreven in art. 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021.

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in art. 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021 (evenementenvergunning) voor het organiseren van een evenement:

3.2.2.1

Voor een evenement categorie A, zoals bedoeld in het Evenementenbeleid Nijkerk 2020, vastgesteld op 7 juli 2020

€ 79,00

3.2.2.2

Voor een evenement categorie B, zoals bedoeld in het Evenementenbeleid Nijkerk 2020, vastgesteld op 7 juli 2020

€ 119,00

3.2.2.3

Voor een evenement categorie C, zoals bedoeld in het Evenementenbeleid Nijkerk 2020, vastgesteld op 7 juli 2020

€ 157,00

3.2.3

In afwijking van 3.2.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een evenementenvergunning door een niet-commerciële vereniging of stichting:

€ 0,00

 

Paragraaf 3 Prostitutiebedrijven

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Nijkerk 2021, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 1.069,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 534,00

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Nijkerk 2021:

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 268,00

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 268,00

 

Paragraaf 4

gereserveerd

 

Paragraaf 5 Standplaatsen op gemeentegrond

 

3.5

Van de houder van een vergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021 worden over de oppervlakte van de standplaats waarvoor vergunning is verleend de volgende rechten geheven:

bij een tijdsduur van meer dan 5 aaneengesloten uren, per m2 per dag:

€ 1,25

bij een tijdstuur van ten hoogste 5 aaneengesloten uren, per m2 per dag:

€ 0,62

 

Paragraaf 6 Camperplaatsen op gemeentegrond

 

3.6

Het tarief voor het gebruik maken van een camperplaats aan de Watergoorweg bedraagt per nacht:

€ 8,10

 

Paragraaf 7 In deze titel niet genoemde beschikking

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere,

in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 78,00

 

Behoort bij raadsbesluit van 23 november 2023, nr. 2023-065-A

 

de griffier,

mevrouw A.G. Verhoef-Franken