Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2024 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing Delft 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening rioolrechten Delft 2022.
artikel 228a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-2023 | nieuwe regeling | 09-11-2023 |
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Grondslag en maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Artikel 10 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal 10 termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijn telkens een maand later.
Artikel 12 Nadere regels door burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verorde¬ning in werking treedt ligt na de in het derde lid genoem¬de datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaats¬vindende belastba¬re feiten voor zover ter zake daarvan de heffing in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023.
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
,voorzitter.
J. Mimpen
,griffier.
Bijlage 1 TARIEVENTABEL RIOOLHEFFING DELFT 2024
Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 9 november 2023 tot vaststelling van de Verordening rioolheffing Delft 2024.
op de Verordening rioolheffing Delft 2024.
Het uitgangspunt is dat de rioolheffing volledig kostendekkend is en conform het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Bijkomend zijn er nog kosten van (gedeeltelijk) schoonmaak, kwijtschelding, BTW, de perceptiekosten voor belastingen, overhead en een percentage oninbaarheid die aan de rioolheffing worden toegerekend. De toe te rekenen kosten en de aantallen gebruikers zijn geactualiseerd. In 2024 worden de tarieven verhoogd met 1,59%.
De opbrengsten van de rioolheffing zijn gebonden aan besteding voor die specifieke taken en mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Het uitgangspunt in Delft is om alle kosten die voor doorberekening in aanmerking komen ook door te berekenen in de tarieven. Hierop zijn bij de rioolheffing in 2024 twee uitzonderingen van toepassing. Ten eerste zijn de kosten voor oninbaarheid voor 70% doorberekend. De reden hiervoor is dat deze betrekking hebben op een periode van vijf jaar, waarbij op dit moment een licht dalende trend zichtbaar is bij de oninbaarheid. Ten tweede is bij de rioolheffing een bedrag van € 1 miljoen gedekt uit de voorziening Riolering. De reden hiervan is dat het saldo in de voorziening raakt aan de gehanteerde bovengrens. Hierdoor hoeven de tarieven minder te worden verhoogd en daalt de kostendekkendheid van de rioolheffing tot 93,31%.