Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening logiesbelasting 2024 |
Citeertitel | Verordening logiesbelasting 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening logiesbelasting 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 09-11-2023 | 2023, nummer 209 |
Onder de naam 'logiesbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 8 Ontstaan en omvang van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd uiterlijk één maand volgende op het belastingtijdvak waarin de belastingplicht is aangevangen.
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
In afwijking van artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet wordt de belastingplichtige uitgenodigd tot het doen van aangifte door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan, blijkt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 9 november 2023.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
A. Aboutaleb
Toelichting op de Verordening logiesbelasting 2024
Art. 224 Gemeentewet maakt het mogelijk om een logiesbelasting (ook wel toeristenbelasting genoemd) te heffen voor het houden van verblijf door niet-ingezetenen. In Rotterdam wordt deze belasting logiesbelasting genoemd. Het gaat hier om een algemene belasting waarvan de opbrengsten toevloeien aan de algemene middelen van de gemeente.
Met de keuze voor overnachtingen tegen een vergoeding in welke vorm ook, sluit de verordening aan bij een in de praktijk bestaand afrekenmoment. Degene die gelegenheid biedt tot overnachting zal immers ervoor zorgdragen dat hij de afgesproken vergoeding ontvangt.
Daarnaast zal de ontvangen vergoeding in de (financiële) administratie worden verantwoord. De heffing van de logiesbelasting sluit daarmee aan bij een al bestaande wettelijke plicht tot het voeren van een administratie. Dit maakt de controle en handhaving uitvoerbaar.
Het sterk commerciële karakter van de verblijfssector maakt dat veel nieuwe benamingen voor nieuwe en bestaande verblijfsvormen worden geïntroduceerd. De afgelopen jaren zijn dan ook regelmatig bezwaarschriften ingediend omdat een bepaalde vorm van verblijf met betaalde overnachting niet in de verordening zou zijn genoemd en zodoende niet tot belastingplicht zou leiden.
Voor een goede spreiding van lasten is het wenselijk dat het belastbare feit niet onnodig wordt ingeperkt. Doel is alle overnachtingen waarvoor de verblijfhouder een vergoeding in welke vorm dan ook verschuldigd is, in de heffing te betrekken. Alleen dan kan het tarief per overnachting zo laag mogelijk worden gehouden.
In de verblijfssector zijn voornamelijk ondernemers actief. Op deze ondernemers rust op grond van fiscale wetgeving al een administratieplicht. Daarnaast zijn deze ondernemers op grond van het Wetboek van Strafrecht en de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 verplicht een zogenoemd nachtregister bij te houden. Deze administraties bieden op zich al voldoende informatie om de hoogte van het belastingbedrag te bepalen. Door bij het bepalen van het belastingbedrag op deze administraties aan te sluiten, wordt voorkomen dat ondernemers onnodige aanvullende handelingen moeten verrichten. Daarnaast sluit het bepalen van het belastingbedrag beter aan bij de werkelijke overnachtingen, zodat ook hiermee een realistische spreiding wordt bereikt over alle verblijfhoudende niet-ingezetenen.
Het belastbaar feit is in de verordening neutraal geformuleerd. Hierdoor wordt voorkomen dat nieuwe benamingen die voor nieuwe en bestaande verblijfsvormen worden geïntroduceerd, zonder aanpassingen in de verordening aan de logiesbelasting zijn onderworpen.
De Gemeentewet schrijft geen verplichte vrijstellingen voor. Desondanks is ervoor gekozen enkele bijzondere verblijfsvormen vrij te stellen. Het gaat hierbij om verblijfsvormen waarbij de verblijfhouder doorgaans geen vrije keuze heeft. Naast verzorgden en verpleegden in verzorgings-, verpleeg- en ziekenhuizen is daarbij in een regeling voorzien voor asielzoekers die door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers zijn gehuisvest.
Voor de vrijstelling voor verzorgden en verpleegden is aansluiting gezocht bij de Wet toetreding zorgaanbieders.
De maatstaf van heffing voor de logiesbelasting is gebaseerd op de vergoeding die voor het verblijf met overnachten in rekening wordt gebracht, exclusief de logiesbelasting.
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal. Hieraan doet niet af dat het onderkomen waar wordt overnacht, maar een gedeelte van het kwartaal is opengesteld.
De logiesbelasting wordt bij wege van aanslag geheven. Doordat de belastingschuld pas aan het einde van het kwartaal kan worden vastgesteld, vindt de aanslagregeling over het algemeen in het volgende kwartaal plaats.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl