Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deurne

Verordening Regeling Meedoen gemeente Deurne 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeurne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Regeling Meedoen gemeente Deurne 2024
CiteertitelVerordening Regeling Meedoen gemeente Deurne 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Maatschappelijke participatie Deurne 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-504021

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Regeling Meedoen gemeente Deurne 2024

De raad van de gemeente Deurne;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 september 2023

gezien het advies van de raadscommissie d.d. 12 oktober 2023;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Participatiewet;

 

overwegende dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat inwoners zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door hun financiële positie;

 

besluit

 

vast te stellen de Verordening Regeling Meedoen gemeente Deurne 2024.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Aanvrager: personen van 18 jaar en ouder die in de basisregistratie personen zijn ingeschreven in de gemeente Deurne.

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne.

    • c.

      Partner: de echtgenoot van de rechthebbende of degene met wie de partner een gezamenlijke huishouding voert als bedoeld in artikel 3 van de Participatiewet.

    • d.

      Bijstandsnorm: de norm zoals bedoeld in artikel 5, aanhef en onder c van de Participatiewet.

    • e.

      Inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand.

    • f.

      Inkomensgrens: 120% van de voor de aanvrager toepasselijke bijstandsnorm; voor de alleenstaande ouders wordt de bijstandsnorm gesteld op 90% van de gehuwdennorm;

    • g.

      Vermogensgrens: het in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.

    • h.

      Vermogen: het vermogen dat wordt gevormd door bank- en spaartegoeden minus reëel opeisbare schulden.

    • i.

      Maatschappelijke activiteiten: sociale, educatieve, sportieve of culturele activiteiten die beogen een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken, zoals contributies/ lidmaatschappen van verenigingen (sport, cultuur), museum(jaarkaart), concerten, voorstellingen, enzovoort.

    • j.

      WTOS: Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten.

    • k.

      WSF: Wet Studiefinanciering.

    • l.

      Alleenstaande ouder: een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub c van de wet.

    • m.

      Gezin: een gezin als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub c van de wet.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Het doel van de Meedoen regeling

Deze regeling heeft tot doel de bevordering van maatschappelijke participatie en het voorkomen of het doorbreken van het sociaal isolement van personen en gezinnen met schoolgaande kinderen met een inkomen op minimumniveau of net daarboven.

HOOFDSTUK 2 BEPALINGEN OVER DE RECHTEN EN PLICHTEN

Artikel 3. De voorwaarden

Een bijdrage Maatschappelijke Participatie wordt toegekend aan inwoners:

  • 1.

    Met een inkomen en vermogen dat lager is dan de inkomens- en vermogensgrens zoals bedoeld in artikel 1, sub e en g, van deze Verordening.

  • 2.

    Uitgezonderd van de bijdragen zijn inwoners die een opleiding volgen als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgen als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 4. De aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en is voorzien van de op dit formulier gevraagde bijlagen.

  • 2.

    De aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar.

Artikel 5. Ambtshalve toekenning

In afwijking van artikel 4, eerste lid, wordt de bijdrage in het eerste kwartaal van het kalenderjaar ambtshalve toegekend aan de inwoners die op de peildatum 1 januari van elk kalenderjaar een uitkering voor levensonderhoud op grond van de Participatiewet ontvangen.

Artikel 6. Meedoen schoolgaande kinderen

Onder maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen wordt verstaan:

  • a. lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;

  • b. deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs of creatieve vorming;

  • c. bezoek aan een gelegenheid/activiteit zoals een zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop en/of pretpark;

  • d. schoolzwemmen, schoolboeken en overige schoolbenodigdheden en onderwijskosten

  • e. activiteiten op het gebied van het maatschappelijk welzijn;

  • f. de aanschaf van een computer bij de overgang van een schoolgaand kind van de basisschool naar het voortgezet onderwijs.

Artikel 7 Rechthebbende Meedoen schoolgaande kinderen

  • a.

    De alleenstaande ouder of het gezin met een of meer kinderen, die/dat gedurende de periode van minstens één jaar is aangewezen op een inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt boven 130 % van de geldende bijstandsnorm, alsmede niet beschikt over in aanmerking te nemen vermogen; ook gezinnen in een traject bij schuldhulpverlening, waarbij het besteedbaar inkomen niet hoger is dan 130% van de bijstandsnorm, komen in aanmerking voor een bijdrage maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen;

  • b.

    Als periode onder a wordt in aanmerking genomen het kalenderjaar voorafgaande aan de datum waarop de aanvraag is ingediend;

  • c.

    Het kind waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd, dient op de aanvraagdatum aan het volgende leeftijdscriterium te voldoen: een kind van 4 tot en met 17 jaar die onderwijs of een beroepsopleiding volgt.

Artikel 8. De hoogte van de bijdrage

  • 1.

    De bijdrage bedraagt voor volwassenen € 250,- per rechthebbende per kalenderjaar.

  • 2.

    De maximale hoogte van de bijdrage aan de activiteiten voor schoolgaande kinderen bedraagt € 400 per kind per kalenderjaar.

  • 3.

    Voor de aanschaf van een computer bij de overgang van een schoolgaand kind van de basisschool naar het voortgezet onderwijs wordt maximaal een bedrag van € 500 per gezin in een periode van 5 kalenderjaren ter beschikking gesteld.

  • 4.

    Het college kan de hoogte van de bijdrage aanpassen.

Artikel 9. Intrekken en terugvorderen

  • 1.

    Heeft de ontvanger van een bijdrage onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt bij zijn aanvraag, en is een bijdrage hierdoor ten onrechte toegekend, dan kan het college het toekenningsbesluit intrekken.

  • 2.

    Heeft een ontvanger van een bijdrage bij het aanvragen van een uitkering voor levensonderhoud zijn inlichtingenplicht geschonden, en is de uitkering om die reden door het college herzien of ingetrokken, dan kan het college het op grond van artikel 5 genomen toekenningsbesluit intrekken.

  • 3.

    Heeft het college een toekenningsbeschikking ingetrokken, dan kan de bijdrage die op grond van deze beschikking is uitbetaald door het college worden teruggevorderd, tot maximaal een jaar nadat toekenning heeft plaatsgevonden.

Artikel 10. Naleving

Het college kan personen aanwijzen die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Door of namens het college van burgemeester en wethouder kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12. Intrekking

  • 1.

    De verordening Maatschappelijke participatie Deurne 2017 wordt ingetrokken per datum inwerkingtreding onderhavige verordening.

  • 2.

    Besluiten, genomen krachtens de eerdere verordening maatschappelijke participatie Deurne 2017 en die gelden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening blijven van kracht tot aan het moment dat zij van rechtswege vervallen, worden ingetrokken of beëindigd. Er wordt geen bijdrage maatschappelijke participatie teruggevorderd of nabetaald.

Artikel 13. Nadere regels en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 oktober 2023

De raad voornoemd,

De voorzitter, G. T. Buter

De griffier, R.J.C.M. Rutten