Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Lijst ‘Gevallen waarin bindend advies van de raad bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten verplicht is’, participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en delegatie van delen van het omgevingsplan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLijst ‘Gevallen waarin bindend advies van de raad bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten verplicht is’, participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en delegatie van delen van het omgevingsplan
CiteertitelLijst ‘Gevallen waarin bindend advies van de raad bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten verplicht is’
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-07-2023

gmb-2023-504514

2022-B048

Tekst van de regeling

Intitulé

Lijst ‘Gevallen waarin bindend advies van de raad bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten verplicht is’, participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en delegatie van delen van het omgevingsplan

De raad van de gemeente Berg en Dal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juni 2022

 

Gelet op de Omgevingswet en de Gemeentewet:

 

 

b e s l u i t :

  • 1.

    Ingevolge artikel 16.15a, sub b1 van de Omgevingswet een lijst met gevallen van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten aan te wijzen, waarbij hij gebruik wil maken van zijn adviesbevoegdheid. Het betreft aanvragen om buitenplanse omgevingsplanactiviteiten waarbij sprake is van:

    • a.

      Plannen in de hele gemeente

      • i.

        Ingrepen in de openbare ruimte, met uitzondering van:

        • 1.

          De aanleg van een fietspad, trottoir, recreatieweg of parkeerplaatsen;

        • 2.

          De verbreding of verlegging van een openbare weg;

        • 3.

          De aanleg van groen, natuur of water;

        • 4.

          De aanleg van openbare nutsvoorzieningen;

        • 5.

          Een niet ingrijpende herinrichting in het openbaar gebied.

      • ii.

        Een antenne-installatie met een hoogte van meer dan 40 meter;

      • iii.

        De bouw en aanleg van energievoorzieningen, bedoeld voor het opwekken van energie, anders dan voor individueel gebruik;

      • iv.

        Het gebruik van onbebouwde gronden voor andere functies mits de oppervlakte groter is dan 2500 m².

    • b.

      Plannen in het buitengebied

      • i.

        Een functieverandering van een bebouwde locatie voor zover deze niet past in gemeentelijk of provinciaal beleid;

      • ii.

        Een boerencamping met meer dan 50 standplaatsen;

      • iii.

        Een recreatieve voorziening die niet als nevengeschikte activiteit bij een agrarisch bedrijf is aan te merken;

      • iv.

        De uitbreiding van een niet-agrarisch bedrijf met meer dan 2500 m² aan bebouwing;

      • v.

        Nieuwe woningen, met uitzondering van:

        • 1.

          De bouw van een (tweede) bedrijfswoning

        • 2.

          De her- of nieuwbouw van 1 burgerwoning

        • 3.

          De splitsing van een bestaande woning

        • 4.

          Het omzetten van een bedrijfswoning naar burgerwoning

      • vi.

        De bouw van een bijbehorend bouwwerk groter dan 250m²;

      • vii.

        De nieuwvestiging van een bedrijf of maatschappelijke organisatie met uitzondering van:

        • 1.

          Een functieverandering passend in het gemeentelijk of provinciaal beleid;

        • 2.

          Een bedrijf aan huis passend in het gemeentelijk beleid;

        • 3.

          Een nevenactiviteit passend in het gemeentelijk beleid.

    • c.

      Plannen in bebouwd gebied (inbreiding)

      • i.

        De bouw van meer dan 5 woningen;

      • ii.

        Bouw ten behoeve van de functies horeca, maatschappelijk, detailhandel, dienstverlening, bedrijven en recreatie met een oppervlakte van meer dan 2500 m²;

      • iii.

        De bouw van een bijbehorend bouwwerk met een oppervlakte van meer dan 150 m²

Voor de gevallen genoemd onder a, b en c geldt de verplichting voor het vragen van advies niet voor zover het gaat om:

  • 1.

    De uitvoering van een (eerder genomen) raadsbesluit;

  • 2.

    Functieverandering van een bestaand gebouw in de bebouwde kom, waarbij het pand met niet meer dan 10% wordt vergroot;

  • 3.

    Een initiatief dat voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de uitwerkingsplichten of wijzigingsbevoegdheden in het omgevingsplan van rechtswege;

  • 4.

    De ruimtelijke ingrepen die voldoen aan de volgende voorwaarden (uit de voormalige kruimelgevallenlijst voor zover niet expliciet al opgenomen in deze lijst):

    • a.

      een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1,eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

    • b.

      een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

    • c.

      het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • i.

        de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Omgevingswet aan een bestaande woning gestelde eisen;

      • ii.

        de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Omgevingswet of de Reconstructiewet concentratiegebieden,

      • iii.

        de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

      • iv.

        de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

    • d.

      Gebruik van gronden of bouwwerken voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

  • 2.

    Participatie voor initiatiefnemers verplicht te stellen bij alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten;

  • 3.

    De wijziging van (delen van) het omgevingsplan te delegeren aan het college voor zover het gaat om:

    • a.

      Het wijzigen van het omgevingsplan als gevolg van een al verleende vergunning;

    • b.

      Gebruikmaking van een in het omgevingsplan van rechtswege opgenomen uitwerkingsplicht of wijzigingsbevoegdheid;

    • c.

      Wijzigingen die het gevolg zijn van instructieregels van hogere overheden;

    • d.

      Wijzigingen die het gevolg zijn van door raad vastgesteld beleid;

    • e.

      Wijzigingen in definities of de wijze van meten;

    • f.

      Het besluit tot het toewijzen, wijzigen of schrappen van de functie-aanduiding gemeentelijk monument, alsmede het nemen van een voorbereidingsbesluit daartoe;

    • g.

      Wijzigingen waarvoor op grond van de onder beslispunt 1 genoemde lijst geen adviesplicht geldt.

  • 4.

    De besluiten onder 1 t/m 3 in werking te laten treden op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt;

  • 5.

    De besluiten onder 1 t/m 3 van dit voorstel te monitoren en een jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet te evalueren.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal op 14 juli 2022,

De raadsgriffier,

mr G.A.J Winters

De voorzitter,

mr. M. Slinkman