Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van liggeld 2024
CiteertitelVerordening liggeld 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening liggeld 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2023artikel 2, 3

11-12-2023

gmb-2023-536605

2023.0001074-1
01-12-202323-12-2023nieuwe regeling

13-11-2023

gmb-2023-499571

23.0001063

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2024

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2023,

no. 23.0001063;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning en ook bewoonde varende monumenten, die als zodanig zijn erkend, als bedoeld in artikel 5:31.1, lid 2, van de Algemene plaatselijke verordening;

  • b.

    ligplaats: plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen met bijbehorende voorzieningen.

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van een schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "liggeld" wordt een recht geheven voor het verstrekken van diensten die met een ligplaats voor een woonschip verband houden, bij een verblijf langer dan twee weken op een daartoe aangewezen ligplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 1 van de eerste wijziging wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de gebruiker, dan wel de eigenaar van het woonschip. Dit wordt naar omstandigheden beoordeeld.

  • 2.

    Het recht als bedoeld in artikel 1 van de eerste wijziging wordt niet geheven voor woonschepen op ligplaatsen waarvoor een huurovereenkomst is afgesloten tussen de gemeente Noordoostpolder als grondeigenaar en degene die de ligplaats gebruikt.

Artikel 4 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen de bij deze veror¬de¬ning behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belasting-tijdvak, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblij¬ven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

De "Verordening liggeld 2023" van 14 november 2022, no. 22.0001618 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 13 november 2023.

De griffier,

de voorzitter,

BIJLAGE Tarieventabel behorende bij de "Verordening liggeld 2024".

 

Omschrijving

Tarieven

Eenheid

Tijd

Bedrag

ligplaats

1

jaar

€ 255,50

 

Behoort bij raadsbesluit van 14 november 2023

 

de griffier