Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening liggeld voor woonschepen 2024 |
Citeertitel | Verordening liggeld voor woonschepen 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening liggeld voor woonschepen 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 09-11-2023 | 2023, nummer 205 |
Onder de naam ‘liggeld voor woonschepen’ wordt precariobelasting geheven voor het innemen van een ligplaats met een woonschip op een aangewezen ligplaatsgebied binnen de gemeente, indien en voor zover de ligplaats gelegen is in water waarbij de ondergrond ervan eigendom is van de gemeente Rotterdam en het water voor de openbare dienst is bestemd.
De precariobelasting, bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats inneemt. Als degene die de ligplaats inneemt, wordt aangemerkt de houder van een ligplaatsvergunning, en bij gebreke van een ligplaatsvergunning de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
In dit artikel wordt onder het voor bewoning bestemde deel van het scheepsoppervlak verstaan het door of vanwege de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. aan boord gemeten deel van het scheepsoppervlak waar zich de gemeubileerde gedeelten, alsmede de gedeelten met de keuken- , toilet-, bad- of douchegelegenheden bevinden, dan wel, indien na uitdrukkelijk verzoek daartoe door of vanwege de havenmeester meting aan boord van het woonschip door de gebruiker ervan niet wordt toegestaan, het gehele scheepsoppervlak.
Er wordt geen precariobelasting geheven over woonschepen waarvan de historische of bijzondere waarde voor de Rotterdamse haven, voor Rotterdam of voor de regio is vastgesteld na advies van een daartoe ingestelde commissie van deskundigen als bedoeld in het Besluit aanwijzing ligplaatsen historische vaartuigen.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Het verzoek om ontheffing wordt binnen zes weken na de opgetreden wijziging ingediend.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Met betrekking tot een, op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de aanslag.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 9 november 2023.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
A. Aboutaleb
Toelichting op de Verordening liggeld voor woonschepen 2024
De precariobelasting is gebaseerd op artikel 228 van de Gemeentewet. Bij de heffing van precariobelasting is altijd sprake van een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Die gemeentelijke prestatie bestaat uit het bij wege van gunst toestaan dat iemand voorwerpen heeft onder, op of boven de grond welke in eigendom is van de gemeente.
Ingevolge artikel 228 van de Gemeentewet kan de gemeente een precariobelasting heffen ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De onderhavige verordening ziet specifiek op woonschepen die een ligplaats innemen op een aangewezen ligplaatsgebied binnen de gemeente indien en voor zover de ligplaats gelegen is in water waarbij de ondergrond ervan eigendom is van de gemeente Rotterdam en het water voor de openbare dienst is bestemd. Het liggeld voor woonschepen is, in afwijking van de Verordening precario- en reclamebelasting, ondergebracht in een aparte verordening. Voorgenoemde vindt zijn oorsprong in het feit dat de Verordening precario- en reclamebelasting wordt opgesteld door het cluster Dienstverlening. De ligplaatsvergunning voor woonschepen wordt verleend door cluster Stadsontwikkeling. Vanwege efficiency redenen is besloten om een aparte verordening in het leven te roepen.
In het deze bepaling is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.
Artikel 4Maatstaf van heffing en belastingtarieven
Het tarief bestaat uit een basisbedrag van € 23,40 per maand voor de eerste 40 m² en € 280,80 per jaar en € 10,50 per maand en € 126,00 per jaar voor elke volle 10 m² extra, afhankelijk van de grootte van het schip. Voor grotere schepen komt er € 10,50 per maand bij voor elke 10 m² extra.
Voor schepen van 40 m² tot 60 m² leidt dit bijvoorbeeld tot de volgende bedragen.
Voor woonschepen waarvan de historische of bijzondere waarde voor de Rotterdamse haven, voor Rotterdam of voor de regio is vastgesteld geldt een vrijstelling.
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte en op andere wijze. In deze verordening is gekozen voor de heffing bij wege van aanslag
Artikel 9Termijnen van betaling
De hoofdregel is dat de aanslag wordt betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. Door middel van een betalingsregeling kan een variabel betaalschema worden overeengekomen met een looptijd van maximaal twaalf termijnen.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl