Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Delegatiebesluit Omgevingsverordening Limburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingDelegatiebesluit Omgevingsverordening Limburg
CiteertitelDelegatiebesluit Omgevingsverordening Limburg
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 105, eerste lid, van de Provinciewet
  2. artikel 143, eerste lid, van de Provinciewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

16-12-2022

prb-2023-13930

G-22-037

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit Omgevingsverordening Limburg

Provinciale Staten van Limburg

 

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten van 18 oktober 2022, kenmerk G-22-037

 

Gelet op artikel 105, eerste lid, juncto artikel 143, eerste lid Provinciewet

 

BESLUITEN

 

vast te stellen:

 

 

Delegatiebesluit Omgevingsverordening Limburg

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Begripsbepalingen die van toepassing zijn op de Omgevingsverordening Limburg zijn ook van toepassing op dit besluit.

Artikel 1.2 Toepassingsgebied

  • 1.

    Provinciale Staten delegeren de bevoegdheid tot wijziging of uitwerking van de Omgevingsverordening Limburg, voor zover de wijziging of uitwerking betrekking heeft op een onderdeel vermeld in dit besluit.

  • 2.

    Dit besluit is niet van toepassing indien Provinciale Staten de Omgevingsverordening Limburg wijzigen en tegelijkertijd ook onderdelen als bedoeld in dit besluit wijzigen.

  • 3.

    Dit besluit verstaat onder ‘wijzigen’ mede aanvullen en verwijderen.

  • 4.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden die zij op grond van dit besluit hebben, houden Gedeputeerde Staten rekening met de inhoud van het informerend stuk ‘Invulling samenspel GS-PS bij realisatie van de Provinciale Omgevingsvisie’ van 30 maart 2021, kenmerk 2021/8280.

Hoofdstuk 2 Infrastructuur

Artikel 2.1 Algemene regels activiteiten in beperkingengebied provinciale weg

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen algemene regels vaststellen voor de activiteiten in een beperkingengebied provinciale weg als bedoeld in artikel 2.5 van de Omgevingsverordening Limburg.

  • 2.

    De algemene regels bedoeld in het eerste lid kunnen inhouden de gehele of gedeeltelijke vervanging van de vergunningplicht door voorschriften die bij het verrichten van de activiteit in acht moeten worden genomen, al dan niet met een verplichting tot het doen van een melding alvorens de activiteit zal worden verricht.

Hoofdstuk 3 Grondwater

Artikel 3.1 Algemene regels waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied en boringvrije zone

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen algemene regels vaststellen voor de activiteiten in waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones, bedoeld in afdeling 4.3 van de Omgevingsverordening Limburg.

  • 2.

    De algemene regels bedoeld in het eerste lid kunnen inhouden de gehele of gedeeltelijke vervanging van een verbod of vergunningplicht door voorschriften die bij het verrichten van de activiteit in acht moeten worden genomen, al dan niet met een verplichting tot het doen van een melding alvorens de activiteit zal worden verricht.

Artikel 3.2 Aardwarmte in boringsvrije zone Venloschol

Gedeputeerde Staten kunnen de artikelen 4.20 tot en met 4.25 van de Omgevingsverordening Limburg, over de opsporing en winning van aardwarmte in de boringsvrije zone Venloschol, wijzigen.

Artikel 3.3 Bouwwerken in waterwingebied

Gedeputeerde Staten kunnen de in artikel 4.45, tweede lid, van de Omgevingsverordening Limburg bedoelde bijlage IV met bouwwerken waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de bestaande risico’s voor de kwaliteit van het grondwater door het bouwen ervan niet toenemen, wijzigen.

Hoofdstuk 4 Geluid

Artikel 4.1 Toetsingskader ontheffingen en omgevingsvergunningen stiltegebieden

Gedeputeerde Staten kunnen de in de artikelen 6.4 en 6.7 van de Omgevingsverordening Limburg bedoelde bijlage VI wijzigen voor zover deze bijlage de toetsing van verzoeken om een ontheffing of aanvragen om een omgevingsvergunning betreft.

Hoofdstuk 5 Landschap

Artikel 5.1 Algemene regels beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen algemene regels vaststellen voor de activiteiten in het beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg, bedoeld in artikel 7.4 van de Omgevingsverordening Limburg.

  • 2.

    De algemene regels bedoeld in het eerste lid kunnen inhouden de gehele of gedeeltelijke vervanging van een verbod of vergunningplicht door voorschriften die bij het verrichten van de activiteit in acht moeten worden genomen, al dan niet met een verplichting tot het doen van een melding alvorens de activiteit zal worden verricht.

Artikel 5.2 Begrenzing groenblauwe mantel

Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van de groenblauwe mantel wijzigen

  • a.

    om de waarde van de groenblauwe mantel als ecologische verbinding tussen de gebieden gelegen in het Natuurnetwerk Limburg te versterken; of

  • b.

    om de waarde van de groenblauwe mantel voor de natuurdoeltypen in de aangrenzende gebieden van het Natuurnetwerk Limburg te versterken.

Hoofdstuk 6 Natuurgebieden

Artikel 6.1 Begrenzing Natuurnetwerk Limburg

Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van het Natuurnetwerk Limburg wijzigen

  • a.

    om de ecologische kwaliteit te verbeteren, voor zover:

    • 1°.

      de oorspronkelijke kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuurnetwerk Limburg worden behouden of versterkt; en

    • 2°.

      vaststaat welk onderdeel van het Natuurnetwerk Limburg verdwijnt en op welke alternatieve locatie in het natuurnetwerk dit onderdeel wordt gerealiseerd; en

    • 3°.

      de oppervlakte natuur van het Natuurnetwerk Limburg ten minste gelijk blijft.

  • b.

    na toepassing van artikel 8.3, 8.5, 8.6 of 8.7 van de Omgevingsverordening Limburg.

Artikel 6.2 Natuurcompensatie

Gedeputeerde Staten kunnen de in artikel 8.7 van de Omgevingsverordening Limburg bedoelde bijlage IX Natuurcompensatie wijzigen.

Hoofdstuk 7 Flora en fauna

Artikel 7.1 Bestrijding schadeveroorzakende diersoorten

Gedeputeerde Staten kunnen de aanwijzing van schadeveroorzakende diersoorten en de criteria waaraan voldaan moet worden bij de bestrijding, als bedoeld in artikel 9.20 van de Omgevingsverordening Limburg, wijzigen.

Artikel 7.2 Bestrijding overlast door diersoorten binnen de bebouwde kom

Gedeputeerde Staten kunnen de aanwijzing van diersoorten en de criteria waaraan voldaan moet worden bij de bestrijding van overlast binnen de bebouwde kom, als bedoeld in artikel 9.22 van de Omgevingsverordening Limburg, wijzigen.

Artikel 7.3 Vrijstelling diersoorten bij ruimtelijke ontwikkeling en bestendig beheer of onderhoud

Gedeputeerde Staten kunnen de in artikel 9.23 van de Omgevingsverordening Limburg bedoelde bijlage X met diersoorten en perioden van vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling en bestending beheer of onderhoud, wijzigen.

Hoofdstuk 8 Landbouw

Artikel 8.1 Ammoniakemissie dierenverblijven

Gedeputeerde Staten kunnen de in artikel 10.10 van de Omgevingsverordening Limburg bedoelde bijlagen XI en XII wijzigen als naar hun oordeel technische ontwikkelingen, nieuwe wetenschappelijke inzichten of het niveau van de neerslag van stikstofverbindingen uit de atmosfeer op een habitat of leefgebied van een soort, daartoe aanleiding geven.

Hoofdstuk 9 Wonen, werken en recreëren

Artikel 9.1 Beleidskaders, regionale visies en afspraken

Gedeputeerde Staten kunnen de artikelen 12.3, eerste tot en met derde lid, 12.4, eerste tot en met derde lid , 12.5, eerste tot en met derde lid en 12.6, eerste tot en met derde lid, van de Omgevingsverordening Limburg wijzigen voor zover het de verwijzing betreft naar beleidskaders, visies en bestuursafspraken.

Artikel 9.2 Begrenzing stedelijk gebied en landelijke kernen

Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van stedelijk gebied en landelijke kernen, als bedoeld in artikel 12.9 van de Omgevingsverordening Limburg wijzigen.

Hoofdstuk 10 Beschermingsgebied Einstein Telescope

Artikel 10.1 Interfererende activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen de activiteiten bedoeld in de artikelen 16.1 en 16.2 nader uitwerken.

Hoofdstuk 11 Geometrische begrenzingen

Artikel 11.1 Geometrische begrenzingen

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5.2, 6.1 en 9.2 van dit besluit kunnen Gedeputeerde Staten de geometrische begrenzingen van de in Bijlage II bij de Omgevingsverordening Limburg opgenomen informatieobjecten wijzigen, voor zover het gaat om ondergeschikte, uitvoeringstechnische of administratieve aanpassingen.

Hoofdstuk 12 Aanvraagvereisten omgevingsvergunningen

Artikel 12.1 Aanvraagvereisten omgevingsvergunningen

Gedeputeerde Staten kunnen regels stellen over de bij aanvragen om omgevingsvergunningen als bedoeld in de afdelingen 2.2, 4.3, 5.1, 6.3 en 7.2 van de Omgevingsverordening Limburg, in te dienen gegevens en bescheiden.

Hoofdstuk 13 Slotbepalingen

Artikel 13.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop het in het Provinciaal Blad bekend is gemaakt, maar niet eerder dan de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 13.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Delegatiebesluit Omgevingsverordening Limburg

Maastricht, d.d. 16 december 2022

Provinciale Staten voornoemd

De heer mr. A.O.J. Pregled, griffier

De heer E.M.G. Roemer, voorzitter

Toelichting  

Algemene toelichting

 

De Omgevingsverordening Limburg (2021) die gebaseerd is op artikel 2.6 van de Omgevingswet, is de opvolger van de Omgevingsverordening Limburg 2014. Bij de vaststelling van de Omgevingsverordening Limburg door Provinciale Staten op 17 december 2021 is de Omgevingsverordening Limburg 2014 grotendeels beleidsneutraal omgezet naar deze nieuwe omgevingsverordening. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 stonden op verschillende plaatsen artikelen die Gedeputeerde Staten een bevoegdheid gaven bepaalde onderdelen van de Omgevingsverordening Limburg 2014 te wijzigen of uit te werken in nadere regels. In de systematiek van de Omgevingswet zijn uitwerkingen van de omgevingsverordening in aparte nadere besluiten van Gedeputeerde Staten niet meer mogelijk. Alle regels staan in de omgevingsverordening zelf. Wel geeft artikel 2.8 van de Omgevingswet Provinciale Staten de bevoegdheid om het vaststellen van delen van de omgevingsverordening te delegeren aan Gedeputeerde Staten. De Omgevingswet stelt geen beperkingen aan wat wel en niet kan worden gedelegeerd. Volgens de Memorie van Toelichting bij de Omgevingswet is de enige beperking dat Provinciale Staten niet hun regelgevende bevoegdheid integraal aan Gedeputeerde Staten mogen overdragen (Tweede Kamer, 2013–2014, 33 962, nr. 3, pag. 403).

 

Bij het opstellen van dit delegatiebesluit is aangesloten bij het uitgangspunt van de grotendeels beleidsneutrale omzetting van de Omgevingsverordening Limburg 2014 naar de Omgevingsverordening Limburg. Dat betekent dat ervoor gekozen is om alleen de bevoegdheden die Gedeputeerde Staten in de Omgevingsverordening Limburg 2014 hadden om delen van de Omgevingsverordening Limburg 2014 te wijzigen of uit te werken in nadere regels, in dit delegatiebesluit op te nemen. Er zijn in dit besluit enkele uitzonderingen gemaakt op deze hoofdlijn. Bij de artikelsgewijze toelichting is de achtergrond daarvan vermeld.

 

In artikel 2.22, tweede lid, van de Omgevingswet is een bepaling opgenomen die Gedeputeerde Staten rechtstreeks de bevoegdheid geeft om regels in de omgevingsverordening vast te stellen:

In plaats van provinciale staten kunnen gedeputeerde staten in de omgevingsverordening regels stellen over:

  • a.

    de geometrische begrenzing van locaties of concretisering van de uitoefening van een taak of bevoegdheid waarop de regel ziet, of

  • b.

    uitvoeringstechnische, administratieve en meet- of rekenvoorschriften.

In het wetsvoorstel “Verzamelwet Omgevingswet 20xx” wordt deze bepaling geschrapt, aangezien deze bepaling het principe doorkruist dat Provinciale Staten zelf bepalen van welke onderdelen van de omgevingsverordening zij de vaststelling aan Gedeputeerde Staten delegeren. Met het oog op het (mogelijk) schrappen van dit artikel, zijn daarom in dit delegatiebesluit ook een aantal onderdelen met betrekking tot geometrische begrenzingen opgenomen die Gedeputeerde Staten nu al rechtstreeks op grond van dit wetsartikel mogen wijzigen (artikelen 5.2, 6.1, 9.2 en 11.1). Dit om te voorkomen dat dit delegatiebesluit op korte termijn weer op deze punten aangevuld zou moeten worden.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Begrippen die gebruikt worden in dit delegatiebesluit hebben dezelfde betekenis als de begrippen gebruikt in de Omgevingsverordening Limburg. Het gaat niet alleen om begrippen waarvan de omschrijving in Bijlage I bij de Omgevingsverordening Limburg staat, maar ook om de begripsomschrijvingen opgenomen in de bijlage I bij de Omgevingswet en in Bijlage I bij de vier algemene maatregelen van bestuur die onder de Omgevingswet hangen. De doorwerking van die begrippen is expliciet vermeld in artikel 1.1 van de Omgevingsverordening Limburg.

 

Artikel 1.2 Toepassingsgebied

Het eerste lid is de delegatiebepaling zelf die vervolgens voor de verschillende onderwerpen concrete uitwerking krijgt in de hoofdstukken 2 tot en met 12.

 

Het tweede lid bevat een bepaling die ervoor zorgt dat Provinciale Staten zelf ook de bevoegdheid behouden om de Omgevingsverordening te wijzigingen op onderdelen die in principe aan Gedeputeerde Staten zijn gedelegeerd, namelijk als dit onderdeel is van een wijziging van de omgevingsverordening door Provinciale Staten. Als voorbeeld kan gegeven worden dat de instructieregels over de groenblauwe mantel, opgenomen in afdeling 7.3 van de Omgevingsverordening door Provinciale Staten zouden worden gewijzigd. Als daarbij ook een wijziging van de begrenzing van de groenblauwe mantel aan de orde is, dan is het praktisch als Provinciale Staten die begrenzing zelf ook direct kunnen wijzigen. Zonder artikel 2.1, tweede lid, van dit delegatiebesluit zou dat niet mogelijk zijn. Kenmerk van delegatie is namelijk dat het bestuursorgaan dat de bevoegdheid delegeert, zelf die bevoegdheid niet meer heeft (artikel 10:17 Algemene wet bestuursrecht).

 

Het derde lid van artikel 1.2 is toegevoegd om duidelijk te maken dat waar dit delegatiebesluit Gedeputeerde Staten de bevoegdheid geeft om een bepaald onderdeel van de Omgevingsverordening Limburg te wijzigen, dat ook aanvullen of verwijderen van bepalingen mag zijn.

 

Hoofdstuk 2 Infrastructuur

 

Artikel 2.1 Algemene regels activiteiten in beperkingengebied provinciale weg

Artikel 2.5 van de Omgevingsverordening bepaalt dat bepaalde activiteiten op of nabij een provinciale weg (in het beperkingengebied) verboden zijn, tenzij Gedeputeerde Staten daarvoor een omgevingsvergunning hebben verleend. Artikel 2.1 van het delegatiebesluit geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om voor door hen aan te wijzen activiteiten de vergunningplicht te vervangen door algemene regels, al dan niet gekoppeld aan een meldingsplicht. Gedacht kan worden aan regelmatig voorkomende activiteiten waarvoor in de praktijk de vergunning altijd wordt verleend en een standaard set van vergunningvoorschriften wordt gehanteerd.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 7.1.1, vijfde lid.

 

Hoofdstuk 3 Grondwater

 

Artikel 3.1 Algemene regels waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied en boringvrije zone

In afdeling 4.3 van de Omgevingsverordening Limburg staan de verbodsbepalingen voor verschillende activiteiten in gebieden die worden beschermd met het oog op de kwaliteit van het grondwater dat wordt gewonnen ten behoeve van de waterwinning: de waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones. Van sommige verbodsbepalingen kan worden afgeweken door middel van een omgevingsvergunning. Artikel 3.1, eerste lid, van het delegatiebesluit geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om voor door hen aan te wijzen activiteiten het verbod of de vergunningplicht te vervangen door algemene regels, al dan niet gekoppeld aan de verplichting een melding te doen. Gedacht kan worden aan regelmatig voorkomende activiteiten waarvoor in de praktijk de vergunning altijd wordt verleend en een standaard set van voorschriften wordt gehanteerd.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 4.1.2.

 

Artikel 3.2 Aardwarmte in boringsvrije zone Venloschol

Onder de werking van de OVL2014 hebben Gedeputeerde Staten gebruik gemaakt van hun bevoegdheid om algemene regels vast te stellen ter vervanging van verbodsbepalingen, namelijk voor de opsporing en winning van aardwarmte in de boringsvrije zone Venloschol. Die algemene regels waren opgenomen in een apart besluit van Gedeputeerde Staten (Besluit algemene voorschriften opsporen en winnen aardwarmte in de Venloschol, Provinciaal Blad 21 december 2017, nr. 5987). In de systematiek van de Omgevingswet komen algemene regels niet in een apart besluit te staan maar in de omgevingsverordening zelf. De algemene regels voor aardwarmte in de Venloschol staan in de Omgevingsverordening Limburg in de artikelen 4.20 tot en met 4.25. Het gaat om voorschriften die extra bescherming moeten geven voor het grondwater en de risico’s voor het grondwater minimaliseren (aanvullend op landelijke regels). In verband met bijvoorbeeld technische ontwikkelingen kan het noodzakelijk zijn dat deze voorschriften worden aangepast.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 vloeide deze bevoegdheid voort uit artikel 4.1.2.

 

Artikel 3.3 Bouwwerken in waterwingebied

In artikel 4.45 van de Omgevingsverordening Limburg is een verbod opgenomen om in een waterwingebied een bouwwerk te bouwen. Op grond van het tweede lid van dat artikel geldt het verbod niet voor bouwwerken die in Bijlage IV bij de Omgevingsverordening Limburg zijn vermeld. Het gaat om bouwwerken waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de bestaande risico’s voor de kwaliteit van het grondwater er niet door toenemen. In verband met eventuele toekomstige wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving of door verandering in inzichten in de risico’s, kan het nodig zijn dat Gedeputeerde Staten wijzigingen in deze lijst doorvoeren. Onder de werking van de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze lijst opgenomen in een apart besluit van Gedeputeerde Staten (Lijst van bouwwerken als bedoeld in artikel 4.2.4., vijfde lid, aanhef en onder b. van de Omgevingsverordening Limburg 2014, Provinciaal Blad 24 september 2020, nr. 6707). Door de systematiek van de Omgevingswet is dit een bijlage bij de Omgevingsverordening zelf geworden.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 4.2.4, vijfde lid, onderdeel b.

 

Hoofdstuk 4 Geluid

 

Artikel 4.1 Toetsingskader ontheffingen en omgevingsvergunningen stiltegebieden

Bijlage VI bij de Omgevingsverordening Limburg bevat onder meer een toetsingskader voor de verlening van omgevingsvergunningen voor activiteiten in stiltegebieden. Onder de werking van de Omgevingsverordening Limburg 2014 was dit een apart besluit van Gedeputeerde Staten met het karakter van een beleidsregel (Toetsingskader voor ontheffingen in stiltegebieden, actualisatie 2016, Provinciaal Blad 17 november 2016, nr. 6154). Er is voor gekozen deze beleidsregel om te zetten naar een bijlage bij de Omgevingsverordening Limburg, zodat niet alleen Gedeputeerde Staten vergunningaanvragen hieraan moeten toetsen, maar ook Burgemeester en Wethouders. Dat zou bij een beleidsregel niet het geval zijn. Onder de Omgevingswet is het immers mogelijk dat Burgemeester en Wethouders beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit in een stiltegebied, namelijk als de vergunningaanvraag mede betrekking heeft op een activiteit waarvoor Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn. Gelet op het karakter van bijlage VI van een toetsingskader voor vergunningaanvragen kan het noodzakelijk zijn dat Gedeputeerde Staten dit wijzigen.

 

Onder de Omgevingsverordening Limburg 2014 was dit een beleidsregel van Gedeputeerde Staten, waardoor zij ook bevoegd waren deze te wijzigen.

 

Hoofdstuk 5 Landschap

 

Artikel 5.1 Algemene regels beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg

In afdeling 7.2 van de Omgevingsverordening Limburg staan verbodsbepalingen voor verschillende activiteiten in het beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Van sommige verbodsbepalingen kan worden afgeweken door middel van een omgevingsvergunning. Artikel 5.1, eerste lid, van het delegatiebesluit geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om voor door hen aan te wijzen activiteiten het verbod of de vergunningplicht te vervangen door algemene regels, al dan niet gekoppeld aan een meldingsplicht. Gedacht kan worden aan regelmatig voorkomende activiteiten waarvoor in de praktijk de vergunning altijd wordt verleend en een standaard set van voorschriften wordt gehanteerd.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 4.1.2.

 

Artikel 5.2 Begrenzing groenblauwe mantel

Dit artikel geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid de begrenzing van de groenblauwe mantel te wijzigen onder de in het artikel genoemde voorwaarden. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was een gelijkluidende bevoegdheid opgenomen voor de Zilvergroene Natuurzone. Wijziging van de groenblauwe mantel door Gedeputeerde Staten kan aan de orde zijn bij de jaarlijkse wijziging van het Natuurbeheerplan Limburg, die door Gedeputeerde Staten wordt vastgesteld.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 2.13.3.

 

Hoofdstuk 6 Natuurgebieden

 

Artikel 6.1 Begrenzing Natuurnetwerk Limburg

Dit artikel geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid de begrenzing van het Natuurnetwerk Limburg te wijzigen onder de in het artikel genoemde voorwaarden. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was een gelijkluidende bevoegdheid opgenomen voor de Goudgroene Natuurzone. Wijziging van het Natuurnetwerk Limburg door Gedeputeerde Staten kan aan de orde zijn bij de jaarlijkse wijziging van het Natuurbeheerplan Limburg, die door Gedeputeerde Staten wordt vastgesteld.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 2.6.6

 

Artikel 6.2 Natuurcompensatie

In de artikelen 8.2 tot en met 8.6 van de Omgevingsverordening Limburg staan de instructieregels met betrekking tot nieuwe activiteiten of wijziging van bestaande activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor het Natuurnetwerk Limburg . In situaties waarin een activiteit op grond van deze regels kan worden toegestaan is natuurcompensatie noodzakelijk. Onder de werking van de Omgevingsverordening Limburg 2014 waren de regels over natuurcompensatie opgenomen in een apart besluit van Gedeputeerde Staten (Beleidsregel natuurcompensatie 2018, Provinciaal Blad 14 februari 2018, nr. 1276). Er is voor gekozen deze beleidsregel om te zetten naar bijlage IX bij de Omgevingsverordening Limburg, waardoor deze een integraal onderdeel van de instructieregels is geworden en Burgemeester en Wethouders er direct aan gebonden zijn. De OVL2014 verwees wel naar beleidsregels die Gedeputeerde Staten konden vaststellen, maar deze maakten zelf geen deel uit van de Omgevingsverordening Limburg 2014. Gelet op de inhoud van bijlage IX kan het nodig zijn dat Gedeputeerde Staten deze regels wijzigen bij eventuele beleidswijzigingen.

 

Onder de Omgevingsverordening Limburg 2014 was dit een beleidsregel van Gedeputeerde Staten, waardoor zij ook bevoegd waren deze te wijzigen.

 

Hoofdstuk 7 Flora en fauna

 

Artikel 7.1 Bestrijding schadeveroorzakende diersoorten

In artikel 9.20 van de Omgevingsverordening Limburg staat een vrijstelling voor het bestrijden van bepaalde schadeveroorzakende dieren. In het artikel zijn de veldmuis en de molmuis aangewezen en de criteria waaraan voldaan moet worden bij de bestrijding. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 waren dezelfde diersoorten en criteria opgenomen, maar dan in een bijlage bij het betreffende artikel (Bijlage I bij paragraaf 3.8). Het kan noodzakelijk zijn dat Gedeputeerde Staten de vrijstelling of criteria wijzigen. Daartoe bevatte de Omgevingsverordening Limburg 2014 een bevoegdheid om genoemde bijlage te wijzigen. Onder de Omgevingsverordening Limburg betekent dat een bevoegdheid voor het wijzigen van de aanwijzing van diersoorten en de criteria vermeld in artikel 9.20 van de Omgevingsverordening Limburg.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 3.8.8.

 

Artikel 7.2 Bestrijding overlast door diersoorten binnen de bebouwde kom

Artikel 9.22 van de Omgevingsverordening Limburg bevat een vrijstelling voor het bestrijden van overlast door de dieren door de gemeenten binnen de bebouwde kom. In het artikel is de steenmarter aangewezen en de criteria waaraan voldaan moet worden bij de bestrijding. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was ook de steenmarter opgenomen en dezelfde criteria, maar dan in een bijlage bij het betreffende artikel (Bijlage II bij paragraaf 3.8). Het kan noodzakelijk zijn dat Gedeputeerde Staten de vrijstelling of criteria wijzigen. Daartoe was in de Omgevingsverordening Limburg 2014 een bevoegdheid opgenomen genoemde bijlage te wijzigen. Onder de Omgevingsverordening Limburg betekent dat een bevoegdheid voor een wijzigen van de aanwijzing van diersoorten en de criteria vermeld in artikel 9.22 van de Omgevingsverordening Limburg.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 3.8.8.

 

Artikel 7.3 Vrijstelling diersoorten bij ruimtelijke ontwikkeling en bestendig beheer of onderhoud

In artikel 9.23 van de Omgevingsverordening Limburg staat een vrijstelling voor het vangen en vernielen of beschadigen van de vaste voortplantings- of rustplaatsen van de soorten, genoemd in bijlage X bij de Omgevingsverordening. Bijlage X bevat de diersoorten en de periode waarin de vrijstelling geldt. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was dezelfde lijst opgenomen in een bijlage bij het betreffende artikel (Bijlage III bij paragraaf 3.8). Het kan noodzakelijk zijn dat Gedeputeerde Staten de vrijstelling of de periode wijzigen. Daartoe was in de Omgevingsverordening Limburg 2014 een bevoegdheid opgenomen genoemde bijlage te wijzigen. Onder de Omgevingsverordening Limburg betekent dat een bevoegdheid voor het wijzigen van bijlage X bij de Omgevingsverordening Limburg.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 3.8.8.

 

Hoofdstuk 8 Landbouw

 

Artikel 8.1 Ammoniakemissie dierenverblijven

Paragraaf 10.3 bevat regels over de ammoniakemissie uit dierenverblijven. Daarbij behoren de bijlagen XI en XII met stalsystemen en emissienormen. In verband met nieuwe ontwikkelingen en wijzigingen inde landelijke normen met betrekking huisvestingssystemen, zoals opgenomen in de bijlage bij de Omgevingsregeling, kan een wijziging door Gedeputeerde Staten van deze bijlagen nodig zijn. Ook in de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid aan Gedeputeerde Staten toebedeeld.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 3.1.2, derde lid.

 

Hoofdstuk 9 Wonen, werken en recreëren

 

Artikel 9.1 Beleidskaders, regionale visies en afspraken

In afdeling 12.1 van de Omgevingsverordening Limburg staan instructieregels over detailhandel, kantoren, bedrijventerreinen en vrijetijdseconomie die op een vergelijkbare wijze zijn opgeschreven. Ze verwijzen voor wat betreft de inhoudelijke kaders naar de Omgevingsvisie van de Provincie Limburg maar ook naar regionale kaders en bestuursafspraken die door gemeenten (en provincie) zijn gemaakt in de regio’s Noord, Midden en Zuid. Veel van deze kaders zijn al wat jaren oud en er lopen processen om deze te herzien. Het is dan van belang dat de Omgevingsverordening Limburg kan aansluiten bij de actuele kaders en afspraken. Daartoe is een bevoegdheid in dit delegatiebesluit opgenomen op grond waarvan Gedeputeerde Staten de verwijzing naar beleidskaders, visies en bestuursafspraken kunnen wijzigen.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid niet opgenomen.

 

Artikel 9.2 Begrenzing stedelijk gebied en landelijke kernen

Voor de toepassing van artikel 12.9 van de Omgevingsverordening Limburg met betrekking tot de huisvesting van short-stay internationale werknemers, woonurgenten en statushouders op recreatieterreinen voor de duur van maximaal 10 jaar, zijn de geometrische begrenzingen van stedelijk gebied en landelijke kernen aangewezen. Aanpassing van deze begrenzingen gebeurt in afstemming met gemeenten, aangezien deze in overeenstemming moeten zijn met het gemeentelijke omgevingsplan.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid niet opgenomen.

 

Hoofdstuk 10 Beschermingsgebied Einstein Telescope

 

Artikel 10.1 Interfererende activiteiten

De artikelen 16.1 en 16.2 van de Omgevingsverordening regelen dat bepaalde activiteiten binnen het beschermingsgebied Einstein Telescope, die een verstorend effect kunnen hebben op de werking van de Einstein Telescope, niet zijn toegestaan (windturbines) of alleen met een vergunning (vergunningplichtige ontgrondingsactiviteiten; boringen en andere ingrepen in de bodem dieper dan 100 meter). Afhankelijk van de locatiekeuze voor de Einstein Telescope, verdiepend onderzoek naar de geologie in de EMR-regio en de uitkomsten van verder onderzoek naar technische en mitigerende maatregelen, kan er aanleiding voor zijn dat Gedeputeerde Staten een nadere uitwerking aan deze bepalingen geven. Gedeputeerde Staten geven daarmee een nadere invulling aan de door Provinciale Staten gegeven kaders. Het delegatiebesluit geeft Gedeputeerde Staten geen bevoegdheid om nieuwe categorieën van interfererende activiteiten aan de verbodsbepalingen toe te voegen.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 2.18.3, vijfde lid.

 

Hoofdstuk 11 Geometrische begrenzingen

 

Artikel 11.1 Geometrische begrenzingen

In de praktijk kan het voorkomen dat in de geometrische begrenzingen van de in Bijlage II bij de Omgevingsverordening Limburg opgenomen informatieobjecten fouten worden ontdekt. De Omgevingsverordening Limburg 2014 bevatte voor Gedeputeerde Staten een wijzigingsbevoegdheid van kaarten bij kennelijke onjuistheden. Deze bevoegdheid is ook in artikel 11.1 van dit delegatiebesluit opgenomen. Zoals vermeld in de algemene toelichting bij dit delegatiebesluit bevat artikel 2.22, tweede lid, van de Omgevingswet, nu nog een algemene bevoegdheid voor Gedeputeerde Staten om geometrische begrenzingen in de omgevingsverordening te wijzigen, maar de verwachting is dat dat wetsartikel wordt geschrapt. Artikel 11.1 is aan het delegatiebesluit toegevoegd met het oog op het mogelijk schrappen van dit wetsartikel.

 

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 was deze bevoegdheid opgenomen in artikel 2.1.2, derde lid.

 

Hoofdstuk 12 Aanvraagvereisten omgevingsvergunningen

 

Artikel 12.1 Aanvraagvereisten omgevingsvergunningen

De Omgevingsverordening Limburg bevat op verschillende plaatsen een vergunningplicht, namelijk voor bepaalde activiteiten

  • in het beperkingengebied met betrekking tot een provinciale weg (afdeling 2.2);

  • in waterwingebieden; grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones (afdeling 4.3);

  • in, op, onder of boven een gesloten stortplaats (afdeling 5.1);

  • in stiltegebieden (afdeling 6.3);

  • in het Nationaal landschap Zuid-Limburg (afdeling 7.2).

Behalve voor de omgevingsvergunningen met betrekking tot de gesloten stortplaatsen bevat de Omgevingsverordening Limburg nog geen specifieke eisen over de gegevens die moeten worden overgelegd bij een vergunningaanvraag, maar dat kan wel nodig zijn. Aan Gedeputeerde Staten wordt de bevoegdheid gedelegeerd om daar regels over te stellen. Algemene vereisten waaraan alle aanvragen om een omgevingsvergunning moeten voldoen, zijn landelijk geregeld in de Omgevingsregeling, artikelen 7.3 (algemene aanvraagvereisten) en 7.4 (participatie).

 

Hoofdstuk 13 Slotbepalingen

 

Artikel 13.1 Inwerkingtreding

Evenals de Omgevingsverordening Limburg treedt het delegatiebesluit op zijn vroegst pas in werking als de Omgevingswet in werking treedt. Als de datum van bekendmaking van het delegatiebesluit in het Provinciaal Blad later ligt dan de datum van inwerkingtreding van de wet, treedt het delegatiebesluit de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad in werking.