Organisatie | Schiermonnikoog |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Afvalstoffenheffing Schiermonnikoog 2024 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2023 | nieuwe regeling | 07-11-2023 |
De raad van de gemeente Schiermonnikoog,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2023;
gelet op de artikelen 216 en 219 van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering Afvalstoffenheffing Schiermonnikoog 2024.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
BAG-verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, en/of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van goedenrechtelijke rechtshandelingen.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
indien in de onder de leden a. en b. genoemde percelen meerdere BAG-verblijfsobjecten aanwezig zijn, wordt voor iedere tweede of elk volgende BAG-verblijfsobject in dat perceel aanwezig, de belasting genoemd in de leden a en b verhoogd. De verhoging bedraagt per tweede en elk volgende aanwezige verblijfsobject € 336,80.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnbedragen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, € 50,00 of minder bedraagt, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en wel één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn de leden 1, 2, 3, 4 en 5 van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 11 Inwerkingtreding, datum ingang heffing en citeertitel
De verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffen¬heffing 2023 van 8 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.