Organisatie | Wassenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Wassenaar 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Wassenaar 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-11-2023 | nieuwe regeling | 14-11-2023 |
Artikel 3: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023
Een huishouden (alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin) heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Bij wisselende inkomsten wordt voor de bepaling van het inkomen uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de referteperiode.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
De Beleidsregels Eenmalige energietoeslag Wassenaar 2023 staan niet op zich zelf. Die zijn gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet en aanvullend op de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid Wassenaar 2020-1.
In de basis vinden deze beleidsregels dus hun oorsprong in de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag.
Inzake de begrippen ‘inkomen’ en ‘toepasselijke bijstandsnorm’ is aansluiting gezocht bij de Participatiewet en het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt op grond van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid Wassenaar 2020-1.
Artikel 2 Hoogte energietoeslag
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3 Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023
In lid 2 is bepaald dat het vermogen buiten beschouwing wordt gelaten.
In lid 4 zijn diverse groepen uitgezonderd van de doelgroep:
jongeren tot 21 jaar: daarvoor zijn de ouders nog onderhoudsplichtig en die worden dus geacht bij te dragen in de (extra) kosten. Uitzondering hierop vormen inwoners tot 21 jaar die aanvullende bijzondere bijstand voor het voeren van een zelfstandig huishouden ontvangen. Bij deze groep kan aangenomen worden dat de ouders niet aan de onderhoudsplicht kunnen voldoen.
Artikel 4 Ambtshalve toekenning
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de aanvrager een laag inkomen heeft in de zin van deze regeling. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die in aanmerking kwamen voor een energietoeslag 2022 en volgens de toetst op inkomen door het Inlichtingenbureau ook voor de energietoeslag 2023 in aanmerking komen, die op of na de peildatum algemene bijstand ontvangen, een uitkering op grond van het Bbz 2004, de IOAW of de IOAZ ontvangen, of wanneer huishoudens op of na de peildatum gebruikmaken van een gemeentelijke minimaregeling met een inkomensgrens van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Voor zover sprake is van een AIO die door de SVB wordt verstrekt, zal de SVB de gegevens van deze groep beschikbaar stellen door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
De energietoeslag beslaat het jaar 2023 en 2024. Een aanvraag kan daarom ingediend worden tot en met 30 juni 2024. Indien er vragen zijn over het inkomen kan dit aanleiding zijn om meer informatie op te vragen dan opgesomd onder beleidsregel 5 lid 2
Er zijn situaties denkbaar waarbij niet aan alle voorwaarden wordt voldaan om in aanmerking te komen voor de energietoeslag, maar dat de uitsluitingsgrond slechts van korte duur was of bijvoorbeeld dat het strikt vasthouden aan de bepalingen onevenredig nadelig uitpakt in het licht van het doel van deze regeling. In dergelijke situaties kan een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing worden uitgevoerd op grond dit artikel. De dringende redenen als bedoeld in artikel 16 Participatiewet voorzien hier niet in.
Artikel 7 Inwerkingtreding en duur beleidsregels
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.