Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dalfsen

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Dalfsen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDalfsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Dalfsen 2023
CiteertitelBeleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Dalfsen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-11-2023Nieuwe regeling

21-11-2023

gmb-2023-503247

Z/23/684177

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Dalfsen 2023

 

Het doel van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is het voorkomen dat de overheid strafbare activiteiten faciliteert en/of dat onrechtmatig verkregen voordeel wordt gebruikt. Dit gebeurt door een Bibob-toets uit te voeren naar de integriteit van de betrokkene en diens omgeving. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen bijvoorbeeld vergunningen of subsidies worden geweigerd of ingetrokken of kan besloten worden geen opdracht te verlenen aan een partij of geen vastgoedtransactie aan te gaan.

 

De Wet Bibob geeft de gemeente Dalfsen een aantal bevoegdheden op welke wijze deze toets kan worden uitgevoerd. De gemeente kan hierbij zelf bepalen wanneer een onderzoek zal worden uitgevoerd.

 

Deze beleidsregel heeft als doel om inzichtelijk te maken wanneer de gemeente de Wet Bibob toepast en hoe de bevoegdheden vanuit de Wet Bibob hierbij worden ingezet.

 

De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dalfsen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, gelet op de bepalingen uit de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat de gemeente Dalfsen alleen zaken wilt doen met integere partijen;

 

Besluiten vast te stellen de “Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Dalfsen 2023”.

 

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel worden diverse begrippen en definities gebruikt. In deze beleidsregel zijn de definities zoals deze genoemd zijn in artikel 1.1 van de Wet Bibob van overeenkomstige toepassing.

 

Daarnaast worden in deze beleidsregel nog een aantal andere begrippen gebruikt.

 

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

    • b.

      Eigen ambtelijke informatie: informatie die binnen de gemeentelijke organisatie aanwezig is en die de gemeente in het kader van het eigen onderzoek kan gebruiken en/of informatie waarover de gemeente kan beschikken, zoals omschreven in de toelichting van deze beleidsregel;

    • c.

      Eigen onderzoek: de wijze waarop de gemeente Dalfsen in beginsel toepassing geeft aan artikel 7a van de wet. Het eigen onderzoek is nader omschreven in de toelichting van deze beleidsregel;

    • d.

      Bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de wet.

    • e.

      Rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Dalfsen;

    • f.

      RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum, het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28 lid 2 onder d van de wet;

    • g.

      Landelijk Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de wet.

    • h.

      Wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

  • 2.

    Waar in deze beleidsregel “gemeente Dalfsen” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

 

Artikel 1.2 Uitvoering Bibob-onderzoek in afwijking van beleidsregel

Deze beleidsregel laat onverlet dat in afwijking van de hierna volgende bepalingen tot toepassing van de Wet Bibob kan worden besloten, indien de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.

 

 

Hoofdstuk 2: Publiekrechtelijke beschikkingen

 

In dit hoofdstuk wordt aangegeven wanneer de Wet Bibob door de gemeente wordt ingezet bij publiekrechtelijke beschikkingen.

 

Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij aanvragen om een vergunning

  • 1.

    Bij de volgende aanvragen om een vergunning wordt door de gemeente een eigen onderzoek uitgevoerd:

    • a.

      artikel 3 Alcoholwet (Alcoholwetvergunning, met uitzondering van slijterijbedrijven en paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 4 van de Alcoholwet, tenzij de exploitatie van de horeca-activiteiten van de paracommerciële rechtspersoon niet in eigen beheer plaatsvinden);

    • b.

      artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dalfsen (Exploitatievergunning openbare inrichting);

    • c.

      artikel 5:45 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dalfsen (Exploitatievergunning speelgelegenheid);

    • d.

      artikel 2:81 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dalfsen (Flexibele brancheringsvergunning);

    • e.

      artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dalfsen (Seksinrichting);

    • f.

      artikel [ARTIKELNUMMER] GERESERVEERD (Kamerverhuur, huisvestingsvoorziening) (tot 1 juli 2024);

  • 2.

    Bij de volgende aanvragen om een vergunning wordt door de gemeente een eigen onderzoek uitgevoerd wanneer deze vergunning wordt aangevraagd om één of meerdere activiteiten uit te gaan voeren en/of projecten te starten die zijn genoemd in Bijlage 1 van deze beleidsregel (risicocategorieën) en/of wanneer de locatie waarvoor de vergunning wordt aangevraagd hierin is aangemerkt als risicogebied:

    • a.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Omgevingsvergunning bouwactiviteit);

    • b.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (Omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer);

    • c.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet kan worden geweigerd (Omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

    • d.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dalfsen (Evenementenvergunning);

      De toepassing van het eigen onderzoek zal daarbij beperkt blijven tot aanvragen voor evenementen die door of namens commerciële partijen worden georganiseerd dan wel (in omvang) op een bedrijfsmatige wijze georganiseerd worden;

    • e.

      artikel [ARTIKELNUMMER] GERESERVEERD (Omzettingsvergunning/splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 21 en 22 van de Huisvestingswet).

  • 3.

    Bij de volgende aanvragen om een vergunning wordt een eigen onderzoek gestart wanneer er vermoedens zijn dat er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Wet bibob naar aanleiding van:

    • eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC;

    • een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de Wet;

    • een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de Wet;

    • a.

      artikel 3 Alcoholwet (Alcoholwetvergunning voor slijterijbedrijven)

    • b.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 30a Alcoholwet (bijschrijving leidinggevende op Alcoholwetvergunning);

    • c.

      artikel 30b van de Wet op de kansspelen (aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat);

    • d.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, in het geval het een paracommerciële rechtspersoon betreft, als bedoeld in artikel 4 van de Alcoholwet (Alcoholwetvergunning paracommerciële rechtspersonen);

    • e.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning: aanlegactiviteit);

    • f.

      overige aanvragen om vergunningen die niet eerder zijn benoemd in deze beleidsregel, of die niet vallen onder de in Bijlage 1 van deze beleidsregel genoemde risicocategorieën en/of risicogebied(en), waarbij de gemeente bevoegd is tot het toepassen van de Wet;

  • 4.

    Uitvoering van het eigen onderzoek blijft achterwege (behalve als daartoe aanleiding bestaat) in het geval een aanvraag afkomstig is van overheidsinstanties, semi-overheidsinstanties of woning(bouw)corporaties (die op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toegelaten instellingen voor de volkshuisvesting).

 

Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij verleende beschikkingen

  • 1.

    De gemeente start een eigen onderzoek bij verleende vergunningen indien:

    • a.

      sprake is van een melding als bedoeld in artikel 2:25 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (wijziging tenaamstelling) en de activiteit(en) waar deze beschikking op ziet in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie en/of valt binnen een genoemd risicogebied;

    • b.

      uit eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;

    • c.

      er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de Wet is ontvangen;

    • d.

      er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen;

  • 2.

    De gemeente kan een eigen onderzoek starten bij een verleende vergunning indien:

    • a.

      de verstrekte vergunning betrekking heeft op een activiteit en/of gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente Dalfsen na de verstrekking van de beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie en/of risicogebied.

 

Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies

 

  • 1.

    De gemeente start een eigen onderzoek met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds vastgestelde of verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening, indien:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/of risicogebieden dan wel;

    • b.

      uit eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;

    • c.

      er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de Wet is ontvangen;

    • d.

      er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen;

 

Artikel 2.4 Weigering volledig invullen Bibob-vragenformulieren

  • 1.

    Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een vergunning de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast worden. Bij volharding zal de gevraagde vergunning buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb;

  • 2.

    Bij verleende vergunningen kan een weigering op grond van artikel 4 lid 1 van de wet worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. De verstrekte vergunning kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.

 

Hoofdstuk 3: Privaatrechtelijke transacties

Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

De gemeente kan de wet toepassen bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij ervan in kennis stellen dat een eigen onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

 

In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op grond van de Wet Bibob, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

 

  • 1.

    De gemeente start een eigen onderzoek indien:

    • a.

      het vastgoedobject gebruikt wordt of gebruikt gaat worden voor één of meerdere activiteiten die genoemd zijn als risicocategorie en/of valt binnen een risicogebied in bijlage 1;

    • b.

      het een beeldbepalend vastgoedobject betreft;

    • c.

      er sprake is van een exceptioneel financieel risico voor de gemeente;

    • d.

      wanneer tevens sprake is van een aanvraag om vergunning genoemd in hoofdstuk 2 van deze beleidsregel;

    • e.

      uit eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;

    • f.

      er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de Wet is ontvangen;

    • g.

      er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen;

 

Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

De gemeente kan de wet toepassen bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, dan wel een overeenkomst zorg vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

In (aanbestedings)documenten zal worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning wordt overgegaan, een eigen onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

 

In de af te sluiten overeenkomsten kan een integriteitsclausule worden opgenomen waarin is aangegeven dat de overeenkomst kan worden ontbonden indien één van de situaties, bedoeld in artikel 9, tweede lid van de Wet Bibob zich voordoet.

 

  • 1.

    De gemeente start een eigen onderzoek indien:

    • a.

      de activiteit(en) waarop de overheidsopdracht ziet vallen onder één van de in bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/of risicogebieden;

    • b.

      uit eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;

    • c.

      er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de Wet is ontvangen;

    • d.

      er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen;

    • e.

      onderdeel b tot en met d gericht is op een onderaannemer.

  • 2.

    Bij de uitvoering van de overeenkomst kan voornoemde aanleiding zijn om een eigen onderzoek te starten naar de contractpartij en/of de onderaannemer.

 

Artikel 3.3 weigeren mee te werken aan eigen onderzoek

Indien er sprake is van een vastgoedtransactie of een overheidsopdracht zal de weigering van betrokkene om de formulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid van de Wet niet of niet volledig ingevuld te retourneren danwel de weigering om ingevolge artikel 12 lid 3 van de Wet aanvullende gegevens te verstrekken aan het Landelijk Bureau Bibob leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst, danwel het uitsluiten van de overheidsopdracht.

 

Hoofdstuk 4: Slotbepalingen

Artikel 4.1 intrekken oude beleidsregel

  • 1.

    De ‘Beleidslijn Bibob gemeente Dalfsen’, laatstelijk gewijzigd per 1 juli 2021, wordt bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

 

Artikel 4.2 invoeringsdatum

  • 1.

    Deze beleidsregels is vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders op 21 november 2023 en treedt in werking daags na publicatie.

Deze regeling wordt aangehaald als “Beleidsregel Bibob gemeente Dalfsen 2023”.

 

 

Aldus vastgesteld op 21 november 2023.

Het college voornoemd,

de burgemeester de gemeentesecretaris/algemeen directeur

drs. E. van Lente H.J. van der Woude

De burgemeester,

drs. E. van Lente

Bijlage 1: Risicocategorieën

 

 

Toelichting:

In deze bijlage zijn activiteiten opgenomen, waarbij er een risico aanwezig is dat met die activiteiten strafbare feiten worden gepleegd, dan wel dat die activiteit wordt gebruikt om onrechtmatig verkregen voordelen te benutten.

 

Bij het opstellen van de onderstaande lijst met risicovolle activiteiten is onder meer gekeken naar de activiteiten die specifiek zijn aangewezen voor de toepassing van de Wet Bibob (zoals de Alcoholwetvergunning en bepaalde Wabo-vergunningen), de activiteiten die als voorbeeld zijn genoemd ter onderbouwing van de wetswijziging van de Wet bibob (o.a. bij vastgoedtransacties en overheidsopdrachten), en de activiteiten die op basis van de ervaringen die gemeenten de afgelopen jaren hebben opgedaan bij het toepassen van de Wet Bibob als risicovol kunnen worden aangemerkt.

 

Deze activiteiten zijn ondergebracht in risicocategorieën.

 

Om de Wet Bibob toe te passen, dient of sprake te zijn van een beschikking (bijvoorbeeld een vergunning of subsidie) of een privaatrechtelijke rechtshandeling (overheidsopdracht of vastgoedtransactie).

 

Het benoemen van onderstaande activiteiten betekent dus niet dat voor deze activiteiten ook altijd een vergunningplicht geldt of gaat gelden. Wanneer er activiteiten (gaan) plaatsvinden waarvoor geen beschikking dient te worden afgegeven of geen overeenkomst wordt aangegaan die onder de werking van de Wet Bibob valt, zal er dus ook geen Bibob-toets kunnen plaatsvinden.

 

Alleen die activiteiten waarvoor een beschikking is aangevraagd (of verleend), dan wel een privaatrechtelijke overeenkomst die valt onder het toepassingsbereik van de Wet bibob, kunnen getoetst worden.

 

Wanneer er door een initiatiefnemer een (voorgenomen) project wordt ingediend, waarbij één of meerdere van onderstaande activiteiten zal gaan plaatsvinden, zal dus gekeken moeten worden of hier activiteiten plaatsvinden waarvoor een beschikking zal moeten worden afgegeven (die onder de werking van de Wet Bibob valt) of dat een vastgoedtransactie of overheidsopdracht zal worden aangegaan.

 

 

Risicocategorieën waarbij door de gemeente Dalfsen in beginsel de Wet Bibob zal worden toegepast:

 

  • Afvalbewerkings- en -verwerkingsbedrijven

  • Afvalrecyclingbedrijven

  • Asbestverwijderingsbedrijven

  • Autodemontagebedrijven

  • Autohandel (verkoop en verhuur)

  • Barbershops

  • Bedrijfsmatig of in het kader van opvang nachtverblijf aanbieden van 5 of meer wooneenheden

  • Bedrijfsverzamelgebouwen

  • Belwinkels

  • Bouwsom (bij omgevingsvergunning bouwen) boven € 1.000.000 (categorie 3 bouwwerken)

  • Cateraars en maaltijdverstrekkers

  • Coffeeshops

  • Darkstores (een supermarkt of winkel die zich uitsluitend richt op online bestellingen; geen fysieke winkel)

  • Energieproducenten (w.o. (mest)vergisters, windmolens, zonneparken, etc.)

  • Erotische massagesalons

  • Escortbedrijven,

  • Fitnessbedrijven

  • Gamecenters

  • Garageboxen

  • Giftshops

  • Grondverzet- en saneringsbedrijven

  • Headshops

  • Horecabedrijven

  • Hotels

  • Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto's, tank- of bulkcontainers

  • Jachthavens

  • Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en/of logiespanden waarbij sprake is van 5 of meer kamers)

  • Kappers

  • Nagelstudio’s

  • Omzetten/splitsen van woningen/panden voor kamerverhuur of realisatie van (meerdere) woonruimten

  • Opslagruimtes

  • Overheidsopdrachten boven de geldende Europese drempelbedragen

  • Pensions

  • Prostitutie- en seksbedrijven

  • Recreatieparken

  • Reïntegratiebedrijven en/of activiteiten;

  • Religieuze instellingen

  • Ride outs motorclubs (of vergelijkbare evenementen)

  • Scholen

  • Schoonheids-/beautysalons

  • Seksbioscopen

  • Sekswinkels

  • Shisha-lounges

  • Sloopbedrijven

  • Smartshops

  • Speelautomatenhallen

  • Sporthallen/complexen

  • Sportscholen

  • Tattooshops

  • Transformatie kantoorpanden (naar woningen en/of kamers)

  • Uitzendbureaus

  • Vechtsportgala’s (of vergelijkbare evenementen)

  • Verhuur gemeentelijke vastgoed waarop één of meerdere van in deze Bijlage 1 genoemde activiteiten plaatsvinden of zullen gaan plaatsvinden

  • Verhuur van transportmiddelen (auto’s, (bestel)bussen, deelvoertuigen)

  • Verkoop van bedrijfskavels waarop één of meerdere van in deze Bijlage 1 genoemde activiteiten plaatsvinden of zullen gaan plaatsvinden

  • Verkoop (voormalige) overheidsgebouwen

  • Vuurwerkbranche

  • Wellnesscentra

  • Zonnestudio’s

  • Zorgbureaus/zorgaanbieders (inclusief aanbieden van zorgwoningen)

 

Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet-limitatief, maar geeft een indicatie van mogelijke risicocategorieën. Deze opsomming kan aangepast worden, indien ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven.

 

Aangewezen risicogebieden: GERESERVEERD

 

De gemeente kan bepaalde gebieden aanwijzen waarbij het wenselijk is dat in dat gebied een eigen onderzoek wordt gestart indien sprake is van een aanvraag om een beschikking (of een verleende vergunning) of een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund.

 

Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, revitalisatie van gebieden, bepaalde gebieden waar sprake is van (vermoedens van) ondermijnende activiteiten, en dergelijke.

 

Overigens geldt ook hier dat wanneer er een gebied wordt aangewezen, alleen bij die activiteiten die vergunningplichtig zijn of wanneer er sprake is van een vastgoedtransactie me de gemeente of sprake is van een overheidsopdracht, de Wet Bibob kan worden toegepast.