Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiermonnikoog

Verordening op de heffing en de invordering van leges Schiermonnikoog 2024 (Legesverordening Schiermonnikoog 2024)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiermonnikoog
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Schiermonnikoog 2024 (Legesverordening Schiermonnikoog 2024)
CiteertitelLegesverordening Schiermonnikoog 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening Leges 2023 Schiermonnikoog.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-11-2023nieuwe regeling

07-11-2023

gmb-2023-498984

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Schiermonnikoog 2024 (Legesverordening Schiermonnikoog 2024)

De raad van de gemeente Schiermonnikoog;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2023;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Schiermonnikoog 2024 (Legesverordening Schiermonnikoog 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

 

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag door in de gemeente Schiermonnikoog gevestigde inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen voor een vergunning voor een “eilander ontheffing rijverbod”, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog, gepubliceerd 27 januari 2004, voor zover het betreft volledig elektrische motorvoertuigen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      digitaal wordt gedaan, terstond;

    • c.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Paragraaf 1 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      Paragraaf 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteiskaart);

    • 3.

      Paragraaf 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      Paragraaf 4 (verstrekkingen uit de Basisregistratie personen);

    • 5.

      Artikel 1.5.1 tot en met 1.5.3 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      artikel 1.8.2 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      paragraaf 12 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeesters en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening Leges 2023 Schiermonnikoog wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening Schiermonnikoog 2024”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2023.

De voorzitter,

I. Van Gent

De griffier,

T. Toren

Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Schiermonnikoog 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

paragraaf 1 Burgerlijke stand

 

1.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, het registreren van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met een huwelijksceremonie:

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag voor ingezeten van de gemeente (eilanders)

€ 244,50

1.1.1.2

maandag tot en met donderdag voor niet-ingezetenen van de gemeente (niet- eilanders)

€ 338,15

1.1.1.3

op vrijdag voor niet ingezetenen (niet eilanders)

€ 520,20

1.1.1.4

Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 48,90

1.1.2

Indien de voltrekking plaats heeft buiten de onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.3, vermelde dagen

€ 676,25

1.1.3

Voltrekking op dinsdag tussen 09.00 uur en 09.30 uur is kosteloos

1.1.4

Voor een huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie op locatie worden de leges als genoemd in de artikelen 1.1.1.1, 1.1.1.2, 1.1.1.3, 1.1.2 of 1.1.3 verhoogd met

€ 72,80

1.1.5

Indien voor het voltrekken van een huwelijk, zoals genoemd in de artikelen een extern beëdigd Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand (BABS) wordt benoemd worden de leges voor het voltrekken van het huwelijk vermeerderd met

€ 212,25

1.1.6

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van:

1.1.6.1

een trouwboekje of partnerschapboekje of een duplicaat daarvan, inclusief omslag

€ 37,45

1.1.7

Voor het fungeren van een ambtenaar als getuige bij een huwelijk of partnerschap, per ambtenaar

€ 62,40

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 24,15

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.1.10

Het verstrekken van uittreksels of akten van de burgerlijke stand worden door de gemeente kosteloos verstrekt op grond van artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand indien dit uit de toevoeging van de Raad voor Rechtsbijstand waarin het minimum bedrag van eigen bijdrage is opgenomen blijkt en de gevraagde uittreksel of akte in de procedure is opgenomen.

 

 

Paragraaf 2 Reisdocumenten en Nederlandse Identiteitskaart

 

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1.

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,40

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,90

1.2.5.3

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

1.2.6

van een tweede paspoort:

1.2.6.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

1.2.6.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.2.7

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 57,05

 

Paragraaf 3 Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs of voor het omwisselen van een trekkerscertificaat voor een rijbewijs

€ 48,15

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

 

Paragraaf 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

 

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.1.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 5,00

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen (tarief wettelijk voorgeschreven)

€ 7,50

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen (tarief wettelijk voorgeschreven)

€ 22,69

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 24,15

 

Paragraaf 5 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

1.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (tarief wettelijk voorgeschreven):

1.5.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.5.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,30

met een maximum per bericht van

€ 5,30

1.5.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 23,85

1.5.1.2

bij verstrekking anders dan op papier:

€ 5,30

1.5.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 23,85

1.5.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.5.1.1, 1.5.1.2 en 1.5.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.5.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 5,20

 

Paragraaf 6 Bestuursstukken

 

1.6.1

Het tarief bedraagt voor een abonnement op de raadsstukken voor zover deze door burgemeester en wethouders niet als vertrouwelijk of geheim zijn gekwalificeerd:

1.6.1.1

voor de raadsvoorstellen (inclusief agenda)

€ 68,40

1.6.1.2

voor de commissievoorstellen (inclusief agenda)

€ 68,40

1.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.6.2.1

een gemeentebegroting, inclusief toelichting

€ 91,55

1.6.2.2

een gemeenterekening

€ 91,55

 

Paragraaf 7 Vastgoedinformatie

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.1.1

tot het verstrekken van een exemplaar van een bestemmingsplan met ongekleurde kaart

€ 73,85

1.7.1.2

tot het verstrekken van een voorschrift van een bestemmingsplan

€ 30,70

1.7.1.3

tot het verstrekken van een ongekleurde plankaart van een bestemmingsplan

€ 35,25

1.7.1.4

tot het verstrekken van een toelichting van een bestemmingsplan

€ 17,55

1.7.1.5

tot het verstrekken van een exemplaar van de bouwverordening

€ 65,35

1.7.1.6

tot het verstrekken van een toelichting op de bouwverordening

€ 43,30

1.7.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.7.2.1

uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 13,55

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentelijke kadaster en het daarbij van gemeentewege behulpzaam zijn, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 24,15

1.7.4

Voor het namens het Kadaster verstrekken van informatie wordt het tarief in rekening gebracht zoals genoemd in de Regeling tarieven Kadaster Bijlage 1

 

Paragraaf 8 Overige publiekszaken

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 5,05

1.8.1.2

tot het verkrijgen voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente

€ 5,05

1.8.1.3

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 5,05

1.8.1.4

tot het verkrijgen van enig andere verklaring met uitzondering van die vermeld onder 1.8.1.1 en 1.8.1.3

€ 9,85

1.8.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag gelden de tarieven, zoals die zijn opgenomen in de Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen en rechtspersonen

 

Paragraaf 9 Gemeentearchief

 

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 24,15

 

Paragraaf 10 Huisvestingswet 2014

 

1.10.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.10.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 101,25

1.10.2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede

lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 22,90

1.10.3

tot het verlenen van een vergunning tot onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 203,40

1.10.4

tot het verlenen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 203,40

1.10.5

tot het verlenen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 203,40

1.10.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet

€ 203,40

 

Paragraaf 11 Marktstandplaatsen

 

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1.1

tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats tot verkoop van goederen of waren als bedoeld in artikel 5.12 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 33,55

 

Paragraaf 12 Kansspelen

 

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.12.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat (maximum):

€ 56,50

1.12.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 8,80

 

Paragraaf 13 Telecommunicatie

 

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 228,15

1.13.1.1

als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, wordt het onder 1.13.1 genoemde bedrag verhoogd met

€ 75,65

1.13.1.2

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld.

1.13.2

als een begroting als bedoeld in 1.13.1.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 14 Verkeer en vervoer

 

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1.1

voor het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW).

€ 59,50

1.14.1.1.1.

voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in onderdeel 1.14.1.1 in geval van beschadiging, verlies of diefstal

€ 59,50

1.14.1.1.2

Het legestarief van artikel 1.14.1.1 wordt, wanneer ter zake van de aanvraag een geneeskundig onderzoek moet plaatsvinden verhoogd met het bedrag dat door de keuringsarts

bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht.

1.14.1.1.3

voor het verkrijgen van, of het aanbrengen van wijzigingen aan een gereserveerde invalidenparkeerplaats (op kenteken)

€ 82,40

1.14.1.2

tot het verlenen van een éénmalige ontheffing van het rijverbod om met een motorvoertuig op het eiland te rijden.

€ 33,75

1.14.1.3

tot het verlenen van een jaarontheffing van het rijverbod om met een motorvoertuig op het eiland te rijden.

€ 338,95

1.14.1.4

tot het verlenen van een parkeervergunning

€ 25,25

 

Paragraaf 15 Recreatief nachtverblijf

 

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.13 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 28,45

 

Paragraaf 16 Diversen

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.16.1.1

afschriften, uittreksels of kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.16.1.2

per fotokopie

€ 0,10

1.16.1.3

per dubbelzijdige fotokopie

€ 0,20

1.16.1.4

Voor het verzenden van faxberichten:

1.16.1.5

per bladzijde

€ 3,70

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.2.1

tot het verlenen van een vergunning of toestemming tot handeling waarvoor krachtens Wet, Reglement, verordening of nader voorschrift, vergunning of toestemming moet worden gevraagd voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat of voorzover daarvoor in deze tabel geen bijzondere regeling is opgenomen

€ 22,90

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.3.1

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Recreatieve Bedrijfsvaartuigen

€ 22,90

1.16.3.2

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in de Verordening Waddenzeegebied

€ 22,90

1.16.3.3

tot het verlenen van een vergunning tot het plaatsen van tenten, caravans en dergelijke ten behoeve van particulieren en/of studiedoeleinden

€ 22,90

1.16.3.4

tot het verlenen van een tijdelijke vergunning als bedoeld in artikel 7 van de geluidhinderverordening, dan wel omzetting daarvan in een vergunning zonder termijn

€ 49,30

1.16.3.5

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor het verlenen van een vrijstelling voor het gebruik voor de recreatieve visserij van het type staand want, als bedoeld in artikel 52a van de Uitvoeringsregeling Visserij

€ 22,90

1.16.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.4.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 80,40

1.16.4.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 40,20

1.16.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een vervangende “tag” voor het deponeren van huishoudelijk afval in de ondergrondse afvalcontainers

€ 29,75

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • -

    Verkennen en/of beoordelen van een initiatief: Het in behandeling nemen van een schriftelijk informatieverzoek over de haalbaarheid beoordeling van een concept aanvraag vergunning dat valt binnen het bestemmingsplan en/of omgevingsplan

  • -

    Intaketafel: een overleg dat plaatsvindt voor de fase dat een vergunning is aangevraagd met een of meerdere vertegenwoordigers van betrokken bestuursorganen teneinde de de wenselijkheid van een initiatief te toetsen aan het bestemmingsplan / omgevingsplan.

  • -

    Omgevingsoverleg: een overleg dat eventueel plaatsvindt na afronding van de intaketafel en voor de fase dat een vergunning is aangevraagd met een of meerdere vertegenwoordigers van betrokken bestuursorganen teneinde te onderzoeken of het initiatief mogelijk gemaakt kan worden.

  • -

    binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

  • -

    binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving

a.

Bedraagt het tarief voor het houden van Verkennen en/of beoordelen van een initiatief: zoals omschreven in artikel 2.1., sub 3 die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving

97,15

b

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van intaketafel over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

127,60

c.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een omgevingstafel over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief

263,10

d.

En voor elke volgende omgevingstafel

263,10

 

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de bouwkosten tot € 45.000

5,58%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 32,90

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 45.000

2,63%

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 2.510

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 65,40

1.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€ 65,40

2.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 65,40

3.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 65,40

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 65,40

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit van de bouwkosten

€ 2.104,80

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 125,60

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

 

  • -

    0 tot 250 m3

€ 172,40

 

  • -

    Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

 

  • -

    Vanaf 500 m3

€ 620,65

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: niet van toepassing

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 261,00

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

 

  • -

    0 tot 250 m3

€ 172,40

 

  • -

    Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

 

  • -

    Vanaf 500 m3

€ 620,65

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 125,60

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

€ 125,60

 

  • -

    0 tot 250 m3

€ 172,40

 

  • -

    Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

 

  • -

    Vanaf 500 m3

€ 620,65

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ [];

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

 

  • -

    0 tot 250 m3

€ 172,40

 

  • -

    Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

 

  • -

    Vanaf 500 m3

€ 620,65

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: niet van toepassing

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 291,80

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

0 tot 250 m3

€ 172,40

Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

Vanaf 500 m3

€ 620,65

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 291,80

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

0 tot 250 m3

€ 172,40

Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

Vanaf 500 m3

€ 620,65

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 291,80

3.

  • a.

    niet van toepassing

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 291,80

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

0 tot 250 m3

€ 172,40

Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

Vanaf 500 m3

€ 620,65

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 291,80

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 125,60

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

0 tot 250 m3

€ 172,40

Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

Vanaf 500 m3

€ 620,65

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: niet van toepassing

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 291,80

vermeerderd met het tarief indien het slopen van een gebouw met inhoud heeft van:

0 tot 250 m3

€ 172,40

Vanaf 250 m3 tot 500 m3

€ 274,60

Vanaf 500 m3

€ 620,65

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.613,85

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.402,50

 

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één of meerdere milieubelastende activiteit(en)

€ 1.447,05

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één of meerdere milieubelastende activiteit(en)

€ 1.447,05

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één of meerdere milieubelastende activiteit(en)

€ 1.447,05

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één of meerdere milieubelastende activiteit(en)

€ 1.447,05

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.447,05

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één of meerdere milieubelastende activiteit(en)

€ 1.447,05

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.447,05

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 264,40

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 264,40

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 215,75

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 125,85

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met normwaarde archeologische verwachtingswaarde, van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 221,90

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 221,90

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 221,90

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 270,80

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:

€ 229,05

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 276,90

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 133,05

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 159,95

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 94,35

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 94,35

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 94,35

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 94,35

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: niet van toepassing

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 139,40

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel 4.6. van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 94,35

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Kapverordening Schiermonnikoog 2011 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 22,50

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 22,50

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 22,50

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 22,50

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 22,50

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 22,50

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 80,65

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 80,65

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 134,70

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 80,65

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 148,45

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 148,45

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

  • a.

    milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastingen activiteit

€ 265,55

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 265,55

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 265,55

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief :

€ 64,90

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief

€ 64,90

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief

€ 64,90

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief

€ 64,90

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 36,05

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

  • a.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om, naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 52,70

  • b.

    Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is in de paragrafen 2.3. tot en met 2.8. met dien verstande dat de nieuwe leges minimaal € 32,25 bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de vergunning meer dan 24 maanden oud is of de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is.

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

niet van toepassing

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 64,90

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

€ 64,90

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 2.104,80

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 60,15

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

Met een maximum van € 1.000

10,5%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 172,95

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 172,95

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 172,95

Artikel 2.49 Beoordeling en/of uitvoeren onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 65,60

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 65,60

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 65,60

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 65,60

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 65,60

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 65,60

g.

Voor de beoordeling van een historisch bodemonderzoek

€ 65,60

h

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 65,60

i

Voor de beoordeling en controle van een ecologische quick scan voor het dorp Schiermonnikoog (dorpskern inclusief (recreatie) woningen Karrepad, Badweg, Rijspolder ter vaststelling welke ecologische aandachtsgebieden (o.a. mussen) aanwezig kunnen zijn bij de aanvraag en welke maatregelen daartoe getroffen moeten worden.

€ 245,00

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 157,85

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening adviescommissie Ruimtelijke Ordening Schiermonnikoog dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet

€ 80,15

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening adviescommissie Ruimtelijke Ordening Schiermonnikoog in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b per uur

€ 80,15

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 157,85

b.

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

€ 157,85

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt maximaal:

100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges voor de aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2. aanhef en onderdeel b, met dien verstande dat dit niet tot een negatieve aanslag leges omgevingsvergunning op grond van de tarieven zoals benoemd in de paragrafen 2.3. tot en met 2.8. kan leiden.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 36,85

[Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

niet van toepassing

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig niet van toepassing

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

  • c.

    indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

75%

  • d.

    indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 4 weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 4 weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 20 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 1 Horeca

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 187,50

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

€ 100,40

3.1.3

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 33,40

3.1.4

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 22,90

 

Paragraaf 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.2.1.1

tot het verlenen van een vergunning voor het houden van een evenement als bedoeld in artikel 2.14 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 22,90

3.2.2

Het bedrag genoemd in 3.2.1.1 wordt, wanneer ter zake van de aanvraag een advies wordt gevraagd van de Geneeskundige Hulpverleningsdienst bij Ongevallen en Rampen (GHOR) verhoogd met het bedrag dat door de genoemde dienst bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht

 

Paragraaf 3 Brandbeveiligingsverordening

 

3.3.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een gebruiksvergunning, zoals bedoeld in de brandbeveiligingsverordening artikel 2.1.1, lid 1,

bedraagt voor een inrichting in categorie C:

voor een openlucht evenement

€ 162,00

voor een tijdelijk bouwsel of voor in tentoonstellingsruimten plaatshebbende evenementen met een vloeroppervlak tot en met 100 m2

€ 162,00

voor een tijdelijk bouwsel of voor in tentoonstellingsruimten plaatshebbende evenementen met een vloeroppervlak vanaf 100 m2

€ 162,00

vermeerderd met een bedrag voor elke 100 m2 vloeroppervlak boven het aantal van 100 m2

€ 13,35

voor een niet-bebouwd voor bedrijfsdoeleinden bestemd terrein:

tot 500 m2

€ 162,00

van 500 tot 2.000 m2

€ 213,95

van 2.000 tot en met 5.000 m2

€ 268,10

groter dan 5.000 m2 een vast bedrag

€ 268,10

vermeerderd met een bedrag voor elke 5.000 m2 of een gedeelte daarvan boven 5.000 m2

€ 53,45

3.3.2

Het tarief voor advisering indien het plan niet-ontvankelijk is of bijstelling noodzakelijk is, per half uur of gedeelte daarvan

€ 26,80

3.3.3

Het tarief voor het overschrijven van een vergunning als bedoeld onder 3.3.1 per overschrijving

€ 53,45

3.3.4

Indien een afgegeven gebruiksvergunning moet worden gewijzigd ten gevolge van verbouw waarbij geen sprake is van wijziging van bestemming, en/of toe- of afname van

de aanvankelijk bestaande vloeroppervlak, wordt ter verkrijging van een aangepaste gebruiksvergunning, een bedrag geheven overeenkomstig hetgeen bepaald in 3.3.1,

waarbij de berekening plaats vindt op basis van het aantal vierkante meters vloeroppervlak waarbij de verbouw, toe- of afname betrekking heeft.

3.3.5

Indien de aanvrager van een gebruiksvergunning voordat daarover definitief is beschikt, de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het onder 3.3.1 genoemde bedrag met 50% verminderd.

 

Paragraaf 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 22,85

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2023.

 

De voorzitter,

I. Van Gent

 

De griffier,

T. Toren