Organisatie | Hilvarenbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2024 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2023.
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2023 | nieuwe regeling | 09-11-2023 | 1010511 |
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
verblijf houdt in een groepsaccommodatie als bedoeld in artikel 1, letter a, indien in een georganiseerd verband gezamenlijk en in eenzelfde periode verblijf wordt gehouden door tien (10) of meer personen in de leeftijd onder de 18 jaar, welk verblijf plaatsvindt onder leiding c.q. begeleiding van een of meer personen boven de 18 jaar, waarbij het verblijf een educatief, religieus, sportief en/of scouting karakter heeft.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
In afwijking van het derde en vierde lid bedraagt de belasting ingeval van verblijf door de eigenaar c.q. bezitter van het mobiel kampeeronderkomen of stacaravan in het mobiele kampeeronderkomen of de stacaravan op een vaste standplaats, per mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, per jaar € 382,40.
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
De voorlopige aanslag, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op 80 % van het aantal overnachtingen gerealiseerd in het voorgaande belastingjaar maal het tarief en 100 % van het aantal vaste standplaatsen. Indien vóór het opleggen van de voorlopige aanslag aannemelijk is dat het aantal overnachtingen vermoedelijk lager zal zijn dan 80 % van het aantal overnachtingen gerealiseerd in het voorgaande belastingjaar, wordt de voorlopige aanslag bepaald op het vermoedelijke aantal overnachtingen maal het tarief.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot het houden van verblijf als bedoeld in artikel 2 verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet.
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, te verzoeken tot een uitnodiging tot het doen van aangifte.
De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een aanslag met ambtshalve geschatte grondslag op te leggen.
Artikel 16 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van toeristenbelasting.
Artikel 17 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening toeristenbelasting 2023”, vastgesteld door de raad van de gemeente Hilvarenbeek bij besluit van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.