Organisatie | Veere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | WRP 2024-2028 Water- en rioleringsprogramma gemeente Veere |
Citeertitel | WRP 2024-2028 Water- en rioleringsprogramma gemeente Veere |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | WRP 2024-2028 Water- en rioleringsprogramma gemeente Veere |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR682081
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Nieuwe regeling | 08-11-2023 | 23B.08591 |
Voor u ligt het Water- en rioleringsprogramma 2024-2028 van de gemeente Veere. Het is een verdiepend programma dat valt onder de Omgevingsvisie Veere 2047. In dit rioleringsprogramma beschrijven we wat we de afgelopen planperiode deden, wat we in de komende planperiode gaan doen en wat dat gaat kosten.
De omgevingsvisie van de gemeente Veere beschrijft de maatschappelijke opgaves en de te beschermen kernkwaliteiten op strategisch niveau. De Integrale Visie Openbare Ruimte (verder IVOR) geeft een nadere invulling aan de ambities en doelen die beschreven zijn in de Omgevingsvisie. Het WRP gaat in op de uitvoering van de gemeentelijke watertaken: afvalwater, hemelwater en grondwater.
Het voorgaande rioleringsplan had een looptijd van 2020 – 2023. De afgelopen planperiode zijn we geconfronteerd met prijsstijgingen, corona, moeilijk verkrijgbare grondstoffen, extreem drukke periodes en hele rustige periodes. Het gebruik, renovatie en vervanging van riolering ging gewoon door. Onze inwoners, bedrijven en toeristen bleven onverminderd afvalwater produceren. We zamelen het afvalwater in en te transporteren het naar de overnamepunten van het waterschap Scheldestromen. Vanaf daar is waterschap Scheldestromen verantwoordelijk voor het transport naar de rioolwaterzuivering en vervolgens het zuiveren van het water. In afvalwater komen we ook veel ongewenste zaken tegen. Die zorgen voor verstoppingen in onze rioolgemalen. Door het toepassen van slimmere pompen en het analyseren en verbeteren van terugkerende problemen vergroten we de bedrijfszekerheid. Daarnaast communiceren we naar bewoners over juist gebruik van de riolering, waardoor we het aantal storingen zien dalen.
In de afgelopen 4 jaar zijn extreme buien gevallen. We merken dat de buien korter en heftiger zijn en dat deze buien vaker voorkomen. Hierdoor neemt de kans op wateroverlast toe. In de afgelopen planperiode is er zeven keer wateroverlast geweest. Wateroverlast is water dat van de openbare ruimte een woning binnen stroomt. De kans op wateroverlast moeten we zoveel mogelijk zien te voorkomen. Als voorbeeld het Oranjeplein in Zoutelande. Dit is het laagste gelegen punt van Zoutelande. Door de aanleg van een groot hemelwaterriool in 2020 verkleinden we hier de kans op wateroverlast. Een inwoner melde op 21 juni 2023 een regenbui van 41 mm in minder dan een uur.
Het blijven vergroten van de ondergrondse voorzieningen (riolering) is echter niet altijd een doelmatige oplossing. Het steeds maar vergroten van deze voorzieningen is uiteindelijk te kostbaar of zelfs praktisch niet haalbaar. Om bij een veranderend klimaat droge voeten te blijven houden, kijken we nadrukkelijk ook naar bovengrondse oplossingen. We zoeken naar de samenhang met de (her)inrichting van de openbare ruimte. In bijvoorbeeld de nieuwbouwwijk Bouwlust III in Aagtekerke voeren we al het hemelwater oppervlakkig af naar omliggend oppervlaktewater. Dit scheelt in beheer- en aanlegkosten en is tevens klimaatbestendig. Wat u ook ziet in onze fysieke leefomgeving is dat we nieuwbouwwoningen hoog bouwen om de kans op wateroverlast te verkleinen. Bij elke ontwikkeling houden we rekening met de toename van extreme buien en proberen we de kans op wateroverlast zo klein mogelijk te maken. Dit doen we door meer ruimte voor water en groen te reserveren.
Anderzijds zien we steeds langere droge perioden met kans op verdroging. In onze gemeente zien we tot op heden nog relatief weinig problemen met verdroging vanwege de vele kleigronden. Op sportvelden en in groenvoorzieningen zien we wel problemen met langdurige droogte. We onderzoeken hier de mogelijkheden voor wateropslag. In Westkapelle plaatsten we als proef twee containers waar we opgepompt water in opslaan. We namen ook deel aan operatie Steenbreek. We haalden in totaal 1250 m2 verharding uit onze openbare ruimte en richtte dit groen in. We stelden bij grote herinrichtingsprojecten ook regentonnen gratis beschikbaar. 149 bewoners maakten hier gebruik van.
Iedereen in onze gemeente heeft eigen verantwoordelijkheden met betrekking tot de rioleringszorg. De perceeleigenaar is zelf verantwoordelijk voor de ontwatering van zijn eigen terrein. Onze zorgplicht richt zich op het openbaar gebied. Om de kans op (grond)wateroverlast te verkleinen en perceeleigenaren de mogelijkheid te bieden hun eigen terrein te ontwateren, stelt de gemeente de bewoners een overnamepunt ter beschikking voor de afvoer van overtollig (grond)water.
Onderhoud aan onze rioleringsobjecten voeren we structureel uit. In de afgelopen planperiode besteedden we een groot aantal rioolwerkzaamheden aan. Onder andere het onderhoud aan de hoofdriolering, kolken, klein onderhoud, drukrioolgemalen en hoofdrioolgemalen. Hierdoor konden we alle (onderhouds)werkzaamheden aan de riolering uitvoeren binnen de gestelde kaders en binnen het gestelde budget.
Overzicht aanwezige voorzieningen
We blijven investeren in het op niveau houden van ons gehele rioolsysteem. We kunnen stellen dat de rioleringsobjecten van voldoende en grotendeels van goede kwaliteit zijn. Wel zien we dat een groot deel van het hoofdriool is verouderd en op termijn aan vervanging toe is. We zorgen ervoor dat we dit niet allemaal tegelijk moeten vervangen en nemen dit op in onze integrale meerjarenplanning.
In dit water- en rioleringsprogramma stellen we een visie op de waterketen op. Deze visie is de basis voor de gemeente Veere, en ook voor onze inwoners en initiatiefnemers met betrekking tot de waterketen. De visie is gebaseerd op de omgevingsvisie, klimaat adaptatie strategie Zeeland en maatlat groene klimaat adaptieve gebouwde omgeving.
Belangrijk is het blijven bijdragen aan een goede volksgezondheid door op een verantwoorde wijze afval-, hemel-, en grondwatertaken uit te voeren tegen de laagst maatschappelijk kosten.
We leggen alle nieuwbouw en nieuwe ontwikkelingen klimaatbestendig aan. Waterhinder vinden we niet erg, maar waterschade moeten we zoveel mogelijk voorkomen. We voeren zoveel mogelijk water oppervlakkig af en als dat niet kan kiezen we voor een alternatief, bijvoorbeeld de aanleg van een hemelwaterriool. Ook vervangen we en renoveren we hoofdriolering in slechte staat. Dit doen we op basis van een integrale planning samen met alle andere disciplines (groen, wegen, kabels en leidingen) in de fysieke leefomgeving. Tijdens elk herinrichtingsproject is het uitgangspunt om zo min mogelijk verharding aan te leggen en groen toe te voegen.
In het kader van de zorgplicht voor grondwater zijn er slechts beperkt nieuwe activiteiten. De gemeente Veere kent weinig structurele problemen met grondwater. We hebben geen voornemen om een grondwatermeetnet op te zetten. Wel staan we klaar om burgers met grondwateroverlast te adviseren en waar nodig maatregelen te nemen in openbaar gebied. Wij nemen geen maatregelen op particulier terrein, maar bieden wanneer noodzakelijk een overnamepunt aan op de erfgrens.
Binnen de bebouwde kom sluit iedereen aan op riolering. Met de komst van de Omgevingswet bepalen we zelf hoe we omgaan met riolering in het buitengebied. Voor het buitengebied zetten we de bestaande, smalle zorgplicht door. Waar de aanleg van openbare riolering doelmatig is, leggen we riolering aan. Als er op 40 meter vanaf de perceelsgrens riolering ligt, moet worden aangesloten. Voor 109 panden is dit niet het geval en is ontheffing van de zorgplicht van de Provincie Zeeland. Deze zijn aangesloten op een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater).
De Omgevingswet geeft ook de mogelijkheid om regels op te stellen in ons Omgevingsplan.
We nemen de volgende regels op met betrekking tot de water- en rioleringszorg:
We zetten het beheer- en onderhoudsprogramma in de komende planperiode door. Waarbij alle voorzieningen een eigen cyclus kennen. Daarnaast houden we de rioolbeheerssystemen en rioleringsmodellen actueel en compleet.
In onderstaande tabel geven we een meerjarenperspectief voor de rioleringszorg. We zien een tekort ontstaan in de financiële middelen als gevolg van prijsstijgingen, hogere loonkosten en verouderde riolering. We voeren een kostendekkend beleid ten aanzien van de rioolheffing.
Tabel 1: Samenvatting meerjarenbegroting en kostendekkendheid van de rioolheffing. Vanaf 2027 wordt het doorgetrokken omdat de meerjarenbegroting 4 jaar vooruit kijkt. (bedragen x1000).
Gelet op de kostenontwikkeling is in de meerjarenramingen vanaf 2025 met een extra verhoging van de tarieven van 2% per jaar rekening gehouden (exclusief inflatie). Deze extra verhoging houden we laag door inzet van de voorziening rioolheffing van € 328.000 (2024-2027). De stand van de voorziening is nu € 611.000; na de genoemde inzet in de periode 2024-2027 resteert een stand van € 283.000 (eind 2027).
Maar weinig mensen beseffen hoe belangrijk riolering is. Pas als het mis dreigt te gaan en er bijvoorbeeld stank of wateroverlast optreedt, krijgt riolering aandacht. Verder gaat de inzameling en het transport van afvalwater vaak ongemerkt aan de burger voorbij. Toch verrichten we dagelijks veel inspanningen om deze kostbare infrastructuur goed te beheren. Op welke wijze we dat doen verwoorden we in dit plan.
Het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) speelde een belangrijke rol bij de planmatige uitvoering van de gemeentelijke watertaken. Het vGRP was onder de Wet milieubeheer een verplicht plan voor gemeenten. Met de komst van de omgevingsvisie is een water- en rioleringsprogramma (WRP) facultatief. Ondanks dat kiezen we er wel voor om een WRP op te stellen. Het college mag een programma vaststellen als de omgevingswet van kracht is. Vanwege de bijbehorende rioolheffing en het uitstellen van omgevingswet kiezen we ervoor om een WRP vast te laten stellen door de gemeenteraad.
Met het vaststellen van het WRP geven we invulling aan de gemeentelijke watertaken. Deze taken richten zich op stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Op specifieke onderdelen heeft de gemeente een grote beleidsvrijheid bij de invulling en de uitwerking van de gemeentelijke watertaken, met name ten aanzien van hemelwater en grondwater.
Het WRP is niet juridisch bindend voor inwoners en bedrijven. We kunnen er geen eisen mee stellen. Eisen komen terecht in het omgevingsplan. Financiële eisen, zoals bijvoorbeeld de rioolheffing, komen in een verordening.
Tijdens een raadsinformatiebijeenkomst peilden we het ambitieniveau. Met die informatie stellen we voor het bestuurlijk traject een concept WRP op. Dit concept leggen we voor aan de oordeelsvormende raadscommissie RO. We verwerken eventuele opmerkingen van de oordeelsvormende raadscommissie en andere instanties. Vervolgens stellen we een definitief WRP op. Dit definitieve WRP wordt ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. De vaststelling maakt het college van Burgemeester en Wethouders bekend.
Voor het WRP wordt een vastgestelde geldigheidstermijn vereist waarvan de lengte niet wettelijk vastligt. Dit WRP heeft een geldigheidstermijn van 5 jaar, van 2024 tot en met 2028. Het plan wordt gedurende de looptijd mogelijk (deels) geïntegreerd in de omgevingswet.
Hoofdstuk 2 geeft aan wat de relatie is met bestaand beleid. Hoofdstuk 3 blikt terug op het voorgaande rioleringsplan. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de aanwezige voorzieningen. Hoofdstuk 5 en 6 beschrijven de visie, programma, strategie en bijbehorende regels en instrumenten. Tot slot gaat hoofdstuk 7 in op de financiële en personele middelen voor de gemeentelijke watertaken. In hoofdstuk 8 zijn bijlagen toegevoegd.
2. Relatie met omgevingsvisie en bestaand beleid
In dit hoofdstuk gaan we nader in op welke positie het WRP heeft binnen de omgevingsvisie. Onderstaande figuur geeft aan waar het WRP zich bevindt.
De omgevingsvisie van de gemeente Veere beschrijft de maatschappelijke opgaves en de te beschermen kernkwaliteiten op strategisch niveau. Met de maatregelen in het WRP wordt beoogd de doelen en ambities uit de omgevingsvisie te realiseren. De maatregelen zijn er dan ook grotendeels op gericht om invulling te geven aan het thema ‘Klimaatbestendig Veere’.
2.2 Integrale visie openbare ruimte
De Integrale Visie Openbare Ruimte (verder IVOR) geeft een nadere invulling aan de ambities en doelen die beschreven zijn in de Omgevingsvisie. De IVOR gebruiken we als leidraad voor het hele proces van inrichting, onderhoud en vervanging van de openbare ruimte. Het WRP gaat in op de uitvoering van de gemeentelijke watertaken.
De drie gemeentelijke watertaken blijven ook onder de Omgevingswet onverkort van kracht.
In de Gemeentewet (artikel 228a) is geregeld dat de gemeente onder de naam rioolheffing een belasting kan heffen ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de uitvoering van deze drie zorgplichten.
De afgelopen jaren verrichtten we inspanning om invulling te geven aan de gestelde doelen en ambities uit het voorgaande vGRP. In het vGRP 2020-2023 zijn doelen geformuleerd, gericht op een duurzame bescherming van de volksgezondheid, het milieu en de natuur en het handhaven van een goede leefomgeving. In dit hoofdstuk evalueren we de belangrijkste bevindingen.
In het vGRP2020-2023 stelden we 6 programma’s op. Onderstaand leest u wat we deden om uitvoering te geven aan de programma’s.
Doelmatig scheiden van waterstromen
In het vGRP stelden we de eis dat men bij alle nieuwbouw binnen de bebouwde kom deels zelf zorgt voor de opvang en verwerking van hemelwater op eigen terrein. We wilden dit opnemen in het omgevingsplan. Helaas is deze wetgeving meerdere malen uitgesteld, waardoor we dit nog niet konden eisen bij ontwikkelingen binnen het bestemmingsplan.
We zien in het buitengebied weinig problemen met hemelwater. In het buitengebied zorgen perceelseigenaren altijd zelf voor de scheiding van waterstromen. Het is niet toegestaan om hemelwater te lozen op drukriolering. Wanneer we deze situaties opmerken schrijven we de eigenaar aan. Wel zien we door vergroten van campings capaciteitsproblemen ontstaan.
We richten de fysieke leefomgeving klimaatbestendig in
Waterhinder is ruime plasvorming of tijdelijk water-op-straat, zonder problemen in woningen of stremming van vitale infrastructuur. Door extreme neerslag is dit de afgelopen planperiode meervoudig voorgekomen. We beschreven in ons rioleringsplan dat we water-op-straat niet erg vinden, maar dat we waterschade zoveel mogelijk moeten voorkomen. Bij meldingen over water-op-straat vertellen we dat we deze situaties moeten accepteren.
Locatie: Meldingen wateroverlast
Bij elke aanpassing in de fysieke leefomgeving verkleinen we de kans op wateroverlast. We voeren we zoveel mogelijk wat bovengronds af. Wanneer dit niet kan leggen we een hemelwaterriool aan. We keken hierbij niet naar een norm bui, maar naar een zo robuust mogelijk oplossing. De volgende straten zijn in de afgelopen planperiode aangepakt.
Goed zichtbaar in de fysieke leefomgeving is dat we nieuwe gebouwen hoger bouwen dan voorheen. In ons vGRP gaven we aan dat we nieuwe gebouwen minimaal 20 cm boven straatpeil plaatsen. Bij elke bouwvergunning geven we de gewenste hoogte aan. Op locaties waar een grotere kans is op wateroverlast bouwen we soms nog hoger.
In nieuwbouwgebieden voeren we zoveel mogelijk hemelwater oppervlakkig af. Dit zorgt voor een klimaatbestendige leefomgeving. Ook zorgt dit voor minder ondergrondse voorzieningen en dus minder aanlegkosten en minder onderhoud. De nieuwbouwwijk Bouwlust III (Burgemeester Jan Peperstraat) in Aagtekerke is hiervan een voorbeeld.
Grondwater laten we functioneren op natuurlijke wijze
Er komen jaarlijks weinig meldingen binnen van grondwateroverlast. We beheren de grondwaterstand niet, maar zorgen wel voor maatregelen in openbaar gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand in openbaar gebied te beperken. In de afgelopen planperiode kwamen er van 4 locaties meldingen binnen van een te hoge grondwateroverlast.
Bloemen- en bomenwijk Oostkapelle. Door de bloem- en bosrijke omgeving en de daarbij bepalende ondergrond, zijn hier regelmatig meldingen van hoge grondwaterstanden. Hier zijn in het verleden al maatregelen getroffen. Door de vele wortels groeit deze infrastructuur vaak weer (gedeeltelijk) dicht. Extra reiniging en inspectie van de ondergrondse grondwatervoorziening is hier dan ook gewenst.
Operatie Steenbreek. We zijn in 2021 aangesloten bij operatie Steenbreek. Ook reserveerden we in het vorige rioleringsplan € 20.000 per jaar om stenen uit de openbare ruimte te verwijderen. We haalden in totaal 1250 m2 verharding weg en richtte het groen(er) in. Bijvoorbeeld in de Jan Vaderstraat in Meliskerke. Daar verwijderden we 230 m2 overbodige verharding. In de Citthershillsingel verwijderden we een deel van het trottoir ten behoeve van groen. De aangrenzende bewoners wilden het trottoir nagenoeg unaniem terug.
Iedereen heeft eigen verantwoordelijkheden
Vebenabos Koudekerke. In het Vebenabos in Koudekerke was lang onduidelijk wie eigenaar was van het hoofdriool. We maakten afspraken met Stichting Vebenabos en renoveerden het riool door middel van relining. Nadien namen we het hoofdriool over in beheer in eigendom. Het is nu voor iedereen duidelijk waar welke verantwoordelijkheden liggen.
We beschermen de volksgezondheid zo goed mogelijk
Tabel 2: Overzicht storingen gemalen, bron: beheersysteem XDM *tot heden
Nieuwe ontwikkelingen sluiten altijd aan op riolering of een alternatieve voorziening. Bijvoorbeeld een nieuwe camping aan de Zwagermanweg in Grijpskerke hoeft niet aangesloten te worden op de riolering vanwege de te grote afstand naar bestaande riolering. Deze ontwikkeling mag aansluiten op een alternatieve zuivering (IBA klasse 3a).
We stelden een nieuw contract op voor het reinigen en inspecteren van onze hoofdriolering. We stelden in ons contract de eis dat alle riolering in de gemeente Veere moet worden gereinigd en geïnspecteerd. Van der Valk + De Groot heeft dit contract aangenomen en voert de werkzaamheden naar volle tevredenheid uit. Ze doen dit in een periode van 8 jaar.
We hebben een kostendekkende rioleringszorg
4. Overzicht aanwezige voorzieningen
In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de aanwezige voorzieningen en beschrijven de toestand. De huidige situatie vormt daarmee het vertrekpunt voor het te voeren beleid in de planperiode.
Al het ingezamelde afvalwater binnen de gemeente Veere wordt via vrijvervalriolen, gemalen en persleidingen getransporteerd naar de waterschapsgemalen. Deze verpompen het water vervolgens naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Ritthem. 109 percelen in het buitengebied zijn niet aangesloten op riolering maar op een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater). Een beknopt overzicht van de aanwezige rioleringsobjecten is opgenomen in onderstaande tabel.
Tabel 3: Aanwezige rioleringsobjecten (bron: Beheersysteem RioGL)
Vrijvervalriolering heeft in Veere een gemiddelde levensduur van circa 70-100 jaar. Om inzicht te krijgen in de leeftijd van de vrijvervalriolering is in onderstaande figuur de aanlegperiode weergegeven.
Figuur 3: Aanleg vrijverval riolering per jaar (Bron: beheersysteem RioGL)
Duidelijk zichtbaar is dat een groot deel van de riolering in de jaren ‘60-‘70 is aangelegd en dat er vanaf 2005 ook een aanzienlijke toename is. De toename vanaf 2005 wordt met name veroorzaakt door de aanleg van gescheiden (dubbele) rioolstelsels bij nieuwbouw, door de aanleg van (extra) hemelwaterriolering bij afkoppelen en door het relinen van bestaande riolering. De riolering uit 1948-1955 is aan het einde van de levensduur en is grotendeels toe aan renovatie of vervanging.
In 2021 zijn we gestart met een contract voor het reinigen en inspecteren van al onze hoofdriolering. Dit doen we in een periode van acht jaar. Hiermee krijgen we een totaal beeld van de kwaliteit. Voor alle ernstige gebreken, zoals breuken en instortingen, nemen we gelijk maatregelen. Andere gebreken nemen we op in de langetermijnplanning. In deze planning kijken we niet alleen naar de status van het riool, maar naar de gehele fysieke leefomgeving.
We beheren en onderhouden veel objecten om het afvalwater, hemelwater en grondwater in te zamelen, te transporteren en af te voeren. Al deze objecten onderhouden en inspecteren we. Alle vrij verval riolering reinigen en inspecteren we 1 keer in de 10 jaar. De overige objecten reinigen en inspecteren we jaarlijks. Onderstaand een overzicht van de status van onze rioleringsobjecten.
Tabel 4: Status rioleringsobjecten. Bron: beheersystemen XDM en RioGL.
De beheerinformatie van o.a. overstorten, drainage, persleidingen, mechanische riolering en vrijverval riolering is opgenomen in het beheersysteem RioGL. Alle data wisselen we actief uit met een koppeling of GIS kaarten via dataportaal Zeeland. We hebben in bijlage 8.1 een overzicht weergegeven van de overdrachtspunten. Dit zijn de locaties waar het beheer en onderhoud overgaat van gemeente naar waterschap.
De beheergegevens van de drukrioolgemalen en hoofdrioolgemalen zijn opgenomen in het beheersysteem XDM. Daarnaast worden alle hoofdrioolgemalen en randvoorzieningen actueel gemonitord en aangestuurd via het besturingssysteem AquaviewX.
5. Visie, programma’s en strategie
We hebben wettelijke zorgtaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. We beschrijven in dit hoofdstuk welke visie, programma en strategie we hiervoor nastreven. Onze visie sluit aan bij de gezamenlijke visie Zeeuwse waterketen.
We gaan duurzaam om met water en zorgen ervoor dat we verschillende waterstromen doelmatig scheiden. We richten samen de fysieke leefomgeving zo robuust mogelijk om de volksgezondheid te beschermen en de kans op wateroverlast zo klein mogelijk te maken. Waterhinder vinden we niet erg. Water in de grond is een natuurlijk verschijnsel dat we zoveel mogelijk op een natuurlijke wijze laten functioneren. Iedereen heeft eigen verantwoordelijkheden voor de water- en rioleringszorg. De kosten voor de riolering houden we zo efficiënt mogelijk en dekken we honderd procent uit de rioolheffing.
Hoe we de visie vorm geven beschrijven we in de onderstaande programma’s en bijbehorende strategie. We maken de gemeente Veere verder klimaatbestendig, we zorgen voor maximale bescherming van de volksgezondheid en zorgen dat iedereen weet waar de verantwoordelijkheden liggen. In dit rioleringsplan leggen we ook regels vast. Deze regels hebben betrekking op de fysieke leefomgeving, onze zorgplichten en het langetermijnbeleid. Met de komst van de Omgevingswet krijgen we de mogelijkheid om regels op te nemen voor de fysieke leefomgeving. Regels die we opnemen in het Omgevingsplan zijn onderstreept.
Doelmatig scheiden van waterstromen
We richten de fysieke leefomgeving klimaatbestendig in
Grondwater laten we functioneren op natuurlijke wijze
Iedereen heeft eigen verantwoordelijkheden
We maken gebruik van het waterbergingsfonds. Dit geldt alleen voor plannen die niet binnen het bestemmingsplan passen. In geval van nieuwe of extra verharding dient de toename aan verhard oppervlak te worden gecompenseerd met waterberging op eigen terrein. In uitzonderlijke gevallen kan gebruik worden gemaakt van het Waterbergingsfonds. Als een initiatiefnemer geen water compenserende maatregelen kan/mag nemen kan dit worden afgekocht.
Een nieuwe ontwikkeling zorgt zelf voor inzameling, transport en afvoer van hemelwater, grondwater en afvalwater. Afvalwater moet worden aangeboden op gemeentelijk terrein. De gemeente wijst hiervoor een locatie aan. Alle kosten zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De rioleringsobjecten, niet gelegen in gemeentelijk terrein, blijven in eigendom, beheer en onderhoud van de initiatiefnemer, tenzij anders overeengekomen.
Nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied sluiten aan op riolering of een alternatieve voorziening. Als het initiatief aan wil sluiten op riolering geven wij aan waar de ontwikkeling aan kan sluiten. De kosten zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Over het beheer en onderhoud van de riolering of andere rioolobjecten worden aparte afspraken gemaakt met de initiatiefnemer.
Bedrijfsafvalwater is geen stedelijk afvalwater. Hier geldt geen zorg voor inzameling- en transport door de gemeente. De gemeente heeft het recht om bestaande en nieuwe aansluitingen van bedrijven te weigeren. Dit geldt met name als dit afvalwater niet gezuiverd kan worden op de waterzuivering (RWZI), of als de afvoerdebieten dusdanig groot worden dat de bestaande infrastructuur hier niet op berekend is.
We beschermen de volksgezondheid zo goed mogelijk
In het buitengebied zijn de 109 percelen die nog niet aangesloten zijn zelf verantwoordelijk voor de inzameling van het afvalwater. Zij zorgen dat ze voor 2027 aangesloten zijn op de riolering of optimaliseren de eigen alternatieve voorziening. Nieuwe ontwikkelingen sluiten altijd aan op riolering of een alternatieve voorziening.
Buiten de bebouwde kom geldt in beginsel de gemeentelijke taak voor de inzameling van huishoudelijk afvalwater. Maar als sprake is van individuele woningen of stedelijke gebieden met minder dan 2000 inwonerequivalenten én aanleg van een vuilwaterriool niet doelmatig is, dan hoeft de gemeente de taak niet in te vullen. In dat geval hebben initiatiefnemers (lozers) een eigen verantwoordelijkheid als lozer van afvalwater. Uitgangspunt is dat ze geen ongezuiverd afvalwater mogen lozen in de bodem of het oppervlaktewater en moeten dan zelf zorgdragen voor een juiste afvoer en/of behandeling van het afvalwater.
We hebben een kostendekkende rioleringszorg
We lichten in dit laatste hoofdstuk toe welke middelen we nodig hebben en op welke wijze we de kosten dekken.
Voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken hebben we personele middelen nodig. De omvang hiervan is afhankelijk van het inwoneraantal, het aantal aanwezige rioolobjecten, het ambitieniveau en de toegankelijkheid van actuele gegevens.
De omvang van de noodzakelijke personele middelen is gebaseerd op de formatiescan uit de Leidraad Riolering. In onderstaande tabel geven we een beknopte samenvatting van de totale benodigde inzet van de personele middelen, voor een volledig beeld verwijzen we naar bijlage 7.3.
Tabel 5: Overzicht van personele inzet per onderdeel.
De totaal benodigde personele inzet blijkt groter te zijn dan de huidige beschikbare personele middelen van 5,5 fte (5,0 fte binnendienst en 0,5 fte buitendienst). We gaan niet uit van het uitbreiden van de huidige formatie, maar wel van het minimaal handhaven daarvan. Indien de huidige formatie in de komende planperiode ontoereikend is, besteden we een deel van de werkzaamheden uit.
Voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken maken we kosten. Kosten voor het beheer en onderhoud van de voorzieningen, kosten voor aanleg en vervanging van rioleringsobjecten, maar ook kosten voor onderzoek en planvorming. In bijlage 7.4 en 7.5 zijn alle exploitatielasten en investeringen weergegeven.
De kosten zijn onderverdeeld in kapitaal- en exploitatielasten. In onderstaand tabel staan de nieuwe kapitaal- en exploitatielasten. Ten opzichte van het vorige Rioleringsplan zijn deze lasten gestegen. Hierdoor zal de rioolheffing stijgen.
De dekking van de kosten voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken vinden we in de rioolheffing. Binnen de verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing maken we onderscheid in een eigenarendeel en een gebruikersdeel. Impliciet wordt het eigenarendeel bestempeld als heffing voor het ontvangen en verwerken van hemelwater en het gebruikersdeel als heffing voor het ontvangen en verwerken van afvalwater. We dekken hiermee het totaal aan gemeentelijke watertaken. De geprognotiseerde rioolheffing hebben we weergegeven in onderstaande tabellen.
In deze bijlage geven we een overzicht van de noodzakelijk personele middelen voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken. Dit overzicht is gebaseerd op de Formatiescan van stichting Rioned. Het percentage uitbesteden is gebaseerd op ervaringscijfers uit de afgelopen planperiode.