Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:a. lid: lid of buitengewoon lid
van een raadscommissie; b. voorzitter: voorzitter van een raadscommissie
of diens vervanger; c. commissiegriffier: secretaris van een
raadscommissie of diens vervanger; d. griffier: griffier van de raad of
diens vervanger;e. Raadscommissie: commissie als bedoeld in artikel 82
Gemeentewet f. vergadering: vergadering van een raadscommissie.
Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling raadscommissies
- 1.
De raad stelt de volgende raadscommissies in: 1. Openbare werken en
Milieu;
2. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening (VRO);
3. Maatschappelijke zaken;
4. Middelen en bestuurlijke zaken.
- 2.
De raadscommissie Openbare werken en Milieu adviseert en overlegt
over de volgende onderwerpen:a. Onderwerpen op het gebied van wegen,
straten en pleinen;b. Onderwerpen op het gebied van verlichting;c.
Onderwerpen op het gebied van verkeer en vervoer;d. Onderwerpen op
het gebied van markten en kermissen;e. Onderwerpen op het gebied van
gladheidsbestrijding;f. Onderwerpen op het gebied van gebiedsgewijze
aanpak;g. Onderwerpen op het gebied van riolering;h. Onderwerpen op
het gebied van milieu en afval;i. Onderwerpen op het gebied van
waterzaken, waaronder begrepen het project “Grensmaas”;j.
Onderwerpen op het gebied van het project Grensmaas;k. Overige
onderwerpen die gerekend kunnen worden tot het werkterrein van de
commissie.
- 3.
De raadscommissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening (VRO)
adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: a. Onderwerpen
op het gebied van volkshuisvesting;b. Onderwerpen op het gebied van
ruimtelijke ordening;c. Onderwerpen op het gebied van
Investingsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV);d. Projecten binnen
het werkgebied van de commissie;e. Overige grondgebonden of
ruimtelijke onderwerpen of onderwerpen die gerekend kunnen worden
tot het werkterrein van de commissie.
- 4.
De raadscommissie Maatschappelijke zaken adviseert en overlegt over
de volgende onderwerpen: a. Onderwerpen op het gebied van welzijn en
zorg;b. Onderwerpen op het gebied van sociale zaken;c. Onderwerpen
op het gebied van onderwijs;d. Onderwerpen op het gebied van
cultuur;e. Onderwerpen op het gebied van sport; f. Overige
onderwerpen op het gebied van welzijn of sociale zaken die gerekend
kunnen worden tot het werkterrein van de commissie.
- 5.
De raadscommissie Middelen en bestuurlijke zaken adviseert en
overlegt over de volgende onderwerpen: a. Onderwerpen aangaande het
financiële beleid van de gemeente;b. Onderwerpen op het gebied van
personeel en organisatie;c. Onderwerpen op het gebied van openbare
orde en veiligheid;d. Onderwerpen op het gebied van economische
aangelegenheden;e. Onderwerpen op het gebied van intergemeentelijke
samenwerking;f. Onderwerpen op het gebied van gemeentelijk
vastgoedbeheer;g. Onderwerpen op het gebied van de eigen huishouding
van de Raad, waaronder begrepen de effectuering van rechten van de
Raad of zijn individuele raadsleden;h. Overige onderwerpen op het
gebied van gemeentelijke middelen, algemene zaken of bestuurszaken
die gerekend kunnen worden tot het werkterrein van de
commissie.
Artikel 2a Behandeling door commissies
- 1.
Het in het Reglement van Orde voor de Raad 2006 ingestelde Presidium
bepaalt in welke commissie een aangeboden onderwerp aan de orde zal
worden gesteld.
- 2.
Een onderwerp wordt in slechts één commissie behandeld.
- 3.
Voor verwijzing naar een commissie door het Presidium is de inhoud
van een onderwerp leidend. Eventuele uit het onderwerp
voortvloeiende personele en financiële consequenties zijn volgend op
de inhoud en spelen geen rol in de beoordeling door het Presidium
van de vraag in welke commissie een onderwerp aan de orde zal worden
gesteld.
- 4.
Indien naar het oordeel van het Presidium een onderwerp meerdere
raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in een gecombineerde
vergadering van de betreffende raadscommissies besproken.
- 5.
In gevallen als bedoeld in het vorige lid, brengt de vergadering één
advies aan de Gemeenteraad uit.
- 6.
Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt
belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het
onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.
- 7.
Ter bepaling welke commissie een onderwerp het meest aangaat, zijn
de leden 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3 Taken raadscommissies
Een raadscommissie heeft de volgende taken:
1. het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp
dat ingevolgde artikel 2 tot het werkterrein van een commissie kan
worden gerekend.2. het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener
beweging;3. het voeren van overleg met het college of de burgemeester
over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte
inlichtingen en het gevoerde bestuur voor zover het onderwerpen betreft
die ingevolgde artikel 2 tot het werkterrein van de commissie kunnen
worden gerekend.
Artikel 4 Samenstelling
- 1.
Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal drie leden
per fractie naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad.
- 2.
De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op
voordracht van de fracties benoemd.
- 3.
Per fractie bestaat de vertegenwoordiging in elke commissie uit
tenminste één raadslid. Dit vereiste geldt niet voor een zogenaamde
eenmansfractie.
- 4.
De raad kan daarnaast 3 buitengewone leden benoemen.
- 5.
Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10,
11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige
toepassing op een lid van een raadscommissie. De raad benoemt op
voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie tenminste een
plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie
heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in
het eerste lid.
- 6.
Het plaatsvervangend lid voldoet eveneens aan de in het vijfde lid,
genoemde vereisten.
Artikel 5 Voorzitter
- 1.
De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn
midden benoemd.
- 2.
De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.
- 3.
De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b.
het handhaven van de orde; c. het doen naleven van deze verordening;
d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
- 1.
De zittingsperiode van een lid , de voorzitter en hun
plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de
zittingsperiode van de raad.
- 2.
Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een
raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan een van de in
artikel 4, vijfde lid, gestelde eisen.
- 3.
De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens
voordracht het lid is benoemd.
- 4.
De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.
- 5.
Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde
ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.
Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of op
het moment dat hun opvolger is benoemd.
- 6.
Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de
raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming
van artikel 4 en 5.
- 7.
Ingeval een vacature als bedoeld in het zesde lid een vacature van
voorzitter of diens plaatsvervanger betreft, voorziet de Raad in
vervulling van de vacature op voordracht van de commissie die het
betreft.
- 8.
Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de
voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad,
vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die
fractie is benoemd, van rechtswege.
Artikel 7 Commissiegriffier
- 1.
Als commissiegriffier treedt op de griffier of een door hem
aangewezen ambtenaar.
- 2.
De commissiegriffier is in iedere vergadering van een commissie
aanwezig.
- 3.
De griffier regelt de vervanging van de commissiegriffier, indien
deze verhinderd is als zondanig op te treden.
- 4.
De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college en burgemeester
Artikel 8 Burgemeester en wethouders
- 1.
De voorzitter kan de Burgemeester en één of meer wethouders
uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de
beraadslagingen deel te nemen.
- 2.
Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig
wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe
een verzoek aan de voorzitter.
- 3.
De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op
het verzoek.
- 4.
De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat
de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering
aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.
Hoofdstuk 4 Vergaderingen
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen
Artikel 9 Vergaderfrequentie
- 1.
In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie: a.
Openbare werken plaats op maandagb. Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu plaats op dinsdag; c.
Maatschappelijke zaken plaats op woensdag; d. Middelen, algemene
zaken en bestuurszaken plaats op donderdag.
- 2.
De commissie vergadert op de in de vergaderplanning opgenomen
vergaderdata.
- 3.
De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.00 uur
en vinden plaats in het gemeentehuis.
- 4.
Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het
nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk
met opgaaf van redenen daarom verzoeken.
- 5.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of
aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij
voert hierover overleg met de griffier.
Artikel 10 Agendacommissie
Vervallen.
Artikel 11 Oproep
- 1.
De voorzitter zendt ten minste drie dagen voor een vergadering
de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag,
het tijdstip en de plaats van de vergadering.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met
uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de
Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de
schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
- 3.
Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in
artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde
voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk
48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden
gezonden.
Artikel 12 De agenda
- 1.
Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de
voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van
de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van
een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 3.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda
vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de
raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan
de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 4.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende
voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college
of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De
raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of
voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
- 5.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie
de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen
op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van
de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter
inzage gelegd.
- 2.
Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter
inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de
leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
- 3.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten
het gemeentehuis gebracht.
- 4.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede
lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze
stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de
griffier en verleent de griffier een lid inzage.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep
door aankondiging in het weekblad ‘de Schakel’ of op de voor
afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en middels
gelijktijdige plaatsing op de internetsite van de gemeente ter
openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt: a. de datum, aanvangstijd en
plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering; b. de
wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij
behorende stukken kan inzien; c. de mogelijkheid tot het
uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.
- 3.
Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken,
indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente
geplaatst.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 15 Presentielijst
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de
presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst
door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening
vastgesteld.
Artikel 16 Opening vergadering; quorum
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur,
indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden
aanwezig is.
- 3.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid
niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere
aangelegenheden dan die de voorlopige agenda vermeld alleen
beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst
meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig
is.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
- 1.
Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers
gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren
over geagendeerde onderwerpen.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over: a. een besluit van het
gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft
opengestaan; b. benoemingen, keuzen, voordrachten of
aanbevelingen van personen; c. een gedraging waarover een klacht
ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon
worden ingediend.
- 3.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten
minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de
griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en
telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil
voeren.
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De
voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het
belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De
voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als
er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in
bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de
spreektijd.
- 6.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft
verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de
commissievergadering toestaan aan insprekers een korte,
verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats
tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.
- 7.
De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling
van de inbreng van de burger.
Artikel 18 Verslaglegging
- 1.
Van de vergadering van de commissies wordt door of namens de
commissiegriffier een besluitenlijst gemaakt. Het ter
vergadering besprokene wordt in digitale geluidsbestanden
bewaard. Deze bestanden worden op verzoek door de griffier ter
beschikking gesteld.
- 2.
De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo
mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de
schriftelijke oproep. De besluitenlijst wordt op hetzelfde
moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben,
toegezonden.
- 3.
Bij het begin van de vergadering wordt, zo mogelijk, de
besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.
- 4.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders,
hebben het recht, voor zover zij aanwezig waren in de
vergadering waarop de besluitenlijst betrekking heeft, een
voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de
raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten
of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een
voorstel tot verandering dient vóór de vaststelling van de
notulen bij de commissiegriffier te worden ingediend.
- 5.
De besluitenlijst moet vermelden: a. de namen van de voorzitter,
de griffier, de commissiegriffier, de leden, de Burgemeester, de
wethouders en de gemeentesecretaris, allen voorzover aanwezig,
alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;b.
welke leden afwezig waren;c. een vermelding van de zaken die aan
de orde zijn geweest; d. de personen die van het spreekrecht als
bedoeld in artikel 17 gebruik hebben gemaakt, met vermelding van
het onderwerp waarop zij hebben ingesproken.e. een formulering
van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de
leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring,
en met aantekening van de namen van de leden die zich niet
uitgelaten hebben; f. bij het desbetreffende agendapunt de naam
en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het
bepaalde in artikel 24 door de raadscommissie is toegestaan deel
te nemen aan de beraadslagingen.
- 6.
De besluitenlijst wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid
van de griffier.
- 7.
De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de
commissiegriffier ondertekend.
Artikel 19 Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten
hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Bij afsluiting van de tweede spreektermijn formuleert de
voorzitter het advies van de commissie.
- 4.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord
voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 5.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp
of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het
spreken over een voorstel van orde.
Artikel 19a Volgorde sprekers
- 1.
Een lid, de burgemeester, een wethouder of de
gemeentesecretaris, voeren het woord na het aan de voorzitter
gevraagd en van hem verkregen te hebben.
- 2.
De onderlinge volgorde waarin de leden het woord krijgen wordt
bepaald door de volgorde waarin zij de voorzitter het woord
vragen.
- 3.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord
wordt gevraagd over de orde van de vergadering.
Artikel 20 Spreektijd
Een lid en de voorzitter kan een voorstel doen over de spreektijd
van de leden en de overige aanwezigen.
Artikel 21 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering
mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden
toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie
terstond.
Artikel 22 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze
verordening te herinneren; b. een lid hem interrumpeert. De
voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere
interrupties zijn betoog zal afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke
uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde
onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan
wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter
tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg
geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin
zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord
ontzeggen.
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor
een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de
heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering
sluiten. In dat geval is het bepaalde in artikel 16 lid 2 van
toepassing.
- 4.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat
door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het
verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het
voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat
het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter
hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid
bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de
vergadering worden ontzegd.
Artikel 23 Beraadslaging
- 1.
De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid
beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of
voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie
beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te
schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te
geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden
hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen
- 1.
De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de
beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of
een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van
het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt
genomen.
Artikel 25 Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel
voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de
raadscommissie anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of
er een advies aan de raad wordt uitgebracht.
- 3.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt
beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud
van het advies.
- 4.
Voor zover het geen unaniem advies is, wordt hiervan melding
gemaakt in de besluitenlijst en het advies aan de Raad.
Hoofdstuk 5 Besloten vergadering
Artikel 26 Algemeen
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van
overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn
met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 27 Verslaglegging
Het bepaalde in artikel 18 is van overeenkomstige toepassing op besloten
vergaderingen, met dien verstande dat:a. digitale geluidsbestanden van
het ter vergadering besprokene niet ter beschikking worden gesteld, maar
personen die bij de besloten vergadering aanwezig zijn geweest in de
gelegenheid worden gesteld in aanwezigheid van de griffier deze
bestanden na te luisteren.b. de besluitenlijst van een besloten
vergadering niet wordt rondgedeeld, maar uitsluitend voor de leden ter
inzage worden gelegd bij de griffier.c. de besluitenlijst wordt zo
spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling
aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een
beslissing over het al dan niet openbaar maken van de notulen en de
besluitenlijst.
Artikel 28 Geheimhouding
- 1.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie
overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent
de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal
gelden.
- 2.
De raadscommissie kan met inachtneming van hetgeen bepaald is in
artikel 86 Gemeentewet, besluiten de geheimhouding op te
heffen.
Artikel 29 Voornemen opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de
Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover,
indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom
verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg
gevoerd.
Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers
Artikel 30 Toehoorders en pers
- 1.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend
op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze
verstoren van de orde is verboden.
- 3.
De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde
van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die
bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten
hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.
Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties
- 1.
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan
wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de
voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
- 2.
De bedoelde aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid
van pers aantasten.
Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de
vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele
telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de
orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet
toegestaan.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 33 Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over
de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel
van de voorzitter.
Artikel 34 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de vaste
raadscommissies 2009’.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 3 juli 2009.
- 3.
Op dat tijdstip vervalt de ‘verordening regelende de samenstelling,
taak, bevoegdheden en werkwijze van vaste commissies gemeente Stein
2006’.
Inhoudsopgave 1
Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING
Artikel 2 Instelling raadscommissiesArtikel 2a Behandeling door
commissiesArtikel 3 Taken raadscommissiesArtikel 4 SamenstellingArtikel 5
VoorzitterArtikel 6 Zittingsduur en vacaturesArtikel 7 Commissiegriffier
Hoofdstuk 3 AANWEZIGHEID COLLEGE, BURGEMEESTER EN SECRETARIS
Artikel 8 Burgemeester, wethouders en gemeentesecretaris
Hoofdstuk 4 Vergaderingen
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen
Artikel 9 VergaderfrequentieArtikel 10 Agendacommissie (vervallen)Artikel 11
OproepArtikel 12 De agendaArtikel 13 Ter inzage leggen van stukkenArtikel 14
Openbare kennisgeving
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 15 PresentielijstArtikel 16 Opening vergadering; quorumArtikel 17
Spreekrecht burgersArtikel 18 VerslagleggingArtikel 19 Aantal
spreektermijnenArtikel 19a Volgorde sprekersArtikel 20 SpreektijdArtikel 21
Voorstellen van ordeArtikel 22 Handhaving orde; schorsingArtikel 23
BeraadslagingArtikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderenArtikel 25
Advies
Hoofdstuk 5 BESLOTEN VERGADERING
Artikel 26 AlgemeenArtikel 27 VerslagleggingArtikel 28 GeheimhoudingArtikel 29
Voornemen opheffing geheimhouding
Hoofdstuk 6 TOEHOORDERS EN PERS
Artikel 30 Toehoorders en persArtikel 31 Geluid- en beeldregistratiesArtikel 32
Verbod gebruik mobiele telefoons e.d.
Hoofdstuk 7 SLOTBEPALINGEN
Artikel 33 Uitleg verordeningArtikel 34 Inwerkingtreding en citeertitel