Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2024 en de bijbehorende tarieventabel 2024 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regelng vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2023.
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2023 | nieuwe regeling | 07-11-2023 | 2023-399153 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK
Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 26 september 2023; zaaknummer: 2023-399153;
Gelet op artikel: 15:33 van de Wet milieubeheer:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE AFVALSTOFFENHEFFING 2024 en de bijbehorende tarieventabel 2024.
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing terzake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde afvalstoffen
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2.6 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8 Termijnen van betaling
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald, tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water moet worden betaald.
In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.
Met betrekking tot de in deze verordening opgenomen afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend tot een maximumbedrag dat gelijk is aan het vastrecht.
De “Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2023” van 1 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt, aan op 1 januari 2024 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2025 lopende verbruiksperiode eindigt.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck in de openbare vergadering d.d. 7 november 2023.
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier,
Mr. P.J.F. Bemelmans
De voorzitter,
F.A.P. van Kessel
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2024